35 405 Raming der voor de Tweede Kamer in 2021 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten

Nr. 1 GELEIDENDE BRIEF

Den Haag,4 maart 2020

Elk jaar stelt de Tweede Kamer haar eigen begroting op, de Raming. In het voorjaar behandelt de Tweede Kamer deze Raming, die vervolgens door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt toegevoegd aan hoofdstuk IIA van de Rijksbegroting. In deze geleidende brief wordt beschreven wat er in het afgelopen jaar is gebeurd en bereikt, en worden de prioriteiten en aandachtspunten voor 2021 beschreven. Daarbij wordt uiteraard voortgebouwd op Ramingen van voorgaande jaren, maar staan we ook stil bij het bijzondere jaar dat 2021 wordt; op 17 maart 2021 vinden de verkiezingen voor de Tweede Kamer plaats en in de zomer van 2021 staat de verhuizing naar B67 gepland.

Terugblik – Raming 2020

Renovatie Binnenhof en tijdelijke huisvesting

In de Raming voor 2020 (Kamerstuk 35 166) is er vanuit gegaan dat het jaar 2020 in het teken zou staan van de verhuizing naar de tijdelijke huisvesting aan de Bezuidenhoutseweg 67. Bij de behandeling van de Raming d.d. 3 juni 2019 (Kamerstuk 35 166, nr. 21) is de renovatie van het Binnenhof Kamerbreed aan de orde gesteld. Daarbij is ingegaan op de rol van de Kamer «als gebruiker van het gebouw» en de positie van het Rijksvastgoedbedrijf. Vanuit het presidium is aangegeven dat de plannen die op dat moment voorlagen niet voldeden aan de verwachtingen, en dat ook de architectenkeuze van het Rijksvastgoedbedrijf zorgde voor spanningen. Het presidium heeft het afgelopen jaar geijverd om de Kamer meer grip te geven op het renovatieproces, zodat de Kamer op een serieuze manier invloed kan uitoefenen op de plannen. Staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken heeft in een brief d.d. 1 juli 2019 (Kamerstuk 34 293, nr. 81) aan de Kamer laten weten opnieuw naar de governance te kijken. In de zomerperiode van 2019 zijn er door de Staatssecretaris intensieve gesprekken gevoerd met architectenbureau OMA en Pi de Bruijn/Architekten Cie. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in het beëindigen van de overeenkomst met architectenbureau OMA door de Staatssecretaris, zoals medegedeeld in zijn brief van 3 september 2019 (Kamerstuk 34 293, nr. 83). Ook is, op aandringen van de Kamer, de geheimhouding zoveel mogelijk opgeheven en is er (dus) meer openheid gekomen en inzicht voor het publiek in de renovatieplannen. Op 16 oktober 2019 heeft de Staatssecretaris aan de Kamer laten weten (Kamerstuk 34 293, nr. 85) dat de cumulatie van risico’s en hierdoor het geheel aan onzekerheden maakt dat de start van de renovatie en daarmee de verhuizing van de gebruikers van het Binnenhof in de zomer van 2020 niet gegarandeerd kan worden. De verhuizing naar de tijdelijke huisvesting is daarom met één jaar uitgesteld en is nu voorzien in de zomer van 2021.

Herziening Reglement van Orde

In de Raming voor 2020 is gewezen op de presentatie van de aanbevelingen van de werkgroep «Herziening Reglement van Orde» (Kamerstuk 35 322, nr. 3), onder voorzitterschap van de heer Van der Staaij. Hoewel het Reglement van Orde in de afgelopen decennia op onderdelen is herzien, was het de eerste keer sinds 1994 dat het Reglement integraal werd doorgelicht. De werkgroep sprak zelf van «groot onderhoud»; een toetsing op actualiteit, consistentie en bruikbaarheid. De presentatie van het eindrapport vond plaats op 30 oktober 2019. Wat centraal stond – en staat – in de voorstellen van de werkgroep, is een betere balans tussen plenaire activiteiten en commissieactiviteiten, meer regelmaat en een grotere voorspelbaarheid van de plenaire agenda, en meer oog voor het commissiewerk. Concreet heeft de werkgroep onder meer voorgesteld om de commissie-indeling te vereenvoudigen met enkel nog vaste en tijdelijke commissies, om het algemeen overleg voortaan een commissiedebat te noemen en om de bevoegdheid tot het houden van een wetgevingsoverleg bij commissies te beleggen. Daarnaast werden oplossingen geboden voor enkele knelpunten in het wetgevingsproces. Andere voorstellen betreffen de Regelingen van Werkzaamheden (met de mogelijkheid om ook in commissieverband Regelingen van Werkzaamheden te houden), om te verkennen of het mogelijk is om met vaste stemmomenten te werken, en om nog niet ingeplande debatten na verloop van tijd te laten vervallen. Een belangrijke kanttekening die de werkgroep daarbij maakte, is dat een herziening van het Reglement van Orde niet alles oplost. Als het gaat om de grote aantallen moties en debataanvragen bijvoorbeeld, moeten oplossingen ook worden gezocht in aanpassing van de parlementaire cultuur.

De behandeling van de wijzigingsvoorstellen vindt op dit moment plaats.

Integriteit

Tijdens de behandeling van de Raming voor 2020 is uitgebreid gesproken over het rapport van de werkgroep «Integriteit Leden van de Tweede Kamer» (Kamerstuk 35 166, nr. 5), dat is opgesteld onder voorzitterschap van het toenmalige Kamerlid Van Oosten en in november 2018 is aangeboden aan het presidium. De werkgroep werd ingesteld naar aanleiding van de tweede nalevingsrapportage van GRECO (Groep van Staten tegen Corruptie, onderdeel van de Raad van Europa). In het Ramingsdebat is reeds aangegeven dat het op een integere manier uitoefenen van het ambt van Kamerlid een eigen verantwoordelijkheid van Kamerleden is en blijft. Kamerleden zijn zich daar terdege van bewust. Tegelijkertijd is het van belang om de kenbaarheid van de bestaande integriteitsregels te vergroten en desgewenst te voorzien in advies over de toepassing ervan. Niet alleen ter bevordering van het aanzien van de Kamer als geheel, maar nadrukkelijk ook ter bescherming van individuele Kamerleden. Daarom heeft het presidium, conform de eerste aanbeveling van de werkgroep-Van Oosten, een Gedragscode Leden Tweede Kamer der Staten-Generaal opgesteld, waarin geldende integriteitsregels worden samengebracht en toegelicht. Doel van de gedragscode is om de kenbaarheid en praktische bruikbaarheid van de regels te vergroten. In deze gedragscode wordt ook ingegaan op het contact met lobbyisten. De gedragscode is ter vaststelling voorgelegd aan de Kamer.

In lijn met de tweede en derde aanbeveling van de werkgroep-Van Oosten heeft het presidium een onafhankelijk adviseur integriteit benoemd. Vanaf 1 januari 2020 kunnen Kamerleden contact opnemen met mevrouw Biesheuvel-Vermeijden, als zij behoefte hebben aan (vertrouwelijk) advies over integriteitsdilemma’s – bijvoorbeeld met betrekking tot nevenfuncties, belangen of geschenken. De adviseur brengt jaarlijks een geanonimiseerd jaarverslag uit aan het presidium, dat vervolgens openbaar wordt gemaakt. In haar jaarverslag kan de adviseur aanbevelingen doen ter verheldering of verbetering van de integriteitsregels.

Met betrekking tot de vierde aanbeveling van de werkgroep – die ziet op toezicht en handhaving van de integriteitsregels – heeft de Kamer de gewijzigde motie-Van der Molen c.s met algemene stemmen aangenomen (Kamerstuk 35 166, nr. 20; Handelingen II 2018/19, nr. 94, item 8). De motie verzocht het presidium ook de laatste aanbeveling van de werkgroep uit te werken en een voorstel te doen voor versterking van toezicht en handhaving van de integriteitsregels. Dat is inmiddels gebeurd. Kern van het voorstel is het instellen van een onafhankelijk college van onderzoek, dat klachten over de naleving van de gedragscode voor Kamerleden kan onderzoeken. Het voorstel is voorgelegd aan de Kamer, waarbij de commissie voor Binnenlandse Zaken is verzocht het voorstel in behandeling te nemen, in samenhang met de eerder voorgelegde gedragscode voor Kamerleden.

Ondersteuning fracties

Er is vorig jaar tevens gesproken over de ondersteuning van fracties. In vergelijking met de departementen en de parlementen in de ons omringende landen, zijn wij bescheiden in onze ondersteuning. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in september 2019 is de motie Jetten c.s. (Kamerstuk 35 300, nr. 19) ingediend en aangenomen (Handelingen II 2019/20, nr. 3, items 6 en 8), waarin de regering onder meer gevraagd wordt het budget voor parlementariërs structureel met tien miljoen euro te verhogen. Bij de behandeling van de begroting Staten-Generaal is door het lid Sneller een amendement ingediend om het fractiebudget, conform de aangenomen motie Jetten c.s., structureel met tien miljoen euro te verhogen (Kamerstuk 35 300 IIA, nr. 5), om zo meer ruimte te creëren voor fractieondersteuning. Het amendement is aangenomen. De ophoging van het fractiebudget is per 1 januari 2020 geëffectueerd. Op dit moment wordt in kaart gebracht wat de gevolgen zijn van de uitbreiding van fractieondersteuning voor de huisvesting van de fracties.

Viering 75 jaar vrijheid

Het jaar 2020 staat in het teken van de viering van 75 jaar bevrijding en vrijheid. Overal in het land vinden herdenkingen en activiteiten plaats. Vorig jaar is toegezegd dat er ook in de Tweede Kamer uitgebreid wordt stilgestaan bij het herstel van de Nederlandse parlementaire democratie na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Samen met de leden Van der Molen, Van Gent, Agema, Renkema, Van der Staaij, Van der Graaf en Paternotte worden daartoe verschillende activiteiten georganiseerd. Deels betreft het activiteiten die ieder jaar plaatsvinden – al dan niet in uitgebreide vorm –, zoals de herdenking bij de Erelijst voor Gevallenen op 4 mei, bij de Indische plaquette op 14 augustus en het bevrijdingsfestival op 5 mei. Daarnaast wordt er, in samenwerking met het NIOD, een fototentoonstelling in Tweede Kamer georganiseerd; op 30 maart 2020 wordt die tentoonstelling geopend. In april 2020 brengt de Tweede Kamer een bezoek aan het vernietigingskamp Auschwitz; alle fracties zijn daarbij vertegenwoordigd. Op 25 september 2020 wordt in de Oude Zaal een evenement georganiseerd om te vieren dat de volksvertegenwoordiging op díe dag, dan precies 75 jaar geleden, voor het eerst sinds 10 mei 1940 weer bijeen kwam. Daarnaast worden er rondleidingen door de Tweede Kamer georganiseerd, langs de plekken die een bijzondere betekenis hebben in relatie tot de Tweede Wereldoorlog; de Handelingenkamer en de Kasteinkamer bijvoorbeeld. Deze activiteiten ín en vanuit het parlement onderstrepen dat de Tweede Kamer het hart van onze democratische, open, vrije samenleving vormt.

Betrokkenheid burgers bij de Kamer

Er worden meer activiteiten georganiseerd om burgers bij onze democratie en de Tweede Kamer te betrekken. De Kamer participeert in evenementen als de Open Monumentendag en de Museumnacht. Daar is altijd veel belangstelling voor. Tijdens Open Monumentendag 2019 hebben meer dan 4600 mensen de Kamer bezocht. De Museumnacht trok in 2019 1035 bezoekers. Het totaal aantal bezoekers bedroeg in 2019 239.677 tegenover 224.034 in 2018. Ook het aantal scholieren dat de Tweede Kamer bezoekt vertoont een stijgende lijn. In 2019 waren dat er 108.416, tegenover 99.571 in 2018 en 93.000 in 2017. In het regeerakkoord is opgenomen dat alle scholieren minimaal één keer een bezoek aan de Tweede Kamer brengen. Dat werd en wordt gezien als bestendiging van het beleid dat de Tweede Kamer altijd al heeft gevoerd: we willen zoveel mogelijk mensen in staat stellen de Kamer te bezoeken. Tegelijkertijd moet worden gezocht naar een goede balans. Voorop staat dat de Tweede Kamer primair de plek is waar 150 leden hun rol als Kamerlid vervullen. De fysieke ruimte en mogelijkheden stellen grenzen aan het aantal bezoekers.

In 2019 vond voor de tweede keer het Kindervragenuur plaats. Het was opnieuw een succes, en droeg bij aan de (her)kenbaarheid van het Kamerwerk onder basisschoolleerlingen. Ook in 2020 en 2021 wordt een Kindervragenuur georganiseerd. Verder vindt ook de V100 weer plaats. In voorgaande jaren werden honderd burgers en honderd MBO-studenten gevraagd mee te denken over de Verantwoordingsstukken van de Algemene Rekenkamer. In 2020 maken honderd jonge wetenschappers deel uit van de V100.

De commissies zoeken naar nieuwe vormen en middelen om burgers bij het Kamerwerk te betrekken. Internetconsultaties en webinars zijn hier een voorbeeld van. Het biedt burgers de mogelijkheid om, op een laagdrempelige manier, inbreng te leveren. Dit jaar organiseerde de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het eerst een rondetafeldebat. Op 15 januari 2020 vond een debat plaats tussen gasten die uiteenlopende standpunten innamen. De Kamerleden luisterden toe. Het doel was om te komen tot een helder beeld van voor- en tegenstanders in een discussie. Ook dit instrument kan worden toegevoegd aan de instrumenten die de Kamer ter beschikking staan.

Interne organisatie

In de afgelopen jaren hebben bij veel diensten reorganisaties of herijkingen plaatsgevonden. Het is goed om de eigen organisatie van tijd tot tijd door te lichten; om te kijken wat goed gaat en wat beter kan. De gewijzigde motie-Neppérus c.s. (Kamerstuk 34 444, nr. 16) riep daar ook toe op. In 2019 zijn reorganisaties bij de Bodedienst en de Beveiligingsdienst in gang gezet. Op dit moment werken de Griffies Commissies en de Griffie Plenair aan stapsgewijze veranderingen om de ondersteuning aan Kamerleden verder te verbeteren. In 2020 wordt er tevens gekeken naar de ICT-gerelateerde diensten. De ambitie is dat de totale reorganisatie in 2021 is afgerond, en dat de Tweede Kamer is gegroeid in haar rol als professionele en slagvaardige organisatie.

De transitie van de ICT dienstverlening naar het Shared Service Centre van Binnenlandse Zaken is in 2019 niet doorgegaan. Vlak voor de transitie zag SSC-ICT hiervan af. Binnen de Tweede Kamer is een plan opgesteld, mede in het licht van de verhuizing naar B67, om de continuïteit van de ICT dienstverlening te waarborgen. Hoewel SSC-ICT bij onder meer de inrichting van de technische infrastructuur in B67 nog wel een faciliterende rol speelt, wordt een volledige transitie van de ICT dienstverlening naar SSC-ICT de komende jaren niet meer opportuun geacht. De Tweede Kamer zal de eigen ICT organisatie versterken zodat de Kamer de ICT ondersteuning de komende jaren in eigen beheer kan uitvoeren. Die versterking van de ICT organisatie is een voorwaarde voor een succesvolle verhuizing, omdat in verband met de verhuizing naar B67 forse veranderingen in de technische infrastructuur worden doorgevoerd. Daarnaast is het noodzakelijk om de ICT werkplek stabieler te maken en, functioneel gezien, naar een hoger niveau te brengen. In deze transitieperiode is er dus sprake van vernieuwing en versterking van enerzijds de personele kant en anderzijds aan de kant van de infrastructuur zelf. Het betreft hier grote en complexe ingrepen, waarbij helaas ook verstoringen kunnen optreden. Van de Kamerorganisatie vraagt dit om een grote alertheid; de continuïteit van het primaire proces staat voorop en mag niet door verstoringen worden belemmerd.

In de afgelopen periode was binnen de organisatie ook aandacht voor werkbeleving, werkklimaat en sociale veiligheid. In 2018 heeft er voor het eerst een werkbelevingsonderzoek plaatsgevonden onder medewerkers van de Tweede Kamer. De bevindingen van dit onderzoek zijn binnen alle diensten besproken. Op basis van de uitkomsten is een plan van aanpak opgesteld. Momenteel is dit in uitvoering. Het tegengaan van ongewenste omgangsvormen en het bevorderen van sociale veiligheid hebben daarin prioriteit. Er is meer aandacht voor deze onderwerpen tijdens introductiedagen voor nieuwe medewerkers, bijvoorbeeld door betere informatieverstrekking over het integriteitsbeleid van de Tweede Kamer en het aanbieden van trainingen. Daarnaast is geïnvesteerd in de scholing van vertrouwenspersonen. Op dit moment kent de Kamer vijf interne vertrouwenspersonen, twee uit de ambtelijke organisatie en drie uit het fractiepersoneel. Daarnaast is er ook een externe vertrouwenspersoon aangesteld, voor medewerkers die liever met iemand van buíten de organisatie spreken. In de communicatiemiddelen van de Kamer – Plein2, de Kamerbode – is aandacht besteed aan de vertrouwenspersonen en hun werkwijze. Zowel aan de fracties als aan de diensten hebben de vertrouwenspersonen het aanbod gedaan zich persoonlijk te komen voorstellen.

Vooruitblik – Raming 2021

Tweede Kamerverkiezingen

Het jaar 2021 zal met name in het teken staan van de Tweede Kamerverkiezingen. Dit is niet alleen een enerverende periode voor Kamerleden en fracties, maar ook voor de Tweede Kamer. De kabinetsformatie, die sinds 2012 onder regie van de Tweede Kamer plaatsvindt, moet worden voorbereid. Daarnaast moeten de voorbereidingen worden getroffen voor mogelijk opnieuw een grote wisseling van Kamerleden (in maart 2017 traden er maar liefst 71 nieuwe Kamerleden aan). Het is traditie dat er voor nieuwe Kamerleden een «informatieplein» wordt ingericht, waar verschillende diensten zich presenteren en Kamerleden informatie verschaffen – uiteenlopend van ICT tot onkostenvergoedingen. De ervaring is dat deze manier van informatievoorziening wordt gewaardeerd, maar ook dat nieuwe Kamerleden veel informatie tegelijkertijd krijgen. In 2021 zal er daarom ook later aan leden worden gevraagd of zij voldoende zijn geïnformeerd over bijvoorbeeld de vergoedingen die zij ontvangen of over de geldende integriteitsregels. Ook bij fracties zal worden geïnventariseerd aan welke (aanvullende) ondersteuning zij behoefte hebben. Het kan gaan om ondersteuning die binnen de Kamer georganiseerd kan worden, maar ook om externe cursussen/scholing. Voor Kamerleden en fractiemedewerkers zijn er introductiecursussen over onder meer het Reglement van Orde zowel in de plenaire zaal als in commissies, over het wetgevingsproces en over de betekenis van staatsrechtelijke regels en conventies voor Kamerleden. In 2017 zijn er na het aantreden van een nieuwe Kamer kennismakingsgesprekken met de Voorzitter georganiseerd, waarin het onder meer is gegaan over de informatieplicht die het kabinet in de richting van de Kamer heeft, voortvloeiend uit artikel 68 van de Grondwet; bezien wordt of er opnieuw behoefte bestaat aan dergelijke gesprekken.

Tweede Kamerverkiezingen vormen (altijd) een bijzonder en bepalend moment in onze parlementaire geschiedenis. Wij zijn blij dat wij met de NOS hebben afgesproken dat – naast het lijsttrekkersdebat op 16 maart 2021 – ook de uitslagenavond op 17 maart 2021 ín de Tweede Kamer plaatsvindt. Het parlement biedt niet alleen een mooie en waardige omgeving; als huis van de Nederlandse democratie kunnen de uitslagen van de Tweede Kamerverkiezingen eigenlijk nergens anders worden gepresenteerd.

In een verkiezingsjaar zijn de uitgaven van de Kamer meestal hoger dan in andere jaren, in verband met extra uitgaven voor wachtgelden voor vertrekkende leden, fractiekosten na verkiezingen en de kosten die de formatie met zich mee brengt.

Renovatie Binnenhof en tijdelijke huisvesting Tweede Kamer

Op 16 oktober 2019 heeft de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan de Kamer laten weten de verhuizing naar de tijdelijke huisvesting aan de Bezuidenhoutseweg met een jaar uit te stellen tot de zomer van 2021, onder meer met oog op de beleidslijn ten aanzien van de aanpak van de stikstofproblematiek. Dat brengt met zich mee dat er enerzijds meer tijd is om ICT en AV-faciliteiten te installeren en te testen en kunnen eisen rondom beveiliging goed worden uitgewerkt en geïmplementeerd. Anderzijds zal de Kamer terughoudender zijn met grote investeringen in het huidige Tweede Kamergebouw, wat mogelijk ongemakken met zich mee kan brengen – bijvoorbeeld ten aanzien van het binnenklimaat. Voor de Tweede Kamer is met name van belang dat we verhuizen als de tijdelijke huisvesting gereed is én er daadwerkelijk begonnen kan worden met de renovatie. We willen het Binnenhof niet langer verlaten dan strikt noodzakelijk is.

De planvorming voor de renovatie gaat in 2021 onverminderd door. Dit gebeurt door een team van architecten met allemaal een eigen deelopdracht – gebaseerd op hun eigen expertise –, met de heer De Bruijn als integraal adviseur. Leidend principe bij deze planvorming is het Kamergebouw zó te renoveren dat er tot 2050 geen grote nieuwe ingrepen nodig zijn. De Bouwbegeleidingscommissie is nauw betrokken bij de renovatieplannen en brengt advies uit aan het presidium. De politieke controle wordt uitgeoefend door de commissie voor Binnenlandse Zaken. Deze commissie overlegt met de Minister van Binnenlandse Zaken.

Het uitstel van verhuizing en renovatie leidt tot hogere kosten. Er is in kaart gebracht wat de impact van het uitstel van de verhuizing is op diverse installaties binnen de Tweede Kamer. Hieruit blijkt dat een deel van de netwerkinfrastructuur (ICT) moet worden vervangen. Ook zal een deel van de audiovisuele apparatuur en beveiligingssystemen preventief vervangen moeten worden om uitval van systemen te voorkomen. Het betreft alleen strikt noodzakelijke werkzaamheden en vervangingen. Doordat de verhuizing uitgesteld is moeten er tijdelijk twee panden beheerd en bewaakt worden. De begroting zal hiervoor incidenteel moeten worden opgehoogd.

Parlementair proces/werkwijze Kamer

Waar in de afgelopen periode veel aandacht voor is geweest – en in de komende jaren veel aandacht voor zal blijven – is de inzet van de instrumenten die Kamerleden tot hun beschikking hebben. Het is de taak van Kamerleden om de regering kritisch te bevragen en te controleren. Het recht om als individueel Kamerlid vragen te stellen is grondwettelijk verankerd. Soms is vasthoudendheid nodig om alle informatie boven tafel te krijgen. Tegelijkertijd is het belangrijk dat we bewust omgaan met onze instrumenten. In de afgelopen jaren hebben we de aantallen moties, schriftelijke en mondelinge vragen en debataanvragen zien oplopen. Dat heeft consequenties voor de effectiviteit van onze instrumenten – de tijd dat een motie leidde tot knikkende knieën bij een Minister of Staatssecretaris ligt ver achter ons – en kan een remmende werking hebben op de vergaderagenda. Bij het aantreden van een nieuwe Kamer in 2017 zijn fracties verzocht om kritisch naar de aangevraagde debatten te kijken. Dat heeft ertoe geleid dat we een nieuwe Kamerperiode met slechts negen debatten op de voorraadlijst konden beginnen. Het is de intentie om dat in 2021 opnieuw te doen.

Wellicht leidt ook de behandeling van het rapport en het voorstel van de werkgroep-Van der Staaij, zoals hierboven al vermeld, komend jaar tot wijzigingen in het Reglement van Orde, en dus tot verandering van de werkwijze van de Kamer. Het presidium onderschrijft met name de aanbeveling om een betere balans te zoeken tussen plenaire en commissieactiviteiten.

Voor meer algemene informatie over de werkzaamheden van de Kamer en de Kamercommissies over het afgelopen jaar verwijst het presidium naar de Staat van de Kamer 2019, die als bijlage bij de Ramingsstukken is gevoegd (bijlage bij Kamerstuk 35 405, nr. 3). De Staat van de Kamer bevat een overzicht van relevante feiten en cijfers die gaan over het Kamerwerk in het jaar 2019.

Onderzoeksinstrumenten Kamer

De Kamer beschikt bij de uitoefening van haar taken over een aantal instrumenten waarmee, los van de inlichtingen die vanuit de regering worden verstrekt, zelfstandig onderzoek kan worden gedaan. Naast de reguliere mogelijkheden van de commissie in de Kamer om bijvoorbeeld rondetafelgesprekken te houden of experts om advies te vragen, kan de Kamer besluiten tot het houden van een parlementair onderzoek, een parlementaire ondervraging of een parlementaire enquête. De onderzoeksfunctie van de Kamer heeft zich in de loop van de tijd steeds verder ontwikkeld en vormt inmiddels een belangrijk onderdeel van de parlementaire werkwijze. Zelf onderzoek doen stelt de Kamer in staat om in gezamenlijkheid complexe bestuurlijke of maatschappelijke problemen en uitdagingen in kaart te brengen, kritisch te analyseren en waar mogelijk oplossingen aan te dragen. De afgelopen periode heeft de Kamer tot verschillende onderzoeken besloten. In 2020 en 2021 zal daar veel aandacht naar uitgaan. De Kamer heeft op 2 juli 2019 een tijdelijke commissie Digitale Toekomst ingesteld (Kamerstuk 35 229, nr. 1). Doel is om als Kamer meer sturing te kunnen geven aan de digitalisering, omdat die grote gevolgen heeft voor de samenleving – waaronder werkgelegenheid, veiligheid, de democratie, de verhouding tussen burgers onderling en tussen burger en overheid. Het is daarom belangrijk dat het parlement kaders geeft, ontwikkelingen stimuleert en grenzen trekt. De commissie presenteert binnenkort haar eindrapport en beoogt concrete voorstellen te presenteren om vorm en inhoud te geven aan deze doelstelling. Op 2 juli 2019 is ook de parlementaire ondervragingscommissie ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen (POCOB) ingesteld (Kamerstuk 35 228, nr. 1). Doel van deze commissie is om meer inzicht te krijgen in ongewenste beïnvloeding van maatschappelijke en religieuze organisaties in Nederland, zoals moskeeën, uit onvrije landen. De commissie wil ook inzicht krijgen in effectieve maatregelen om deze invloed te doorbreken. Daarnaast is er een parlementair onderzoek naar processen bij uitvoeringsorganisaties waaronder het UWV, CBR en de Belastingdienst in voorbereiding. Dit onderzoek moet de problemen bij uitvoeringsorganisaties in kaart brengen en heeft als doel de uitvoerbaarheid van beleid beter te waarborgen in het parlementaire proces. Ook de rol en informatiepositie van de Tweede Kamer en de wijze waarop de Kamer haar controlerende taak uitvoert komen hierbij aan bod. Het doel is om te komen tot een (betere) waarborg van de menselijke maat en de uitvoerbaarheid van beleid in het parlementaire proces. Afronding van dit onderzoek wordt verwacht voor de Kamerverkiezingen in maart 2021. Tot slot zal in de komende periode ook de parlementaire enquête naar de gaswinning in Groningen van start gaan, vanuit de gedachte dat het voor alle gedupeerden en andere betrokken partijen belangrijk is om lessen te trekken uit de gaswinning en de schade die daardoor vooral in Groningen is ontstaan. De enquête kan ook bijdragen aan herstel van vertrouwen in de politiek als er publiek verantwoording wordt afgelegd over keuzes die door personen, organisaties en instanties zijn gemaakt. In de tekst van de door alle fracties ondertekende motie staat vermeld dat de enquête niet mag leiden tot vertraging in het herstel van de schade of in het tegengaan van risico’s op verdere bevingen en schade. De inzet van de onderzoeksinstrumenten door de Kamer vraagt op dit moment, maar ook in 2021 om een substantiële inzet van de ambtelijke ondersteuning: griffiers, kenniscoördinatoren, informatiespecialisten, bodes, commissieassistenten en medewerkers van andere diensten.

Informatiepositie Kamer

Eén van de terugkerende prioriteiten is de informatiepositie van de Tweede Kamer. Een sterke informatiepositie is cruciaal om vorm en inhoud te kunnen geven aan onze controlerende en medewetgevende rol. De afgelopen jaren zijn stappen ondernomen om de informatiepositie verder te versterken. Zo werkt sinds 2018 elke commissie in de Kamer, ondersteund door een integrale staf, met een jaarplanning ter versterking van de kennis- en informatiepositie (kennisagenda). Dit heeft het afgelopen jaar geleid tot diverse externe onderzoeksrapporten, literatuurstudies, minisymposia, deskundigenbijeenkomsten, rondetafelgesprekken en werkbezoeken waarmee Kamerleden hun kennis hebben kunnen verdiepen. Verder zijn verschillende rapporteurs benoemd die zich namens een commissie hebben gebogen over een bepaald dossier, zodat de Kamer daar als geheel sterker van wordt. Zoals in de Staat van de Kamer is opgenomen, kende de Kamer in 2019 dertig begrotingsrapporteurs, 23 EU-rapporteurs en drie rapporteurs «Groot Project».

Daarnaast is er blijvend aandacht voor de toepassing van artikel 68 van de Grondwet, dat ziet op de inlichtingenplicht van de regering. We blijven kritisch kijken of vertrouwelijk gegeven informatie wel vertrouwelijk moet zijn, en of fracties wel in gelijke mate worden geïnformeerd. Verder blijven we scherp op de volgordelijkheid van de informatievoorziening aan de Kamer. Het beeld bestaat dat- steeds vaker -media eerder wordt geïnformeerd over kabinetsplannen dan de Kamer. Daar komt bij dat bewindspersonen er in toenemende mate voor lijken te kiezen om het informeren van de Kamer samen te laten vallen met een zogenaamd persmoment. Leden die om een reactie wordt gevraagd, hebben dan over het algemeen nog geen kennis kunnen nemen van de inhoud van de betreffende stukken. Deze persmomenten vallen bovendien vaak op vroege ochtenden, late avonden en in het weekend. Dit staat op gespannen voet met het uitgangspunt dat de Kamer op adequate wijze moet worden geïnformeerd. In januari 2020 heeft het presidium het kabinet laten weten dat dit vanuit staatsrechtelijk oogpunt zeer ongewenst, zo niet onaanvaardbaar is, en de werkafspraken opnieuw onder de aandacht gebracht. Ook in 2021 blijven we er alert op of die werkafspraken worden nagekomen.

Transparantie Kamerwerk

Ook het zichtbaar en inzichtelijk maken van het Kamerwerk is een blijvend aandachtspunt. Daar zijn in de afgelopen periode grote stappen in gezet, onder meer door livestreaming en informatieverstrekking via de website, sociale media (Twitter, Facebook, Instagram) en apps als Debat Gemist en Debat Direct. Zowel de Staatscommissie parlementair stelsel als de werkgroep-Van der Staaij geven aan dat deze ingeslagen weg verder moet worden gevolgd, dus dat de (digitale) mogelijkheden optimaal moeten worden benut om gericht te laten zien waar de Kamer mee bezig is en hoe het parlementaire proces in elkaar zit.

Vanaf 2020 wordt er daarom een parlementaire kennisbank opgebouwd. Die bevat korte, kant-en-klare artikelen over de Kamer zelf en het parlementaire proces in tekst, foto’s, video en beeldverhalen. Die worden ingezet als dat van toepassing is, bijvoorbeeld om gebeurtenissen uit de plenaire vergadering of een commissievergadering toe te lichten. Daarbij wordt een crossmediale inzet gehanteerd: het verhaal van de Kamer wordt via verschillende communicatiekanalen bij een zo groot mogelijk publiek onder de aandacht gebracht, bijvoorbeeld tegelijkertijd via Tweedekamer.nl, Twitter, Facebook, Instagram of gedrukte materialen. Berichten voor sociale media worden op zo’n manier opgesteld dat Kamerleden en fracties deze gemakkelijk kunnen delen. Daarnaast wordt er – naast de organisatie van evenementen ín de Kamer – gekeken naar mogelijkheden om het land in te gaan, bijvoorbeeld met een reizende tentoonstelling over de Tweede Kamer, presentaties of gesprekken met Kamerleden op festivals.

Deze (intensievere) manier van publiekscommunicatie wordt in de komende jaren doorgezet, met als doel de kennis over, de interesse in en de betrokkenheid bij het Kamerwerk (verder) te vergroten.

Fysieke en digitale beveiliging

Blijvende aandacht is er voor de beveiliging van de Tweede Kamer en de continuïteit van het parlementaire proces. Zowel de fysieke als digitale beveiliging van de Tweede Kamer vragen om extra investeringen. In 2019 is gestart met een betere registratie van bezoekers. In 2020 en verdere jaren wordt die registratie breder ingevoerd. Concreet betekent dit dat bezoekers zich moeten aanmelden, als zij de Kamer willen bezoeken. Dat kan vooraf online, of ter plekke in de hal bij ingang Lange Poten. Er wordt ook geëxperimenteerd met «gastvrije» scanstraten, om de capaciteit en doorloop te vergroten. Doel blijft om een goede balans te vinden tussen veiligheid aan de ene kant, en openheid en gastvrijheid aan de andere kant.

In de afgelopen periode hebben we kunnen zien dat ook de digitale veiligheid onze blijvende aandacht vraagt. De Kamer probeert de risico’s zo klein mogelijk te houden, maar kan – zoals iedere organisatie – te maken krijgen met cybercriminaliteit. In januari 2020 werd dat voor iedereen duidelijk voelbaar, toen ook de Tweede Kamer werd geconfronteerd met de veiligheidsproblemen rondom Citrix. Hoewel vanuit de interne crisisorganisatie adequaat werd gereageerd, heeft een dergelijk incident altijd effect op de werkprocessen. Deze casus bewees opnieuw hoe belangrijk het is dat de digitale weerbaarheid van de Kamerorganisatie de aandacht krijgt die het verdient. De reeds in gang gezette versterking van de functie van de CISO (Chief Information Security Officer) draagt daaraan bij. De Tweede Kamer werkt op het gebied van (digitale) veiligheid tevens intensief samen met veel externe partners en diensten.

Behalve financiële investeringen in beveiligingssoftware is een goede voorlichting aan Kamerleden, fractiemedewerkers en ambtenaren van belang. Iedereen moet goed op de hoogte zijn van de veiligheidsrisico’s en weten welke voorzorgsmaatregelen getroffen kunnen worden. In de komende periode wordt daar opnieuw actief op ingezet, onder meer met een security awareness programma.

Tot slot

Het presidium ziet uit naar een constructief gesprek over alle zaken die de Kamer aangaan, zowel constitutioneel als organisatorisch.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, K. Arib

Naar boven