Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2017, 60678 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatscourant 2017, 60678 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 1a, tweede lid, van de Werkloosheidswet, 2:52, derde lid, 3:10, derde lid, en 3:48, achtste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, 1a, tweede lid, en 25, zevende lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, 58, zevende lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen en 44, vijfde, zesde en achtste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering;
Besluit:
De Regeling tegemoetkoming Wajongers wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
B
Aan het slot van artikel 2, vijfde lid, wordt een zin toegevoegd, luidende:
Van de gewijzigde bedragen en van de dag waarop de herziening plaatsvindt, wordt door of namens de Minister mededeling gedaan in de Staatscourant.
In de artikelen 1, onderdeel b, en 2, eerste lid, van de Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar wordt ‘bijstand’ vervangen door: advisering.
In de artikelen 6 en 7 van de Regeling samenloop arbeidsongeschiktheidsuitkering met inkomen wordt ‘De artikelen 2, vierde lid, en 2a, vierde lid’ vervangen door: De artikelen 2, zevende lid, en 2a, vijfde lid.
In artikel 1a van de Vakantieregeling WW en IOW wordt ‘19, achtste lid, van de Werkloosheidswet’ vervangen door: 19, negende lid, van de Werkloosheidswet.
De Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 november 2002, houdende de uitbreiding van de werkingssfeer van de Regeling aanwijzing ontwikkelingsorganisaties BEU 2002 (Stcrt. 2002, 224) wordt ingetrokken.
De Gelijkstellingsregeling arbeidsuren wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
i. dit het gevolg is van werkstaking.
B
In artikel 9 wordt ‘Met in achtneming van artikel 2 kan het UWV’ vervangen door: Het UWV kan.
In artikel I, onderdeel A, onder 2, van de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 november 2015 tot wijziging van enkele ministeriële regelingen in verband met onder meer de invoering van de Wet werk en zekerheid (Stcrt. 2015, 17649) wordt ‘van de onderdelen d tot en met h tot onderdelen c tot en met g’ vervangen door: van de onderdelen d tot en met i tot onderdelen c tot en met h.
In artikel 4, zesde lid, van de Regeling vordering contante waarde periodieke verstrekkingen WAO en Wet WIA wordt ‘het Landelijk instituut sociale verzekeringen’ vervangen door: het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, waarbij artikel II terugwerkt tot en met 1 juli 2017, artikel III terugwerkt tot en met 1 juli 2015, artikel IV terugwerkt tot en met 1 januari 2016 en artikel VIII terugwerkt tot en met 1 januari 2002.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 18 oktober 2017
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher
Deze regeling bevat enkele technische wijzigingen van bestaande regelingen. Er zijn geen financiële gevolgen verbonden aan deze wijzigingsregeling.
De Regeling tegemoetkoming Wajongers is op twee technische punten aangepast.
De eerste wijziging voorziet in het invoegen van een nieuw artikel 1a waarmee wordt verduidelijkt dat de regeling niet meer, zoals in de oorspronkelijke aanhef is aangegeven, is gebaseerd op artikel 9a van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), maar sinds 1 januari 2010 als gevolg van de Wet van 3 december 2009 tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten in verband met het bevorderen van de participatie van jonggehandicapten door werk en arbeidsondersteuning (Stb. 2009, 580) is gebaseerd op de artikelen 2:52, derde lid, en 3:10, derde lid, van die wet.
De tweede wijziging voorziet in het toevoegen van een zin aan artikel 2, vijfde lid, teneinde te regelen dat de op grond van artikel 2, vijfde lid, eerste zin, aangepaste bedragen van de tegemoetkoming door of namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in de Staatscourant bekend moeten worden gemaakt. Dit is de gangbare wijze van bekendmaking, zoals bijvoorbeeld ook voorgeschreven in de artikelen 3:75, derde lid, van de Wajong, 63a, derde lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, en 9, tweede lid, van de Toeslagenwet.
Per 1 juli 2017 is artikel 14 van de Arbeidsomstandighedenwet gewijzigd bij Wet van 25 januari 2017, houdende wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet in verband met de versterking van de betrokkenheid van de werkgevers en werknemers bij de arbodienstverlening, de preventie in het bedrijf of de inrichting van de werkgever en de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts, en enige andere wijzigingen (Stb. 2017, 22). Om de adviserende rol van de bedrijfsarts bij de verzuimbegeleiding van individuele werknemers te verduidelijken, is in artikel 14, eerste lid, onderdeel b, van de Arbeidsomstandighedenwet het woord ‘bijstand’ vervangen door advisering. De regeling is in lijn hiermee aangepast.
De artikelen 6 en 7 van de Regeling samenloop arbeidsongeschiktheidsuitkering met inkomen bevatten twee onjuiste verwijzingen. Deze zijn ontstaan door de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 1 juli 2015 tot wijziging van de Regeling samenloop arbeidsongeschiktheidsuitkering met inkomen vanwege de invoering van periodeloonvergelijking in het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Stcrt. 2015, 17549). Dat is nu hersteld met terugwerkende kracht tot het moment van het ontstaan van de onjuiste verwijzingen.
In de Vakantieregeling WW en IOW stond dat deze zijn grondslag vindt in artikel 19, achtste lid, van de Werkloosheidswet. Dit hoort echter artikel 19, negende lid, te zijn. Omdat deze wijziging in had moeten gaan op 1 januari 2016 (de datum waarop artikel XIII, onderdeel B, van de Verzamelwet SZW 2017 (Stb. 2016, 472) in werking is getreden, werkt de wijziging van artikel 1a van de Vakantieregeling WW en IOW terug tot en met die datum.
De Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 november 2002, houdende de uitbreiding van de werkingssfeer van de Regeling aanwijzing ontwikkelingsorganisaties BEU 2002 (Stcrt. 2002, 224) kan worden ingetrokken, omdat die regeling de werkingssfeer uitbreidt van de Regeling aanwijzing ontwikkelingsorganisaties BEU 2002, welke regeling al met ingang van 26 januari 2012 is ingetrokken met artikel 2 van de Regeling aanwijzing ontwikkelingsorganisaties 2005. De Regeling aanwijzing ontwikkelingsorganisaties 2005 is met ingang van 26 januari 2012 ingetrokken met de thans geldende Regeling aanwijzing ontwikkelingsorganisaties 2011.
Om in aanmerking te komen voor een WW-uitkering of een loongerelateerde WGA-uitkering dient voldaan te worden aan de referte-eis. Deze referte-eis houdt in de regel1 in dat de betrokkene in de 36 kalenderweken onmiddellijk voorafgaand aan de eerste dag van werkloosheid (of ziekte) in ten minste 26 weken arbeidsuren moet hebben gehad. Hierbij werd voorheen geen rekening gehouden met eventuele stakingsdagen. In een uitspraak van 16 december 20162 oordeelt de Centrale Raad van Beroep (CRvB) dat dit een niet gerechtvaardige beperking van het stakingsrecht vormt. In de woorden van de CRvB: ‘Gelet op de importantie van het stakingsrecht moet geconcludeerd worden dat het niet treffen van enige regeling voor de toegang tot de WW-uitkering na een werkstaking terwijl dit wel is gedaan voor de duur van de WW-uitkering en binnenkort ook zal geschieden voor de hoogte van die uitkering, een niet gerechtvaardigde beperking van het stakingsrecht vormt’.
Met onderhavige wijziging is geregeld dat uren waarin gestaakt is, gelijk worden gesteld met arbeidsuren als bedoeld in artikel 1a, eerste lid, van de Werkloosheidswet. Hierdoor wordt bewerkstelligd dat uren waarvoor de werknemer geen loon heeft genoten vanwege deelname aan een werkstaking als arbeidsuur worden aangemerkt, waardoor werkstaking niet meer van invloed is op het al dan niet recht verkrijgen op een WW- of loongerelateerde WGA-uitkering.3
Met het voorstel wordt enkel de huidige werkwijze van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen gecodificeerd, nu de eerder aangehaalde uitspraak van de CRvB heeft geleid tot een wijziging van het uitvoeringsbeleid. Daarom treedt dit onderdeel in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.
Sinds 1 januari 2016 is artikel 2 vervallen. In artikel 9 werd abusievelijk nog naar dat artikel verwezen. Met dit onderdeel is die verwijzing geschrapt. Dit onderdeel treedt ook in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst.
Artikel I, onderdeel A, onder 2, van de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 juni 2015 tot wijziging van enkele ministeriële regelingen in verband met onder meer de invoering van de Wet werk en zekerheid (Stcrt. 2015, 17649), zoals dat gewijzigd is door artikel III, onderdeel A, onder 2, van de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 30 november 2015 tot wijziging van de Gelijkstellingsregeling arbeidsuren en enkele andere ministeriële regelingen in verband met het vervallen van de fictieve opzegtermijn (Stcrt. 2015, 45133), heeft tot doel onderdeel c van artikel 1 van de Gelijkstellingsregeling arbeidsuren te laten vervallen en de onderdelen d tot en met h te verletteren tot onderdelen c tot en met g. Door artikel VI, onderdeel A, van deze regeling is er echter een nieuw onderdeel (onderdeel i) aan artikel 1 toegevoegd. Ook dat onderdeel moet verletterd worden (tot onderdeel h) op het moment dat artikel I, onderdeel A, onder 2, van de Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 22 juni 2015 tot wijziging van enkele ministeriële regelingen in verband met onder meer de invoering van de Wet werk en zekerheid (Stcrt. 2015, 17649) in werking treedt. Deze wijzigingsopdracht voorziet daarin en treedt bovendien gelijktijdig met artikel VI in werking.
Met de Aanpassingsregeling SUWI is in de Regeling vordering contante waarde periodieke verstrekkingen WAO en Wet WIA ‘het Landelijk instituut sociale verzekeringen’ vervangen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Daarbij is echter verzuimd deze aanpassing door te voeren in artikel 4, zesde lid, van laatstgenoemde regeling.
Deze regeling bevat hoofdzakelijk technische wijzigingen waarmee kleine onvolkomenheden worden gerepareerd. Daarom treedt de regeling in werking op de dag na de datum van publicatie in de Staatscourant en werken de wijzigingen, waar van toepassing, terug tot en met het moment waarop de onvolkomenheid is ontstaan.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher
Een kleine uitzondering is opgenomen in artikel 17, tweede lid, van de Werkloosheidswet. Indien dat artikellid van toepassing is, wordt uitgegaan van de dag waarop het arbeidsurenverlies is ingetreden.
Een voorbeeld: een werknemer heeft gedurende de laatste 35 kalenderweken in 25 kalenderweken 8 uur gewerkt. Zijn arbeidsovereenkomst loop af na de 36e kalenderweek. In die laatste week heeft de werknemer een keus: staakt hij of staakt hij niet. Het al dan niet verkrijgen van het recht op een uitkering is niet meer van invloed op die keuze, nu ook uren waarin gestaakt wordt door de nieuwe bepaling gezien worden als arbeidsuren.
Kopieer de link naar uw clipboard
zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2017-60678.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.