Besluit Adviescollege Verloftoetsing tbs

Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 27 september 2007, houdende de instelling van het Adviescollege Verloftoetsing tbs (Regeling Adviescollege Verloftoetsing tbs).

De Staatssecretaris van Justitie,

Besluit:

Artikel 1

Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Avt: het Adviescollege Verloftoetsing tbs;

b. voorzitter: de voorzitter van het Avt;

c. DJI: de Dienst Justitiële Inrichtingen, bedoeld in artikel 30 van de organisatieregeling Ministerie van Justitie 2005;

d. Minister: de Minister van Justitie.

Artikel 2

Samenstelling Adviescollege Verloftoetsing tbs

1. Het Avt heeft een voorzitter en bestaat uit diverse disciplines:

– tenminste negen forensisch psychiaters en psychologen,

– drie juristen en

– tenminste één wetenschappelijk adviseur op het gebied van risicotaxatie.

2. De benoeming van de negen forensische psychiaters en psychologen, die plaats zullen nemen in het Adviescollege Verloftoetsing tbs zal geschieden op basis van de volgende voordracht:

1. drie leden vanuit het Nederlands Instituut voor Psychiatrie en Psychologie (NIFP);

2. drie leden vanuit de Forensisch Psychiatrische Centra (FPC’s);

3. drie leden vanuit de forensische psychiatrie, niet werkzaam binnen de FPC’s (via GGZ Nederland).

3. De voorzitter deelt het Avt in drie commissies in, bestaande elk uit drie forensisch psychiaters en/of psychologen, met als voorzitter een van de juristen. De commissies betrekken desgewenst de wetenschappelijk adviseur bij de advisering.

4. De voorzitter en de leden van het Avt worden benoemd door de Minister voor een periode van twee jaar. Herbenoeming is eenmaal mogelijk.

5. Wanneer leden van het Avt vervangen moeten worden, brengt het aan de Minister voordrachten uit voor de benoeming van de nieuwe leden.

6. De Minister benoemt de leden na kennisneming van de voordracht.

Van de leden van het college die de eerste maal worden benoemd, worden er in het totaal tenminste vijf, zo veel mogelijk in evenredigheid van het aantal leden van de verschillende disciplines, voor een periode van drie jaar benoemd. De leden die voor drie jaar zijn benoemd, kunnen eenmaal voor twee jaar worden herbenoemd.

Artikel 3

Ontslag

1. De leden van het Avt worden op eigen verzoek door de Minister ontslagen.

2. De leden kunnen tevens ontslagen worden door de Minister wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

Artikel 4

Taak

1. Het Avt heeft tot taak: het inhoudelijk beoordelen van alle verlofaanvragen inzake ter beschikking gestelden of anderszins verpleegden die in inrichtingen waar tbs met verpleging ten uitvoer wordt gelegd verblijven en daarover gemotiveerd advies uitbrengen aan de Minister.

2. De procedurele toetsing van de verlofaanvragen bedoeld in het eerste lid, vindt plaats door DJI volgens de richtlijnen van het Verloftoetsingskader (Staatscourant nr. 123, 29 juni 2007)

Artikel 5

Bevoegdheden

1. Het Avt is bevoegd tot inzage in alle zakelijke gegevens en bescheiden die

voor de vervulling van haar taak van belang zijn en heeft te allen tijde toegang

tot alle locaties waar tbs met verpleging ten uitvoer worden gelegd.

2. Het Avt maakt van haar bevoegdheden slechts gebruik voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van haar taak nodig is.

Artikel 6

Ondersteuning

1. Het Avt heeft een secretaris, tevens hoofd van het bureau.

2. De secretaris is voor zijn werkzaamheden uitsluitend verantwoording schuldig aan het Avt.

3. Aan de secretaris kunnen andere medewerkers worden toegevoegd.

4. De secretaris en andere medewerkers van het bureau zijn geen lid van het Avt.

5. Na overleg met de voorzitter van het Avt kan de Minister de secretaris en de andere medewerkers van het bureau benoemen, bevorderen, schorsen of ontslaan.

6. De Minister draagt, na overleg met het Avt, zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van het Avt.

Artikel 7

Advisering

1. Indien het Avt adviseert geen verlof te verlenen, beslist de Minister dienovereenkomstig.

2. Indien het Avt adviseert verlof te verlenen, kan de Minister gemotiveerd een andere beslissing nemen.

Artikel 8

Jaarplan

De voorzitter biedt elk jaar voor 15 november aan de Minister het jaarplan voor het komende jaar ter vaststelling aan.

Artikel 9

Reglement voor de werkwijze

1. Het Avt stelt met het oog op een goede en zorgvuldige uitoefening van haar taken een reglement vast, waarbij wordt aangesloten bij het Verloftoetsingskader (Staatscourant nr. 123, 29 juni 2007)

2. Dit reglement en elke wijziging daarvan behoeft de goedkeuring van de Minister en wordt openbaar gemaakt door plaatsing op de website van het Avt.

Artikel 10

Bijstand deskundigen

Het Avt kan zich op onderdelen van haar taak doen bijstaan door personen van wie de deskundige inbreng van belang kan zijn in verband met de zorgvuldige voorbereiding en totstandkoming van haar adviezen.

Artikel 11

Vaststelling adviezen

1. Bij het uitbrengen van een advies ontvangt het Avt geen aanwijzingen van de Minister over de te hanteren methodiek, haar oordeelsvorming en advisering.

2. Het Avt zendt een exemplaar van elk advies direct na vaststelling naar de Minister.

Artikel 12

Bezoldiging

De leden van het Avt genieten vergoeding van reis- en verblijfskosten overeenkomstig de bepalingen welke te dien aanzien voor de burgerlijke rijksambtenaren zijn vastgesteld alsmede een vergoeding voor hun werkzaamheden volgens door de Minister te stellen regels.

Artikel 13

Jaarbericht

De voorzitter brengt elk jaar voor 1 maart een jaarbericht uit over de algemene bevindingen van het Avt naar aanleiding van de werkzaamheden van het voorafgaande jaar.

Artikel 14

Evaluatie

Nadat het Avt één jaar heeft gefunctioneerd, vindt daarvan een evaluatie plaats op nader te bepalen wijze.

Artikel 15

Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als:

Besluit Adviescollege Verloftoetsing tbs.

Artikel 16

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2007.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 september 2007.
De Staatssecretaris van Justitie, N. Albayrak.

Toelichting

In het rapport van het parlementair onderzoek TBS (TK 2005–2006, 30250, nrs. 4–5), ook wel aangeduid als het onderzoek van de commissie Visser, is één van de aanbevelingen het opzetten van een onafhankelijk verlofcollege, dat de verlofaanvragen voor tbs-gestelden toetst.

Daarbij wordt een aantal uitgangspunten in acht genomen, die – voor zover deze niet met zoveel woorden zijn opgenomen in het besluit – hieronder worden vermeld.

– Organisatorische scheiding tussen verloftoetsing en de inkoopfunctie, waardoor beslissingen over verlof niet door belangen die spelen ten aanzien van inkoop van zorg kunnen worden beïnvloed.

– Beslissingen over verlof dienen met zoveel mogelijk professionele waarborgen te worden omgeven, met behoud van de ministeriële verantwoordelijkheid.

– De beslissing tot machtiging van een verlof wordt namens de Minister genomen.

Het onderhavige besluit strekt tot nadere regeling van taak en werkwijze van het college, voor zover dat niet door de Avt zelf kan worden bepaald.

Het Avt kan niet haar eigen onafhankelijkheid regelen. Daartoe strekt mede dit besluit.

Het gaat hier om de onafhankelijkheid bij de uitvoering van de concrete advisering: de Avt is dan vanuit haar professionele autonomie vrij in de keuze van de onderzoeksmethodiek, in haar oordeelsvorming en in de wijze waarop wordt gerapporteerd over haar advies.

De Staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak

Naar boven