Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 10 oktober 2013, nr. 430393, houdende wijziging van het Besluit Adviescollege Verloftoetsing tbs in verband met een aanpassing van de benoemings- en herbenoemingstermijn van de voorzitter, de leden en de plaatsvervangende leden

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit Adviescollege Verloftoetsing tbs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, vierde lid, van het Besluit Adviescollege Verloftoetsing tbs komt te luiden:

  • 4. De voorzitter en de overige leden van het Avt worden benoemd door de Minister voor een periode van ten hoogste vier jaar. Herbenoeming is eenmaal mogelijk voor een aansluitende periode van ten hoogste vier jaren.

B

Artikel 2, zesde lid, komt te luiden:

  • 6. In het Avt kunnen plaatsvervangende leden worden benoemd voor een periode van vier jaar, ongeacht of zij eerder zijn benoemd en herbenoemd als lid. Herbenoeming kan eenmaal en voor ten hoogste vier jaren aansluitend plaatsvinden. Het vijfde lid is van overeenkomstige toepassing.

C

Aan artikel 2 wordt een zevende lid toegevoegd, dat luidt als volgt:

  • 7. De periode dat iemand aan het Avt is verbonden is maximaal twaalf jaar.

D

In artikel 4, tweede lid, wordt ‘Verloftoetsingskader (Staatscourant nr. 123, 29 juni 2007)’, vervangen door: ‘Verlofregeling TBS (Staatscourant nr. 21597, 31 december 2010)’.

ARTIKEL II OVERGANGSBEPALING

In afwijking van artikel 2, vierde lid, kan de Minister de voorzitter of een lid, waarvan de herbenoemingstermijn van drie jaar verstrijkt, voor een tweede maal aansluitend herbenoemen voor een periode van ten hoogste één jaar.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven.

TOELICHTING

Bij Besluit van 27 september 2007 is het Adviescollege Verloftoetsing tbs ingesteld (Stcrt. 2007, nr. 189). Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 2 maart 2010 (Stcrt. 2010, nr. 3853) en bij besluit van 7 september 2010 (Stcrt. 14251). Het is gebleken dat de benoemings- en herbenoemingstermijn van de voorzitter, de overige leden en de plaatsvervangende leden van het Adviescollege Verloftoetsing tbs (Avt) van drie jaar niet bijdraagt aan een goede en consistente samenstelling van het Avt. Onderhavig besluit voorziet daarom in een verruiming van deze termijnen. Voorts wordt voorzien in een vermelding van de juiste ministeriële regeling dat als toetsingskader voor DJI fungeert.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Door middel van deze wijziging wordt de benoemings-, respectievelijk herbenoemingstermijn van de voorzitter en de overige leden van het Avt uitgebreid van drie naar vier jaar. Het werk van het Avt is specialistisch van aard. Gebleken is dat het voor het waarborgen van de continuïteit en kwaliteit van de werkzaamheden van het Avt wenselijk is de benoemings-en herbenoemingstermijn uit te breiden. Met het uitbreiden van deze termijnen van drie naar vier jaar wordt beter aangesloten bij de termijnen van andere commissies met vergelijkbaar specialistisch werk. Bovendien wordt door de uitbreiding van deze termijnen het aantal benoemings- en herbenoemingsprocedures en daarmee de uitvoeringslasten, teruggebracht.

Onderdeel B

Door middel van deze wijziging wordt de benoemingstermijn van plaatsvervangende leden eveneens uitgebreid van drie naar vier jaar. Tevens voorziet de wijziging in de mogelijkheid om plaatsvervangende leden eenmaal aansluitend voor een periode van ten hoogste vier jaar te herbenoemen, doch met inachtneming van de in onderdeel C genoemde maximale termijn. Een langere benoemingstermijn en de mogelijkheid om plaatsvervangende leden te herbenoemen, biedt meer ruimte om de expertise van de plaatsvervangende leden, die in de regel oud-leden zijn, te behouden. Dat is wenselijk, gezien het feit dat plaatsvervangende leden onregelmatig, bijvoorbeeld in tijden van bijzondere drukte of bij ziekte van leden, worden ingezet. Voor deze commissie geldt in het bijzonder dat plaatsvervangende leden ervaring binnen het Avt nodig hebben om hun werkzaamheden goed te kunnen vervullen. Zij moeten daarom uit de oud-leden van het Avt worden geworven. Daarom geldt voor het Avt niet de beperking van maximaal één benoemings- en één herbenoemingsstermijn als lid of plaatsvervangend lid. Wel is in het zevende lid een maximum van twaalf jaar opgenomen van de periode dat iemand aan het Avt verbonden kan zijn, om ook voldoende doorstroming te borgen.

Onderdeel C

Door de verruimde benoemings- en herbenoemingstermijn van de voorzitter, overige leden en plaatsvervangende leden, kan iemand een langere periode aan het Avt verbonden blijven. Het wordt echter wenselijk geacht om de periode dat iemand aan het Avt is verbonden te beperken tot een maximum van twaalf jaar. Dit sluit wederom aan bij het beleid dat ten aanzien van commissies wordt gevoerd. Een maximale termijn van twaalf jaar waarborgt enerzijds de continuïteit en kwaliteit van de werkzaamheden van het Avt en anderzijds een vernieuwing die op termijn ook nodig is.

Onderdeel D

In artikel 4, tweede lid, van het Besluit Adviescollege Verloftoetsing tbs, wordt ten onrechte nog verwezen naar het Verloftoetsingskader (Staatscourant nr. 123, 29 juni 2007). Deze regeling is reeds met ingang van 1 januari 2011 vervangen door de ministeriële regeling: Verlofregeling TBS (Staatscourant nr. 21597, 31 december 2010). Door de onderhavige wijziging wordt deze omissie rechtgezet.

Artikel II

Dit artikel betreft een overgangsbepaling, waarmee wordt bewerkstelligd dat de tweede termijn van de huidige voorzitter en overige leden effectief op vier jaar kan worden gezet. Deze bevoegdheid kan worden gebruikt om het vertrek van de voorzitter en van overige leden en de instroom van een nieuwe voorzitter en overige leden, geleidelijker te laten verlopen. Het gaat hier uitdrukkelijk om een overgangssituatie. Door de uitbreiding van de benoemings- en herbenoemingstermijn van de voorzitter en overige leden, zal naar verwachting een tweede herbenoeming van voornoemde personen niet nodig zijn.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven.

Naar boven