Besluit houdende wijziging van de Regeling Adviescollege Verloftoetsing tbs

2 maart 2010

Nr. DDS 5642309

Directie Control, Bedrijfsvoering en Juridische Zaken

De Minister van Justitie,

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2, vierde lid, van het besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 27 september 2007, houdende de instelling van het Adviescollege Verloftoetsing tbs (Regeling Adviescollege Verloftoetsing tbs) wordt als volgt gewijzigd: ‘twee jaar’ wordt vervangen door: drie jaar.

ARTIKEL II

Aan artikel 2 van de Regeling Adviescollege verloftoetsing tbs wordt als zevende lid toegevoegd: In het Avt kunnen plaatsvervangend leden worden benoemd voor een periode van drie jaar. Een volgende termijn als plaatsvervangend lid is niet mogelijk. Het vijfde en zesde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEl III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 maart 2010

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

TOELICHTING

Bij Besluit van 27 september 2007 is het Adviescollege Verloftoetsing tbs ingesteld (verder: de Regeling Avt). De Regeling Avt is gepubliceerd in de Staatscourant 2007, nr. 189 / pagina 10.

Gebleken is dat het Adviescollege Avt in geval van (langdurige) ziekte, vakanties of een plotselinge toename in het aantal verlofaanvragen kwetsbaar is. Daarnaast is bij de inrichting van het college de onjuiste aanname gehanteerd dat een lid gedurende 52 weken voor het college werkzaam is, terwijl deze termijn feitelijk 40 tot 42 weken bedraagt. Om die reden wordt de zittingstermijn van de leden van het Adviescollege verlengd naar drie jaar met een mogelijkheid tot eenmalige herbenoeming van drie jaar, en wordt tevens instelling van plaatsvervangend leden voor een periode van drie jaar mogelijk gemaakt. Daarmee wordt voorzien in de behoefte van het Adviescollege om waarborging van de continuïteit van haar leden en tevens om, ingeval van (tijdelijke) onderbezetting binnen het college, op incidentele basis plaatsvervangend leden te kunnen inzetten.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

Naar boven