Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | nr. 61, item 3 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2011-2012 | nr. 61, item 3 |
Aan de orde is de behandeling van:
- het verslag van een algemeen overleg over PAS/Natura 2000 (32670, nr. 37).
De beraadslaging wordt geopend.
Mevrouw Lodders (VVD):
Voorzitter. Omwille van de tijd begin ik direct met het voorlezen de moties.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat provincies bij de uitwerking van de beheerplannen de mogelijkheid hebben om complementaire doelen in een Natura 2000-gebied te beschermen;
overwegende dat voor betrokkenen bij het beheerplanproces helder moet zijn welke doelen wel en welke doelen geen internationale verplichtingen zijn;
verzoekt de regering, in de nieuwe natuurwet op te nemen dat vergunningen niet af mogen ketsen op complementaire doelen en maatregelen welke niet onder het wettelijk regime van Natura 2000 vallen;
verzoekt de regering tevens, de complementaire doelen te schrappen uit de beheerplannen voor de gebieden waar het Rijk zelf het initiatief heeft,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Lodders en Koopmans. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 38 (32670).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) vele open einden kent en dat de regering de inzet kiest, medio juni 2012 de Kamer te informeren over totaalbeeld en de kosten hydrologie;
constaterende dat tussen het Rijk en de provincies nog geen afspraken zijn gemaakt in het natuurakkoord over de financiering van hydrologische maatregelen;
constaterende dat de PAS en de hydrologische maatregelen invloed hebben op de geformuleerde instandhoudingsdoelstellingen in een Natura 2000-gebied;
overwegende dat zolang hierover geen definitieve uitsluitsel bestaat, de (instandhoudings)doelen in de concept-aanwijzingsbesluiten aan verandering onderhevig kunnen zijn en bij nader inzicht aangepast kunnen worden, wat op termijn meer zekerheid biedt voor de ondernemer;
overwegende dat bij definitieve aanwijzing van Natura 2000-gebieden (instandhoudings)doelstellingen niet meer aangepast of gewijzigd kunnen worden;
verzoekt de regering om niet over te gaan tot het definitief aanwijzen van Natura 2000-gebieden totdat duidelijkheid bestaat over de haalbaarheid en betaalbaarheid van de te nemen maatregelen over hydrologie en PAS en de Kamer hierover voor 1 juli te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Lodders en Dijkgraaf. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 39 (32670).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat ondernemers al jaren in onzekerheid zitten door trage beheerplanprocessen over toekomstige bedrijfsvoering door de Natura 2000-regelgeving;
constaterende dat in veel gevallen al ontwerpbeheerplannen gereed zijn in gebieden die nog definitief aangewezen moeten worden;
overwegende dat ondernemers snel duidelijkheid willen hebben over welke activiteiten wel of niet vergunningsplichtig zijn en dat de beheerplannen helderheid moeten bieden;
van mening dat redelijkerwijs verwacht kan worden dat voor deze gebieden een beheerplan binnen een jaar vastgesteld kan worden nadat de gebieden definitief zijn aangewezen;
verzoekt de regering om voor deze gebieden de termijn voor het definitief vaststellen van een beheerplan te verkorten tot maximaal een jaar,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Lodders. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 40 (32670).
Ik vind wel dat we echt moeten proberen om het binnen de twee minuten te doen, en dat kan niet met drie van die lange moties.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Als de doelen niet teruggedraaid kunnen worden, omdat ze afhangen van Europese regelgeving, moet er dan meer geld uit de PAS naar natuurherstelmaatregelen, juist om de ondernemer meer zekerheid te geven?
Mevrouw Lodders (VVD):
Dat is nu juist de vraag die centraal stond in het AO over Natura 2000 en de PAS. Daar hebben we in drie termijnen met elkaar en met de staatssecretaris over gedebatteerd. De staatssecretaris heeft aangegeven dat hij het inzichtelijk zal maken en wij willen dat inzicht hebben alvorens we verdere stappen zetten.
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
In drie termijnen heb ik geen helder antwoord gekregen van de VVD-fractie op deze vraag. Gaat het nu om zekerheid voor de ondernemer en mag er geld van de luchtwassers naar natuurherstel?
Mevrouw Lodders (VVD):
Ik kan daar geen antwoord op geven als we niet weten over welke bedragen we het hebben. Die duidelijkheid willen we dus graag hebben.
De heer Koopmans (CDA):
Dat laatste is beantwoord in de motie-Koopmans/Snijder-Hazelhoff, maar dat even terzijde.
De laatste motie van mevrouw Lodders gaat over tempo. Dat is een heel goed idee, maar ik ga ervan uit dat mevrouw Lodders vindt dat het schrappen van de koppen, dat eerder in de motie-Lodders/Koopmans is opgenomen, daarbij hoort.
Mevrouw Lodders (VVD):
Dat is een vanzelfsprekendheid. Juist het schrappen van de complementaire doelen en andere zaken die we in dit huis hebben besproken, zijn daar onderdeel van.
De heer Koopmans (CDA):
Dat is heel goed. Het lijkt me verstandig om dat ook in de motie te verwerken, zodat het voor iedereen duidelijk is.
Mevrouw Lodders (VVD):
Dat is een heel goede suggestie.
Mevrouw Jacobi (PvdA):
Ik wil graag duidelijkheid van mevrouw Lodders. Zij zegt dat ze deze motie indient omdat ondernemers in onzekerheid verkeren, maar de motie vergroot die onzekerheid eigenlijk ook meteen, doordat wordt verzocht om uitstel van de aanwijzing. Hoe verklaart mevrouw Lodders dat?
Mevrouw Lodders (VVD):
Dat is juist de kip-en-eivraag waar we met elkaar over praten. Op het moment dat wij gebieden definitief gaan aanwijzen, kunnen we niet meer aan de knop draaien, en dat is de reden waarom de VVD ervoor heeft gekozen om niet aan te wijzen alvorens het complete beeld bekend is. En dat moet wat ons betreft zo snel mogelijk gebeuren.
Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter. Ik dien één motie in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland via internationale verdragen verplicht is, het uitsterven van soorten binnen Nederland te voorkomen en via Europese verdragen verslechtering van Europese natuurwaarden te voorkomen;
constaterende dat 80% van de Nederlandse natuur in een ongunstige staat verkeert, waarbij het tegengaan van verdere verslechtering volgens het Planbureau voor de Leefomgeving al niet gewaarborgd is en het realiseren van herstel al helemaal onzeker is;
constaterende dat de al jaren veel te hoge neerslag van stikstof een van de grootste bedreigingen vormt voor het behoud van waardevolle natuur en een krimp van de veestapel de enige oplossing is voor dit probleem;
constaterende dat de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) het stikstofprobleem niet bij de bron aanpakt;
constaterende dat veehouderijen verplicht moeten investeren in emissiebeperkende maatregelen, terwijl er geen enkele zekerheid bestaat over de juridische houdbaarheid van de PAS, de toegezegde uitbreidingsmogelijkheden en de gevolgen voor de individuele boer, zeker niet na 2017;
concluderende dat de huidige Programmatische Aanpak Stikstof van de regering gedoemd is te mislukken en dat de gevolgen voor de natuur, de boeren en de belastingbetaler zeer ernstig zullen zijn;
wijst de huidige Programmatische Aanpak Stikstof af;
roept de regering op, te komen tot een stikstofaanpak die wel zorgt voor een gezonde natuur en duidelijkheid voor de boeren, zonder grote juridische en financiële onzekerheden,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ouwehand. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 41 (32670).
De heer Koopmans (CDA):
Voorzitter. Allereerst moet mij van het hart dat het mij verheugt dat de Raad van State gisteren een streep heeft gezet door het OostvaardersWold. Dat is fijn. Daarnaast wil ik de staatssecretaris het volgende voorleggen. We moeten kiezen of we gaan aanwijzen of niet. Ik zou mijn motie (30825, nr. 159) die ik heb ingediend op 16 februari 2012, maar heb aangehouden, met het dictum "verzoekt de regering enkel Natura 2000-gebieden definitief aan te wijzen waarvan de financiering van de maatregelen ter realisatie van de internationale doelen in het beheerplan zijn geregeld binnen de daartoe vastgestelde budgetten", nog eens onder de aandacht willen brengen. Mevrouw Lodders en de heer Dijkgraaf gaan een stap verder door te zeggen dat we niet moeten aanwijzen. Wij vinden dat we wel moeten aanwijzen, mits de centen geregeld zijn binnen de daartoe aangewezen budgetten. Misschien is dat voor de staatssecretaris een oplossing.
De voorzitter:
Ik wil de leden erop wijzen dat hierna een debat gepland staat waarin heel veel mensen geïnteresseerd zijn. Ik wil dat graag op tijd laten beginnen. Laten we gezamenlijk de verantwoordelijkheid voelen voor het volgens planning laten verlopen van de vergaderdagen.
Mevrouw Jacobi (PvdA):
Voorzitter. De aanpak van de stikstofproblematiek vraagt veel generieke maatregelen, maar is bovenal een lokaal probleem. Daarom dien ik de volgende drie moties in.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat stikstofproblematiek een lokaal probleem is dat lokaal om oplossing vraagt;
overwegende dat het voor de natuur in Brabant niets oplevert als in Groningen de stikstofemissie afneemt;
verzoekt de regering, in de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) ervoor te zorgen dat stikstofwinsten niet als pindakaas over het land worden uitgesmeerd, maar dat ontstane ontwikkelruimte aan de eigen regio wordt toebedeeld,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Jacobi. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 42 (32670).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) noodzakelijk is om in en rond kwetsbare natuurgebieden de natuurkwaliteit te verbeteren en de economie niet op slot te zetten;
overwegende dat de PAS nu beoordeeld wordt door de Raad van State;
overwegende dat het nodig is om, indien de Raad van State in zijn voorlichting kritisch is over de PAS, deze te verbeteren;
overwegende dat er bij de Raad van State twijfels zouden bestaan omtrent de afdwingbaarheid, de mate van milieuverbetering ten opzichte van het uiteindelijke doel en de timing van de toedeling van de ontwikkelruimte voordat deze gerealiseerd is;
verzoekt de regering, de Raad van State te vragen om te adviseren welke verbeteringen in de vorm van bijvoorbeeld een oplevertoets noodzakelijk zijn om de toets der kritiek te kunnen doorstaan,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Jacobi en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 43 (32670).
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de aanwijzing van Natura 2000-gebieden allang had moeten geschieden;
constaterende dat de regering de aanwijzing van 133 gebieden afhankelijk maakt van het oplossen van de stikstofproblematiek in zeventien gebieden;
constaterende dat dit leidt tot onzekerheid in de gebieden die maar steeds niet worden aangewezen en waarvoor dus ook geen beheerplan kan worden vastgesteld;
verzoekt de regering, haast te maken met de aanwijzing van in ieder geval de gebieden die geen duidelijke stikstofproblematiek kennen en ook met de aanwijzing van de overige gebieden haast te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Jacobi en Van Veldhoven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 44 (32670).
De heer Van Gerven (SP):
Voorzitter. De uitspraak van de Raad van State over het OostvaardersWold is natuurlijk een klap in het gezicht van de natuurontwikkeling in Nederland. Ik denk dat dit – voorlopig – het dramatische dieptepunt is als gevolg van de bombrief van de staatssecretaris van 20 oktober 2010, waarin hij zich van zijn allerslechtste kant heeft laten zien.
Ik heb één motie.
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat duidelijkheid en zekerheid voor alle betrokken burgers, boeren en bedrijven wenselijk is;
overwegende dat de staatssecretaris heeft aangegeven dat voor ruim 65% van de gebieden (74 van de 116) de kosten voor alle benodigde maatregelen minder dan 500 mln. per jaar bedragen;
overwegende dat hiermee maximaal ca. 35 mln. nodig is en dat dit kan binnen het huidige budget;
verzoekt de regering, uiterlijk 1 april deze 60 tot 75 Natura 2000-gebieden definitief aan te wijzen en de middelen hiervoor te garanderen,
en gaat over tot de orde van de dag.
De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Gerven. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt nr. 45 (32670).
Mevrouw Van Veldhoven (D66):
Voorzitter. Ik had bij dit VAO graag een flinke stap voorwaarts gezet met Natura 2000: alle gebieden voor de zomer in Brussel aangemeld! Ik realiseer mij echter heel goed dat daarvoor meer nodig is dan een VAO'tje. Een nieuw kabinet zou leuk zijn; hopelijk wordt daar elders aan gewerkt. In de tussentijd heb ik een paar vragen over de PAS. Wat betekent het uitstel van hydrologische maatregelen tot juni voor de juridische houdbaarheid en de praktische voortgang van de PAS? Wat is de dekking voor het uitbetalen van de 26,5 mln. waarvan ook de Raad van State in zijn vonnis bevestigde dat die sowieso aan Flevoland moeten worden uitbetaald? Misschien is de heer Koopmans van het CDA ook blij met die ongedekte cheque. En wanneer komt de natuurvisie naar de Kamer? CDA en VVD hebben de teugels van hun eigen paradepaardje met het Natuurakkoord zo strak aangetrokken dat het geen stap meer kan zetten. Mijn fractie maakt zich grote zorgen over deze “Programmatische Aanpak Stilstand”.
Mevrouw Wiegman-van Meppelen Scheppink (ChristenUnie):
Voorzitter. De discussie over de Programmatische Aanpak Stikstof en Natura 2000 hebben wij uitgesmeerd over enkele maanden, maar onze grootste zorg betreft nog steeds de combinatie van zo miniem mogelijke maatregelen en een zo groot mogelijke beperking van de omvang van ehs-gebieden. Dat klinkt logisch, maar is het niet. Juist robuustere gebieden vergen minder maatregelen en kosten. Dit zal gevolgen hebben voor de generieke maatregelen die in het kader van de Programmatische Aanpak Stikstof moeten worden genomen. Aanstaande dinsdag wil ik de aangehouden motie in stemming brengen waarin de regering wordt verzocht om een toetsingskader voor de PAS dat werkbaar is voor de individuele boer en om duidelijke afspraken over de inhoudelijke en financiële verantwoordelijkheid van de boeren aan de generieke maatregelen (30825, nr. 161). Daarmee wil ik voorkomen dat de rekening voor het bezuinigen op natuur stilzwijgend op het bordje van de boeren wordt gelegd. Ik ben erg blij dat de staatssecretaris op 16 februari 2012 een positief oordeel over die motie heeft gegeven.
Staatssecretaris Bleker:
Voorzitter. Excuses voor de twee minuten die ik nodig had. In de motie-Lodders/Koopmans op stuk nr. 38 wordt de regering verzocht om de complementaire doelen te schrappen enzovoorts. Dat zie ik als ondersteuning van het beleid, zoals we eerder besproken hebben.
De motie-Lodders/Dijkgraaf op stuk nr. 39 gaat over de aanwijzing van gebieden. Er zijn meerdere moties ingediend die betrekking hebben op de aanwijzingsbesluiten voor Natura 2000-gebieden. Zelfs de aangehouden motie van de heer Koopmans gaat hierover. Ik geef daar één antwoord op: ik heb eerder toegezegd dat er in mei een brief komt waarin ik nauwkeurig inga op de omstandigheden van dat moment, de mogelijkheden en onmogelijkheden en de verdere procedure ten aanzien van de aanwijzing van Natura 2000-gebieden. Ik zou het dus zeer op prijs stellen als de moties die hierop betrekking hebben, tot dat moment zouden kunnen worden aangehouden. Anders loop ik vooruit op de brief, die zelf de resultante is van een uitgebreid AO dat we met elkaar hebben gehad.
Mevrouw Lodders (VVD):
Als de staatssecretaris aangeeft dat hij tot die tijd geen gebieden aanwijst, kan ik me daarin vinden. De datum in mijn motie, namelijk 1 juli, is gerelateerd aan de brief die de staatssecretaris gisteren naar de Kamer heeft gestuurd. Als we daarover op dat moment kunnen debatteren, houd ik mijn motie aan.
De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Lodders stel ik voor, haar motie (32670, nr. 39) aan te houden.
Daartoe wordt besloten.
Staatssecretaris Bleker:
De vraag was of ik, tot het moment dat die brief in mei uitkomt en de bespreking daarvan met de Kamer, even wat aanwijzingsbesluiten ga doen. Het antwoord daarop is: nee. Tot dat moment doe ik dat niet.
Dan kom ik op motie-Lodders op stuk nr. 40. Het dictum daarvan zie ik als een inspanning en daarmee als ondersteuning van het beleid.
De motie-Ouwehand op stuk nr. 41 betreft een motie die ik moet ontraden. Er ligt een voorstel Programmatische Aanpak Stikstof bij de Raad van State om beoordeeld te worden en om een advies over te krijgen. Deze motie loopt op van alles en nog wat vooruit. Om die reden ontraad ik de motie.
In de motie op stuk nr. 42 verzoekt mevrouw Jacobi de regering om ervoor te zorgen dat stikstofwinsten bij de Programmatische Aanpak Stikstof niet als pindakaas over het land worden uitgesmeerd. Dat gaat ook niet gebeuren. De motie is dus ondersteuning van het beleid, want er wordt niets als pindakaas over het land uitgesmeerd.
In de motie-Jacobi/Van Veldhoven op stuk nr. 43 wordt de regering verzocht om de Raad van State te vragen om een advies over de vraag welke verbeteringen noodzakelijk zijn om de toets der kritiek te kunnen doorstaan. Dat is inherent aan de adviesaanvraag die we hebben gedaan. Wij gaan met alle verbeteringssuggesties van de Raad van State zeer serieus om. Ik heb toegezegd dat de Kamer het advies van de Raad van State en de wijze waarop wij daarmee omgaan en daar gevolg aan willen geven, krijgt. Dan kunnen we daarover debatteren. Dat is mijn reactie op deze motie. In die zin is zij overbodig. Zij gaat namelijk in op een specifiek punt dat aan de orde komt. Om die reden ontraad ik haar.
Op de motie-Jacobi/Van Veldhoven op stuk nr. 44 ben ik zojuist ingegaan. Dat komt in de meibrief. Ik ontraad de motie dus.
Ook op de motie van de heer Van Gerven op stuk nr. 45, waarin wordt verzocht om de Natura 2000-gebieden uiterlijk 1 april aan te wijzen, ben ik ingegaan. Er komt een meibrief. Om die reden ontraad ik de motie dus.
Dan kom ik op de vraag van mevrouw Van Veldhoven: wat betekent uitstelhydrologie voor de houdbaarheid en hoe zit het met de kwestie van het OostvaardersWold en de natuurvisie. Daar zal ik heel kort over zijn. In juni hopen wij met de provincies en de waterschappen meer duidelijkheid te hebben bij de betrokken ministeries over de hydrologische middelen die nodig zijn en over de vraag hoe we daarin kunnen voorzien. Ten aanzien van het OostvaardersWold heb ik ook met instemming kennisgenomen van de uitspraak van de Raad van State. Ik ben in overleg met de provincie Flevoland om op een correcte manier tot een afwikkeling van deze kwestie te komen, zodat het zowel voor de provincie Flevoland als voor de betrokken particulieren op een nette manier wordt afgewikkeld. Het overleg daarover is al gaande. Dan is er nog de vraag wanneer de natuurvisie komt. De natuurvisie zal in de tweede helft van dit jaar beschikbaar zijn.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter:
Ik dank de staatssecretaris en de leden dat ze zo hebben meegewerkt aan een vlot verloop. De motie op stuk nr. 39 is aangehouden. Over de andere moties wordt volgende week dinsdag gestemd.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20112012-61-3.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.