Besluit van 15 december 2010 tot wijziging van het Besluit studiefinanciering 2000 en het Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met onder meer niet-indexering normbedragen voor 2011 en 2012

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 1 november 2010, nr. WJZ/246008 (1755), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 11.1 van de Wet studiefinanciering 2000 en artikel 11.1 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 25 november 2010, nr. W05.10.0509/I);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 13 december 2010, nr. WJZ/257835 (1755), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit studiefinanciering 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 17, eerste lid, wordt «de artikelen 3.4, tweede lid, 3.9, derde lid, en 3.17, eerste lid, van de wet» vervangen door: de artikelen 3.4, tweede lid, en 3.9, derde lid, van de wet.

B

In artikel 17, eerste lid, wordt «de artikelen 3.4, tweede lid, en 3.9, derde lid, van de wet» vervangen door: de artikelen 3.4, tweede lid, 3.9, derde lid, en 3.17, eerste lid, van de wet.

C

Na artikel 34 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 34a. Tijdelijke afwijking artikel 17

Artikel 17, tweede lid, is niet van toepassing in de kalenderjaren 2011 en 2012.

ARTIKEL II

Het Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 6 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6a Tijdelijke afwijking artikel 5

Artikel 5, tweede lid, is niet van toepassing in de kalenderjaren 2011 en 2012.

ARTIKEL III

  • 1. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011, met uitzondering van artikel I, onderdeel B, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2012, en werkt ten aanzien van artikel I, onderdeel A, terug tot en met 1 januari 2010.

  • 2. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2010, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, en werkt het terug tot en met 1 januari 2011, met uitzondering van:

    • a. artikel I, onderdeel A, dat terugwerkt tot en met 1 januari 2010, en

    • b. artikel I, onderdeel B, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2012.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 15 december 2010

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra

Uitgegeven de vierentwintigste december 2010

De Minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Met ingang van 1 januari 2011 treedt in werking de Wet van 2 december 2010 tot wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 (WSF 2000) en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) in verband met onder meer niet-indexering normbedragen voor 2011 en 2012 en aanpassing aanvullende beurs (Kamerstukken II 2009–2010, 32 263; Stb. 2010, 807).

Met deze wetswijzigingen worden de overheidsuitgaven ingevolge die wetten beperkt door onder meer de normbedragen voor studiebeurzen en onderwijsbijdragen in 2011 en 2012 niet te verhogen. Daartoe moeten ook het Besluit studiefinanciering 2000 (BSF 2000) en het Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (BTOS) worden aangepast. Dit wijzigingsbesluit voorziet daarin.

Het gaat om technische aanpassingen van de artikelen in het BSF 2000 en het BTOS die de reguliere indexering van de normbedragen regelen. Deze artikelen worden per 1 januari 2011 voor de duur van twee jaar buiten werking gesteld, waarmee deze besluiten in overeenstemming zijn gebracht met de inhoud van gemelde wetswijzigingen.

Tevens is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een technische wijziging door te voeren die het BSF 2000 in lijn brengt met de wijziging van onder meer de WSF 2000 en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de verhoging van het collegegeld en de aanpassing van het aflossingssysteem studieschulden (Kamerstukken II 2008–2009, 31 790, nr 5; Stb. 2009, 246 en 247). Daarin is geregeld dat de bijverdiengrens voor de kalenderjaren 2010 en 2011 niet geïndexeerd wordt.

De hier aan de orde zijnde niet-indexering van normbedragen voor 2011 en 2012 alsmede de niet-indexering van de bijverdiengrens voor 2010 en 2011, zijn juridisch reeds vastgelegd in de WSF 2000 en de WTOS middels eerdergemelde wetswijzigingen (Stb. 2009, 246 en Stb. 2010, 807). Onderhavige technische wijzigingen van beide besluiten strekken er slechts toe om deze besluiten met beide wetten in overeenstemming te brengen.

Uitvoerbaarheid, administratieve lasten en financiële gevolgen

Deze aanpassingen hebben geen gevolgen voor de uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid, administratieve lasten of Rijksbegroting, maar zijn noodzakelijk om de besluiten in overeenstemming te brengen met bovengenoemde wetswijzigingen.

Voorhang ontwerpbesluit

Overeenkomstig artikel 11.1 van de WTOS is het ontwerpbesluit voorafgaand aan de advisering door de Raad van State aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal voorgelegd (brief van 21 september 2010; Kamerstukken II 2009/2010, 32 263, nr. 12). Het ontwerpbesluit is door beide Kamers voor kennisgeving aangenomen.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Op 1 januari 2010 is een wijziging van artikel 3.17, eerste lid, van de WSF 2000 ingevoerd, welke wijziging een tijdelijke niet-indexering van de bijverdiengrens voor de jaren 2010 en 2011 behelst. Deze wijziging vond plaats bij de Wet tot wijziging van de WSF 2000 en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de verhoging van het collegegeld en de aanpassing van het aflossingssysteem studieschulden (Stb. 2009, 246 en 247). Het BSF 2000 was nog niet aangepast aan deze wijziging van artikel 3.17, eerste lid, van de WSF 2000. Met dit onderdeel A is deze wijziging thans ook in het BSF 2000 doorgevoerd.

Indexering van de bijverdiengrens zal vanaf 1 januari 2012 echter weer worden toegepast (zie Kamerstukken II 2008/09, 31 790, nr. 5). De hernieuwde indexering per 1 januari 2012 wordt in artikel 3.17, eerste lid, van de WSF 2000 geregeld via het koninklijk besluit van 8 juni 2009 (Stb. 2009, 247). Artikel 17, eerste lid, van het BSF 2000 zal hier per 1 januari 2012 op worden aangepast door middel van artikel I, onderdeel B (zie hierna) in combinatie met de inwerkingtredingsbepaling in artikel III.

Artikel I, onderdeel B

Zoals in de toelichting bij onderdeel A aangegeven, zal de indexering van de bijverdiengrens vanaf 1 januari 2012 weer worden toegepast (zie Kamerstukken II 2008/09, 31 790, nr. 5). In verband daarmee is de indexering voor de jaren 2010 en 2011 in artikel 3.17, eerste lid, van de WSF 2000 tijdelijk buiten werking gesteld (zie Stb. 2009, 246 en 247). Door middel van het koninklijk besluit van 8 juni 2009 (Stb. 2009, 247), zal de indexering van de bijverdiengrens per 1 januari 2012 wederom in artikel 3.17, eerste lid, van de WSF 2000 worden ingevoerd. Met de onderhavige wijziging in dit onderdeel B wordt artikel 17, eerste lid, van het BSF 2000 hiermee in overeenstemming gebracht. Dit gebeurt per 1 januari 2012, zoals nader geregeld in artikel III van dit besluit.

Artikel I, onderdeel C

Op grond van het wetsvoorstel tot wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met onder meer niet-indexering normbedragen voor 2011 en 2012 en aanpassing aanvullende beurs (Kamerstukken II 2009/2010, 32 263), blijft het normbudget van studerenden voor de kosten van levensonderhoud in de jaren 2011 en 2012 gelijk aan dat in 2010. Daartoe worden de normbedragen gedurende 2011 en 2012 niet geïndexeerd. Artikel 17, tweede lid, van het BSF 2000 – waarin de jaarlijkse indexatie wordt geregeld – wordt daarom tijdelijk buiten werking gesteld middels invoering van het nieuwe artikel 34a. Dit onderdeel strekt daartoe.

Artikel II

In verband met de niet-indexering van de normbedragen in de WTOS gedurende de kalenderjaren 2011 en 2012 wordt artikel 5 van het BTOS – waarin de aanpassing van de jaarlijkse indexatie wordt geregeld – door middel van invoering van het nieuwe artikel 6a dit artikel II tijdelijk buiten werking gesteld.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011, gelijktijdig met de inwerkingtreding van eerdergenoemde wijziging van de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten in verband met onder meer niet-indexering normbedragen voor 2011 en 2012 en aanpassing aanvullende beurs.

Aan artikel I, onderdeel A, wordt terugwerkende kracht verleend. Daarmee wordt aangesloten bij de inwerkingtredingsdatum van artikel I, onderdeel Ba, van de Wet tot wijziging van onder meer de WSF 2000 en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek in verband met de verhoging van het collegegeld en de aanpassing van het aflossingssysteem studieschulden (Stb. 2009, 246 en 247).

Artikel I, onderdeel B, treedt in werking per 1 januari 2012. Daarmee wordt aangesloten bij de wijziging per die datum van artikel 3.17, eerste lid, van de WSF 2000 waarbij de indexering van de bijverdiengrens wederom wordt ingevoerd (zie de toelichting bij artikel I, onderdeel B).

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

H. Zijlstra


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid jo vijfde lid van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven