Besluit van 15 januari 2013 tot wijziging van het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen in verband met het wijzigen van bestaande decentralisatie- en integratie-uitkeringen en het introduceren van nieuwe decentralisatie- en integratie-uitkeringen (2011)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 juni 2012, nr. 2012-0000373339, directie CZW/S&B;

Gelet op artikel 13, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 24 augustus 2012, nr  W04.12.0228/1);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 8 januari 2013, nr. 2012-0000750761, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Financiën;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen wordt als volgt gewijzigd:

A

De artikelen 2e, 2g, 2h, 10, 17, 29d, 29r, 29t, 29u, 29w, 29z, 29aa, 29bb, 29cc, 29ff, 29gg, 29ll, 29mm, 31d, 31g vervallen.

B

Aan artikel 2c. Regionale luchthavens, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2011 ontvangen de provincies, genoemd in bijlage 2c-3, de in die bijlage genoemde uitkering.

C

Artikel 2f. Elektrisch varen, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangt de provincie Fryslân een bijdrage van € 175.000.

D

Na artikel 2g worden de volgende artikelen ingevoegd:

Artikel 2i. Externe veiligheid

In het jaar 2011 ontvangen de provincies, genoemd in bijlage 2i, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 2j. Innovatie energiebesparing gebouwde omgeving

In het jaar 2011 ontvangt de provincie Groningen € 900.000.

Artikel 2k. Muskusrattenbestrijding

In het jaar 2011 ontvangen de provincies, genoemd in bijlage 2k, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 2l. Regionale uitvoeringsdiensten (RUD)

In het jaar 2011 ontvangen de provincies, genoemd in bijlage 2l, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 2m. Uitname provinciefonds

In het jaar 2011 ontvangen de provincies, genoemd in bijlage 2m, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 2n. Waddenfonds

In het jaar 2011 ontvangt de provincie Fryslân € 33.000.000.

Artikel 2o. Werkmaatschappij Markermeer-IJmeer

In het jaar 2011 ontvangt de provincie Flevoland € 210.000.

E

Artikel 3. Aanpak kindermishandeling, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 3-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

F

Artikel 14. Nationaal actieplan sport en bewegen, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 14-3, de in die bijlage genoemde uitkering.

G

Aan artikel 27. Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO), wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. De gemeenten, genoemd in bijlage 27d, ontvangen voor het jaar 2009 op basis van de in onderdeel b genoemde maatstaven het in die bijlage genoemde bedrag.

H

Aan artikel 29a. Aanpak Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29a-3, de in die bijlage genoemde uitkering.

I

Aan artikel 29c. Antillianengemeenten, wordt een lid wordt toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29c-3, de in die bijlage genoemde uitkering.

J

Aan artikel 29i. Herbestemming aandachtswijken, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29i-3, de in die bijlage genoemde uitkering.

K

Aan artikel 29j. Herstructurering bedrijventerreinen, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29j-3, de in die bijlage genoemde uitkering.

L

Aan artikel 29k. Impuls brede scholen combinatiefuncties, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29k-3, de in die bijlage genoemde uitkering.

M

Aan artikel 29l. Innovatietrajecten inburgering, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29l-3, de in die bijlage genoemde uitkering.

N

Aan artikel 29m. Jeugdwerkloosheid, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29m-3, de in die bijlage genoemde uitkering.

O

Aan artikel 29o. Spoorse doorsnijdingen, wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29o-3, de in die bijlage genoemde uitkering.

P

Artikel 29v. Arbeidsparticipatie alleenstaande ouders, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29v-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

Q

Artikel 29x. Emancipatie Duizend en één kracht, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29x-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

R

Artikel 29ij. Gezond in de stad, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29ij-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

S

Artikel 29dd. Jeugd, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29dd-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

T

Artikel 29ee. Leefbaarheid en veiligheid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29ee-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

U

Artikel 29hh. Rolstoelvoorzieningen Arnhem, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangt de gemeente Arnhem € 300.000.

V

Artikel 29ii. Vadercentra, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29ii-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

W

Artikel 29jj. Versterking peuterspeelzaalwerk, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29jj-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

X

Artikel 29kk. Vrouwenopvang, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29kk-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

Y

Artikel 29nn. Uitvoeringskosten Wet werk en inkomen kunstenaars, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29nn-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

Z

Na artikel 29nn worden de volgende artikelen ingevoegd:

Artikel 29oo. Bestaand Rotterdams gebied

In 2011 ontvangt de gemeente Rotterdam € 2.527.000.

Artikel 29pp. Eigen kracht

In 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29pp, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 29qq. Nazorg ex-gedetineerden

In 2011 ontvangen de gemeenten, genoemd in bijlage 29qq, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 29rr. Onderwijsexperiment Zwanenbos

In 2011 ontvangt de gemeente Zoetermeer € 42.522.

AA

Artikel 31a. Alle troeven in handen, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten en provincies, genoemd in bijlage 31a-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

BB

Artikel 31b. Bedrijventerreinen, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangen de provincies, genoemd in bijlage 31b-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

CC

Artikel 31c. Bodemsanering, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten en provincies, genoemd in bijlage 31c-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

DD

Artikel 31e. Regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn, wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten en provincies, genoemd in bijlage 31e-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

EE

Artikel 31f. Stimulering lokale klimaatinitiatieven (SLOK), wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten en provincies, genoemd in bijlage 31f-2, de in die bijlage genoemde uitkering.

FF

Na artikel 31g worden de volgende artikelen ingevoegd:

Artikel 31h. Stimuleringsregeling oversampling WoON

In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten en provincies, genoemd in bijlage 31h, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 31i. Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV)

In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten en provincies, genoemd in bijlage 31i, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 31j. Nationale gebiedsontwikkelingen

In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten en provincies, genoemd in bijlage 31j, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 31k. Green Deal

In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten en provincies, genoemd in bijlage 31k, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 31l. Pieken in de Delta

In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten en provincies, genoemd in bijlage 31l, de in die bijlage genoemde uitkering.

Artikel 31m. Sterke regio’s

In het jaar 2011 ontvangen de gemeenten en provincies, genoemd in bijlage 31m, de in die bijlage genoemde uitkering.

GG

De bijlagen behorend bij het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen worden als volgt gewijzigd:

1. De bijlagen 2h, 10a, 10b, 10c, 17, 17-2, 29d, 29d-2, 29r-2, 29t, 29u, 29w, 29aa, 29bb, 29cc, 29ff, 29gg, 29ll, 29mm, 31d en 31g vervallen.

2. Na bijlage 2c-2 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 2c-3.

3. Na bijlage 2h worden ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlagen 2i, 2k, 2l en 2m.

4. Na bijlage 3 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 3-2.

5. Bijlage 6 wordt vervangen door de bij dit besluit behorende bijlage 6.

6. Bijlage 13 wordt vervangen door de bij dit besluit behorende bijlage 13.

7. Na bijlage 14 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 14-3.

8. Na bijlage 27c wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 27-d.

9. Na bijlage 29a-2 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29a-3.

10. Na bijlage 29c-2 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29c-3.

11. Na bijlage 29i-2 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29i-3.

12. Na bijlage 29j-2 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29j-3.

13. Na bijlage 29k-2 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29k-3.

14. Na bijlage 29l-2 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29l-3.

15. Na bijlage 29m-2 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29m-3.

16. Na bijlage 29o-2 wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29o-3.

17. Na bijlage 29v wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29v-2.

18. Na bijlage 29x wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29x-2.

19. Na bijlage 29ij wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29ij-2.

20. Na bijlage 29dd wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29dd-2.

21. Na bijlage 29ee wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29ee-2.

22. Na bijlage 29ii wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29ii-2.

23. Na bijlage 29jj wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29jj-2.

24. Na bijlage 29kk wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 29kk-2.

25. Na bijlage 29nn worden ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlagen 29nn-2, 29pp en 29 qq.

26. Na bijlage 31-a wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 31a-2.

27. Na bijlage 31-b wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 31b-2.

28. Na bijlage 31-c wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 31c-2.

29. Na bijlage 31e wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 31e-2.

30. Na bijlage 31f wordt ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlage 31f-2.

31. Na bijlage 31g worden ingevoegd de bij dit besluit behorende bijlagen 31h tot en met 31m.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2011, met uitzondering van artikel 1, onderdeel G, dat terugwerkt tot en met 1 januari 2009.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 15 januari 2013

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers

Uitgegeven de vijfde februari 2013

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Bijlagen behorend bij artikel I van het Besluit van 15 januari 2013 tot wijziging van het Besluit decentralisatie- en integratie-uitkeringen in verband met het wijzigen van bestaande decentralisatie- en integratie-uitkeringen en het introduceren van nieuwe decentralisatie- en integratie-uitkeringen (2011)

Bijlage 2c-3, genoemd in artikel 2c. Regionale luchthavens

Provincie

Uitkering 2011

Groningen

€ 41.696

Fryslân

€ 137.680

Drenthe

€ 61.140

Overijssel

€ 49.366

Gelderland

€ 177.858

Utrecht

€ 44.936

Noord-Holland

€ 89.870

Zuid-Holland

€ 118.230

Zeeland

€ 59.118

Noord-Brabant

€ 134.271

Limburg

€ 53.902

Flevoland

€ 22.467

Totaal

€ 990.534

Bijlage 2i, genoemd in artikel 2i. Externe veiligheid

Provincie

Uitkering 2011

Groningen

€ 896.000

Fryslân

€ 771.000

Drenthe

€ 498.000

Overijssel

€ 1.252.000

Gelderland

€ 2.314.000

Utrecht

€ 961.000

Noord-Holland

€ 2.249.000

Zuid-Holland

€ 4.966.000

Zeeland

€ 904.000

Noord-Brabant

€ 3.374.000

Limburg

€ 1.481.000

Flevoland

€ 334.000

Totaal

€ 20.000.000

Bijlage 2k, genoemd in artikel 2k. Muskusrattenbestrijding

Provincie

Uitkering 2011

Groningen

€ 53.437

Fryslân

€ 22

Drenthe

€ 50.668

Overijssel

€ 611.464

Gelderland

€ 1.761.296

Utrecht

€ 277.228

Noord-Holland

€ 3.201.317

Zuid-Holland

€ 1.992.098

Zeeland

€ 760.187

Noord-Brabant

€ 1.797.817

Limburg

€ 1.434.439

Flevoland

€ 529.027

Totaal

€ 12.469.000

Bijlage 2l, genoemd in artikel 2l. Regionale uitvoeringsdiensten (RUD)

Provincie

Uitkering 2011

Groningen

€ 140.000

Fryslân

€ 140.000

Drenthe

€ 140.000

Overijssel

€ 280.000

Gelderland

€ 420.000

Utrecht

€ 140.000

Noord-Holland

€ 700.000

Zuid-Holland

€ 1.060.000

Zeeland

€ 140.000

Noord-Brabant

€ 420.000

Limburg

€ 280.000

Flevoland

€ 140.000

Totaal

€ 4.000.000

Bijlage 2m, genoemd in artikel 2m. Uitname provinciefonds

Provincie

Uitkering 2011

Groningen

€ 7.929.336

Fryslân

€ 9.020.434

Drenthe

€ 18.147.819

Overijssel

€ 4.540.847

Gelderland

€ 15

Utrecht

€ 11.924.930

Noord-Holland

€ 21.306.494

Zuid-Holland

€ 66.696.765

Zeeland

€ 5.111.135

Noord-Brabant

€ 12.899.514

Limburg

€ 12.014.535

Flevoland

€ 27.766.176

Totaal

€ 197.358.000

Bijlage 3-2, genoemd in artikel 3. Aanpak kindermishandeling

Gemeente

Uitkering 2011

Alkmaar

€ 50.000

Almere

€ 50.000

Amersfoort

€ 50.000

Amsterdam

€ 50.000

Apeldoorn

€ 50.000

Arnhem

€ 50.000

Breda

€ 50.000

Delft

€ 50.000

Den Helder

€ 50.000

Dordrecht

€ 50.000

Ede

€ 50.000

Eindhoven

€ 50.000

Emmen

€ 50.000

Enschede

€ 50.000

Gouda

€ 50.000

Groningen

€ 50.000

Haarlem

€ 50.000

Heerlen

€ 50.000

Helmond

€ 50.000

Hilversum

€ 50.000

Leeuwarden

€ 50.000

Leiden

€ 50.000

Maastricht

€ 50.000

Nijmegen

€ 50.000

Rotterdam

€ 50.000

’s-Gravenhage

€ 50.000

’s-Hertogenbosch

€ 50.000

Spijkenisse

€ 50.000

Tilburg

€ 50.000

Utrecht

€ 50.000

Venlo

€ 50.000

Vlaardingen

€ 50.000

Vlissingen

€ 50.000

Zaanstad

€ 50.000

Zwolle

€ 50.000

Totaal

€ 1.750.000

Bijlage 6 Bewonersinitiatieven wijken

Gemeente

Uitkering 2008

Uitkering 2009

Uitkering 2010

Uitkering 2011

Alkmaar

€ 400.000

€ 450.000

€ 450.000

€ 398.000

Almelo

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

€ 248.000

Almere

     

€ 100.000

Amersfoort

€ 360.000

€ 390.000

€ 390.000

€ 338.000

Amsterdam

€ 3.210.000

€ 4.665.000

€ 4.665.000

€ 4.613.000

Apeldoorn

     

€ 100.000

Arnhem

€ 830.000

€ 1.095.000

€ 1.095.000

€ 1.043.000

Bergen op Zoom

     

€ 100.000

Breda

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

€ 248.000

Capelle aan den IJssel

     

€ 100.000

Culemborg

     

€ 100.000

Delft

     

€ 100.000

Delftzijl

     

€ 100.000

Deventer

€ 370.000

€ 405.000

€ 405.000

€ 353.000

Dordrecht

€ 490.000

€ 585.000

€ 585.000

€ 533.000

Ede

     

€ 100.000

Eindhoven

€ 550.000

€ 675.000

€ 675.000

€ 623.000

Emmen

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

€ 248.000

Enschede

€ 360.000

€ 390.000

€ 390.000

€ 338.000

Gouda

     

€ 100.000

Groningen

€ 450.000

€ 525.000

€ 525.000

€ 473.000

Haarlem

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

€ 248.000

Haarlemmermeer

     

€ 100.000

Heerlen

€ 390.000

€ 435.000

€ 435.000

€ 383.000

Helmond

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

€ 248.000

Hengelo

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

€ 248.000

Hoogezand-Sappemeer

     

€ 100.000

IJsselstein

     

€ 100.000

Leerdam

     

€ 100.000

Leeuwarden

€ 350.000

€ 375.000

€ 375.000

€ 323.000

Leiden

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

€ 248.000

Leidschendam-Voorburg

     

€ 100.000

Lelystad

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

€ 248.000

Maastricht

€ 490.000

€ 585.000

€ 585.000

€ 533.000

Nijmegen

€ 390.000

€ 435.000

€ 435.000

€ 383.000

Roermond

     

€ 100.000

Roosendaal

     

€ 100.000

Rotterdam

€ 3.180.000

€ 4.620.000

€ 4.620.000

€ 4.568.000

Schiedam

€ 480.000

€ 570.000

€ 570.000

€ 518.000

’s-Gravenhage

€ 1.550.000

€ 2.175.000

€ 2.175.000

€ 2.123.000

’s-Hertogenbosch

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

€ 248.000

Sittard-Geleen

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

€ 248.000

Tilburg

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

€ 248.000

Utrecht

€ 1.150.000

€ 1.575.000

€ 1.575.000

€ 1.523.000

Veenendaal

     

€ 100.000

Venlo

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

€ 248.000

Venray

     

€ 100.000

Vlaardingen

     

€ 100.000

Zaanstad

€ 400.000

€ 450.000

€ 450.000

€ 398.000

Zoetermeer

     

€ 100.000

Zwolle

€ 300.000

€ 300.000

€ 300.000

€ 248.000

Totaal

€ 19.300.000

€ 24.300.000

€ 24.300.000

€ 24.688.000

Bijlage 13 Homo-emancipatiebeleid

Gemeente

Uitkering 2008

Uitkering 2009

Uitkering 2010

Uitkering 2011

Amersfoort

€ 15.000

€ 20.000

€ 20.000

€ 20.000

Amsterdam

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

€ 80.000

Arnhem

€ 15.000

€ 20.000

€ 20.000

€ 20.000

Deventer

€ 15.000

€ 20.000

€ 20.000

€ 20.000

Dordrecht

 

€ 20.000

€ 20.000

€ 20.000

Enschede

€ 15.000

€ 20.000

€ 20.000

€ 20.000

Groningen

€ 15.000

€ 20.000

€ 20.000

€ 20.000

Heerlen

 

€ 20.000

€ 20.000

€ 20.000

Leeuwarden

€ 15.000

€ 20.000

€ 20.000

€ 20.000

Leiden

€ 15.000

€ 20.000

€ 20.000

€ 20.000

Lelystad

€ 15.000

€ 20.000

€ 20.000

€ 20.000

Maastricht

€ 15.000

€ 20.000

€ 20.000

€ 20.000

Nijmegen

€ 15.000

€ 20.000

€ 20.000

€ 20.000

Rotterdam

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

’s-Gravenhage

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

Tilburg

€ 15.000

€ 20.000

€ 20.000

€ 20.000

Utrecht

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

€ 50.000

Zwolle

€ 15.000

€ 20.000

€ 20.000

€ 20.000

Totaal

€ 380.000

€ 480.000

€ 480.000

€ 510.000

Bijlage 14-3, genoemd in artikel 14. National actieplan sport en bewegen

Gemeente

Uitkering 2011

Achtkarspelen

€ 132.572

Alkmaar

€ 298.398

Almelo

€ 254.192

Appingedam

€ 68.748

Assen

€ 238.782

Bedum

€ 62.404

Bergen op Zoom

€ 240.880

Borger-Odoorn

€ 125.188

Coevorden

€ 140.000

De Marne

€ 63.016

Den Helder

€ 15.000

Deventer

€ 303.234

Doesburg

€ 66.372

Dordrecht

€ 328.541

Franekeradeel

€ 51.250

Geertruidenberg

€ 5.000

Goes

€ 100.000

Groningen

€ 391.613

Hardenberg

€ 224.315

Harlingen

€ 81.860

Heerenveen

€ 178.328

Heerlen

€ 291.074

Hengelo

€ 187.000

Hoorn

€ 246.348

Landgraaf

€ 166.598

Leek

€ 96.760

Leeuwarden

€ 82.500

Lelystad

€ 254.504

Lemsterland

€ 73.736

Meppel

€ 143.261

Middelburg

€ 191.801

Neder-Betuwe

€ 109.236

Noord-Beveland

€ 43.602

Ooststellingwerf

€ 124.896

Opmeer

€ 64.848

Opsterland

€ 188.332

Peel en Maas

€ 98.184

Pekela

€ 73.216

Reusel-De Mierden

€ 15.000

Schiedam

€ 260.324

’s-Gravenhage

€ 683.941

Sittard-Geleen

€ 302.490

Skarsterlan

€ 128.204

Smallingerland

€ 80.000

Stede Broec

€ 105.380

Stein

€ 25.000

Sudwest Fryslan

€ 149.318

Terneuzen

€ 60.000

Tholen

€ 120.620

Utrecht

€ 498.402

Vaals

€ 59.754

Veendam

€ 132.468

Vlaardingen

€ 252.922

Vlagtwedde

€ 75.000

Vlissingen

€ 185.069

Wageningen

€ 157.040

Weststellingwerf

€ 122.000

Zaanstad

€ 351.402

Totaal

€ 9.569.923

Bijlage 27d, genoemd in artikel 27. Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)

Gemeente

Uitkering 2009

Aa en Hunze

€ 2.521.172

Aalburg

€ 847.455

Aalsmeer

€ 2.075.802

Aalten

€ 2.941.178

Abcoude

€ 605.026

Achtkarspelen

€ 2.581.873

Alblasserdam

€ 1.904.109

Albrandswaard

€ 1.339.854

Alkmaar

€ 9.531.230

Almelo

€ 8.044.646

Almere

€ 10.084.375

Alphen aan den Rijn

€ 5.457.018

Alphen-Chaam

€ 653.068

Ameland

€ 264.951

Amersfoort

€ 11.269.346

Amstelveen

€ 8.880.405

Amsterdam

€ 69.399.656

Andijk

€ 545.929

Anna Paulowna

€ 1.021.371

Apeldoorn

€ 15.923.145

Appingedam

€ 1.867.368

Arcen en Velden

€ 771.836

Arnhem

€ 14.494.919

Assen

€ 6.573.275

Asten

€ 1.339.245

Baarle-Nassau

€ 693.804

Baarn

€ 3.253.228

Barendrecht

€ 2.517.098

Barneveld

€ 3.058.643

Bedum

€ 1.007.263

Beek

€ 1.885.826

Beemster

€ 817.214

Beesel

€ 1.221.339

Bellingwedde

€ 1.270.807

Bergambacht

€ 736.744

Bergeijk

€ 1.350.870

Bergen L

€ 1.351.156

Bergen NH

€ 3.347.534

Bergen op Zoom

€ 6.727.889

Berkelland

€ 4.102.003

Bernheze

€ 2.018.304

Bernisse

€ 858.917

Best

€ 1.944.792

Beuningen

€ 1.670.396

Beverwijk

€ 4.242.629

Binnenmaas

€ 2.186.786

Bladel

€ 1.384.206

Blaricum

€ 805.307

Bloemendaal

€ 2.235.415

Boarnsterhim

€ 1.482.400

Bodegraven

€ 1.407.953

Boekel

€ 744.027

Bolsward

€ 1.195.520

Borger-Odoorn

€ 2.524.585

Borne

€ 1.974.981

Borsele

€ 1.841.525

Boskoop

€ 1.076.904

Boxmeer

€ 2.285.146

Boxtel

€ 2.812.944

Breda

€ 16.284.829

Breukelen

€ 1.175.860

Brielle

€ 1.056.277

Bronckhorst

€ 3.594.303

Brummen

€ 2.121.376

Brunssum

€ 4.334.439

Bunnik

€ 1.042.796

Bunschoten

€ 1.097.372

Buren

€ 1.659.397

Bussum

€ 3.891.804

Capelle aan den IJssel

€ 6.112.596

Castricum

€ 3.096.595

Coevorden

€ 3.804.952

Cranendonck

€ 1.628.467

Cromstrijen

€ 979.412

Cuijk

€ 2.151.254

Culemborg

€ 2.132.526

Dalfsen

€ 1.987.252

Dantumadeel

€ 2.117.544

De Bilt

€ 4.855.571

De Marne

€ 1.172.894

De Ronde Venen

€ 2.274.922

De Wolden

€ 2.241.451

Delft

€ 8.763.929

Delfzijl

€ 3.181.286

Den Helder

€ 5.921.610

Deurne

€ 2.694.097

Deventer

€ 10.001.229

Diemen

€ 2.011.903

Dinkelland

€ 1.999.280

Dirksland

€ 724.518

Doesburg

€ 1.177.704

Doetinchem

€ 6.009.746

Dongen

€ 2.062.318

Dongeradeel

€ 2.532.117

Dordrecht

€ 12.358.171

Drechterland

€ 1.413.435

Drimmelen

€ 2.063.430

Dronten

€ 2.649.616

Druten

€ 1.407.154

Duiven

€ 1.706.339

Echt-Susteren

€ 3.763.475

Edam-Volendam

€ 1.855.641

Ede

€ 8.755.710

Eemnes

€ 542.383

Eemsmond

€ 1.894.140

Eersel

€ 1.608.284

Eijsden

€ 918.890

Eindhoven

€ 23.388.734

Elburg

€ 1.617.662

Emmen

€ 13.039.890

Enkhuizen

€ 1.855.133

Enschede

€ 17.824.904

Epe

€ 3.571.500

Ermelo

€ 2.618.092

Etten-Leur

€ 3.252.218

Ferwerderadiel

€ 805.746

Franekeradeel

€ 2.152.697

Gaasterlan-Sleat

€ 1.086.638

Geertruidenberg

€ 1.728.729

Geldermalsen

€ 1.830.315

Geldrop-Mierlo

€ 3.524.485

Gemert-Bakel

€ 2.242.302

Gennep

€ 1.930.161

Giessenlanden

€ 946.056

Gilze en Rijen

€ 1.992.861

Goedereede

€ 781.779

Goes

€ 4.587.632

Goirle

€ 1.776.215

Gorinchem

€ 3.669.818

Gouda

€ 6.499.651

Graafstroom

€ 538.947

Graft-De Rijp

€ 510.668

Grave

€ 1.152.477

Groesbeek

€ 2.325.230

Groningen

€ 15.847.332

Grootegast

€ 1.016.111

Gulpen-Wittem

€ 1.434.352

Haaksbergen

€ 2.052.055

Haaren

€ 1.265.877

Haarlem

€ 16.110.429

Haarlemmerliede Spaarnw

€ 464.587

Haarlemmermeer

€ 8.244.944

Halderberge

€ 2.359.509

Hardenberg

€ 4.750.935

Harderwijk

€ 3.617.337

Hardinxveld-Giessendam

€ 1.375.715

Haren

€ 2.314.687

Harenkarspel

€ 1.254.725

Harlingen

€ 1.723.088

Hattem

€ 1.059.116

Heemskerk

€ 3.794.986

Heemstede

€ 3.372.267

Heerde

€ 1.741.877

Heerenveen

€ 5.182.161

Heerhugowaard

€ 3.252.615

Heerlen

€ 13.306.604

Heeze-Leende

€ 1.406.540

Heiloo

€ 2.196.835

Helden

€ 1.662.723

Hellendoorn

€ 3.205.066

Hellevoetsluis

€ 2.876.704

Helmond

€ 8.039.576

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 1.558.450

Hengelo

€ 8.571.672

Het Bildt

€ 1.126.270

Heumen

€ 1.181.617

Heusden

€ 3.231.291

Hillegom

€ 1.945.587

Hilvarenbeek

€ 1.014.686

Hilversum

€ 9.660.489

Hof van Twente

€ 3.349.563

Hoogeveen

€ 6.124.717

Hoogezand-Sappemeer

€ 4.392.371

Hoorn

€ 6.204.728

Horst aan de Maas

€ 2.270.643

Houten

€ 2.375.883

Huizen

€ 3.729.368

Hulst

€ 3.290.606

IJsselstein

€ 2.180.780

Kaag en Braassem

€ 1.718.934

Kampen

€ 4.230.230

Kapelle

€ 1.008.614

Katwijk

€ 4.564.662

Kerkrade

€ 7.018.403

Kessel

€ 366.599

Koggenland

€ 1.481.037

Kollumerland en Nwkruisl

€ 1.272.031

Korendijk

€ 821.252

Krimpen aan den IJssel

€ 2.432.066

Laarbeek

€ 1.712.089

Landerd

€ 1.110.787

Landgraaf

€ 4.749.221

Landsmeer

€ 898.316

Langedijk

€ 1.771.401

Lansingerland

€ 2.350.854

Laren

€ 1.424.506

Leek

€ 2.146.949

Leerdam

€ 2.012.265

Leeuwarden

€ 10.827.202

Leeuwarderadeel

€ 839.799

Leiden

€ 9.780.021

Leiderdorp

€ 2.193.342

Leidschendam-Voorburg

€ 8.703.002

Lelystad

€ 5.257.779

Lemsterland

€ 1.100.754

Leudal

€ 3.013.250

Leusden

€ 2.009.996

Liesveld

€ 595.909

Lingewaal

€ 724.042

Lingewaard

€ 3.228.856

Lisse

€ 2.009.130

Lith

€ 434.695

Littenseradiel

€ 783.340

Lochem

€ 3.501.855

Loenen

€ 712.376

Loon op Zand

€ 1.901.770

Lopik

€ 832.495

Loppersum

€ 1.057.451

Losser

€ 2.254.778

Maarssen

€ 2.714.573

Maasbree

€ 844.708

Maasdonk

€ 828.335

Maasdriel

€ 1.780.424

Maasgouw

€ 2.714.244

Maassluis

€ 3.057.508

Maastricht

€ 14.856.408

Margraten

€ 1.133.340

Marum

€ 824.214

Medemblik

€ 2.201.003

Meerlo-Wanssum

€ 546.932

Meerssen

€ 1.907.414

Meijel

€ 474.174

Menaldumadeel

€ 1.189.498

Menterwolde

€ 1.178.285

Meppel

€ 3.241.745

Middelburg

€ 5.368.751

Middelharnis

€ 1.761.062

Midden Drenthe

€ 3.145.235

Midden-Delfland

€ 1.054.151

Mill en Sint Hubert

€ 915.917

Millingen aan de Rijn

€ 554.023

Moerdijk

€ 2.954.318

Montferland

€ 3.360.543

Montfoort U

€ 798.804

Mook en Middelaar

€ 728.066

Moordrecht

€ 507.582

Muiden

€ 527.345

Naarden

€ 1.653.369

Neder-Betuwe

€ 1.509.764

Nederlek

€ 1.334.952

Nederweert

€ 1.363.270

Neerijnen

€ 855.652

Niedorp

€ 808.343

Nieuwegein

€ 4.397.085

Nieuwerkerk a/d IJssel

€ 1.312.866

Nieuwkoop

€ 1.901.866

Nieuw-Lekkerland

€ 528.824

Nijefurd

€ 1.139.156

Nijkerk

€ 2.665.968

Nijmegen

€ 16.076.250

Noord-Beveland

€ 670.522

Noordenveld

€ 3.136.152

Noordoostpolder

€ 4.078.350

Noordwijk

€ 2.471.440

Noordwijkerhout

€ 1.352.639

Nuenen c.a.

€ 1.473.435

Nunspeet

€ 2.323.466

Nuth

€ 1.700.835

Oegstgeest

€ 1.776.823

Oirschot

€ 1.233.716

Oisterwijk

€ 2.296.681

Oldebroek

€ 1.473.783

Oldenzaal

€ 3.244.687

Olst-Wijhe

€ 1.654.105

Ommen

€ 1.594.724

Onderbanken

€ 903.716

Oost Gelre

€ 2.533.947

Oosterhout

€ 4.654.349

Oostflakkee

€ 887.618

Ooststellingwerf

€ 2.948.875

Oostzaan

€ 718.505

Opmeer

€ 827.704

Opsterland

€ 2.896.270

Oss

€ 7.276.107

Oud-Beijerland

€ 1.715.117

Oude IJsselstreek

€ 3.904.921

Ouder-Amstel

€ 1.135.899

Ouderkerk

€ 640.343

Oudewater

€ 823.668

Overbetuwe

€ 2.903.164

Papendrecht

€ 2.477.646

Pekela

€ 1.800.470

Pijnacker-Nootdorp

€ 2.201.952

Purmerend

€ 7.580.166

Putten

€ 1.834.321

Raalte

€ 3.305.369

Reeuwijk

€ 902.311

Reiderland

€ 1.021.064

Reimerswaal

€ 1.781.139

Renkum

€ 4.371.039

Renswoude

€ 298.411

Reusel-De Mierden

€ 882.285

Rheden

€ 6.090.266

Rhenen

€ 1.671.150

Ridderkerk

€ 4.813.296

Rijnwaarden

€ 966.169

Rijnwoude

€ 1.225.632

Rijssen-Holten

€ 2.909.685

Rijswijk

€ 6.760.381

Roerdalen

€ 2.017.010

Roermond

€ 6.295.651

Roosendaal

€ 7.656.687

Rotterdam

€ 67.083.038

Rozenburg

€ 1.034.532

Rozendaal

€ 151.360

Rucphen

€ 2.145.494

Schagen

€ 1.947.923

Scheemda

€ 1.550.845

Schermer

€ 345.077

Scherpenzeel

€ 657.936

Schiedam

€ 8.334.435

Schiermonnikoog

€ 149.490

Schijndel

€ 1.860.531

Schinnen

€ 1.260.731

Schoonhoven

€ 1.021.425

Schouwen-Duiveland

€ 3.321.367

Sevenum

€ 584.227

’s-Gravenhage

€ 47.992.901

’s-Hertogenbosch

€ 12.620.502

Simpelveld

€ 1.199.061

Sint-Anthonis

€ 992.474

Sint-Michielsgestel

€ 2.241.029

Sint-Oedenrode

€ 1.499.005

Sittard-Geleen

€ 12.027.537

Skarsterlan

€ 2.383.994

Sliedrecht

€ 2.832.844

Slochteren

€ 1.217.028

Sluis

€ 2.983.279

Smallingerland

€ 6.148.723

Sneek

€ 3.721.784

Soest

€ 4.640.190

Someren

€ 1.579.524

Son en Breugel

€ 1.257.939

Spijkenisse

€ 5.679.565

Stadskanaal

€ 4.781.432

Staphorst

€ 892.718

Stede Broec

€ 1.622.770

Steenbergen

€ 1.960.930

Steenwijkerland

€ 4.565.640

Stein

€ 2.758.716

Strijen

€ 744.167

Ten Boer

€ 582.264

Terneuzen

€ 6.238.833

Terschelling

€ 412.283

Texel

€ 1.184.301

Teylingen

€ 2.593.992

Tholen

€ 2.202.568

Tiel

€ 3.405.358

Tilburg

€ 19.050.704

Tubbergen

€ 1.409.549

Twenterand

€ 2.740.433

Tynaarlo

€ 3.265.060

Tytsjerksteradiel

€ 3.150.549

Ubbergen

€ 1.069.680

Uden

€ 3.465.643

Uitgeest

€ 791.892

Uithoorn

€ 2.295.062

Urk

€ 739.102

Utrecht

€ 21.866.540

Utrechtse Heuvelrug

€ 5.140.089

Vaals

€ 1.272.686

Valkenburg aan de Geul

€ 2.150.079

Valkenswaard

€ 3.225.679

Veendam

€ 3.705.075

Veenendaal

€ 5.040.836

Veere

€ 1.768.931

Veghel

€ 2.830.831

Veldhoven

€ 3.763.687

Velsen

€ 7.139.957

Venlo

€ 10.223.290

Venray

€ 3.394.890

Vianen

€ 1.310.671

Vlaardingen

€ 8.779.270

Vlagtwedde

€ 2.362.830

Vlieland

€ 123.022

Vlissingen

€ 5.499.258

Vlist

€ 794.382

Voerendaal

€ 1.224.706

Voorschoten

€ 2.112.362

Voorst

€ 2.410.579

Vught

€ 2.409.714

Waalre

€ 1.490.820

Waalwijk

€ 4.004.461

Waddinxveen

€ 1.971.096

Wageningen

€ 2.871.951

Wassenaar

€ 2.837.194

Waterland

€ 1.371.474

Weert

€ 4.609.219

Weesp

€ 1.809.109

Werkendam

€ 1.857.402

Wervershoof

€ 674.940

West Maas en Waal

€ 1.575.957

Westerveld

€ 2.131.238

Westervoort

€ 1.080.915

Westland

€ 7.251.105

Weststellingwerf

€ 3.149.814

Westvoorne

€ 1.123.178

Wierden

€ 1.710.322

Wieringen

€ 963.022

Wieringermeer

€ 1.105.213

Wijchen

€ 3.036.599

Wijdemeren

€ 1.818.165

Wijk bij Duurstede

€ 1.336.433

Winschoten

€ 3.232.664

Winsum

€ 1.103.336

Winterswijk

€ 3.277.409

Woensdrecht

€ 1.644.671

Woerden

€ 3.231.248

Wormerland

€ 1.293.915

Woudenberg

€ 958.357

Woudrichem

€ 1.045.498

Wunseradiel

€ 931.529

Wymbritseradiel

€ 1.097.553

Zaanstad

€ 14.040.592

Zaltbommel

€ 1.915.462

Zandvoort

€ 2.445.617

Zederik

€ 940.199

Zeevang

€ 450.093

Zeewolde

€ 891.436

Zeist

€ 7.080.595

Zevenaar

€ 3.060.779

Zevenhuizen-Moerkapelle

€ 757.860

Zijpe

€ 770.454

Zoetermeer

€ 8.672.951

Zoeterwoude

€ 808.757

Zuidhorn

€ 1.335.699

Zundert

€ 2.089.956

Zutphen

€ 4.947.760

Zwartewaterland

€ 1.512.038

Zwijndrecht

€ 4.857.579

Zwolle

€ 10.364.718

Totaal

€ 1.535.349.553

Bijlage 29a-3, genoemd in artikel 29a. Aanpak Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren

Gemeente

Uitkering 2011

Amersfoort

€ 131.386

Amsterdam

€ 4.344.672

Culemborg

€ 80.000

Ede

€ 80.000

Eindhoven

€ 161.876

Gorinchem

€ 80.000

Gouda

€ 201.918

Helmond

€ 104.944

Leiden

€ 155.803

Lelystad

€ 80.000

Maassluis

€ 80.000

Nijmegen

€ 101.592

Oosterhout

€ 80.000

Roosendaal

€ 123.542

Rotterdam

€ 2.566.388

Schiedam

€ 80.000

’s-Gravenhage

€ 1.743.835

’s-Hertogenbosch

€ 135.877

Tilburg

€ 157.638

Utrecht

€ 1.715.062

Veenendaal

€ 93.116

Zeist

€ 102.351

Totaal

€ 12.400.000

Bijlage 29c-3, genoemd in artikel 29c. Antillianengemeenten

Gemeente

Uitkering 2011

Almere

€ 220.000

Amersfoort

€ 85.000

Amsterdam

€ 522.500

Breda

€ 115.000

Capelle aan den IJssel

€ 92.500

Den Helder

€ 87.500

Dordrecht

€ 200.000

Eindhoven

€ 137.500

Groningen

€ 195.000

Hellevoetsluis

€ 45.000

Leeuwarden

€ 57.500

Lelystad

€ 92.500

Nijmegen

€ 107.500

Rotterdam

€ 1.172.500

Schiedam

€ 97.500

’s-Gravenhage

€ 570.000

Spijkenisse

€ 95.000

Tilburg

€ 257.500

Vlaardingen

€ 82.500

Vlissingen

€ 47.500

Zoetermeer

€ 122.500

Zwolle

€ 82.500

Totaal

€ 4.485.000

Bijlage 29i-3, genoemd in artikel 29i. Herbestemming aandachtswijken

Gemeente

Uitkering 2011

Amsterdam

€ 674.000

Arnhem

€ 109.000

Deventer

€ 21.000

Eindhoven

€ 89.000

Enschede

€ 37.000

Groningen

€ 99.000

Heerlen

€ 93.000

Rotterdam

€ 496.000

’s-Gravenhage

€ 202.000

Utrecht

€ 155.000

Zaanstad

€ 25.000

Totaal

€ 2.000.000

Bijlage 29j-3, genoemd in artikel 29j. Herstructurering bedrijventerreinen

Gemeente

Uitkering 2011

Beek

€ 180.000

Etten-Leur

€ 440.000

Hoogeveen

€ 250.000

Kampen

€ 150.000

Nijmegen

€ 1.242.000

Ooststellingwerf

€ 5.000.000

Oss

€ 500.000

Rotterdam

€ 1.030.000

’s-Hertogenbosch

€ 690.000

Zwolle

€ 5.000.000

Totaal

€ 14.482.000

Bijlage 29k-3, genoemd in artikel 29k. Impuls brede scholen combinatiefuncties

Gemeente

Uitkering 2011

Aa en Hunze

€ 43.712

Aalburg

€ 52.672

Aalsmeer

€ 44.144

Achtkarspelen

€ 52.552

Alblasserdam

€ 73.488

Albrandswaard

€ 39.984

Alkmaar

€ 256.800

Almelo

€ 132.800

Almere

€ 393.352

Alphen aan den Rijn

€ 129.872

Ameland

€ 25.000

Amersfoort

€ 416.000

Amsterdam

€ 1.329.800

Anna Paulowna

€ 27.328

Apeldoorn

€ 269.016

Appingedam

€ 38.320

Arnhem

€ 368.800

Assen

€ 120.976

Baarle-Nassau

€ 19.040

Barneveld

€ 114.512

Bedum

€ 20.552

Beek

€ 27.320

Beemster

€ 30.784

Beesel

€ 47.456

Bellingwedde

€ 28.512

Bergeijk

€ 67.680

Bergen L

€ 47.632

Bergen NH

€ 49.000

Bergen op Zoom

€ 110.472

Berkelland

€ 163.008

Bernheze

€ 57.608

Bernisse

€ 43.344

Best

€ 56.672

Binnenmaas

€ 48.088

Bladel

€ 35.440

Bloemendaal

€ 80.992

Boarnsterhim

€ 36.752

Boekel

€ 39.728

Borger-Odoorn

€ 45.112

Borne

€ 39.512

Borsele

€ 44.208

Boskoop

€ 60.592

Boxmeer

€ 53.608

Boxtel

€ 53.728

Breda

€ 471.600

Brielle

€ 54.176

Bronckhorst

€ 67.336

Brummen

€ 75.408

Brunssum

€ 87.568

Bunschoten

€ 41.072

Buren

€ 47.776

Capelle aan den IJssel

€ 112.296

Castricum

€ 127.600

Coevorden

€ 61.896

Cranendonck

€ 67.632

Cromstrijen

€ 44.704

Cuijk

€ 44.384

Culemborg

€ 55.272

Dalfsen

€ 52.808

Dantumadiel

€ 74.032

De Bilt

€ 74.456

De Wolden

€ 43.448

Delft

€ 131.608

Delfzijl

€ 45.176

Den Helder

€ 95.376

Deventer

€ 173.200

Dongen

€ 90.736

Dongeradeel

€ 93.904

Dordrecht

€ 310.600

Drechterland

€ 35.552

Druten

€ 69.488

Duiven

€ 107.984

Echt-Susteren

€ 97.888

Edam-Volendam

€ 54.384

Ede

€ 209.616

Eemsmond

€ 30.648

Eersel

€ 32.776

Eijsden-Margraten

€ 47.520

Eindhoven

€ 440.000

Elburg

€ 88.400

Emmen

€ 264.000

Enkhuizen

€ 61.712

Enschede

€ 253.600

Ermelo

€ 94.128

Ferwerderadiel

€ 33.936

Gaasterlan-Sleat

€ 37.904

Geldermalsen

€ 52.448

Geldrop-Mierlo

€ 65.888

Gemert-Bakel

€ 51.016

Gennep

€ 56.160

Giessenlanden

€ 56.400

Gilze en Rijen

€ 45.664

Goedereede

€ 21.144

Goes

€ 61.128

Goirle

€ 37.384

Gorinchem

€ 60.536

Gouda

€ 132.384

Graafstroom

€ 45.392

Graft-De Rijp

€ 25.568

Grave

€ 46.928

Groesbeek

€ 63.056

Groningen

€ 340.000

Grootegast

€ 50.608

Gulpen-Wittem

€ 44.672

Haaren

€ 52.160

Haarlem

€ 235.800

Haarlemmerliede Spaarnw

€ 20.544

Haarlemmermeer

€ 268.560

Halderberge

€ 48.400

Hardenberg

€ 116.008

Harderwijk

€ 79.760

Haren

€ 33.376

Harenkarspel

€ 31.448

Harlingen

€ 27.248

Hattem

€ 43.648

Heemskerk

€ 134.992

Heemstede

€ 44.456

Heerde

€ 64.304

Heerenveen

€ 73.536

Heerhugowaard

€ 96.472

Heerlen

€ 131.200

Heeze-Leende

€ 53.408

Hellendoorn

€ 65.024

Hellevoetsluis

€ 68.544

Helmond

€ 159.224

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 51.648

Hengelo O

€ 194.600

Heusden

€ 79.792

Hilvarenbeek

€ 58.912

Hoogeveen

€ 95.936

Hoogezand-Sappemeer

€ 114.624

Hoorn

€ 124.000

Horst aan de Maas

€ 150.848

Houten

€ 101.000

Hulst

€ 45.632

IJsselstein

€ 70.872

Kaag en Braassem

€ 94.608

Kampen

€ 100.280

Kapelle

€ 24.160

Katwijk

€ 121.112

Kerkrade

€ 63.896

Krimpen aan den IJssel

€ 52.656

Landerd

€ 55.728

Landgraaf

€ 57.304

Landsmeer

€ 35.776

Langedijk

€ 52.112

Lansingerland

€ 101.936

Leek

€ 35.360

Leerdam

€ 38.688

Leeuwarden

€ 143.200

Leiden

€ 174.200

Leidschendam-Voorburg

€ 113.024

Lelystad

€ 227.600

Lemsterland

€ 50.112

Leusden

€ 53.536

Liesveld

€ 41.872

Lingewaal

€ 41.856

Lingewaard

€ 165.328

Lochem

€ 111.312

Loon op Zand

€ 40.288

Loppersum

€ 39.024

Losser

€ 38.904

Maasdonk

€ 45.088

Maasgouw

€ 74.864

Maassluis

€ 52.648

Maastricht

€ 158.400

Marum

€ 39.520

Menterwolde

€ 44.016

Meppel

€ 55.280

Middelburg

€ 82.248

Middelharnis

€ 32.080

Mill en Sint Hubert

€ 40.256

Montferland

€ 123.712

Montfoort U

€ 55.888

Mook en Middelaar

€ 29.392

Neder-Betuwe

€ 102.160

Nederlek

€ 51.904

Nederweert

€ 59.200

Niedorp

€ 23.504

Nieuwegein

€ 101.056

Nieuw-Lekkerland

€ 44.896

Nijkerk

€ 151.408

Nijmegen

€ 263.600

Noord-Beveland

€ 10.896

Noordenveld

€ 54.512

Noordoostpolder

€ 189.632

Noordwijk

€ 77.440

Noordwijkerhout

€ 54.416

Nunspeet

€ 53.744

Oegstgeest

€ 83.328

Oisterwijk

€ 46.936

Oldambt

€ 125.072

Oldebroek

€ 89.600

Olst-Wijhe

€ 32.944

Oosterhout

€ 92.200

Oostflakkee

€ 17.360

Oostzaan

€ 34.704

Opmeer

€ 45.376

Oss

€ 162.160

Oud-Beijerland

€ 91.664

Ouder-Amstel

€ 47.232

Ouderkerk

€ 32.192

Oudewater

€ 38.720

Peel en Maas

€ 155.760

Pekela

€ 45.104

Pijnacker-Nootdorp

€ 95.392

Purmerend

€ 138.832

Putten

€ 45.728

Raalte

€ 70.960

Reimerswaal

€ 44.504

Renkum

€ 51.504

Reusel-De Mierden

€ 43.408

Rheden

€ 67.488

Rhenen

€ 69.632

Ridderkerk

€ 67.736

Rijnwoude

€ 69.584

Rijssen-Holten

€ 77.928

Rijswijk

€ 62.248

Roerdalen

€ 64.320

Roermond

€ 87.040

Roosendaal

€ 132.360

Rotterdam

€ 1.207.728

Schagen

€ 32.208

Scherpenzeel

€ 18.648

Schiedam

€ 126.800

Schiermonnikoog

€ 25.000

Schijndel

€ 41.088

Schinnen

€ 21.752

Schoonhoven

€ 43.680

Schouwen-Duiveland

€ 55.744

’s-Gravenhage

€ 804.600

’s-Hertogenbosch

€ 370.600

Simpelveld

€ 17.184

Sint-Anthonis

€ 46.384

Sint-Oedenrode

€ 65.024

Sittard-Geleen

€ 249.000

Skarsterlan

€ 51.688

Sliedrecht

€ 85.696

Slochteren

€ 55.600

Sluis

€ 35.832

Smallingerland

€ 99.800

Soest

€ 81.656

Son en Breugel

€ 29.000

Spijkenisse

€ 125.688

Stadskanaal

€ 56.632

Staphorst

€ 39.392

Steenbergen

€ 79.184

Steenwijkerland

€ 78.992

Stichtse Vecht

€ 155.832

Strijen

€ 32.480

Sudwest Fryslan

€ 246.408

Ten Boer

€ 29.792

Terneuzen

€ 91.096

Terschelling

€ 25.000

Texel

€ 24.456

Teylingen

€ 69.680

Tholen

€ 102.832

Tiel

€ 80.152

Tilburg

€ 538.200

Tubbergen

€ 44.952

Twenterand

€ 65.648

Tynaarlo

€ 55.736

Tytsjerksteradiel

€ 117.936

Ubbergen

€ 30.752

Uden

€ 73.360

Uithoorn

€ 51.032

Utrecht

€ 720.800

Utrechtse Heuvelrug

€ 86.288

Vaals

€ 27.472

Valkenburg aan de Geul

€ 48.080

Valkenswaard

€ 49.536

Veendam

€ 92.928

Veenendaal

€ 124.544

Veere

€ 39.152

Veldhoven

€ 149.680

Velsen

€ 122.608

Venlo

€ 219.800

Venray

€ 79.744

Vianen

€ 36.712

Vlaardingen

€ 112.504

Vlieland

€ 25.000

Vlissingen

€ 69.368

Vlist

€ 37.472

Voerendaal

€ 40.144

Voorschoten

€ 41.200

Vught

€ 91.920

Waalre

€ 62.432

Wageningen

€ 98.016

Waterland

€ 60.016

Weert

€ 80.280

Weesp

€ 54.720

Werkendam

€ 50.416

West Maas en Waal

€ 65.024

Westerveld

€ 62.416

Westervoort

€ 59.120

Westland

€ 189.584

Westvoorne

€ 46.080

Wierden

€ 44.896

Wieringen

€ 14.536

Wieringermeer

€ 23.784

Wijchen

€ 74.984

Wijdemeren

€ 41.592

Wijk bij Duurstede

€ 46.552

Woensdrecht

€ 69.056

Woerden

€ 94.296

Wormerland

€ 58.256

Woudrichem

€ 54.000

Zaanstad

€ 250.000

Zaltbommel

€ 54.768

Zandvoort

€ 46.128

Zeevang

€ 24.640

Zeewolde

€ 96.688

Zeist

€ 103.864

Zevenaar

€ 52.824

Zijpe

€ 20.984

Zoetermeer

€ 213.464

Zuidhorn

€ 38.848

Zuidplas

€ 81.072

Zundert

€ 35.264

Zutphen

€ 84.728

Zwartewaterland

€ 50.936

Zwijndrecht

€ 147.520

Zwolle

€ 205.400

Totaal

€ 31.258.648

Bijlage 29l-3, genoemd in artikel 29l. Innovatietrajecten inburgering

Gemeente

Uitkering 2011

Alkmaar

€ 190.000

Almelo

€ 101.200

Leeuwarden

€ 216.100

Leiden

€ 160.000

Roermond

€ 72.500

Schiedam

€ 135.000

Utrecht

€ 156.000

Zoetermeer

€ 20.200

Totaal

€ 1.051.000

Bijlage 29m-3, genoemd in artikel 29m. Jeugdwerkloosheid

Gemeente

Uitkering 2011

Alkmaar

€ 1.013.717

Almere

€ 490.030

Amersfoort

€ 281.581

Amsterdam

€ 1.560.075

Apeldoorn

€ 1.053.460

Arnhem

€ 671.776

Breda

€ 882.468

Doetinchem

€ 232.581

Dordrecht

€ 645.938

Eindhoven

€ 728.977

Emmen

€ 624.604

Enschede

€ 1.146.513

Goes

€ 462.274

Gouda

€ 157.024

Groningen

€ 1.021.411

Haarlem

€ 444.816

Heerlen

€ 758.912

Hilversum

€ 224.964

Leeuwarden

€ 907.300

Leiden

€ 649.821

Nijmegen

€ 360.591

Rotterdam

€ 2.286.584

’s-Gravenhage

€ 1.528.660

’s-Hertogenbosch

€ 865.821

Tiel

€ 441.187

Tilburg

€ 658.116

Utrecht

€ 1.127.039

Venlo

€ 863.758

Zaanstad

€ 413.510

Zwolle

€ 496.488

Totaal

€ 22.999.996

Bijlage 29o-3, genoemd in artikel 29o. Spoorse doorsnijdingen

Gemeente

Uitkering 2011

Amsterdam

€ 2.841.087

Barneveld

€ 3.100.041

Best

€ 1.130.465

Cuijk

€ 1.289.072

Deventer

€ 534.533

Eindhoven

€ 12.395.340

Gouda

€ 2.373.194

Haarlem

€ 2.545.965

Heerlen

€ 7.500.000

Helmond

€ 735.250

Leerdam

€ 100.427

Maastricht

€ 1.200.000

Nijkerk

€ 1.720.789

Nijmegen

€ 1.901.477

Roosendaal

€ 1.295.883

’s-Hertogenbosch

€ 4.444.022

Tilburg

€ 918.173

Wijchen

€ 395.532

Winterswijk

€ 45.295

Zevenaar

€ 1.003.369

Zutphen

€ 79.989

Totaal

€ 47.549.903

Bijlage 29v-2, genoemd in artikel 29v. Arbeidsparticipatie alleenstaande ouders

Gemeente

Uitkering 2011

Almere

€ 884.446

Amsterdam

€ 913.816

Bodegraven-Reeuwijk

€ 44.616

Breda

€ 154.558

Echt-Susteren

€ 57.963

Enschede

€ 345.216

Groningen

€ 508.438

Heerenveen

€ 119.783

Nijmegen

€ 454.474

Oldambt

€ 100.144

Schiedam

€ 122.584

Vlaardingen

€ 44.887

Zwolle

€ 149.074

Totaal

€ 3.899.999

Bijlage 29x-2, genoemd in artikel 29x. Emancipatie Duizend en één kracht

Gemeente

Uitkering 2011

Amsterdam

€ 150.000

Breda

€ 150.000

Nijmegen

€ 150.000

Rotterdam

€ 150.000

’s-Gravenhage

€ 150.000

Utrecht

€ 150.000

Totaal

€ 900.000

Bijlage 29ij-2, genoemd in artikel 29ij. Gezond in de stad

Gemeente

Uitkering 2011

Alkmaar

€ 40.643

Almelo

€ 48.868

Amersfoort

€ 68.705

Amsterdam

€ 1.115.251

Arnhem

€ 110.315

Breda

€ 74.027

Deventer

€ 51.287

Dordrecht

€ 108.864

Eindhoven

€ 126.766

Emmen

€ 29.514

Enschede

€ 101.123

Groningen

€ 46.932

Haarlem

€ 79.350

Heerlen

€ 41.610

Helmond

€ 60.480

Hengelo O

€ 24.676

Leeuwarden

€ 35.804

Leiden

€ 62.415

Lelystad

€ 49.835

Maastricht

€ 41.126

Nijmegen

€ 76.931

Rotterdam

€ 1.162.183

Schiedam

€ 106.929

’s-Gravenhage

€ 688.504

’s-Hertogenbosch

€ 63.383

Sittard-Geleen

€ 22.740

Tilburg

€ 126.282

Utrecht

€ 277.724

Venlo

€ 58.545

Zaanstad

€ 87.575

Zwolle

€ 34.353

Totaal

€ 5.022.740

Bijlage 29dd-2, genoemd in artikel 29dd. Jeugd

Gemeente

Uitkering 2011

Alkmaar

€ 165.775

Almelo

€ 296.468

Almere

€ 457.617

Amersfoort

€ 128.380

Amsterdam

€ 4.209.153

Apeldoorn

€ 75.177

Arnhem

€ 565.178

Breda

€ 436.799

Deventer

€ 235.941

Dordrecht

€ 525.469

Ede

€ 58.600

Eindhoven

€ 422.920

Emmen

€ 82.888

Enschede

€ 793.023

Groningen

€ 553.998

Haarlem

€ 313.817

Heerlen

€ 277.192

Helmond

€ 264.084

Hengelo O

€ 74.792

Leeuwarden

€ 142.644

Leiden

€ 213.580

Lelystad

€ 463.015

Maastricht

€ 230.543

Nijmegen

€ 605.273

Rotterdam

€ 4.407.313

Schiedam

€ 316.901

’s-Gravenhage

€ 2.139.274

’s-Hertogenbosch

€ 340.803

Sittard-Geleen

€ 176.185

Tilburg

€ 826.949

Utrecht

€ 907.524

Venlo

€ 424.462

Zaanstad

€ 256.374

Zoetermeer

€ 104.477

Zwolle

€ 207.412

Totaal

€ 21.700.000

Bijlage 29ee-2, genoemd in artikel 29ee. Leefbaarheid en veiligheid

Gemeente

Uitkering 2011

Alkmaar

€ 770.759

Almelo

€ 629.796

Almere

€ 2.029.465

Amersfoort

€ 1.133.280

Amsterdam

€ 10.429.124

Apeldoorn

€ 1.005.240

Arnhem

€ 1.349.687

Breda

€ 1.320.310

Culemborg

€ 193.216

Deventer

€ 739.882

Dordrecht

€ 1.328.595

Ede

€ 705.651

Eindhoven

€ 1.781.684

Emmen

€ 683.258

Enschede

€ 1.387.225

Gouda

€ 847.659

Groningen

€ 1.514.734

Haarlem

€ 1.147.202

Haarlemmermeer

€ 1.006.940

Heerlen

€ 736.283

Helmond

€ 669.996

Hengelo O

€ 611.033

Leeuwarden

€ 735.926

Leiden

€ 1.074.504

Lelystad

€ 701.603

Maastricht

€ 931.843

Nijmegen

€ 1.225.110

Rotterdam

€ 9.481.492

Schiedam

€ 859.941

’s-Gravenhage

€ 6.049.136

’s-Hertogenbosch

€ 1.083.364

Sittard-Geleen

€ 724.620

Tilburg

€ 1.814.357

Utrecht

€ 2.806.418

Veenendaal

€ 432.765

Venlo

€ 647.941

Zaanstad

€ 1.131.777

Zeist

€ 431.622

Zoetermeer

€ 1.021.002

Zwolle

€ 865.558

Totaal

€ 64.039.998

Bijlage 29ii-2, genoemd in artikel 29ii. Vadercentra

Gemeente

Uitkering 2011

Amersfoort

€ 50.000

Breda

€ 50.000

Deventer

€ 50.000

Eindhoven

€ 50.000

Groningen

€ 50.000

Haarlem

€ 50.000

Leeuwarden

€ 50.000

Leidschendam-Voorburg

€ 50.000

Nijmegen

€ 50.000

Oosterhout

€ 49.000

’s-Gravenhage

€ 50.000

Tilburg

€ 50.000

Vlaardingen

€ 50.000

Zoetermeer

€ 50.000

Totaal

€ 699.000

Bijlage 29jj-2, genoemd in artikel 29jj. Versterking peuterspeelzaalwerk

Gemeente

Uitkering 2011

Aa en Hunze

€ 115.699,70

Aalburg

€ 40.977,78

Aalsmeer

€ 50.616,54

Aalten

€ 69.067,38

Achtkarspelen

€ 80.948,56

Alblasserdam

€ 36.196,74

Albrandswaard

€ 43.541,68

Alkmaar

€ 146.371,84

Almelo

€ 133.267,10

Almere

€ 382.334,48

Alphen aan den Rijn

€ 131.971,46

Alphen-Chaam

€ 36.918,96

Ameland

€ 18.297,72

Amersfoort

€ 266.348,36

Amstelveen

€ 128.976,56

Amsterdam

€ 1.084.404,82

Anna Paulowna

€ 44.659,66

Apeldoorn

€ 309.683,84

Appingedam

€ 21.508,42

Arnhem

€ 223.217,46

Assen

€ 124.457,96

Asten

€ 38.690,38

Baarle-Nassau

€ 25.111,04

Baarn

€ 45.436,80

Barendrecht

€ 90.266,06

Barneveld

€ 144.373,62

Bedum

€ 27.986,64

Beek

€ 32.021,16

Beemster

€ 28.031,20

Beesel

€ 27.967,70

Bellingwedde

€ 46.283,94

Bergambacht

€ 27.526,84

Bergeijk

€ 56.271,14

Bergen L

€ 50.910,82

Bergen NH

€ 66.143,00

Bergen op Zoom

€ 120.177,06

Berkelland

€ 129.284,92

Bernheze

€ 73.478,62

Bernisse

€ 35.495,56

Best

€ 58.355,86

Beuningen

€ 59.217,04

Beverwijk

€ 62.448,58

Binnenmaas

€ 68.244,04

Bladel

€ 51.479,66

Blaricum

€ 19.778,20

Bloemendaal

€ 47.398,54

Boarnsterhim

€ 70.506,98

Bodegraven-Reeuwijk

€ 91.753,76

Boekel

€ 28.575,62

Borger-Odoorn

€ 125.269,46

Borne

€ 43.415,90

Borsele

€ 86.745,60

Boskoop

€ 35.675,16

Boxmeer

€ 78.628,90

Boxtel

€ 61.529,16

Breda

€ 284.860,58

Brielle

€ 34.023,52

Bronckhorst

€ 123.692,86

Brummen

€ 53.075,46

Brunssum

€ 44.000,28

Bunnik

€ 33.273,70

Bunschoten

€ 44.279,98

Buren

€ 88.088,50

Bussum

€ 54.254,96

Capelle aan den IJssel

€ 106.222,76

Castricum

€ 71.241,32

Coevorden

€ 130.679,94

Cranendonck

€ 52.104,56

Cromstrijen

€ 34.081,14

Cuijk

€ 54.039,68

Culemborg

€ 54.672,58

Dalfsen

€ 81.880,02

Dantumadiel

€ 57.840,12

De Bilt

€ 90.534,64

De Marne

€ 60.906,12

De Ronde Venen

€ 121.591,16

De Wolden

€ 98.179,14

Delft

€ 135.530,16

Delfzijl

€ 73.204,64

Den Helder

€ 98.457,08

Deurne

€ 74.496,74

Deventer

€ 181.035,04

Diemen

€ 40.685,38

Dinkelland

€ 83.233,00

Dirksland

€ 25.732,38

Doesburg

€ 21.561,84

Doetinchem

€ 108.949,84

Dongen

€ 51.132,74

Dongeradeel

€ 95.222,36

Dordrecht

€ 199.100,92

Drechterland

€ 53.900,72

Drimmelen

€ 63.963,78

Dronten

€ 116.045,96

Druten

€ 43.825,34

Duiven

€ 58.382,28

Echt-Susteren

€ 73.538,48

Edam-Volendam

€ 52.625,66

Ede

€ 261.460,28

Eemnes

€ 23.202,92

Eemsmond

€ 67.600,64

Eersel

€ 55.150,70

Eijsden-Margraten

€ 71.982,42

Eindhoven

€ 306.221,68

Elburg

€ 55.355,50

Emmen

€ 253.443,00

Enkhuizen

€ 31.157,60

Enschede

€ 264.170,36

Epe

€ 88.771,54

Ermelo

€ 60.841,56

Etten-Leur

€ 73.910,64

Ferwerderadiel

€ 37.297,88

Franekeradeel

€ 63.099,58

Gaasterlan-Sleat

€ 50.656,82

Geertruidenberg

€ 37.624,38

Geldermalsen

€ 68.141,26

Geldrop-Mierlo

€ 66.468,36

Gemert-Bakel

€ 73.015,96

Gennep

€ 42.194,64

Giessenlanden

€ 49.193,26

Gilze en Rijen

€ 56.792,52

Goedereede

€ 40.242,20

Goes

€ 75.378,42

Goirle

€ 42.615,72

Gorinchem

€ 58.860,92

Gouda

€ 124.465,38

Graafstroom

€ 44.608,68

Graft-De Rijp

€ 20.105,42

Grave

€ 28.716,58

Groesbeek

€ 45.153,16

Groningen

€ 255.221,98

Grootegast

€ 47.265,42

Gulpen-Wittem

€ 61.474,76

Haaksbergen

€ 60.810,58

Haaren

€ 39.816,84

Haarlem

€ 219.919,66

Haarlemmerliede Spaarnw

€ 18.101,02

Haarlemmermeer

€ 315.063,54

Halderberge

€ 67.942,36

Hardenberg

€ 173.754,02

Harderwijk

€ 81.514,70

Hardinxveld-Giessendam

€ 38.438,76

Haren

€ 41.495,74

Harenkarspel

€ 52.813,76

Harlingen

€ 30.664,16

Hattem

€ 25.850,14

Heemskerk

€ 70.178,40

Heemstede

€ 44.822,02

Heerde

€ 51.077,34

Heerenveen

€ 114.505,32

Heerhugowaard

€ 99.638,62

Heerlen

€ 127.765,90

Heeze-Leende

€ 45.156,30

Heiloo

€ 40.295,54

Hellendoorn

€ 85.995,98

Hellevoetsluis

€ 69.476,36

Helmond

€ 152.487,56

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 49.846,50

Hengelo O

€ 140.588,76

Het Bildt

€ 43.781,06

Heumen

€ 40.063,16

Heusden

€ 87.646,84

Hillegom

€ 36.383,36

Hilvarenbeek

€ 46.421,44

Hilversum

€ 135.975,34

Hof van Twente

€ 92.293,10

Hoogeveen

€ 128.434,40

Hoogezand-Sappemeer

€ 68.036,38

Hoorn

€ 117.909,44

Horst aan de Maas

€ 96.862,34

Houten

€ 114.376,04

Huizen

€ 80.158,68

Hulst

€ 90.169,72

IJsselstein

€ 67.180,16

Kaag en Braassem

€ 73.241,62

Kampen

€ 119.998,70

Kapelle

€ 32.425,98

Katwijk

€ 119.412,42

Kerkrade

€ 64.261,14

Koggenland

€ 77.546,58

Kollumerland en Nwkruisl

€ 52.602,98

Korendijk

€ 38.548,70

Krimpen aan den IJssel

€ 50.526,00

Laarbeek

€ 50.264,46

Landerd

€ 41.159,72

Landgraaf

€ 57.525,84

Landsmeer

€ 28.579,66

Langedijk

€ 54.883,50

Lansingerland

€ 110.771,86

Laren

€ 18.634,52

Leek

€ 47.673,64

Leerdam

€ 45.575,94

Leeuwarden

€ 150.748,26

Leeuwarderadeel

€ 29.501,80

Leiden

€ 169.446,48

Leiderdorp

€ 48.994,98

Leidschendam-Voorburg

€ 109.507,46

Lelystad

€ 156.033,42

Lemsterland

€ 42.288,60

Leudal

€ 101.315,82

Leusden

€ 64.777,00

Liesveld

€ 31.670,64

Lingewaal

€ 37.842,98

Lingewaard

€ 88.754,48

Lisse

€ 42.493,30

Littenseradiel

€ 72.699,66

Lochem

€ 103.297,92

Loon op Zand

€ 48.878,90

Lopik

€ 62.160,24

Loppersum

€ 54.572,52

Losser

€ 56.018,46

Maasdonk

€ 34.395,42

Maasdriel

€ 68.411,10

Maasgouw

€ 52.840,34

Maassluis

€ 50.443,54

Maastricht

€ 162.732,66

Marum

€ 36.736,56

Medemblik

€ 122.569,06

Meerssen

€ 43.747,92

Menameradiel

€ 48.074,88

Menterwolde

€ 38.180,60

Meppel

€ 65.572,66

Middelburg

€ 87.681,82

Middelharnis

€ 42.067,74

Midden Drenthe

€ 140.817,98

Midden-Delfland

€ 51.387,74

Mill en Sint Hubert

€ 33.893,32

Millingen aan de Rijn

€ 12.368,10

Moerdijk

€ 107.874,40

Montferland

€ 85.383,96

Montfoort U

€ 36.060,22

Mook en Middelaar

€ 21.840,10

Muiden

€ 17.860,12

Naarden

€ 36.645,90

Neder-Betuwe

€ 71.291,30

Nederlek

€ 36.431,26

Nederweert

€ 47.254,02

Neerijnen

€ 47.159,50

Niedorp

€ 44.545,12

Nieuwegein

€ 96.713,98

Nieuwkoop

€ 83.205,38

Nieuw-Lekkerland

€ 26.816,20

Nijkerk

€ 92.019,00

Nijmegen

€ 237.659,70

Noord-Beveland

€ 40.890,74

Noordenveld

€ 97.111,58

Noordoostpolder

€ 155.268,24

Noordwijk

€ 46.597,52

Noordwijkerhout

€ 39.071,22

Nuenen c.a.

€ 46.033,62

Nunspeet

€ 79.342,96

Nuth

€ 33.724,70

Oegstgeest

€ 41.049,90

Oirschot

€ 49.544,36

Oisterwijk

€ 52.383,32

Oldambt

€ 114.785,02

Oldebroek

€ 63.464,60

Oldenzaal

€ 55.636,48

Olst-Wijhe

€ 56.995,22

Ommen

€ 73.988,96

Onderbanken

€ 21.162,00

Oost Gelre

€ 74.669,30

Oosterhout

€ 102.410,40

Oostflakkee

€ 33.901,28

Ooststellingwerf

€ 92.011,70

Oostzaan

€ 21.789,70

Opmeer

€ 38.435,44

Opsterland

€ 110.058,92

Oss

€ 177.046,08

Oud-Beijerland

€ 46.699,96

Oude IJsselstreek

€ 96.867,42

Ouder-Amstel

€ 29.005,44

Ouderkerk

€ 27.600,36

Oudewater

€ 26.662,68

Overbetuwe

€ 111.411,22

Papendrecht

€ 53.902,10

Peel en Maas

€ 107.907,62

Pekela

€ 32.150,92

Pijnacker-Nootdorp

€ 104.953,76

Purmerend

€ 131.519,78

Putten

€ 64.269,98

Raalte

€ 98.697,18

Reimerswaal

€ 68.653,04

Renkum

€ 59.989,48

Renswoude

€ 12.690,50

Reusel-De Mierden

€ 38.217,38

Rheden

€ 83.854,34

Rhenen

€ 48.400,04

Ridderkerk

€ 70.112,86

Rijnwaarden

€ 31.695,04

Rijnwoude

€ 52.894,80

Rijssen-Holten

€ 94.230,26

Rijswijk

€ 60.770,96

Roerdalen

€ 57.045,72

Roermond

€ 98.034,80

Roosendaal

€ 148.517,40

Rotterdam

€ 938.711,88

Rozendaal

€ 7.044,10

Rucphen

€ 44.574,40

Schagen

€ 32.673,18

Schermer

€ 29.320,20

Scherpenzeel

€ 20.175,38

Schiedam

€ 119.798,50

Schiermonnikoog

€ 9.172,82

Schijndel

€ 45.028,54

Schinnen

€ 27.179,98

Schoonhoven

€ 22.521,42

Schouwen-Duiveland

€ 111.333,48

’s-Gravenhage

€ 747.538,60

’s-Hertogenbosch

€ 221.562,86

Simpelveld

€ 20.457,44

Sint-Anthonis

€ 41.478,82

Sint-Michielsgestel

€ 63.934,70

Sint-Oedenrode

€ 44.324,84

Sittard-Geleen

€ 150.762,40

Skarsterlan

€ 103.643,62

Sliedrecht

€ 42.314,74

Slochteren

€ 63.551,04

Sluis

€ 98.057,46

Smallingerland

€ 118.273,42

Soest

€ 87.344,58

Someren

€ 46.590,14

Son en Breugel

€ 34.065,68

Spijkenisse

€ 118.990,70

Stadskanaal

€ 87.291,66

Staphorst

€ 60.015,58

Stede Broec

€ 40.360,12

Steenbergen

€ 64.156,04

Steenwijkerland

€ 153.233,72

Stein

€ 43.440,76

Stichtse Vecht

€ 149.549,26

Strijen

€ 28.337,30

Sudwest Fryslan

€ 270.451,06

Ten Boer

€ 30.247,80

Terneuzen

€ 148.576,98

Terschelling

€ 32.352,02

Texel

€ 75.455,64

Teylingen

€ 81.927,28

Tholen

€ 80.502,72

Tiel

€ 80.684,66

Tilburg

€ 325.224,10

Tubbergen

€ 74.419,02

Twenterand

€ 87.812,76

Tynaarlo

€ 98.429,42

Tytsjerksteradiel

€ 105.960,62

Ubbergen

€ 27.442,80

Uden

€ 78.361,68

Uitgeest

€ 25.703,26

Uithoorn

€ 50.205,04

Urk

€ 51.646,52

Utrecht

€ 446.855,20

Utrechtse Heuvelrug

€ 118.050,80

Vaals

€ 24.756,32

Valkenburg aan de Geul

€ 35.933,08

Valkenswaard

€ 55.818,96

Veendam

€ 58.539,88

Veenendaal

€ 118.637,48

Veere

€ 78.059,26

Veghel

€ 88.094,24

Veldhoven

€ 74.350,22

Velsen

€ 126.106,28

Venlo

€ 189.062,90

Venray

€ 122.308,90

Vianen

€ 44.241,92

Vlaardingen

€ 106.834,06

Vlagtwedde

€ 64.779,20

Vlieland

€ 10.579,80

Vlissingen

€ 72.108,96

Vlist

€ 34.811,66

Voerendaal

€ 31.306,16

Voorschoten

€ 40.482,30

Voorst

€ 77.315,44

Vught

€ 50.871,30

Waalre

€ 32.108,52

Waalwijk

€ 83.697,72

Waddinxveen

€ 50.177,78

Wageningen

€ 55.743,30

Wassenaar

€ 52.587,24

Waterland

€ 49.221,24

Weert

€ 91.947,16

Weesp

€ 32.532,76

Werkendam

€ 73.967,76

West Maas en Waal

€ 54.659,84

Westerveld

€ 103.046,82

Westervoort

€ 29.280,02

Westland

€ 191.059,30

Weststellingwerf

€ 94.770,30

Westvoorne

€ 34.983,22

Wierden

€ 59.290,26

Wieringen

€ 26.068,36

Wieringermeer

€ 50.008,28

Wijchen

€ 86.758,44

Wijdemeren

€ 62.526,26

Wijk bij Duurstede

€ 52.357,68

Winsum

€ 50.361,22

Winterswijk

€ 76.595,14

Woensdrecht

€ 51.280,32

Woerden

€ 110.894,06

Wormerland

€ 37.175,08

Woudenberg

€ 27.298,50

Woudrichem

€ 43.551,08

Zaanstad

€ 246.645,86

Zaltbommel

€ 76.295,10

Zandvoort

€ 28.163,72

Zederik

€ 51.065,94

Zeevang

€ 33.601,90

Zeewolde

€ 75.659,28

Zeist

€ 113.633,92

Zevenaar

€ 66.892,26

Zijpe

€ 48.985,00

Zoetermeer

€ 205.496,70

Zoeterwoude

€ 24.965,88

Zuidhorn

€ 69.774,14

Zuidplas

€ 97.967,60

Zundert

€ 52.673,40

Zutphen

€ 83.056,78

Zwartewaterland

€ 60.979,54

Zwijndrecht

€ 74.629,80

Zwolle

€ 210.337,18

Totaal

€ 35.000.001,62

Bijlage 29kk-2, genoemd in artikel 29kk. Vrouwenopvang

Gemeente

Uitkering 2011

Alkmaar

€ 1.751.868

Almere

€ 1.667.973

Amersfoort

€ 1.614.073

Amsterdam

€ 7.882.245

Apeldoorn

€ 2.149.614

Arnhem

€ 5.296.535

Breda

€ 5.940.399

Delft

€ 1.607.675

Den Helder

€ 872.856

Dordrecht

€ 1.679.963

Ede

€ 1.201.138

Eindhoven

€ 2.440.383

Emmen

€ 1.906.732

Enschede

€ 2.818.900

Gouda

€ 1.753.536

Groningen

€ 3.592.362

Haarlem

€ 2.406.480

Heerlen

€ 1.215.035

Helmond

€ 926.563

Hilversum

€ 1.063.928

Leeuwarden

€ 4.023.706

Leiden

€ 3.945.044

Maastricht

€ 2.408.134

Nijmegen

€ 2.153.594

Rotterdam

€ 5.470.798

’s-Gravenhage

€ 4.900.301

’s-Hertogenbosch

€ 2.918.047

Spijkenisse

€ 1.139.469

Tilburg

€ 4.840.619

Utrecht

€ 4.826.200

Venlo

€ 2.014.064

Vlaardingen

€ 881.652

Vlissingen

€ 1.553.151

Zaanstad

€ 1.317.240

Zwolle

€ 3.042.779

Totaal

€ 95.223.056

Bijlage 29nn-2, genoemd in artikel 29nn. Uitvoeringskosten Wet werk en inkomen kunstenaars

Gemeente

Uitkering 2011

Alkmaar

€ 52.480

Amsterdam

€ 852.800

Arnhem

€ 223.040

Assen

€ 26.240

Breda

€ 65.600

Eindhoven

€ 157.440

Enschede

€ 52.480

Groningen

€ 223.040

Haarlem

€ 52.480

Hilversum

€ 52.480

Leeuwarden

€ 91.840

Lelystad

€ 26.240

Maastricht

€ 131.200

Middelburg

€ 26.240

Rotterdam

€ 393.600

’s-Gravenhage

€ 341.120

’s-Hertogenbosch

€ 91.840

Tilburg

€ 78.720

Utrecht

€ 393.600

Zwolle

€ 104.960

Totaal

€ 3.437.440

Bijlage 29pp, genoemd in artikel 29pp. Eigen kracht

Gemeente

Uitkering 2011

Alkmaar

€ 50.000

Almere

€ 50.000

Amersfoort

€ 50.000

Amsterdam

€ 250.000

Breda

€ 50.000

Delft

€ 50.000

Deventer

€ 50.000

Doetinchem

€ 50.000

Eindhoven

€ 50.000

Enschede

€ 50.000

Groningen

€ 50.000

Haarlem

€ 50.000

Hengelo O

€ 50.000

Leeuwarden

€ 50.000

Nijmegen

€ 50.000

Rotterdam

€ 250.000

’s-Gravenhage

€ 250.000

Sittard-Geleen

€ 50.000

Tiel

€ 50.000

Tilburg

€ 50.000

Utrecht

€ 250.000

Zeist

€ 50.000

Totaal

€ 1.900.000

Bijlage 29qq, genoemd in artikel 29qq. Nazorg ex-gedetineerden

Gemeente

Uitkering 2011

Alkmaar

€ 64.954

Almelo

€ 60.407

Almere

€ 154.374

Amersfoort

€ 123.629

Amsterdam

€ 675.520

Apeldoorn

€ 76.429

Arnhem

€ 152.208

Assen

€ 57.159

Bergen op Zoom

€ 71.666

Breda

€ 130.990

Delft

€ 69.934

Den Helder

€ 42.003

Deventer

€ 76.862

Doetinchem

€ 46.767

Dordrecht

€ 156.106

Ede

€ 51.747

Eindhoven

€ 189.449

Emmen

€ 46.117

Enschede

€ 142.682

Gouda

€ 58.025

Groningen

€ 205.471

Haarlem

€ 137.053

Heerlen

€ 122.763

Helmond

€ 61.057

Hilversum

€ 53.046

Hoorn

€ 38.756

Leeuwarden

€ 212.182

Leiden

€ 132.939

Maastricht

€ 123.412

Nijmegen

€ 119.732

Oss

€ 65.170

Purmerend

€ 33.343

Rotterdam

€ 658.632

’s-Gravenhage

€ 565.964

’s-Hertogenbosch

€ 92.451

Spijkenisse

€ 43.736

Tilburg

€ 153.941

Utrecht

€ 229.070

Venlo

€ 151.559

Vlaardingen

€ 85.089

Vlissingen

€ 109.772

Zaanstad

€ 52.396

Zwolle

€ 105.442

Totaal

€ 6.000.004

Bijlage 31a-2, genoemd in artikel 31a. Alle troeven in handen

Gemeente

Uitkering 2011

Arnhem

€ 23.077

Delft

€ 33.462

Deventer

€ 46.154

Groningen

€ 42.148

Haarlem

€ 46.154

Haarlemmermeer

€ 23.077

Leeuwarden

€ 23.077

Leidschendam-Voorburg

€ 23.077

Nijmegen

€ 23.077

Rotterdam

€ 46.154

’s-Gravenhage

€ 23.077

’s-Hertogenbosch

€ 46.154

Sittard-Geleen

€ 39.231

Smallingerland

€ 11.538

Veenendaal

€ 16.247

Zaanstad

€ 45.992

Totaal

€ 511.696

Provincie

Uitkering 2011

Groningen

€ 46.154

Fryslân

€ 46.154

Totaal

€ 92.308

Bijlage 31b-2, genoemd in artikel 31b. Bedrijventerreinen

Provincie

Uitkering 2011

Overijssel

€ 550.000

Gelderland

€ 2.002.000

Zuid-Holland

€ 6.520.000

Zeeland

€ 463.000

Noord-Brabant

€ 303.000

Limburg

€ 7.200.000

Totaal

€ 17.038.000

Bijlage 31c-2, genoemd in artikel 31c. Bodemsanering

Gemeente

Uitkering 2011

Alkmaar

€ 409.337

Almelo

€ 456.888

Amersfoort

€ 392.728

Amsterdam

€ 4.537.101

Arnhem

€ 459.455

Breda

€ 529.961

Deventer

€ 436.255

Dordrecht

€ 408.687

Eindhoven

€ 431.720

Emmen

€ 665.738

Enschede

€ 538.215

Groningen

€ 538.830

Haarlem

€ 947.027

Heerlen

€ 423.527

Helmond

€ 928.790

Hengelo O

€ 490.904

Leeuwarden

€ 450.467

Leiden

€ 424.593

Maastricht

€ 478.633

Nijmegen

€ 424.019

Rotterdam

€ 1.394.514

Schiedam

€ 390.539

’s-Gravenhage

€ 1.405.804

’s-Hertogenbosch

€ 363.088

Sittard-Geleen

€ 2.991

Tilburg

€ 1.072.352

Utrecht

€ 389.663

Venlo

€ 516.694

Zaanstad

€ 1.304.012

Zwolle

€ 402.122

Totaal

€ 21.614.654

Provincie

Uitkering 2011

Groningen

€ 2.232.744

Fryslân

€ 3.657.177

Drenthe

€ 1.239.143

Overijssel

€ 17.423.492

Gelderland

€ 14.053.915

Utrecht

€ 1.385.337

Noord-Holland

€ 6.134.373

Zuid-Holland

€ 10.200.970

Zeeland

€ 470.611

Noord-Brabant

€ 13.508.470

Limburg

€ 720.015

Flevoland

€ 227.463

Totaal

€ 71.253.710

Bijlage 31e-2, genoemd in artikel 31e. Regiospecifiek pakket Zuiderzeelijn

Gemeente

Uitkering 2011

Assen

€ 7.306.660

Totaal

€ 7.306.660

Provincie

Uitkering 2011

Groningen

€ 4.324.406

Fryslân

€ 9.862.225

Drenthe

€ 866.129

Flevoland

€ 831.483

Totaal

€ 15.884.243

Bijlage 31f-2, genoemd in artikel 31f. Stimulering lokale klimaatinitiatieven (SLOK)

Gemeente

Uitkering 2011

Aa en Hunze

€ 41.408

Aalburg

€ 8.748

Aalsmeer

€ 15.305

Aalten

€ 23.317

Albrandswaard

€ 27.385

Alkmaar

€ 131.420

Almelo

€ 41.641

Alphen aan den Rijn

€ 39.938

Alphen-Chaam

€ 10.755

Amersfoort

€ 72.971

Amstelveen

€ 42.249

Amsterdam

€ 397.695

Anna Paulowna

€ 14.807

Apeldoorn

€ 109.904

Appingedam

€ 8.400

Arnhem

€ 78.602

Assen

€ 39.443

Asten

€ 11.700

Baarle-Nassau

€ 8.400

Baarn

€ 35.443

Barendrecht

€ 22.795

Barneveld

€ 42.811

Bedum

€ 8.236

Beek

€ 10.170

Beesel

€ 8.400

Bellingwedde

€ 12.027

Bergeijk

€ 15.889

Bergen NH

€ 25.202

Bergen op Zoom

€ 32.110

Berkelland

€ 36.046

Bernheze

€ 23.602

Bernisse

€ 26.263

Best

€ 26.761

Beuningen

€ 16.971

Beverwijk

€ 42.378

Bladel

€ 16.865

Bloemendaal

€ 11.553

Bodegraven-Reeuwijk

€ 24.553

Borne

€ 9.837

Borsele

€ 25.640

Boskoop

€ 8.400

Boxmeer

€ 53.657

Boxtel

€ 21.089

Breda

€ 94.740

Brielle

€ 8.456

Bronckhorst

€ 48.026

Capelle aan den IJssel

€ 32.781

Castricum

€ 22.385

Cranendonck

€ 17.856

Cuijk

€ 13.613

Dalfsen

€ 30.100

Dantumadiel

€ 50.332

De Bilt

€ 21.173

De Marne

€ 24.236

De Ronde Venen

€ 33.762

Delft

€ 47.990

Delfzijl

€ 27.450

Deurne

€ 27.583

Deventer

€ 60.138

Diemen

€ 12.859

Dirksland

€ 11.736

Doetinchem

€ 35.157

Dongen

€ 12.002

Dongeradeel

€ 22.981

Dordrecht

€ 66.930

Drechterland

€ 17.323

Drimmelen

€ 19.256

Dronten

€ 170.857

Duiven

€ 12.466

Ede

€ 84.640

Eemsmond

€ 28.040

Eersel

€ 17.327

Eindhoven

€ 109.273

Elburg

€ 17.501

Enkhuizen

€ 42.726

Enschede

€ 88.599

Ermelo

€ 16.715

Etten-Leur

€ 19.773

Ferwerderadiel

€ 14.564

Gaasterlan-Sleat

€ 19.872

Geertruidenberg

€ 10.184

Geldrop-Mierlo

€ 21.321

Gennep

€ 13.320

Gilze en Rijen

€ 51.784

Goedereede

€ 16.940

Goes

€ 75.847

Goirle

€ 14.954

Gorinchem

€ 14.781

Gouda

€ 35.720

Graft-De Rijp

€ 8.400

Groningen

€ 95.345

Haaksbergen

€ 17.347

Haarlem

€ 73.422

Haarlemmermeer

€ 85.322

Halderberge

€ 21.866

Hardenberg

€ 60.942

Harderwijk

€ 25.117

Hardinxveld-Giessendam

€ 8.400

Haren

€ 38.959

Harenkarspel

€ 13.330

Hattem

€ 8.400

Heemskerk

€ 45.394

Heemstede

€ 28.676

Heerde

€ 17.012

Heerenveen

€ 35.078

Heerhugowaard

€ 27.927

Heerlen

€ 130.769

Heiloo

€ 12.467

Hellendoorn

€ 31.751

Hellevoetsluis

€ 23.614

Helmond

€ 46.744

Hendrik-Ido-Ambacht

€ 10.402

Hengelo O

€ 45.290

Het Bildt

€ 30.764

Heumen

€ 9.542

Heusden

€ 28.949

Hillegom

€ 11.087

Hilversum

€ 44.731

Hoogeveen

€ 39.466

Hoorn

€ 38.080

Horst aan de Maas

€ 31.891

Houten

€ 27.902

Huizen

€ 22.427

Kaag en Braassem

€ 19.598

Kampen

€ 40.489

Katwijk

€ 31.864

Kerkrade

€ 25.571

Koggenland

€ 18.931

Kollumerland en Nwkruisl

€ 18.450

Krimpen aan den IJssel

€ 14.626

Laarbeek

€ 16.253

Landgraaf

€ 45.665

Landsmeer

€ 22.920

Lansingerland

€ 28.756

Leek

€ 15.884

Leeuwarden

€ 52.833

Leeuwarderadeel

€ 8.400

Leiden

€ 58.431

Leiderdorp

€ 13.720

Leidschendam-Voorburg

€ 38.454

Lelystad

€ 312.825

Lemsterland

€ 19.438

Leudal

€ 34.827

Leusden

€ 54.066

Lisse

€ 12.164

Littenseradiel

€ 19.065

Lochem

€ 38.288

Loppersum

€ 6.288

Maassluis

€ 16.107

Maastricht

€ 63.023

Marum

€ 8.793

Medemblik

€ 48.224

Menameradiel

€ 13.921

Menterwolde

€ 39.668

Meppel

€ 20.791

Middelburg

€ 22.109

Middelharnis

€ 47.958

Midden Drenthe

€ 52.229

Midden-Delfland

€ 10.466

Moerdijk

€ 100.272

Montferland

€ 27.886

Montfoort U

€ 8.400

Nederweert

€ 18.550

Niedorp

€ 12.309

Nieuwkoop

€ 22.419

Nijkerk

€ 71.171

Nijmegen

€ 82.733

Noordoostpolder

€ 29.348

Noordwijk

€ 15.509

Noordwijkerhout

€ 9.744

Nuenen c.a.

€ 39.269

Nunspeet

€ 26.241

Nuth

€ 11.029

Oegstgeest

€ 11.311

Oirschot

€ 14.663

Oisterwijk

€ 52.101

Oldambt

€ 48.607

Oldebroek

€ 21.227

Oldenzaal

€ 13.683

Ommen

€ 74.552

Oost Gelre

€ 25.778

Oosterhout

€ 33.066

Oostflakkee

€ 16.099

Ooststellingwerf

€ 98.752

Oostzaan

€ 8.400

Opmeer

€ 22.920

Opsterland

€ 37.961

Oss

€ 47.482

Oude IJsselstreek

€ 33.547

Ouder-Amstel

€ 8.400

Oudewater

€ 8.400

Overbetuwe

€ 89.073

Papendrecht

€ 34.989

Pekela

€ 8.912

Pijnacker-Nootdorp

€ 24.433

Putten

€ 20.147

Raalte

€ 26.799

Renswoude

€ 22.920

Reusel-De Mierden

€ 14.138

Rheden

€ 23.231

Rhenen

€ 13.470

Ridderkerk

€ 11.582

Rijnwoude

€ 15.010

Rijssen-Holten

€ 74.577

Rijswijk

€ 23.942

Roerdalen

€ 19.454

Roermond

€ 71.380

Roosendaal

€ 37.774

Rotterdam

€ 312.764

Rucphen

€ 13.480

Schagen

€ 11.125

Schermer

€ 25.109

Schiedam

€ 37.913

Schijndel

€ 41.714

Schouwen-Duiveland

€ 47.876

’s-Gravenhage

€ 234.801

’s-Hertogenbosch

€ 74.227

Sint-Anthonis

€ 12.105

Sint-Michielsgestel

€ 15.238

Sint-Oedenrode

€ 11.514

Sittard-Geleen

€ 54.329

Skarsterlan

€ 35.623

Sliedrecht

€ 27.705

Slochteren

€ 17.912

Smallingerland

€ 107.552

Soest

€ 26.491

Someren

€ 13.138

Son en Breugel

€ 10.072

Spijkenisse

€ 38.389

Stadskanaal

€ 60.537

Staphorst

€ 16.422

Stede Broec

€ 9.410

Steenbergen

€ 21.010

Steenwijkerland

€ 148.076

Stein

€ 14.939

Stichtse Vecht

€ 42.484

Sudwest Fryslan

€ 128.397

Ten Boer

€ 8.400

Terschelling

€ 23.107

Teylingen

€ 20.213

Tholen

€ 29.038

Tilburg

€ 108.426

Twenterand

€ 27.286

Tynaarlo

€ 83.490

Tytsjerksteradiel

€ 32.322

Uden

€ 26.247

Uitgeest

€ 22.920

Uithoorn

€ 11.796

Utrecht

€ 147.889

Utrechtse Heuvelrug

€ 101.877

Veendam

€ 21.651

Veenendaal

€ 31.491

Veere

€ 25.351

Veghel

€ 25.780

Veldhoven

€ 23.977

Velsen

€ 80.755

Venlo

€ 61.492

Venray

€ 37.244

Vianen

€ 29.344

Vlaardingen

€ 36.864

Vlagtwedde

€ 19.342

Vlieland

€ 8.400

Voorschoten

€ 12.076

Voorst

€ 18.630

Waalre

€ 8.400

Waalwijk

€ 28.866

Waddinxveen

€ 15.425

Wageningen

€ 20.399

Wassenaar

€ 37.678

Waterland

€ 41.972

Weesp

€ 29.094

Werkendam

€ 19.415

Westland

€ 55.670

Westvoorne

€ 12.855

Wierden

€ 16.219

Wijchen

€ 71.246

Wijk bij Duurstede

€ 44.772

Winsum

€ 17.419

Winterswijk

€ 28.488

Woensdrecht

€ 15.229

Woerden

€ 32.623

Wormerland

€ 33.531

Woudrichem

€ 9.413

Zaanstad

€ 76.108

Zaltbommel

€ 16.800

Zandvoort

€ 24.332

Zeevang

€ 8.799

Zeist

€ 92.377

Zijpe

€ 15.709

Zoetermeer

€ 60.145

Zoeterwoude

€ 6.458

Zuidhorn

€ 22.254

Zuidplas

€ 12.392

Zundert

€ 17.173

Zutphen

€ 26.720

Zwijndrecht

€ 51.039

Zwolle

€ 67.145

Totaal

€ 11.150.345

Provincie

Uitkering 2011

Groningen

€ 78.498

Fryslân

€ 92.629

Drenthe

€ 78.094

Overijssel

€ 101.918

Gelderland

€ 139.889

Utrecht

€ 88.858

Noord-Holland

€ 144.958

Zuid-Holland

€ 167.906

Zeeland

€ 51.246

Noord-Brabant

€ 112.180

Limburg

€ 92.998

Flevoland

€ 72.825

Totaal

€ 1.221.999

Bijlage 31h, genoemd in artikel 31h. Stimuleringsregeling oversampling WoOn

Gemeente

Uitkering 2011

Amstelveen

€ 4.763

Arnhem

€ 20.000

Bergen op Zoom

€ 20.000

Delft

€ 20.000

Duiven

€ 18.451

Gouda

€ 6.077

Harderwijk

€ 17.789

Hattem

€ 13.108

Kampen

€ 6.270

Katwijk

€ 5.626

Lingewaard

€ 15.496

Maassluis

€ 6.831

Nijmegen

€ 20.000

Nunspeet

€ 18.747

’s-Gravenhage

€ 3.399

Teylingen

€ 6.265

Utrecht

€ 10.627

Vlaardingen

€ 20.000

Zwolle

€ 20.000

Totaal

€ 253.449

Provincie

Uitkering 2011

Gelderland

€ 2.364

Zeeland

€ 20.000

Totaal

€ 22.364

Bijlage 31i, genoemd in artikel 31i. Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV)

Gemeente

Uitkering 2011

Alkmaar

€ 1.758.930

Almelo

€ 1.350.326

Amersfoort

€ 1.303.045

Amsterdam

€ 55.923.744

Arnhem

€ 4.915.138

Breda

€ 1.830.545

Deventer

€ 1.944.612

Dordrecht

€ 3.154.396

Eindhoven

€ 3.314.927

Emmen

€ 994.768

Enschede

€ 3.743.413

Groningen

€ 10.328.868

Haarlem

€ 3.830.021

Heerlen

€ 3.422.057

Helmond

€ 807.274

Hengelo O

€ 1.525.252

Leeuwarden

€ 4.453.546

Leiden

€ 2.875.489

Lelystad

€ 85.743

Maastricht

€ 2.282.873

Nijmegen

€ 3.493.472

Rotterdam

€ 42.948.812

Schiedam

€ 3.740.953

’s-Gravenhage

€ 28.508.199

’s-Hertogenbosch

€ 1.069.630

Sittard-Geleen

€ 1.713.968

Tilburg

€ 3.008.209

Utrecht

€ 9.643.308

Venlo

€ 1.843.494

Zaanstad

€ 2.488.623

Zwolle

€ 1.624.395

Totaal

€ 209.928.030

Provincie

Uitkering 2011

Groningen

€ 5.337.194

Fryslân

€ 5.267.803

Drenthe

€ 2.702.364

Overijssel

€ 3.594.709

Gelderland

€ 8.194.508

Utrecht

€ 2.967.607

Noord-Holland

€ 8.135.988

Zuid-Holland

€ 16.935.465

Zeeland

€ 4.981.101

Noord-Brabant

€ 10.454.869

Limburg

€ 6.648.347

Flevoland

€ 1.166.954

Totaal

€ 76.386.909

Bijlage 31j, genoemd in artikel 31j. Nationale gebiedsontwikkelingen

Gemeente

Uitkering 2011

Almere

€ 17.200.000

Amsterdam

€ 5.000.000

Eindhoven

€ 4.080.000

Enschede

€ 560.000

Groningen

€ 280.000

Hengelo O

€ 160.000

Leeuwarden

€ 412.000

Zaltbommel

€ 200.000

Zwartewaterland

€ 40.000

Totaal

€ 27.932.000

Provincie

Uitkering 2011

Utrecht

€ 282.000

Noord-Holland

€ 480.000

Zeeland

€ 1.500.000

Totaal

€ 2.262.000

Bijlage 31k, genoemd in artikel 31k. Green Deal

Gemeente

Uitkering 2011

Rotterdam

€ 1.000.000

Totaal

€ 1.000.000

Provincie

Uitkering 2011

Drenthe

€ 3.000.000

Overijssel

€ 3.000.000

Totaal

€ 6.000.000

Bijlage 31l, genoemd in artikel 31l. Pieken in de Delta

Gemeente

Uitkering 2011

Amsterdam

€ 6.555.000

Rotterdam

€ 1.966.000

’s-Gravenhage

€ 1.966.000

Utrecht

€ 3.095.000

Totaal

€ 13.582.000

Provincie

Uitkering 2011

Groningen

€ 10.000.000

Overijssel

€ 2.750.000

Gelderland

€ 2.750.000

Utrecht

€ 2.000.000

Zuid-Holland

€ 1.966.000

Zeeland

€ 200.000

Totaal

€ 19.666.000

Bijlage 31m, genoemd in artikel 31m. Sterke regio’s

Gemeente

Uitkering 2011

Haarlemmermeer

€ 4.000.000

Leiden

€ 8.000.000

Totaal

€ 12.000.000

Provincie

Uitkering 2011

Fryslân

€ 3.840.000

Drenthe

€ 3.840.000

Noord-Holland

€ 3.000.000

Zuid-Holland

€ 1.400.000

Totaal

€ 12.080.000

NOTA VAN TOELICHTING

A. Algemeen

Inleiding

Het voorliggende wijzigingsbesluit stelt de verdeling vast van een groot aantal decentralisatie- en integratie-uitkeringen uit het provincie- en gemeentefonds (hierna: de fondsen) op grond van artikel 13, eerste lid, van de de Financiële-verhoudingswet (Fv-wet) voor het jaar 2011. Het gaat hierbij om uitkeringen die uit de fondsen worden verstrekt, maar geen deel uitmaken van de algemene uitkering. Deze uitkeringen maken het mogelijk af te wijken van de verdeelmaatstaven die gelden voor de algemene uitkering uit de fondsen conform het Besluit financiële verhouding 2001.

Systematiek decentralisatie- en integratie-uitkeringen

Met de laatste wijziging van de Fv-wet (Stb. 2008, 312) is er een belangrijke wijziging opgetreden ten aanzien van het verstrekken van uitkeringen uit de fondsen naast de algemene uitkering. In artikel 5, tweede lid, van de Fv-wet is, naast de al langer bestaande integratie-uitkering, de decentralisatie-uitkering toegevoegd. Een integratie-uitkering heeft als kenmerk dat de uitkering op termijn altijd wordt opgenomen in de algemene uitkering en deze heeft daarom een beperkte duur. Een decentralisatie-uitkering hoeft daarentegen niet op te gaan in de algemene uitkering. Omdat de decentralisatie-uitkering vaak wordt gebruikt voor tijdelijke uitkeringen, heeft deze in de praktijk veelal een korte looptijd van enkele jaren. Deze uitkeringen worden toegevoegd aan de algemene middelen van de provincie of gemeente (artikel 13, tweede lid, van de Fv-wet). Omdat er over de besteding van een decentralisatie- of integratie-uitkering geen afzonderlijke financiële verantwoording wordt gevraagd – in tegenstelling tot de specifieke uitkering – kan de decentralisatie-uitkering een instrument zijn om de administratieve lasten voor decentrale overheden terug te dringen. De decentralisatie-uitkering biedt het Rijk de mogelijkheid om maatwerk te leveren. De decentralisatie-uitkering maakt het mogelijk om extra financiële middelen te verstrekken aan provincies en gemeenten voor specifieke beleidsdoelen voor een beperkte tijd. Dit was vaak de reden voor het verstrekken van specifieke uitkeringen. In het terugdringen van het aantal specifieke uitkeringen kan de decentralisatie-uitkering een belangrijke rol spelen.

Het is uitdrukkelijk de intentie van de regering om zo min mogelijk bestedingsvoorwaarden aan de decentralisatie-uitkeringen te koppelen. De uiteindelijke situatie zal moeten zijn dat de bestedings- en verantwoordingsvrijheid niet wordt ingeperkt door nadere actieplannen, convenanten, kaders, etcetera. Weliswaar worden in de fase van de verstrekking van de uitkering momenteel soms nog voorwaarden aan de uitkering verbonden, maar de winst zit hem in de verminderde verantwoordingslasten van de decentrale overheden.

Er kan geen afzonderlijke financiële verantwoordingsinformatie worden gevraagd over de besteding van vastgestelde uitkeringen. Evenmin kunnen uitkeringen worden teruggevorderd vanwege het niet nakomen van de afspraken. Het gaat hier immers om financiële middelen die voor een gemeente vrij besteedbaar zijn.

Consultatie

Al deze uitkeringen zijn in een eerder stadium bekendgemaakt aan alle provincies en gemeenten middels de circulaires voor het provinciefonds en het gemeentefonds. Tevens zijn veel van deze uitkeringen een uitvloeisel van bestuurlijke afspraken tussen het Rijk, provincies en gemeenten. Provincies en gemeenten zijn ruimschoots betrokken geweest bij het vaststellen van deze uitkeringen. Een formele consultatieronde bij het Interprovinciaal overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is daarom niet noodzakelijk geacht.

B. Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Onderdeel A

De artikelen 2e, 2g, 2h, 10, 17, 29d, 29r, 29t, 29u, 29w, 29z, 29aa, 29bb, 29cc, 29ff, 29gg, 29ll, 29mm, 31d, 31g vervallen.

De uitkeringen genoemd in de artikelen 2e, 2g, 2h, 29w, 29z, 29aa, 29bb, 29cc, 29ff, 29gg, 29ll, 29mm en 31d waren eenmalige uitkeringen. De uitkeringen genoemd in artikelen 10, 17, 29d, 29r en 31g zijn afgelopen. De uitkeringen in de artikelen 29t en 29u zijn geïntegreerd in de algemene uitkering van het gemeentefonds.

Onderdeel B
Regionale luchthavens

Als gevolg van de wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Stb. 2008, 561) zijn de provincies het bevoegd gezag geworden voor de gedecentraliseerde luchthavens. In 2006 zijn afspraken gemaakt over verdeling van de kosten tussen de provincies en het Rijk. Voor 2011 bedraagt de toevoeging aan het provinciefonds € 991.000. Verdeling over de provincies vindt plaats op basis van het aantal luchthavens per provincie zoals bij de berekening in 2005 is gehanteerd. Voor 2011 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2c, derde lid, en de daarbij behorende bijlage 2c-3 van het onderhavige besluit.

Onderdeel C
Elektrisch varen

Door de provincie Fryslân is een proeftuin voor elektrisch varen ontwikkeld om via een geïntegreerde aanpak de transitie naar elektrisch vervoer, waaronder elektrisch varen, te stimuleren. Onderdeel van die proeftuin vormt een stimuleringsregeling voor (om)bouw van elektrische vaartuigen. Door het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wordt in het kader van de uitvoering van het plan van aanpak voor elektrisch rijden een bijdrage geleverd aan de financiering van deze regeling. De bijdrage wordt in 2011 uitgekeerd in de vorm van een decentralisatie-uitkering van € 175.000 en is geregeld in artikel 2f, tweede lid van het onderhavige besluit.

Onderdeel D
Externe Veiligheid

In het bestuursakkoord 2008–2011 tussen Rijk en provincies (Tweede Kamer, 2008–2009, 31 700-VII, nr. 44) is vastgelegd dat de provincies, na overleg met de VNG, prestatieafspraken maken met gemeenten over de professionalisering en de versterking van de externe veiligheidstaken en het oppakken van nieuwe taken zoals is vastgelegd in relevante externe veiligheidsbesluiten (Besluit externe veiligheid inrichtingen, Registratiebesluit externe veiligheid en het in voorbereiding zijnde Besluit transportroutes externe veiligheid en Besluit externe veiligheid buisleidingen). Hiervoor stellen de provincies capaciteit en of middelen beschikbaar aan gemeenten. De provincies ontvangen hiervoor in de periode 2011–2014 een bedrag van € 20 miljoen per jaar, door middel van een decentralisatie uitkering uit het provinciefonds. Voor 2011 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2i en de daarbij behorende bijlage 2i van het onderhavige besluit.

Innovatie energiebesparing gebouwde omgeving

Ter ondersteuning van het proces om te komen tot zeer energiezuinige nieuwbouw in Noord-Nederland (de zogeheten koplopergebieden) ontvangt de provincie Groningen € 0,9 miljoen via een decentralisatie-uitkering uit het provinciefonds. Voor 2011 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2j van het onderhavige besluit.

Muskusrattenbestijding

Per 1 januari 2011 is de Muskusrattenbestrijding overgedragen van de provincies aan de waterschappen. De taakoverdracht is gepaard gegaan met een uitname uit het provinciefonds van 19 miljoen euro met ingang van 2011. De verdeling van de uitname over de provincies zal via de maatstaven worden meegenomen in het nieuwe verdeelsysteem voor het provinciefonds voor het jaar 2012. Voor 2011 is de verdeling gebaseerd op de verdeling van de toevoeging van de middelen voor de muskusrattenbestrijding in 1994. Om de herverdeeleffecten in 2011 zo klein mogelijk te houden is een bedrag van € 31,469 miljoen uitgenomen uit de algemene uitkering van het provinciefonds via de uitkeringsfactor en is vervolgens € 12,469 miljoen verdeeld via de decentralisatie-uitkering muskusrattenbestrijding. De totale uitname voor de muskusratten bedraagt dan € 19 miljoen. Voor 2011 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2k en de daarbij behorende bijlage 2k van het onderhavige besluit.

Regionale uitvoeringsdiensten (RUD)

Het Rijk stelt in 2011 aan de provincies financiële middelen ter beschikking voor de opbouw van Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) binnen de landelijke kaders (basistakenpakket, kwaliteitscriteria, checklist robuust). Het gaat in totaal om een bedrag van € 4 miljoen dat in de vorm van een decentralisatie-uitkering zal worden uitbetaald. De bijdrage is vastgesteld in artikel 2l en de daarbij behorende bijlage 2k van het onderhavige besluit.

Uitname provinciefonds

Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota 2009 besloten om met ingang van 2011 het provinciefonds structureel met € 300 miljoen te verlagen. Op 25 maart 2010 is er overeenstemming bereikt tussen het Rijk en het IPO over de verdeling van een uitname van € 290 miljoen in 2011 onder de uitdrukkelijke voorwaarde dat de provincies zich binden aan de afspraak dat de uitname in 2012 incidenteel wordt verhoogd tot € 310 miljoen. Daarnaast is er afgesproken dat de verdeling van de uitname van € 300 miljoen vanaf 2012 wordt gebaseerd op het nieuwe verdeelmodel per 01-01-2012. De verdeling van de korting van 290 miljoen in 2011 heeft plaatsgevonden op basis van een verdeelvoorstel van de provincies (IPO)1. Om verdeeltechnisch aan te sluiten bij het verdeelvoorstel van het IPO is er bruto € 487,358 miljoen uitgenomen uit de algemene uitkering via de uitkeringsfactor en is vervolgens € 197,358 miljoen via de decentralisatie-uitkering «uitname provinciefonds» verdeeld. Per saldo resteert dan een uitname van € 290 miljoen. De uitname uit het verdeelmodel (€ 487,358) is zo vastgesteld dat de verlaging van de uitkeringsfactor zo klein mogelijk is waarbij nog aansluiting kan worden gevonden bij het voorstel van het IPO. Vervolgens is de decentralisatie-uitkering zo vastgesteld dat bij iedere provincie exact het bedrag volgens het IPO voorstel wordt uitgenomen. De decentralisatie-uitkering is vastgesteld in artikel 2m en de daarbij behorende bijlage 2m van het onderhavige besluit.

Waddenfonds

Het kabinet heeft besloten om het Waddenfonds in 2012 te decentraliseren. Dat betekent dat de Waddenprovincies de bevoegdheid krijgen om de middelen te besteden, waarbij vastgehouden wordt aan de doelen van het Waddenfonds (i.c. het vergroten en versterken van natuur- en landschapwaarden van het waddengebied, het verminderen of wegnemen van externe bedreigingen van de natuurlijke rijkdom van de Waddenzee, een duurzame economische ontwikkeling in het waddengebied en een substantiële transitie naar een duurzame energiehuishouding in het waddengebied). Hiervoor worden vanaf 2012 alle middelen in het huidige Waddenfonds via een decentralisatie-uitkering uit het provinciefonds uitgekeerd. Vooruitlopend op de decentralisatie van de middelen in 2012 worden ook de middelen voor 2011 (€ 33 miljoen) al ter beschikking gesteld aan de provincie Fryslân via de decentralisatie-uitkering. Voor 2011 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2n van het onderhavige besluit.

Werkmaatschappij Markermeer-IJmeer

De provincie Flevoland ontvangt in 2011 en 2012 € 210.000 per jaar als rijksbijdrage aan de werkmaatschappij Markermeer-IJmeer in de vorm van een decentralisatie-uitkering uit het provinciefonds. De natuur in Markermeer-IJmeer moet weer tegen een stootje kunnen om de gevolgen van klimaatverandering en menselijk medegebruik op te kunnen vangen. Om dat doel te verwezenlijken is de Werkmaatschappij Markermeer-IJmeer opgericht. Voor 2011 is de bijdrage vastgesteld in artikel 2o van het onderhavige besluit.

Onderdeel E
Aanpak kindermishandeling

In 2011 krijgen 35 centrumgemeenten een financiële bijdrage van € 50.000 per gemeente van het ministerie van VWS voor de aanpak van kindermishandeling. De bijdrage is beschikbaar gesteld om de invoering van de regionale aanpak kindermishandeling duurzaam te kunnen verankeren en wordt via een decentralisatie-uitkering verstrekt. Gemeenten die de structurele inbedding van de aanpak van kindermishandeling nog niet hebben gerealiseerd kunnen met deze financiële bijdrage hieraan prioriteit geven. Gemeenten die de structurele inbedding hebben gerealiseerd én klaar zijn met het behalen van de mijlpalen kunnen de financiële bijdrage inzetten voor andere onderwerpen op het terrein van de aanpak kindermishandeling, al naar gelang de regionale behoefte. Voor 2011 is de bijdrage vastgesteld in artikel 3, tweede lid, en de daarbij behorende bijlage 3-2 van het onderhavige besluit.

Onderdeel F
Nationaal actieplan sport en bewegen

Vanaf 2008 stelt het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport € 38 miljoen beschikbaar voor de Impuls Nationaal actieplan sport en bewegen (NASB). Hiervan is € 18 miljoen gereserveerd voor de 1e tranche (2008 t/m 2010) en € 20 miljoen voor de 2e tranche (2010 t/m 2012). Gemeenten die sport- en beweegactiviteiten gaan opzetten zullen in aanvulling op de Rijksbijdrage eenzelfde bedrag co-financieren vanuit eigen middelen, zodat er in totaal € 76 miljoen beschikbaar is voor een actievere leefstijl. De Rijksbijdrage komt in twee tranches beschikbaar voor in totaal 100 gemeenten met naar verwachting de grootste gezondheidsachterstand. Voor 2011 is de bijdrage vastgesteld in artikel 14, tweede lid, en de daarbij behorende bijlage 14-3 van het onderhavige besluit.

Onderdeel G
Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)

In artikel 27, het nieuwe onderdeel d, wordt de verdeling van het WMO-budget 2009 onder alle gemeenten vastgesteld. Vanaf 2008 wordt de verdeling van de middelen berekend aan de hand van objectieve criteria. Analoog aan de algemene uitkering van het gemeentefonds zijn daarvoor in onderdeel b van dit artikel maatstaven vastgelegd, die de WMO kostenstructuur van de gemeente weergeven. Het gaat hier om maatstaven als leeftijdsopbouw van de bevolking, huishoudensamenstelling, inkomen, aantal uitkeringsontvangers, aantal minderheden, aantallen bedden in verschillende zorginstellingen en de mate van stedelijkheid. Voor de vastgestelde uitkeringen in het jaar 2009 wordt hiervoor bijlage 27d toegevoegd.

Onderdeel H
Aanpak Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren

Vanuit het integratiebudget is voor 2011 een bedrag van € 12,4 miljoen beschikbaar gesteld ten behoeve van de inzet van straatcoaches en gezinsmanagers. De verdeling van het geld vindt plaats op basis van ingediende plannen van de betrokken gemeenten. De gemeenten zetten in op het terugdringen van de oververtegenwoordiging van de Marokkaans-Nederlandse jongeren bij voortijdige schoolverlaten, jeugdwerkloosheid, overlast en criminaliteit. De verdeling van de uitkering over gemeenten in 2011 is geregeld in artikel 29a, derde lid, van onderhavig besluit en de daarbij behorende bijlage 29a-3.

Onderdeel I
Antillianengemeenten

De periode vanaf 2010 wordt gebruikt om enerzijds de problematiek van Antilliaanse risicojongeren verder terug te dringen en anderzijds de benodigde specifieke kennis en deskundigheid bij reguliere instanties onder te brengen. Hiervoor is in 2011 een bijdrage van € 4,485 miljoen beschikbaar gesteld. De gemeenten zetten in op het terugdringen van de oververtegenwoordiging van de Antilliaans-Nederlandse jongeren bij voortijdig schoolverlaten, jeugdwerkloosheid, overlast en criminaliteit. De verdeelsleutel is het aantal Antilliaans-Nederlandse jongeren onder de 25 jaar. De verdeling is voor 2011 in artikel 29c, derde lid, en de daarbij genoemde bijlage 29c-3 van onderhavig besluit vastgesteld.

Onderdeel J
Herbestemming aandachtswijken

In de nota «Een cultuur van ontwerpen, visie architectuur en ruimtelijk ontwerp» is voor de periode 2009–2012 een impuls aangekondigd voor het stimuleren van herbestemming van waardevol en karakteristiek erfgoed en herontwikkeling van bijzondere terreinen in de veertig aandachtswijken. De impuls is bedoeld als financiële bijdrage in de planontwikkelingsfase van herbestemmings- en herontwikkelingsprojecten. 11 gemeenten ontvangen in 2011 op grond van artikel 29i, derde lid, en de daarbij behorende bijlage 29i-3 in totaal € 2 miljoen.

Onderdeel K
Herstructurering bedrijventerreinen

Voor de herstructurering van bedrijventerreinen, met als randvoorwaarden dat mede-overheden voor tenminste een gelijkwaardig bedrag mee-investeren en dat het project binnen drie jaar tot uitvoering komt, ontvangen de gemeenten op grond van artikel 29j, derde lid, van onderhavig besluit voor 2011 de in de daarbij behorende bijlage 29j-3 genoemde uitkeringen.

Onderdeel L
Impuls brede scholen combinatiefuncties

De Impuls brede scholen, sport en cultuur richt zich op de realisatie van combinatiefuncties. Met een combinatiefunctie wordt een functie aan school bedoeld waarbij de werknemer niet uitsluitend docent is, maar zich ook bezig houdt met sport en cultuur voor de leerlingen buiten de lesuren. Met de inzet van combinatiefuncties worden de volgende doelen beoogd:

  • de versterking van sportverenigingen met oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sportverenigingen voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk;

  • het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen;

  • het bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met één of meer kunst- en cultuurvormen en het onder jongeren stimuleren van actieve kunstbeoefening.

Deze uitkering wordt aan gemeenten verstrekt om zo uitbreiding van het aantal brede scholen met sport- en cultuuraanbod in het primair en voortgezet onderwijs te realiseren. Het totale bedrag dat op grond van artikel 29k, derde lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29k-3, vanuit het Rijk beschikbaar is gesteld voor 2011, bedraagt € 31,259 miljoen.

Onderdeel M
Innovatietrajecten inburgering

Voor de wijkgerichte inburgering ontvangen gemeenten genoemd in de bij artikel 29l, derde lid, behorende bijlage 29l-3 in 2011 uitkeringen van totaal € 1,051 miljoen.

Onderdeel N
Jeugdwerkloosheid

Om de jeugdwerkloosheid te bestrijden is er incidenteel voor regionale plannen € 153 miljoen beschikbaar voor 2009-2011. Voor 2011 is er € 23 miljoen beschikbaar. De verdeling voor het jaar 2011 is geregeld op basis van artikel 29m, derde lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29m-3 en is gerelateerd aan het aantal schoolverlaters tot en met MBO-niveau en het aantal jeugdwerklozen in de regio, waarbij beide indicatoren even zwaar wegen.

Onderdeel O
Spoorse doorsnijdingen

Voor het opheffen of verminderen van de barrièrewerking van het spoor, ook wel spoorse doorsnijdingen genoemd, ontvangen gemeenten, genoemd in bijlage 29o-3, behorend bij artikel 29o, derde lid, in 2011 de in die bijlage genoemde uitkering.

Onderdeel P
Arbeidsparticipatie alleenstaande ouders

Op 1 januari 2009 is het experiment Alleenstaande ouders van start gegaan. Het gaat om een experiment met een regeling die werken in deeltijd financieel aantrekkelijk maakt voor alleenstaande ouders met sollicitatieplicht. Het gaat om een experiment in het kader van artikel 83 Wet werk en bijstand (WWB) waarin bij amvb kan worden afgeweken van een aantal bepalingen van de WWB. Gemeenten nemen op vrijwillige basis deel aan het experiment. Voor dit experiment is in 2011 € 3,9 miljoen beschikbaar. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten in 2011 is geregeld in artikel 29v, tweede lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29v-2.

Onderdeel Q
Emancipatie Duizend en één kracht

Om de maatschappelijke participatie van vrouwen uit etnische minderheden te bevorderen is in 2008 in de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Breda en Nijmegen het project Duizend en één Kracht als pilots gestart. In 2008 zijn 19 nieuwe gemeenten gestart met Duizend en één Kracht. De pilot liep – in tegenstelling tot het programma in de 19 nieuwe gemeenten die langer doorlopen – tot 2010. De ministeries van OCW, SZW, VWS en (toenmalig) VROM willen de samenwerking met de zes pilotgemeenten continueren om nog meer vrouwen te kunnen bereiken. Daarom komen deze gemeenten in aanmerking voor een rijksbijdrage van € 0,15 miljoen per jaar voor 2010 en 2011 om Duizend en één Kracht voort te zetten. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten in 2011 is geregeld in artikel 29x, tweede lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29x-2.

Onderdeel R
Gezond in de stad

De middelen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voor Gezond in de stad (totaal € 5,023 miljoen per jaar) zijn vanaf 2010 via een decentralisatie-uitkering voor de G31 beschikbaar gesteld. Hiermee blijven deze steden extra middelen ontvangen voor uitvoering van de gemeentelijke taken in het kader van de Wet publieke gezondheid. Daarmee kunnen de steden zich extra inzetten om gezondheidsachterstanden zoveel mogelijk terug te dringen via een wijkgerichte integrale aanpak gericht op gezonde bewoners, gezonde leefomgeving en een samenhangende eerstelijnszorg met preventief aanbod. Gemeenten kunnen daarbij verbindingen leggen met andere activiteiten in het kader van het stedenbeleid, waaronder integratie, veiligheid en leefbaarheid. Gemeenten kunnen daarbij gebruik maken van de ervaringen, aanpak en resultaten bij de experimenten Gezonde wijk in de krachtwijken. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten in 2011 is geregeld in artikel 29ij, tweede lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29ij-2

Onderdeel S
Jeugd

Vanaf 2010 zijn de middelen voor het preventieve lokale jeugdbeleid gefaseerd aan het gemeentefonds toegevoegd via de decentralisatie-uitkering Jeugd (DU-Jeugd). Deze uitkering is vooralsnog bedoeld voor de G 31 aangevuld met vier van de vijf zogenoemde Ortega-gemeenten (Apeldoorn, Zoetermeer, Ede, Almere). Met de DU-Jeugd kan het preventieve lokale jeugdbeleid in brede zin vorm worden geven. Als in 2012 de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) landelijk dekkend zijn, worden middelen uit de brede doeluitkering Centra voor Jeugd en Gezin (structureel maximaal € 350 miljoen) hierin ook opgenomen. Dan vindt uitbreiding van de DU-Jeugd naar alle gemeenten plaats.

De DU Jeugd is in 2010 gestart met de € 21,7 miljoen die in 2009 zijn uitgekeerd als onderdeel van de Brede Doeluitkering Sociaal Integratie en Veiligheid (BDU SIV) voor tegengaan Voortijdig Schoolverlaters in het kader van het Grote Stedenbeleid (GSB). Deze middelen voor het tegengaan van Voortijdig Schoolverlaters liepen in 2009 af. Het Rijk heeft er uitdrukkelijk voor gekozen om deze middelen beschikbaar te houden voor gemeenten. Op die manier kunnen zij de aanpak van overbelaste jongeren op het niveau van het vmbo en mbo meer sluitend maken opdat meer jongeren hun schoolloopbaan succesvol kunnen afronden. In vergelijking met de aanpak voortijdig schoolverlaten worden de middelen nu toegespitst op een sluitende zorg- en hulpaanbod voor overbelaste jongeren. Hiervoor wordt als indicator gebruikt het aantal vmbo-deelnemers in leerjaar 3 en 4 en mbo-deelnemers niveau 1 en 2 uit armoedeprobleemcumulatiegebieden. Deze toegespitste indicator heeft in vergelijking met de uitkering in de BDU SIV een herverdeling tot gevolg richting gemeenten waarin de problematiek zowel absoluut als relatief het grootst is. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten in 2011 (€ 21,7 miljoen) is geregeld in artikel 29dd, tweede lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29dd-2.

Onderdeel T
Leefbaarheid en veiligheid

De veiligheids- en leefbaarheidsmiddelen zijn in 2010 en 2011 onder 40 gemeenten verdeeld. Het betreft de G31, de Ortega-gemeenten (Almere, Apeldoorn, Ede, Haarlemmermeer, Zoetermeer) en 4 gemeenten met ernstige problematiek inzake overlastgevende Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren (Culemborg, Gouda, Veenendaal en Zeist). Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het voormalig Ministerie van Wonen, Wijken en Integratie hebben op 9 juli 2009 in het Strategisch Beraad Veiligheid met de VNG afgesproken dat bij de inzet van de veiligheids- en leefbaarheidsmiddelen in 2010 en 2011 focus wordt aangebracht op de aanpak van sociale overlast en fysieke verloedering. Tevens zijn de middelen die het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan Gouda heeft toegezegd voor het aanstellen van gezinsmanagers (op basis van het nu geschrapte artikel 29h) in 2010 en 2011 toegevoegd aan deze uitkering. Het gaat hier om een bedrag van € 300.000 per jaar. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten in 2011 is geregeld in artikel 29ee, tweede lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29ee-2.

Onderdeel U
Rolstoelvoorzieningen Arnhem

Betreft een uitkering aan de gemeente Arnhem voor extra uitgaven waarmee de gemeente zich geconfronteerd zag vanwege het verstrekken van rolstoelvoorzieningen aan bewoners in AWBZ-instellingen op grond van het per 1 april 2003 gewijzigde artikel 15 BZA/AWBZ. Vanwege de aanwezigheid van grootschalige AWBZ-instellingen voor zowel lichamelijk als verstandelijk gehandicapten neemt Arnhem voor wat betreft de gevolgen van de wijziging een uitzonderingspositie in. Arnhem ontvangt daarom € 1,4 miljoen in 2010 en € 0,3 miljoen in 2011 en 2012. De uitkering aan de gemeente Arnhem in 2011 is geregeld in artikel 29hh, tweede lid, van het onderhavige besluit.

Onderdeel V
Vadercentra

De minister van Onderwijs Cultuur en Wetenschap en de voormalige minister voor Wonen, Wijken en Integratie hebben zich gezamenlijk ingezet voor de realisatie van nieuwe vadercentra in Nederland, om de emancipatie en integratie van allochtone mannen en vaders te bevorderen. Aan de hand van een aanvraagprocedure onder de 56 grootste gemeenten met het hoogste aandeel minderheden plus de gemeenten die vallen onder de «Samenwerkingsgemeenten aanpak Marokkaans-Nederlandse probleemjongeren» zijn 14 gemeenten geselecteerd voor een bijdrage van maximaal € 50.000 per jaar voor de periode 2010 tot en met 2012. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten in 2011 is geregeld in artikel 29ii, tweede lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29ii-2.

Onderdeel W
Versterking peuterspeelzaalwerk

Het ministerie van SZW stelt middelen ter beschikking om voor jonge kinderen in peuterspeelzalen en kindercentra een veilige, stimulerende omgeving te creëren waarbij medewerkers in staat zijn om een risico op een taalachterstand in het Nederlands te signaleren en dat effectief aan te pakken. Door harmonisatie van de wet- en regelgeving over de kwaliteit van peuterspeelzalen met die van kindercentra ontstaat een kwaliteitsimpuls. Door deze investering worden peuterspeelzalen in een betere positie gebracht om de laagdrempelige voorziening te kunnen behouden. Er is € 35 miljoen voor kwaliteitsverbetering van peuterspeelzalen aan het gemeentefonds als decentralisatie-uitkering toegevoegd. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten in 2011 is geregeld in artikel 29jj, tweede lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29jj-2.

Onderdeel X
Vrouwenopvang

De specifieke uitkering vrouwenopvang is per 2011 omgevormd naar een decentralisatie-uitkering. In totaal is structureel € 95,223 miljoen overgeheveld naar het gemeentefonds. De decentralisatie-uitkering heeft dezelfde omvang en verdeling als de specifieke uitkering. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten in 2011 is geregeld in artikel 29kk, tweede lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29kk-2.

Onderdeel Y
Uitvoeringskosten Wet werk en inkomen kunstenaars

In de memorie van toelichting bij de met ingang van 1 januari 2010 in werking getreden Wet bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten is opgenomen dat de middelen voor de uitvoeringskosten van de Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) worden verdeeld over de 20 WWIK-centrumgemeenten door middel van een decentralisatie-uitkering. Voor het jaar 2011 betreft het een totaalbedrag van € 3,437 miljoen. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten in 2011 is geregeld in artikel 29nn, tweede lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29nn-2.

Onderdeel Z
Bestaand Rotterdams gebied

In het kader van het Project Mainport Rotterdam ontvangt Rotterdam de specifieke uitkering Bestaand Rotterdams gebied. Het gaat om het ontwikkelen van de Rotterdamse haven en het gelijktijdig verbeteren van het woon- en leefklimaat. De bijdrage van 2011 t/m 2015 wordt nu gedecentraliseerd via een decentralisatie-uitkering van € 2.527.000 per jaar. De uitkering in 2011 aan de gemeente Rotterdam is geregeld in artikel 29oo van het onderhavige besluit.

Eigen kracht

Op de uitnodiging van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap om ten behoeve van de uitvoering van het programma Eigen Kracht vrouwen zonder startkwalificatie te begeleiden naar werk hebben 22 gemeenten positief gereageerd. Via een decentralisatie-uitkering ontvangen de G4 in 2011 elk € 250.000. Daarnaast ontvangen nog 18 grote gemeenten in 2011, 2012 en 2013 € 50.000 per gemeente per jaar. Een overzicht met de toekenning van de bedragen per gemeente is opgenomen in bijlage 11.

Met deze gemeenten is op 12 september 2011 een samenwerkingsafspraak tussen Rijk en gemeente getekend. Deze afspraken hebben betrekking op een aanpak door de gemeente om laagopgeleide vrouwen zonder werk te activeren om stappen te zetten op weg naar werk of een opleiding. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten in 2011 is geregeld in artikel 29pp van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29pp.

Nazorg ex-gedetineerden

De minister van Veiligheid en Justitie en de VNG zijn overeengekomen dat de regeling voor de nazorg aan ex-gedetineerden wordt verlengd. Dit houdt in dat de 43 centrumgemeenten voor Maatschappelijke Opvang in 2012 en 2013 gezamenlijk respectievelijk € 4 miljoen en € 2 miljoen ontvangen ten behoeve van de regionale coördinatie nazorg. De bedragen voor 2012 en 2013 van in totaal € 6 miljoen zijn in één keer uitgekeerd in 2011. De uitkering vindt plaats via een decentralisatie-uitkering en niet langer meer via de verzameluitkering, waardoor voor de gemeenten de verantwoordingslasten dalen. Besloten is het geld voor 2012 en 2013 wederom te verdelen via de 43 centrumgemeenten voor maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid op basis van de aantallen ex-gedetineerden die in 2010 naar gemeenten uitstroomden. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten in 2011 is geregeld in artikel 29qq van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 29qq.

Onderwijsexperiment Zwanenbos

De gemeente Zoetermeer ontvangt in 2011 in de vorm van een decentralisatie-uitkering uit het gemeentefonds incidenteel € 42.522 voor huisvestingskosten in verband met het onderwijskundig experiment op basisschool «Het Zwanenbos». De uitkering in 2011 aan de gemeente Zoetermeer is geregeld in artikel 29rr van het onderhavige besluit.

Onderdeel AA
Alle troeven in handen

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap investeert in emancipatieprojecten ter versterking van het lokale emancipatiebeleid van gemeenten en provincies ten aanzien van het emancipatieproces van kwetsbare vrouwen. In totaal stelt de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in 2011 een bedrag van € 511.696 beschikbaar aan gemeenten en € 92.308 aan provincies. Hiertoe zijn 18 best practices geselecteerd uit de projecten die op basis van de subsidieregeling emancipatieprojecten 2004-2007 gesubsidieerd zijn. Gemeenten met meer dan 50.000 inwoners en provincies (namens meerdere kleinere gemeenten) konden hiervoor een aanvraag in te dienen. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten en provincies in 2011 is geregeld in artikel 31a, tweede lid, en de daarbij behorende bijlage 31a-2.

Onderdeel BB
Bedrijventerreinen

In december 2009 hebben het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gementen (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) het convenant bedrijventerreinen 2010–2020 ondertekend. Dit convenant legt de afspraken tussen het Rijk, provincies en gemeenten vast over o.a. regionale samenwerking, zorgvuldige behoefteraming, de uitvoering van de herstructureringsopgave 2009–2013 inclusief de afspraken over rijksfinanciering en decentralisatie van de TOPPER-middelen om te komen tot nieuw bedrijventerreinen-beleid. Met betrekking tot de rijksfinanciering is in het convenant afgesproken om de TOPPER-middelen te decentraliseren naar de gemeenten en provincies via een decentralisatie-uitkering in het gemeentefonds en het provinciefonds. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten en provincies in 2011 is geregeld in artikel 31b, tweede lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 31b-2.

Onderdeel CC
Bodemsanering

Het convenant Bodemontwikkelingsbeleid en Aanpak Spoedlocaties wordt in de periode 2010–2014 tot uitvoer gebracht. Met dit convenant verandert het bodembeleid ingrijpend en de verantwoordelijkheden van het Rijk verschuiven naar de provincies en gemeenten. De belangrijkste wijzigingen zijn:

  • De verantwoordelijkheid voor de aanpak van spoedlocaties, grootschalige grondwaterverontreiniging en de ruimtelijke ontwikkeling van de ondergrond komt bij de gemeente- of provinciebestuurders te liggen.

  • Toenemende samenhang van het bodembeleid met het energie- en waterbeleid en het beleid voor de ondergrond. Samenhang en samenwerking tussen de verschillende beleidsdoelen zijn noodzakelijk voor een efficiënte en effectieve uitvoering van het nieuwe bodemontwikkelingsbeleid.

  • Verdere integratie van het bodemsaneringsbeleid in een gebiedsgerichte benadering mede in het kader van het ruimtelijke ordeningsbeleid.

  • Het onder milieuhygiënische randvoorwaarden accommoderen van het toenemend gebruik van de bodem als gevolg van ruimtedruk. De ondergrond moet duurzaam kunnen worden gebruikt, maar wel met oog voor de kwetsbaarheid van het bodemsysteem.

De verdeling van het budget voor bodemsanering aan gemeenten en provincies in 2011 is geregeld in artikel 31c, tweede lid, van onderhavig besluit en de daarbij behorende bijlage 31c-2.

Onderdeel DD
Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn

In juni 2008 is het Convenant Regiospecifiek Pakket (RSP) Zuiderzeelijn ondertekend door het toenmalige ministerie van Verkeer en Waterstaat, de Stuurgroep Zuiderzeelijn en de provincies Fryslân, Groningen, Drenthe en Flevoland. De projecten uit het RSP richten zich op versterking van de ruimtelijke en economische structuur in Noord-Nederland en het verbeteren van de bereikbaarheid van deze regio, via openbaar vervoer en weg. De gelden voor de RSP onderdelen Ruimtelijk-economisch Programma en Concrete bereikbaarheidsprojecten worden uitgekeerd middels de decentralisatie-uitkering. Het doel van deze uitkering is tweeledig:

  • overmaken vanuit het Provinciefonds van dat deel van de REP-middelen waarvoor de regio verantwoordelijk is. Het betreft de provincies Fryslân, Groningen, Drenthe en Flevoland;

  • overmaken van het financiële deel van de concrete bereikbaarheidsprojecten waarvoor de betreffende decentrale overheid (provincie of gemeente) de contracterende partij is.

De uitkering aan de gemeente en provincies in 2011 is geregeld in artikel 31e, tweede lid, van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 31e-2.

Onderdeel EE
Stimulering lokale klimaatinitiatieven (SLOK)

Deze uitkering betreft middelen die door de voormalige minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu beschikbaar zijn gesteld aan gemeenten en provincies in het kader van structurele initiatieven voor duurzame en efficiënte energievoorziening en de reductie van broeikasgassen. De verdeling van de middelen is gebaseerd op de uitkomsten van een aanvraagprocedure. Voor 2011 is de bijdrage vastgesteld in artikel 31f, tweede lid en de daarbij behorende bijlage 31f-2.

Onderdeel FF
Stimuleringsregeling oversampling WoON

In 2011–2012 wordt voor de derde keer het WoonOnderzoek Nederland (WoON) gehouden. Oversamplen is het verhogen van het aantal respondenten om ook op een lager schaalniveau betrouwbare uitspraken te kunnen doen. Gelijktijdig met het landelijke onderzoek dat in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt uitgevoerd, wordt een deel van het onderzoek (de oversampling) in opdracht van andere partijen gedaan, zoals gemeenten, provincies, stadsgewesten en woningcorporaties. De werkzaamheden voor de oversampling zijn gestart in 2011 en zijn in 2012 gereed. Voor 2011 wordt een bedrag van € 253.449 uitgekeerd aan gemeenten en een bedrag van € 22.364 aan provincies via een decentralisatie-uitkering. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten en provincies in 2011 is geregeld in artikel 31h van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 31h.

Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV)

In het coalitieakkoord van Balkenende IV (Tweede Kamer, 2006–2007, 30 891, nr. 4) is in het kader van de decentralisatie afgesproken de Wet stedelijke vernieuwing (Wsv) in te trekken. Dit is bij het afsluiten van de bestuursakkoorden met gemeenten en provincies in 2007 en 2008 herbevestigd. Het verstrekken van financiële middelen voor stedelijke vernieuwing door het Rijk aan gemeenten (de G-31, de zogenaamde rechtstreekse gemeenten) en provincies (ten behoeve van de zogenaamde niet-rechtstreekse gemeenten), vindt met ingang van 1 januari 2011 voor het tijdvak tot en met 2014 plaats via een decentralisatie-uitkering uit het gemeente- en provinciefonds. Voor de ISV zijn daarbij drie landelijke doelstellingen geformuleerd:

  • bevordering van de kwaliteit en differentiatie van de woningvoorraad voor zover nodig rekening houdend met een te verwachten afname van het aantal huishoudens;

  • bevordering van de fysieke kwaliteit van de leefomgeving;

  • bevordering van een gezonde en duurzame leefomgeving in het algemeen en meer in het bijzonder ten aanzien van bodem, geluid en binnenstedelijke luchtkwaliteit.

De zogenoemde rechtstreekse gemeenten hebben vanuit hun lokale opgaven hun gemeentelijke doelstellingen voor ISV-3 geformuleerd, waarbij deze landelijke doelstellingen als referentie dienden. Het Rijk heeft daarvoor geen prestatie-indicatoren verplicht gesteld. Dit laat gemeenten de ruimte om zelf binnen dit kader het zwaartepunt van hun afspraken te bepalen, waar tijdens vorige periodes ISV het Rijk tot in detail bepaalde waarover afspraken werden gemaakt. Door intrekken van de wet vervalt de specifieke verantwoording aan het Rijk. Er is nog slechts sprake van een horizontale verantwoording aan de gemeenteraad. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten en provincies in 2011 is geregeld in artikel 31i van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 31i.

Nationale gebiedsontwikkelingen

In de bestuursafspraken 2011–2015 tussen het Rijk en de VNG/IPO/UvW (Tweede Kamer, 2010–2011, 29 544, nr. 336) is afgesproken dat de lopende nationale gebiedsontwikkelingen, projecten in het kader van het subsidiebesluit Investering Ruimtelijke Kwaliteit (BlRK) en Nota Ruimte, in aanmerking kunnen komen voor overdracht aan provincies en gemeenten. Per project wordt bepaald of het wenselijk is om het betreffende project en de bijbehorende middelen te decentraliseren2. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten en provincies in 2011 is geregeld in artikel 31j van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 31j.

Green Deal

Het Ministerie van BZK ondersteunt via een decentralisatie-uitkering uit het gemeente- en provinciefonds de uitvoering bij gemeenten en provincies van het Plan van Aanpak Energiebesparing Gebouwde Omgeving. Centraal in dit plan staat de voorbeeldrol van overheden ten aanzien van energiebesparing. De kennis en ervaringen kunnen als voorbeeld dienen voor andere gemeenten, provincies en gebouweigenaren en daarmee de totale markt in beweging zetten. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten en provincies in 2011 is geregeld in artikel 31k van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 31k.

Pieken in de Delta

Het programma Pieken in de Delta is gericht op gebiedsgerichte projecten voor ontwikkeling en toepassing van hoogwaardige kennis en waarvan de uitvoering beleidsmatig van bijzonder belang wordt geacht en waarin samenwerking, innovatie en concurrentiekracht centraal staan. In het kader van het programma is in 2011 eenmalig € 13,582 aan gemeenten en € 19,666 miljoen aan provincies uitgekeerd in de vorm van decentralisatie-uitkeringen uit het gemeente- en provinciefonds. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten en provincies in 2011 is geregeld in artikel 31l van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 31l.

Sterke regio’s

Enkele regio’s en sectoren zijn economisch sterk ontwikkeld, maar extra inspanningen zijn nodig om de (internationale) concurrentiekracht van deze sterke regio’s te verstevigen. Via de decentralisatie-uitkering sterke regio’s in het gemeente- en provinciefonds ontvangen gemeenten en provincies voor een aantal projecten3 middelen. De verdeling van de uitkering aan de gemeenten en provincies in 2011 is geregeld in artikel 31m van het onderhavige besluit en de daarbij behorende bijlage 31m.

Onderdeel GG

In onderdeel GG zijn de vervallen en gewijzigde bijlagen opgesomd.

Artikel II

Inwerkingtreding

Dit besluit werkt voor een uitkering terug tot en met 1 januari 2009. Dat is uitkering die aan de gemeenten wordt verstrekt ten behoeve van de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Op grond van de maatstaven in artikel 27, onderdeel b, is de verdeling onder alle gemeenten van het WMO-budget voor het jaar 2009 vastgesteld, (Artikel 1, onderdeel G) Voor alle overige uitkeringen betreft het besluit het jaar 2011. Terugwerkende kracht levert geen nadeel op voor de provincies en de gemeenten. Zij hebben de uitkeringen reeds bij voorschot ontvangen op basis van artikel 15 van de Financiële – verhoudingswet. Over de voorlopig vastgestelde omvang ervan waren zij reeds bij circulaires voor de fondsen op de hoogte gesteld.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Zie de meicirculaire 2010 van het provinciefonds, paragraaf 3.2 (Tweede Kamer, 2009–2010, 32 123-B, nr. 18).

X Noot
2

In 2011 betreft het voor gemeenten de volgende projecten: Noordelijke IJ-oevers Amsterdam (€ 5 miljoen), Windesheim Almere (€ 17,2 miljoen), Bedrijventerrein Zwartewaterland (€ 40.000), Station/vesting Zaltbommel (€ 0,2 miljoen), Muziekkwartier Enschede (€ 0,56 miljoen), Europark Groningen (€ 0,28 miljoen), Nieuw Zaailand Leeuwarden (€ 0,412 miljoen), Hart van Zuid Hengelo (€ 0,16 miljoen) en A2-zone Eindhoven (€ 4,08 miljoen). Voor de provincies betreft het in 2011 de volgende projecten: Waterduinen Zeeland (€ 1,5 miljoen), Naardermeer Noord-Holland (€ 0,48 miljoen) en Fort Vechten Utrecht (€ 0,282 miljoen).

X Noot
3

In 2011 betreft het voor gemeenten de volgende projecten: HST-cargo Haarlemmermeer (€ 4 miljoen) en Bio Science Park Leiden (€ 8 miljoen). Voor de provincies betreft het in 2011 de volgende projecten: Groen Gas Hub Wijster Drenthe (€ 3,84 miljoen), Cool Port Zuid-Holland (€ 1,4 miljoen), OLV-Greenport Noord-Holland (€ 3 miljoen) en Verduurzaming Waddenglas Friesland (€ 3,84 miljoen).

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt met de daarbijbehorende stukken openbaar gemaakt door publicatie in de Staatscourant.

Naar boven