35 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2020)

A BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 september 2019

Graag informeer ik uw Kamer met deze brief over de behandeling van een aantal fiscale moties en toezeggingen.

In deze brief treft uw Kamer een toelichting aan op de sinds de brief van 4 april 20191 afgedane moties en toezeggingen. In bijlage 3 van de begroting treft u het complete overzicht aan van afgedane en nog openstaande fiscale moties en toezeggingen.

I. Afgedane moties en toezeggingen

Motie Ester dat ziet op het indexeren van maximumbedragen bij de vrijwilligersregeling

Tijdens de behandeling van het pakket Belastingplan 2019 heeft uw Kamer een motie aangenomen van het lid Ester c.s.2 waarin het kabinet wordt verzocht om met ingang van 1 januari 2020 de maximale onbelaste vrijwilligersvergoeding jaarlijks te indexeren. In het wetsvoorstel Belastingplan 2020 wordt invulling gegeven aan deze motie.

Toezegging ex-postanalyse van de uitvoeringstoetsen

In het mondeling overleg over de Belastingdienst van 29 januari 2019 heb ik, naar aanleiding van een vraag van het lid Van Rij (CDA), toegezegd om de ex-postanalyse van de uitvoeringstoetsen aan de Eerste Kamer aan te bieden.3 In deze brief kom ik tegemoet aan deze toezegging.

Uitvoeringstoets Nieuwe Stijl

De «brede agenda Belastingdienst» vormde het startsein voor de zogenoemde Uitvoeringstoets Nieuwe Stijl (hierna: de uitvoeringstoets). De uitvoeringstoets is het instrument waarmee de Belastingdienst tijdens het besluitvormingsproces inzichtelijk maakt wat de verwachte uitvoeringsgevolgen zijn van nieuwe wet- en regelgeving. Het instrument wordt inmiddels vijf jaar gebruikt en de Belastingdienst heeft een eerste interne ex-postanalyse uitgevoerd van een aantal uitvoeringstoetsen waarvan de wetgeving is geïmplementeerd.

De door de Belastingdienst uitgebrachte uitvoeringstoets probeert een zo accuraat mogelijke inschatting te maken van de uitvoeringsgevolgen van nieuwe wet- en regelgeving. De conclusie van de ex-postanalyse is dat de kwaliteit van de uitvoeringstoets met de inmiddels opgedane ervaring de afgelopen jaren geleidelijk steeds verder is verbeterd. De uitvoeringstoets is een accuraat middel gebleken dat steeds meer geïnstitutionaliseerd is binnen en buiten de Belastingdienst.

Vervolgacties

Naar aanleiding van de ex-postanalyse gaat de Belastingdienst de komende tijd aan de slag met de doorontwikkeling van de uitvoeringstoets. Allereerst wordt de interne communicatie over de uitvoeringstoetmethodiek verder verbeterd met als doel de kennis over en kwaliteit van het instrument te vergroten. Daarbij worden voortdurend de ontwikkelingen in de organisatie – zoals de implementatie van de nieuwe topstructuur – gevolgd met het doel alle onderdelen van de Belastingdienst goed aangesloten te houden bij het netwerk van de uitvoeringstoets. Verder blijft de Belastingdienst werken aan het verhogen van de begrijpelijkheid en leesbaarheid van uitvoeringstoetsen.

Zoals eerder in het jaarplan aangegeven wil de Belastingdienst zijn informatievoorziening blijven verbeteren op het punt van stuur- en managementinformatie. Op dit punt illustreert de ex-postanalyse dat het soms een uitdaging is om voldoende gegevens te verzamelen om een uitvoeringstoets in al zijn facetten volledig te evalueren. De Belastingdienst blijft daarom de komende tijd werken aan het verbeteren van de leercirkel van de uitvoeringstoets en de doorontwikkeling van ex-postanalyses. De lopende acties op het punt van stuur- en managementinformatie kunnen daaraan bijdragen.

Daarnaast blijft de Belastingdienst investeren in de samenwerking met zijn opdrachtgevers. Wanneer de Belastingdienst tijdig wordt geïnformeerd over voorgenomen nieuwe wetgeving kan hierover tijdig het gesprek worden aangegaan en kan met de voorgenomen veranderingen rekening gehouden worden in de planning. In het najaar heeft de directeur-generaal Belastingdienst aan alle opdrachtgevers een verzoek gestuurd om inzicht te geven in de wetgeving die de komende tijd ter toetsing aan de Belastingdienst zal worden voorgelegd. Dit heeft geresulteerd in een overzicht van meer dan 200 onderwerpen die nog op de Belastingdienst afkomen. Deze lijst blijkt niet alomvattend, maar geeft wel meer inzicht dan er in het verleden was. Dit najaar zal vanuit de Belastingdienst opnieuw een verzoek aan de opdrachtgevers worden verstuurd opdat de wetgevingskalender voortrollend bijgewerkt kan worden.

II. Stand van zaken moties en toezeggingen

Graag licht ik de stand van zaken toe met betrekking tot de onderstaande motie en toezegging.

Motie doenvermogentoets

De motie van het lid Sent c.s. verzoekt om het pakket Belastingplan voortaan te voorzien van een doenvermogentoets.4 De Minister voor Rechtsbescherming heeft uw Kamer in zijn brief van 3 juli 2019 geïnformeerd dat een dergelijke toets niet onmiddellijk is gerealiseerd en veel aandacht vraagt.5 Ik ben, zoals aangegeven in mijn motie- en toezeggingenbrief van 4 april 2019, voor de fiscale wet- en regelgeving nog aan het verkennen hoe op een gedegen wijze invulling kan worden gegeven aan een doenvermogentoets.6

Toezegging die ziet op de vraag hoe in de praktijk omgegaan gaat worden met het voetbalmakelaarsarrest

De leden van de fracties van het CDA en de VVD hebben tijdens de behandeling van het pakket Belastingplan 2019 vragen gesteld over de gevolgen van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) van 9 februari 2017 (ECLI:EU:C:2017:102), ook wel bekend als het voetbalmakelaarsarrest.7 Ik heb toegezegd dat vooruitlopend op een wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 in een beleidsbesluit zal worden aangegeven hoe de Belastingdienst in de praktijk met dit arrest zal omgaan.8 Ook heb ik toegezegd dat terugwerkende kracht aan het besluit zal worden verleend tot en met 9 februari 2017. In april 2019 was mijn verwachting dat het besluit spoedig zou worden gepubliceerd. Helaas neemt de afrondende fase van het besluit meer tijd in beslag dan verwacht. Ik zeg hierbij toe dat het beleidsbesluit uiterlijk in het vierde kwartaal van 2019 wordt gepubliceerd.

Ik vertrouw erop uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Financiën, M. Snel


X Noot
1

Kamerstukken II 2018/19, 35 000 IX, nr. 19.

X Noot
2

Kamerstukken I 2018/19, 35 026, G.

X Noot
3

Kamerstukken I, 2018/19, 31 066, D. Toezegging nr. T02698

X Noot
4

Kamerstukken I 2018/19, 35 026, I.

X Noot
5

Kamerstukken I 2018/19, 34 775, AS.

X Noot
6

Kamerstukken I 2018/19, 35 026, L.

X Noot
7

Kamerstukken I 2018/19, 35 026, C.

X Noot
8

Kamerstukken I 2018/19, 35 026, D.

Naar boven