2021D41085 LIJST VAN VRAGEN

De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane over drie brieven inzake een door PwC uitgevoerd onderzoek, dat heeft geleid tot het rapport Reconstructie en tijdlijn van het «memo-Palmen» (Kamerstuk 35 510, nrs. 84, 86 en 87; brieven van 30 september, 5 oktober en 8 oktober 2021).

De fungerend voorzitter van de commissie, Tielen

Adjunct-griffier van de commissie, Lips

Nr

Vraag

1

Klopt het dat één lid van het managementteam (MT) weigerde medewerking te geven aan het onderzoek? Klopt het dat dit gebeurde, hoewel de secretaris-generaal (SG) sterk aandrong op medewerking? Klopt het dat PwC hierop weigerde een interview af te nemen met dit MT-lid, met als argument dat dit interviews niet op dienstbevel maar vrijwillig zouden moeten zijn? Waarom stelt PwC zich op dit standpunt? Klopt het dat waarheidsvinding toch centraal zou moeten staan en niet het door PwC zelf bepaalde criterium zoals vrijwillige medewerking?

2

Klopt het dat er een groot aantal wijzigingen en toevoegingen in de tekst van het rapport is aangebracht? In hoeverre is dit echt «gangbaar»? In hoeverre is een onderzoek nog «onafhankelijk» te noemen als de opdrachtgever zich op microniveau met de gebruikte formuleringen in de tekst kan bemoeien?

3

Hoe onafhankelijk kan een rapport nog genoemd worden als het Ministerie van Financiën blijkbaar zin voor zin en woord voor woord gaat zitten corrigeren? Dit wekt toch sterk de indruk van censuur vanuit het Ministerie van Financiën?

4

Hoeveel geld heeft dit onderzoek van PwC de belastingbetaler uiteindelijk gekost? Is dit nuttig besteed belastinggeld? Kan hiervan een kosten-baten-analyse worden gemaakt?

5

Welke lessen kunnen nu uit het PwC onderzoek worden getrokken om het ondersneeuwen van belangrijke signalen vanuit de werkvloer voortaan niet verloren te laten gaan? Waarom wordt hieraan – de kern – geen aandacht besteed?

6

In hoeverre heeft de voormalige directeur-generaal van de Belastingdienst, de heer Uijlenbroek, wel of niet de waarheid gesproken in de verhoren van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag (POK) in november 2020?

7

Is het geloofwaardig om te zeggen dat iemand het rapport niet kent, maar er wel nadrukkelijk over gesproken is in een overlegorgaan als het MT?

8

Klopt het dat de voormalige directeur-generaal in 2021 tegenover PwC heeft gezegd dat de «hoofdzaken uit het memo» zijn besproken, en er «procesmatige afspraken» zijn gemaakt? Klopt het dat dat dit haaks staat op wat hij tegenover de POK heeft gezegd? Klopt het dus dat deze voormalige directeur-generaal niet de waarheid heeft gesproken tegenover de POK?

9

In hoeverre is «niet kennen» echt «niet kennen»? Zijn er verschillende soorten of gradaties van «niet kennen»? Klopt het dat niet-kennen zich niet beperkt tot de situatie waarin een memo niet van kaft tot kaft gelezen en begrepen is?

10

Welke procedures zouden er moeten worden gevolgd indien iemand tegenover de POK of een parlementaire enquêtecommissie zegt dat hij een bepaald memo niet kent, maar het toch blijkt te kennen? Is strafrechtelijke vervolging dan op zijn plaats?

11

Kan worden uitgesloten dat er een doofpot- en bewuste vergeetachtigheidsstrategie gevolgd is door ambtenaren van het Ministerie van Financiën?

12

Zijn er, al dan niet mondelinge, instructies gegeven om bij lastige vragen «geen actieve herinnering» als antwoord te geven?

13

Klopt het dat er een uitgebreide voorbereiding is geweest voor bewindspersonen en ambtenaren voorafgaand aan de gesprekken met de POK? Wat is daar precies besproken?

14

Klopt het dat in de voorbereiding van de gesprekken met de POK geen geheugentraining is geweest die bewindspersonen en ambtenaren had kunnen helpen bij het graven in hun geheugen?

15

Klopt het dat er in de voorbereiding op de gesprekken van de POK is geadviseerd om bij lastige vragen te zeggen dat men bepaalde documenten «niet zou kennen»?

16

Klopt het dat het memo-Palmen bewust niet is opgenomen in het archiefsysteem Digidoc? Kan dit worden uitgesloten?

17

Hoe verhoudt een mogelijke doofpotactie zich tot een nieuwe bestuurscultuur waarin transparantie centraal zou moeten staan?

18

Klopt het ambtenaren van de afdeling Uitvoerings- en Handhavingsbeleid (UHB) opdracht hebben gegeven om in ambtelijke stukken niet meer te verwijzen naar het memo-Palmen? Klopt het dat PwC deze passage onder druk van het Ministerie van Financiën heeft geschrapt? Waarom wilde het Ministerie van Financiën dit? Wie heeft opdracht gegeven voor het schrappen? Waarom is PwC met het schrappen akkoord gegaan? Waarom is het PwC-rapport op andere punten aangepast op verzoek van het Ministerie van Financiën?

19

Waarom is de passage geschrapt, waarin staat dat toenmalige directeur-generaal, de heer Uijlenbroek, in juni 2019 opdracht heeft gegeven om te achterhalen wat er sinds 2017 met het memo-Palmen is gebeurd? Klopt het dat ambtenaren persoonlijk hebben gehoord dat de heer Uijlenbroek dit in juni 2019 heeft gezegd? Klopt het dat deze passage toch nooit geschrapt had mogen worden? Waarom is PwC hier toch akkoord mee gegaan? Welke drukmiddelen heeft het Ministerie van Financiën op PwC toegepast?

20

Hoe kan het dat de ambtelijke top bezig was met aanpassingen van een onderzoeksrapport, terwijl de politieke top (die het rapport besprak op 24 september 2021) het rapport nog niet had gekregen?

21

Is een dergelijk onderzoeksrapport op deze manier nog wel onafhankelijk te noemen?

22

Waarom heeft PwC zich laten knevelen, in de zin dat PwC akkoord is gegaan met het niet zelf geven van antwoorden op vragen uit de media? Waarom heeft PwC zich de mond laten snoeren? In hoeverre is PwC dan zelf nog geloofwaardig?

23

Is bij PwC bewust of onbewust twijfel gezaaid over mogelijke vervolgopdrachten?

24

Klopt het dat het memo-Palmen ook op dinsdag 4 juni 2019 op het Ministerie van Financiën is besproken? Klopt het dat daarbij ook de toenmalige directeur-generaal, de heer Uijlenbroek, en de toenmalige secretaris-generaal, mevrouw Leijten, alsmede de toenmalige Staatssecretaris, de heer Snel, aanwezig waren? Waarom heeft PwC dit niet vastgesteld in het rapport?

25

Klopt het dat op aangeven van PwC er geen dienstbevel is gegeven aan het lid van het MT Toeslagen dat niet mee wilde werken aan het onderzoek? Heeft de SG wel overwogen dit dienstbevel te geven? Is dit dezelfde persoon als degene die is aangeduid als Lid 5 MT Toeslagen in deze passage «Omdat het «memo Palmen» gaat over CAF 11 Hawai dossier is Lid 5 van het MT Toeslagen 2017 ook verantwoordelijk voor het contact met de Nationale ombudsman gevraagd de opvolging van het «memo Palmen» op te pakken»?

26

Wat is voor u de belangrijkste conclusie uit het PwC-rapport? Welke opvolging geeft zij hieraan?

27

Zijn de conclusies over het PwC onderzoek volgens u sluitend?

28

Welke informatie ontbreekt er nog om alle twijfel weg te nemen dat het memo Palmen inderdaad onbekend was bij de ambtelijke top en de Staatssecretaris in 2017 en 2019?

29

Is de volgende tekst in paragraaf 275 van het conceptrapport feitelijk juist: «Tijdens de ambtelijke voorbespreking van 5 juni 2019 vraagt de Directeur-Generaal Belastingdienst (2017–2020) naar de opvolging van het «memo-Palmen» vanaf 2017. Tijdens deze bijeenkomst, waar ook de Secretaris-Generaal Ministerie van Financiën (2013–2020) aanwezig was, vroeg de Directeur Generaal naar de status van het memo en of het opvolging had gekregen.»?

30

Klopt de informatie in de mail van het MT-lid Toeslagen dat: «De memo is door het MT van Toeslagen besproken, er is een vervolg aan gegeven in samenwerking met de opsteller van de memo, met de betreffende advocaat is in contact getreden, er hebben gesprekken plaatsgevonden en dat alles besproken en met instemming gevolg door de toenmalige DG en Staatssecretaris (appendix A.10.68)»?

31

Wat heeft het onderzoek van PwC gekost?

32

Hoe bent u gekomen tot de gunning aan PwC?

33

Hoeveel onderzoeken doet PwC momenteel bij de Belastingdienst?

34

Waarom is gekozen voor een zo intensieve begeleidingscommissie?

35

Met wie heeft de begeleidingscommissie (delen van) het op te stellen concept gedeeld? Gebeurde dit voordat het concept-rapport naar Ministerie van Financiën ging of daarna?

36

Hoe is de begeleidingscommissie tot stand gekomen?

37

Wie heeft zich juridisch laten bijstaan in de gesprekken met PwC? Heeft het Ministerie van Financiën deze kosten betaald?

38

Waarom was meineed een issue voor de begeleidingscommissie?

39

Kunt u alle notities, memo's of wat dies meer zij over mogelijke aanwezigheid van meineed die op het ministerie zijn gemaakt naar de Kamer sturen?

40

Wist u persoonlijk van de voorkeursbehandeling van de mensen die verhoord waren door de POK, waarbij zij tweemaal het hele rapport konden zien in het kader van hoor- en wederhoor?

41

Bij wie was de mailwisseling zoals te zien in Appendix A.10.97 tot A10.101 van 20 januari 2020 bekend? Waarom is dit nooit aan de Kamer gemeld?

42

Erkent u dat het memo zeker vijf keer bewust niet is verstrekt aan de Kamer, media of onderzoekers (in 2017; na de juniweek van 2019; ongemotiveerd uit de beslissing gehouden op het Wob-verzoek van RTL en Trouw in het najaar van 2019; uit de tijdlijn van ADR gehouden in maart 2020; bewust niet verstrekt aan de POK in de zomer van 2020)? Wie nam deze beslissingen?

43

Erkent u dat de factsheets – die immers gaan over CAF11 – vielen onder het informatieverzoek op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) van RTL en Trouw behoorden die alles opvroeg over CAF11?

44

Wie besloot de factsheets – gemaakt in de juniweek 2019 – in het najaar van 2019 uit de beslissing op het Wob-verzoek van RTL en Trouw te houden en zelfs onvermeld te laten dat de documenten bestonden?

45

Wanneer is het besluit genomen dat de «ambtelijke top» de bestuursraad van het Ministerie van Financiën is? Wie nam dit besluit?

46

Waarom is in antwoorden op Kamervragen niet erkend dat men intern wist dat er onrechtmatig (laakbaar) was gehandeld?

47

Bent u bereid te bevorderen dat de geaccordeerde gespreksverslagen van PwC die zijn gedeeld met (oud-) medewerkers van het Ministerie van Financiën en Belastingdienst/Toeslagen, (alsnog) ter vertrouwelijke inzage worden gelegd bij de Kamer? Zo nee, waarom niet?

48

Heeft u kennisgenomen van de uitlatingen van de advocaat van de toenmalige directeur-generaal Belastindienst die aan de orde kwamen in de hoorzitting van de commissie Financiën op 26 oktober 2021 met PwC, op basis van een publicatie van RTL Nieuws, waarin het volgende wordt gesteld: «Ik wijs er ten slotte op dat de heer Uijlenbroek ten overstaan van de POK eerder had verklaard dat het hem toen volledig onbekende memo in de juni-week van 2019 tijdens een bespreking met onder meer de Staatssecretaris ter sprake is gebracht.»? Kunt u aangeven of deze verklaring klopt op basis van bij het ministerie/de Belastingdienst aanwezige informatie?

49

Wilt u voorts bij PwC navraag doen over wat deze functionaris exact heeft verklaard tegenover PwC en of dit wel of niet is opgenomen in het geaccordeerde gespreksverslag, mede in het licht van de opmerking van PwC in de hoorzitting met de Kamer «dat wij dit zo niet hebben opgetekend of vastgelegd»?

50

Heeft u kennisgenomen van het antwoord op vraag 38 in de beantwoording1 door PwC van vragen met betrekking tot het onderzoeksrapport die de commissie Financiën aan PwC had voorgelegd, waarin wordt gesteld dat de toenmalig directeur-generaal aanwezig was bij een overleg op dinsdag 4 juni 2019, waarin de contouren van een factsheet werden besproken en de facto wordt verwezen naar het memo-Palmen. Uit het verslag van deze bespreking volgt dat er naar het interne memo uit 2017 is verwezen in de bespreking. Klopt het dat de directeur-generaal Belastingdienst hierbij aanwezig was?

51

Heeft u zelf gesproken met betrokken (oud-) medewerkers, zoals de opsteller van het vaktechnisch memo in 2017, de Lavaco, de rijkstrainee en de secretaris van het crisisteam en de twee ambtenaren die hebben aangegeven dat factsheet 6 in de ambtelijke bespreking van woensdag 5 juni is besproken? Zo nee, wilt u dit alsnog doen? Wilt u aan hen vragen of hun verklaringen correct en zorgvuldig in het eindrapport van PwC zijn weergegeven of dat er omissies zijn? Wilt u de Kamer informeren over de uitkomsten van deze gesprekken?

52

Wilt u in gesprek gaan met de geïnterviewde die heeft aangegeven dat de directeur-generaal in de ambtelijke voorbespreking op woensdag 5 juni uitdrukkelijk vroeg naar de status en opvolging van het memo-Palmen? Zo nee, waarom niet?

53

Wilt u voorts in gesprek gaan met het MT-lid Toeslagen dat medewerking heeft geweigerd aan het PwC-onderzoek en vragen naar wat zij bedoelde met de conclusie dat alle acties na het advies van de Raad van State, het memo-Palmen en het rapport van de Nationale ombudsman zijn besproken met het MT, de directeur-generaal en de toenmalig Staatssecretaris? Zo nee, waarom niet?

54

Heeft u kennisgenomen van de opmerkingen in de verslagen van de begeleidingscommissie dat ambtenaren die mogelijk in verband worden gebracht met meineed het volledige (concept-) rapport konden inzien?

55

Heeft u kennisgenomen van de toelichting van de onderzoekers van PwC dat mede op grond hiervan uw ambtsvoorganger en een aantal hoge functionarissen (onder wie: SG, DG, directeur Toeslagen) het volledige (concept-) rapport konden inzien en daarop commentaar konden geven? Realiseert u zich hoe dit door lagere functionarissen is ervaren? Realiseert u zich dat hier een «chilling effect» vanuit gaat?

56

Op welke mogelijke meinedige verklaringen zagen de opmerkingen van PwC? Kan u dit per functionaris toelichten?

57

Geldt er een aangifteplicht als er sprake is van een mogelijk vermoeden van meineed? Geldt dat ook voor PwC of het ministerie? Heeft u een aanvullende aangifte overwogen? Zo nee, waarom niet?

58

Hoe beoordeelt u de bemoeienis en het commentaar van de begeleidingscommissie op het (concept)rapport? Kan u hierop reflecteren en aangeven welke lessen u trekt?

59

Hoe beoordeelt u het feit dat betrokkenen vanuit Toeslagen die onderzocht werden, via de begeleidingscommissie andermaal konden reageren op de «feitencheck», nadat concept-versies met hen werden gedeeld?

60

Bent u bereid om zelf in gesprek te gaan met medewerker 1 UHB die heeft gezegd dat factsheet 6 is verdwenen omdat het Afdelingshoofd UHB aangaf dat het signaal «in hun ogen geen opvolging leek te hebben gekregen»? Wilt u nagaan wat hier is gebeurd en de Kamer hierover informeren?

61

Kunt u een limitatieve opsomming geven van documenten die wel onder de vordering van de POK vielen over het memo-Palmen en die niet aan de POK zijn verstrekt? Wilt u dit per document benoemen?

62

Waarom is besloten om het memo-Palmen na het aanleveren ervan door de opsteller ervan in de zomer van 2020 niet aan de POK te verstrekken? Terwijl uzelf altijd aangaf «ruimhartig» te zijn in de verstrekking?

63

Wie heeft in de juniweek van 2019 vastgesteld dat het memo-Palmen niet verder was verspreid in de Belastingdienst?

64

Wie was bekend met de gegevens waar het memo-Palmen was verspreid?

65

Het memo is niet gearchiveerd om een «zuivere reconstructie» te kunnen maken. Kunt u die reconstructie aan de Kamer zenden?

66

Waarom wilde u op de Kamervragen van het lid Omtzigt omtrent het memo-Palmen in januari 2021 geen antwoorden meer geven? Welk besluit lag daaraan ten grondslag?

67

Heeft u het niet willen beantwoorden van de vragen van het lid Omtzigt afgestemd met de ministerraad?

68

Kunt u alle bijlagen die in de verslagen van de begeleidingscommissie zijn genoemd (in de tekst en als bijlage) aan de Kamer doen toekomen?

69

Kunt u alle versies van het interviewprotocol aan de Kamer sturen en aangeven wie op basis van welk interviewprotocol is geïnterviewd?

70

Zijn de personen die door PwC zijn gehoord juridisch of op andere wijze bijgestaan, voor, tijdens of na het interview?

71

Kunt u gelet op het verslag van 14 mei 2021 van de begeleidingscommissie aangeven hoe het advies van de landsadvocaat luidde en dat advies aan de Kamer doen toekomen?

72

Wat was gelet op het verslag van 14 mei 2021 van de begeleidingscommissie de eerder afgestemde werkwijze en wat was het alternatief dat PwC voor ogen stond?

73

Indien er personen die zijn geïnterviewd, zijn bijgestaan voor tijdens of na het verhoor, wie zijn dat dan?

74

Indien er personen die zijn geïnterviewd, zijn bijgestaan voor tijdens of na het verhoor, zijn de kosten daarvan dan gedragen door het ministerie of de Belastingdienst? Zo ja, hoeveel kosten zijn er dan voor wie gemaakt?

75

De onderzoekers van PwC hebben een aantal opmerkingen gemaakt over de inhoud van specifieke verhoren. Kunt u een onafhankelijke vertrouwenspersoon aanwijzen waar mensen vertrouwelijk kunnen melden dat de weergave van hun interview niet correct was en ervoor zorgen dat die mensen dat zonder repercussies kunnen doen en dat de uitkomsten van dat proces aan zowel de Kamer, de regering als aan PwC worden gemeld?

76

Is voormalig Staatssecretaris van Financiën, de heer Wiebes, ooit geïnformeerd over het memo-Palmen en/of over de inhoud van het memo-Palmen? Zo ja, hoe en wanneer?

77

Kunt u alle stukken die Staatssecretaris Wiebes zijn toegestuurd voor beantwoording van de schriftelijke vragen van het lid Omtzigt van 10 juli 20217 over de opschorting en stopzetting van kinderopvangtoeslag aan de Kamer doen toekomen?2

78

Kunt u aangeven of toenmalig Staatssecretaris Wiebes en toenmalig directeur-generaal Uijlenbroek zijn geïnformeerd zoals Lid 5 MT Toeslagen in haar email schrijft, namelijk dat zij overal van op de hoogte waren?

79

Kunt u ervoor zorgen dat de Kamer alsnog het rode-draden verslag krijgt, waartoe ook opdracht gegeven is?

80

Bent u, gelet op de vergaande beïnvloeding van het onderzoek in de begeleidingscommissie, van mening dat dit een onafhankelijk onderzoek was? Zo ja, kunt u aangeven hoe die onafhankelijkheid was gewaargeborgd?

81

Kunt u het zich voorstellen dat de Kamer achterover sloeg van verbazing toen werd gemeld in de gecorrigeerde antwoorden dat de ADR niet de gehele set memo's had gekregen, maar slechts de eerste twee pagina's en dus niet op de hoogte kon zijn van het feit dat de memo-Palmen bestond? Heeft de AUT, ook aangeduid als de adviescommissie-Donner, de beschikking gekregen

over de factsheets, behorende bij de notities van 11 en 14 juni 2019 aan de

Staatssecretaris? Kunt u ook precies vertellen of de AUT beschikte over factsheet 6, waarin het memo 2017 is benoemd?

82

Kunt u een sluitende verklaring geven voor het feit dat de ADR factsheet 6 niet kreeg, maar alleen de eerste twee pagina's?

83

Met wie en om welke reden heeft de begeleidingscommissie van het Ministerie van Financiën het (concept)rapport van PwC gedeeld?

84

Is het (concept)rapport van PwC door de begeleidingscommissie, dan wel door personen buiten de begeleidingscommissie, gedeeld met personen die geen inhoudelijke bijdrage aan het rapport hebben geleverd en waarbij derhalve geen sprake was en/of kon zijn van hoor- en wederhoor? Zo ja, met wie en om welke reden?

85

Kunt u het stuk dat de ADR heeft gekregen, de twee setjes factsheets inclusief de e-mail waarmee dit is verstuurd, aan de Kamer doen toekomen?

86

Zijn er personen geweest die geen bijdrage hebben geleverd aan het rapport, maar die desalniettemin inhoudelijke tekstuele wijzigingen hebben voorgesteld? Zo ja, wie, aan wie en waarom?

87

Wanneer heeft de Staatssecretaris ontdekt dat de ADR niet de volledige set factsheets had gekregen?

88

Kunt u op basis van het (concept)rapport van PwC tot de conclusie dat één of meerdere (bewinds)personen die gehoord zijn door de parlementaire ondervragingscommissie kinderopvangtoeslag – in weerwil van de verklaringen die aldaar zijn gegeven – wel op de hoogte waren van het memo-Palmen? Hetzij doordat het memo ter handen was gesteld, hetzij doordat de inhoud dan wel het bestaan van het memo mondeling was medegedeeld, hetzij op enigerlei andere wijze? Zo ja, op grond waarvan? Zo nee, op grond waarvan niet?

89

Indien u tot de conclusie komt, dan wel reeds bent gekomen, dat één of meerdere (bewinds)personen onder ede een verklaring hebben afgegeven die niet strookt met de bevindingen van het (concept) PwC rapport, welke consequenties verbindt u daar dan aan?

90

Heeft, gelet op het feit dat u eerder schreef: «Mijn ambtsvoorganger heeft dit memo nooit onder ogen gekregen.», uw ambtsvoorganger ooit kennis genomen van het bestaan van het memo-Palmen zoals de advocaat van de heer Uijlenbroek recent schreef aan RTL nieuws?

91

Bent u op basis van het (concept)rapport van PwC tot de conclusie gekomen dat u de Kamer één of meerdere keren verkeerd heeft geïnformeerd? Zo ja, kunt u een overzicht verstrekken van die momenten en welke consequenties verbindt u daar aan?

92

Handhaaft u uw antwoord waarbij u eerder schreef: «Mijn ambtsvoorganger heeft dit memo nooit onder ogen gekregen», of wenst u dit antwoord te nuanceren?

93

Gaat u antwoorden uit de lijst van vragen en antwoorden van 22 januari 20213, waarin u antwoord geeft op (minimaal) 42 vragen die gerelateerd zijn aan het memo Palmen, herzien naar aanleiding van het (concept)rapport van PwC? Waarom wel of waarom niet?

94

Wilt u de motie-Omtzigt c.s. alsnog uitvoeren die luidt: «verzoekt de regering tevens, bij de rapportage in november [2019] ook een volledig feitenrelaas te verschaffen met onder andere wie wanneer welk besluit in CAF-gerelateerde zaken genomen heeft en op basis van welke informatie, en welke handelingen onrechtmatig waren»«?

95

Herinnert u zich dat u in uw brief van 15 juni 20214 met betrekking tot het memo van de vaktechnisch coördinator uit 2017 heeft gesteld dat u, aangaande de e-mail van 5 juni 2019 van Uitvoeringsbeleid (de e-mail met de passage: Dit document graag NIET verder verspreiden en ook niet in Digidoc hangen.), de berichten niet van volledige context en duiding kon voorzien, omdat het onderzoek van PwC nog liep? Kunt u nu het onderzoek van PwC is afgerond de berichten wel van een volledige context en duiding voorzien en daartoe overgaan?

96

Herinnert u zich de lijst feitelijke vragen over drietal brieven inzake CAF-11 van 14 december 2020? Herinnert u zich dat hierin de volgende beantwoording is opgenomen, in het antwoord op vraag 38: «Aan de ADR is gevraagd te onderzoeken of en wanneer de ambtelijke en politieke top van problemen op de hoogte was. De ambtelijke top is gedefinieerd als één of meer leden van de Bestuursraad van het Ministerie van Financiën. De politieke top is gedefinieerd als de Minister of de Staatssecretaris van het Ministerie van Financiën. Volgens de informatie van de ADR was de ambtelijke en politieke top niet op de hoogte van het memo.»?

97

Herinnert u zich voorts de Kamerbrief5 van uw ambtsvoorganger over de onderzoeksopdracht aan de ADR, met onderliggende correspondentie, naar aanleiding van verzoeken van de leden Omtzigt en Lodders, meer precies rond deelvraag 9, die luidde: «Wanneer wist de ambtelijke en politieke top van het onrechtmatig handelen en andere problemen?» Waarom is dit onderzoek ingeperkt tot leden van de Bestuursraad? Op wiens instigatie?

98

Heeft hierover overleg of afstemming plaats tussen opdrachtgever (Belastingdienst) en ADR? Wanneer, op welke momenten heeft overleg plaats gevonden? Zijn er verslagen van overleggen over deze inperking? Zijn eventuele afspraken over deze inperking vastgelegd, ofwel intern bij de Belastingdienst dan wel bij de ADR? Kunt u de Kamer afschriften doen toekomen van eventuele interne verslaglegging of correspondentie over deze inperking?

99

Kunt u toelichten hoe het kan dat de ADR uitgebreid onderzoek deed naar documenten bij Toeslagen, waarbij ook is onderzocht was is gewisseld op het niveau van het MT Toeslagen (agenda’s, vergaderverslagen MT Toeslagen) en dat nu blijkt dat het memo-Palmen (dat door het MT is besproken) bewust niet is opgenomen in het ADR-onderzoek? (Zie paragrafen 18 en 184 PwC-reconstructie en Appendix A.10.38: «Ik heb de notitie voorgelegd aan de ADR, samen met de aanvullende procesbeschrijving. Op grond van hun afbakeningscriteria hebben ze besloten het niet in hun rapportage te betrekken.»)? Kunt u toelichten wat de (oorspronkelijke) afbakeningscriteria van de ADR waren en of zij tussentijds zijn aangepast?

100

Bent u door dit rapport aan het denken gezet over het verantwoordelijkheidsgevoel en de verantwoordelijkheid van individuele ambtenaren? Geeft u opvolging aan deze gedachtes? Zo ja, welke opvolging?

X Noot
1

Raadpleegbaar op www.tweedekamer.nl; nummer 2021D39867.

X Noot
2

Tweede Kamer, Vergaderjaar 2016–2017, Aanhangsel van de Handelingen, nr. 2720.

X Noot
3

Kamerstuk 35 510, nr. 46 (Lijst van vragen en antwoorden over het verslag van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag «Ongekend onrecht»).

X Noot
4

Kamerstuk 35 510, nr. 58 (Reactie op verzoek commissie met betrekking tot het memo van de vaktechnisch coördinator uit 2017).

X Noot
5

Kamerstuk 31 066, nr. 519

Naar boven