34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016)

Nr. 104 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 november 2015

In bijlage 3 bij mijn brief van 16 september 20141 heb ik, mede namens de Minister voor Wonen en Rijksdienst, toegezegd dat ik uw Kamer jaarlijks bij het belastingplan zal informeren over de hoogte van de tabelcorrectiefactor en begin november over de indexering van het eigenwoningforfaitpercentage (EWF-percentage) en de arbeidskorting als ik de voor de vaststelling benodigde gegevens heb ontvangen. Met deze brief geef ik, me realiserend dat dit iets later is dan oorspronkelijk toegezegd, voor het jaar 2016 uitvoering aan deze toezegging.

De tabelcorrectiefactor voor 2016 bedraagt 1,005.

De wettelijke indexering van het EWF-percentage vindt plaats aan de hand van de ontwikkeling van het indexcijfer van de woninghuren (2,3% voor 20162) en de ontwikkeling van de woningwaarden (stijging van 1,2% voor 2016). Het aldus geïndexeerde EWF-percentage wordt naar beneden afgerond op 0,05%-punt. Het EWF-percentage voor 2016 bedraagt 0,75%. Dit is ongewijzigd ten opzichte van het jaar 2015.

De wettelijke indexering van de arbeidskorting wordt naast de hiervoor genoemde tabelcorrectiefactor mede bepaald aan de hand van de ontwikkeling van het wettelijk minimumloon (WML) per 1 januari van het lopende jaar ten opzichte van het WML per 1 januari van het daaropvolgende jaar. Het WML bedroeg per 1 januari 2015 € 1.501,8 per maand. Het WML bedraagt per 1 januari 2016 € 1.524,6 per maand. Hierna zijn de uiteindelijke parameters voor de arbeidskorting weergegeven voor het jaar 2016 zoals deze voortvloeien uit de indexatie en uit de beleidsmatige wijzigingen in de arbeidskorting per 1 januari 2016 die voortvloeien uit het Belastingplan 2014 (Kamerstuk 33 752, nr. 2), uit het Belastingplan 2015 (Kamerstuk 34 002, nr. 2) en uit het wetsvoorstel Belastingplan 2016 (Kamerstuk 34 302, nr. 2).

  • Tot een inkomen van € 9.147 per jaar geldt een arbeidskorting van 1,793% van het arbeidsinkomen, met een maximum van € 164.

  • Bij een arbeidsinkomen vanaf € 9.147 per jaar geldt een arbeidskorting van € 164 vermeerderd met 27,698% van het arbeidsinkomen boven die € 9.147 met een maximum van in totaal € 3.103. Dit maximum wordt bereikt bij een arbeidsinkomen van € 19.758.

  • Boven een inkomen van € 34.015 per jaar wordt de berekende arbeidskorting verminderd met 4% van het inkomen boven die € 34.015. De arbeidskorting is volledig afgebouwd bij een arbeidsinkomen vanaf € 111.590.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Staatssecretaris van Financiën, E.D. Wiebes


X Noot
1

Kamerstuk 34 000 IX, nr. 5

X Noot
2

Conform de op 6 augustus 2015 door het CBS gepubliceerde cijfers.

Naar boven