34 035 Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het hoger onderwijs en de uitvoering van een toekomstgerichte onderwijsagenda voor het hoger onderwijs (Wet studievoorschot hoger onderwijs)

Nr. 58 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 november 2014

Op verzoek van uw Kamer ontvangt u hierbij een korte, beknopte, schriftelijke reactie op de amendementen die heden voor 14.30 uur zijn ingediend. In de eerste termijn van de regering zal ik deze reactie waar nodig mondeling aanvullen.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 10, lid Schouten, ChristenUnie

  • Betreft: Amendement dat regelt dat studenten die een meerjarige masteropleiding volgen een deel van de lening hoger onderwijs kwijtgescholden krijgen indien zij de opleiding met goed gevolg afronden binnen de diplomatermijn hoger onderwijs.

  • Reactie: Ik ontraad dit amendement. Op basis van het rapport van SEO Economisch Onderzoek (SEO) heb ik geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor compensatie voor studenten aan meerjarige masteropleidingen. Daarnaast wordt in de voorgestelde kwijtscheldingsregeling het onderscheid tussen uit- en thuiswonenden in het hoger onderwijs geherintroduceerd. Daardoor zou een vereenvoudiging bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) niet kunnen doorgaan. Tot slot is er geen dekking aangegeven.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 11, lid Schouten, ChristenUnie

  • Betreft: Amendement dat regelt dat bij de kwijtschelding van de studieschuld voor studenten met een handicap of chronische ziekte een onderscheid wordt gemaakt tussen thuiswonende deelnemers en uitwonende deelnemers.

  • Reactie: Ik ontraad dit amendement. De kwijtschelding van € 1.200 is gelijk aan een extra jaar thuiswonende beurs. Hiermee ontvangt de doelgroep een substantiële tegemoetkoming. Voor studenten met bijzondere omstandigheden van structurele of tijdelijke aard zijn bovendien in de wet al meerdere aanvullende voorzieningen getroffen, zoals het verlengen van de diplomatermijn, de mogelijkheid om – als afstuderen niet lukt – de volledige prestatiebeurs kwijtgescholden te krijgen en de regeling omtrent het profileringsfonds. Met het voorliggende wetsvoorstel is de beste balans gevonden tussen het ondersteunen van deze kwetsbare groep én de investeringsruimte die met dit voorstel ontstaat. Daarnaast wordt door verhoging van de kwijtschelding voor uitwonenden het onderscheid tussen uit- en thuiswonenden in het hoger onderwijs geherintroduceerd. Daardoor zou een vereenvoudiging bij DUO niet kunnen doorgaan. Tot slot is er geen dekking aangegeven.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 14, lid Schouten, ChristenUnie

  • Betreft: Amendement waarmee de voorgestelde wijziging van artikel 2.6 van de WHW wordt geschrapt.

  • Reactie: Ik ontraad dit amendement. De aanvulling van artikel 2.6 bevat de hoofdlijnen van de kwaliteitsbekostiging. Zodra de middelen uit het studievoorschot beschikbaar komen, moet de mogelijkheid er zijn om investeringen te kunnen koppelen aan kwaliteitsafspraken. Door te wachten met wetgeving voor deze grondslag tot na afronding van de evaluatie van het experiment, is het niet mogelijk om direct opvolgend na de evaluatie kwaliteitsafspraken te maken.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 15, lid Bisschop, SGP

  • Betreft: Amendement over het laten vervallen van de mogelijkheid om bij of krachtens algemene maatregel van bestuur andere dan de expliciet in de wet vastgelegde maatstaven te hanteren.

  • Reactie: Ik ontraad dit amendement. De vier belangrijkste indicatoren zijn bij wet geregeld. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen aanvullend indicatoren worden vastgesteld. Deze uitwerking bij algemene maatregel van bestuur is met waarborgen omkleed door betrokkenheid van partijen uit het veld en uw Kamer. Daarom denk ik dat de regeling voldoende rechtszekerheid biedt. Niet-limitatieve opsommingen zijn overigens heel gebruikelijk in wetgeving en ook in bekostigingswetgeving. Ook voor de basisbekostiging geldt dat daarvoor geregeld is dat die in ieder geval betrekking heeft op de aantallen studenten en de studieresultaten.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 16, lid Van Meenen c.s., D66

  • Betreft: Amendement dat regelt dat naast het bij dit wetsvoorstel geïntroduceerde instemmingsrecht voor de medezeggenschap op de hoofdlijnen van de begroting, het huidige adviesrecht op de begroting behouden blijft.

  • Reactie: Het amendement is ondersteunend aan mijn beleid. Met het wetsvoorstel studievoorschot wordt instemmingsrecht van de medezeggenschap op de hoofdlijnen van de begroting ingevoerd. Het betreft een aanvulling op de bestaande instemmings- en adviesrechten van de medezeggenschap. Om die reden laat ik het oordeel over dit amendement aan uw Kamer.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 19, lid Jasper van Dijk, SP

  • Betreft: Gewijzigd amendement dat regelt dat huidige bachelorstudenten niet geconfronteerd worden met het leenstelsel.

  • Reactie: Ik ontraad dit amendement. Met de in het wetsvoorstel gekozen cohortgarantie is de beste balans gevonden tussen het rekening houden met zittende studenten en het overhouden van voldoende financiële ruimte om te kunnen herinvesteren in onderwijs. Zittende studenten worden wat betreft hun huidige opleiding niet geraakt: ho-studenten die vóór de invoering van het studievoorschot al een opleiding waren begonnen waarvoor zij studiefinanciering hebben ontvangen, behouden dit recht onder de oude voorwaarden. Hiermee worden zij in staat gesteld om die opleiding af te ronden met behoud van de basisbeurs. Een veel voorkomend misverstand is dat in de Wet studiefinanciering 2000 geen onderscheid wordt gemaakt tussen een bachelor- en een masteropleiding. Dit is echter wel degelijk het geval. Beginnen aan een masteropleiding is om die reden beginnen aan een nieuwe opleiding. Er wordt bovendien geen dekking aangegeven.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 20, lid Jasper van Dijk, SP

  • Betreft: Gewijzigd amendement dat regelt dat studenten die een meerjarige master volgen niet geconfronteerd worden met het leenstelsel.

  • Reactie: Ik ontraad dit amendement. Op basis van het SEO-rapport heb ik geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor compensatie voor meerjarige masters. Het amendement rekt bovendien de compensatie voor de invoering van het studievoorschot zo ver op voor deze doelgroep, dat het mogelijk wordt om in het tweede en eventueel derde masterjaar maximaal te lenen en dat volledige bedrag kwijtgescholden te krijgen. Het amendement is daarmee contrair aan de bedoeling van de wet en zou een aanzienlijk beslag leggen op de beoogde opbrengsten van dit wetsvoorstel die niet in de kwaliteit van het hoger onderwijs kunnen worden gestoken. Bovendien is er geen dekking aangegeven.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 21, lid Jasper van Dijk, SP

  • Betreft: Gewijzigd amendement dat regelt dat studenten in bijzondere omstandigheden recht hebben op één jaar langer kunnen studeren zonder in dat jaar onder het leenstelsel te vallen.

  • Reactie: Ik ontraad dit amendement. Voor een belangrijk deel wordt reeds tegemoet gekomen aan de doelstelling van het amendement. Studenten met een functiebeperking krijgen namelijk aanspraak op een eenmalige kwijtschelding van € 1.200. Dit is een substantiële tegemoetkoming. Voor studenten met bijzondere omstandigheden van structurele of tijdelijke aard zijn bovendien in de wet al meerdere aanvullende voorzieningen getroffen, zoals het verlengen van de diplomatermijn, de mogelijkheid om – als afstuderen niet lukt – de volledige prestatiebeurs kwijtgescholden te krijgen en de regeling omtrent het profileringsfonds. Het amendement rekt bovendien de compensatie voor de invoering van het studievoorschot zo ver op voor deze doelgroep, dat het mogelijk wordt om in het extra jaar maximaal te lenen en dat volledige bedrag kwijtgescholden te krijgen. Dat is zelfs een verruiming van de studiefinanciering, in plaats van de door de regering voorgestelde beperking. Het amendement is daarmee contrair aan de bedoeling van de wet en zou een aanzienlijk beslag leggen op de beoogde opbrengsten van dit wetsvoorstel die niet in de kwaliteit van het hoger onderwijs kunnen worden gestoken. Met het voorliggende wetsvoorstel is de beste balans gevonden tussen het ondersteunen van deze kwetsbare groep én de investeringsruimte die met dit voorstel ontstaat. Het wetsvoorstel heeft overigens geen gevolgen voor de bestaande voorzieningen die het profileringsfonds biedt. Ook met de invoering van het studievoorschot blijft de student aanspraak maken op een vergoeding uit het profileringsfonds van de instelling als er sprake is van bijzondere omstandigheden. Er is tot slot geen dekking aangegeven.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 22, lid Jasper van Dijk, SP

  • Betreft: Gewijzigd amendement dat regelt dat studenten met een bestuursfunctie gedurende één jaar niet geconfronteerd worden met het leenstelsel.

  • Reactie: Ik ontraad dit amendement. Er bestaat in het huidige studiefinancieringsstelsel geen extra voorziening voor student-bestuurders. Zowel gewone studenten als studenten met nevenactiviteiten krijgen in beginsel 4 jaar basisbeurs. In het studievoorschot wordt de basisbeurs afgeschaft en dat raakt beide groepen evenzeer. Evenmin heeft het onderhavige wetsvoorstel gevolgen voor de bestaande voorzieningen die het profileringsfonds biedt. Ook met de invoering van het studievoorschot blijft de student aanspraak maken op een vergoeding uit het profileringsfonds van de instelling als er sprake is van lidmaatschap van een bestuur of lidmaatschap van de medezeggenschapsraad. Tot slot is er geen dekking aangegeven.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 23, lid Jasper van Dijk, SP

  • Betreft: Gewijzigd amendement dat regelt dat studenten die topsport beoefenen gedurende de periode dat zij dit doen niet worden geconfronteerd met het leenstelsel.

  • Reactie: Ik ontraad dit amendement. Er bestaat in het huidige studiefinancieringsstelsel geen extra voorziening voor topsporters. Zowel gewone studenten als topsporters krijgen in beginsel 4 jaar basisbeurs. In het studievoorschot wordt de basisbeurs afgeschaft en dat raakt beide groepen evenzeer. Evenmin heeft het onderhavige wetsvoorstel gevolgen voor de bestaande voorzieningen die het profileringsfonds biedt. Instellingen kunnen aan topsporters financiële ondersteuning blijven bieden uit het profileringsfonds, maar zijn hiertoe niet verplicht. Tot slot is er geen dekking aangegeven.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 24, lid Mohandis c.s., PvdA

  • Betreft: Amendement dat regelt dat de minimale maandelijkse terugbetaling voor debiteuren met voldoende draagkracht wordt verlaagd van € 45 naar € 5 euro per maand.

  • Reactie: Het amendement sluit aan bij de intentie van dit wetsvoorstel. Oud-studenten die voldoende draagkracht hebben en om die reden meer kunnen en willen terugbetalen, wordt met dit wetsvoorstel maatwerk en flexibiliteit geboden om sneller af te lossen. Vasthouden aan het minimum aflosbedrag van € 45 per maand past niet bij de grotere eigen verantwoordelijkheid die studenten onder het studievoorschot wordt geboden. Om die reden laat ik het oordeel over dit amendement aan uw Kamer.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 26, lid Jasper Van Dijk, SP

  • Betreft: Amendement dat regelt dat de citeertitel van deze wet wordt gewijzigd in «Wet schuldenstelsel studenten hoger onderwijs» en dat enige daarmee samenhangende wijzigingen worden doorgevoerd.

  • Reactie: Ik ontraad dit amendement.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 27, lid Klaver c.s., GroenLinks

  • Betreft: Amendement dat regelt dat elke student die een opleiding in het hoger onderwijs volgt en nog geen 18 is, vanaf het begin van de opleiding studiefinanciering kan ontvangen en daarmee onder meer recht heeft op een reisvoorziening.

  • Reactie: Dit amendement biedt een oplossing voor het probleem dat studenten ervaren door het later (per 1 oktober) ingaan van de studiefinanciering, inclusief de reisvoorziening. Met de invoering van het studievoorschot wordt het minder bezwaarlijk kortstondige overlap met de kinderbijslag toe te staan. Door het amendement kan de studiefinanciering vanaf het begin van het studiejaar, namelijk per 1 september, ingaan. Uitvoering van dit amendement is bij DUO mogelijk vanaf 1 september 2017. Ik laat het oordeel over dit amendement aan uw Kamer.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 28, lid Bisschop, SGP

  • Betreft: Gewijzigd amendement dat regelt dat de kwaliteitsbekostiging een bedrag is dat in aanvulling op de algemene berekeningswijze aan de rijksbijdrage kan worden toegevoegd.

  • Reactie: Ik sta in beginsel sympathiek tegenover dit amendement. Het gaat bij kwaliteitsbekostiging inderdaad om aanvullende bekostiging. Ik hecht eraan te benadrukken dat de kwaliteitsbekostiging als onderdeel van de rijksbijdrage een belangrijk element is voor het optimaal functioneren van de instellingen. De gevolgen van dit amendement roepen nog wel enkele vragen op.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 29, lid Jasper van Dijk, SP

  • Betreft: Amendement dat regelt dat studenten niet met het leenstelsel worden geconfronteerd tijdens hun schakelprogramma voor het doorstromen naar een verwante masteropleiding in het wetenschappelijk onderwijs.

  • Reactie: Ik ontraad dit amendement. Studenten die studiefinanciering ontvangen voor een schakelprogramma worden op gelijke wijze behandeld door het studievoorschot als andere studenten. In het wetsvoorstel wordt het volgen van een schakelprogramma overigens aantrekkelijker: alle schakelstudenten mogen tegen een tarief ter hoogte van maximaal eenmaal het wettelijk collegegeld studeren, terwijl het tarief nu hoger kan zijn. Daarnaast vind ik dat studenten een eigen verantwoordelijkheid hebben om te bepalen welke route zij volgen. Er is bovendien geen dekking aangegeven voor dit amendement.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 30, lid Bisschop, SGP

  • Betreft: Amendement dat regelt dat studenten die maximaal één jaar uitlopen bij het afronden van hun bacheloropleiding een deel van hun studieschuld krijgen kwijtgescholden.

  • Reactie: Ik ontraad dit amendement. Het betreft feitelijk een kortstudeerbonus voor driekwart van alle studenten. Het amendement zou een aanzienlijk beslag leggen op de beoogde opbrengsten van dit wetsvoorstel die niet in de kwaliteit van het hoger onderwijs kunnen worden gestoken. Er is bovendien geen dekking aangegeven voor dit amendement.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 31, lid Klein, 50PLUS

  • Betreft: Amendement over het laten vervallen van de leeftijdsgrens bij levenlanglerenkrediet.

  • Reactie: Ik ontraad dit amendement. Het achterwege laten van een leeftijdsgrens voor het opnemen van levenlanglerenkrediet klinkt mooi, maar is gezien een realistische terugbetaling ongewenst. De leeftijdgrens van 55 is opgenomen op advies van de Commissie Rinnooy Kan en zorgt voor terugbetaling gedurende het werkzame leven. Bovendien is geen dekking aangegeven.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 32, lid Klein, 50PLUS

  • Betreft: Amendement over een verhoogde leeftijdsgrens van 60 jaar voor de afbetalingsperiode.

  • Reactie: Ik ontraad dit amendement. De leeftijd van 55 jaar is opgenomen op advies van de Commissie Rinnooy Kan. De lening kan met deze leeftijdgrens binnen een realistische termijn worden terugbetaald. Een hogere leeftijdgrens zorgt voor risico’s voor de Rijksbegroting. Overigens kan het krediet worden behouden als een persoon onafgebroken na diens 55e blijft doorstuderen. Bovendien is geen dekking aangegeven.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 33, lid Klein, 50PLUS/Klein

  • Betreft: Amendement over het behouden van de waarde van de voucher.

  • Reactie: Jaarlijkse indexering kan overwogen worden omdat er een paar jaar overheen gaat voor de voucher ingezet kan worden: 5 tot 10 jaar na afstuderen. De voucher blijft dan waard wat hij nu waard is, circa € 2.000,-, en dat doet recht aan het doel van deze maatregel. Om die reden laat ik het oordeel over dit amendement aan uw Kamer.

Amendement met Kamerstuk 34 035, nr. 34, lid Jasper van Dijk, SP

  • Betreft: Amendement dat regelt dat studenten die door decentrale selectie later aan hun eigenlijke studie zijn begonnen, geen schuld opbouwen voor de extra jaren die zij buiten hun schuld om aan hun studieperiode doen

  • Reactie: Ik ontraad dit amendement. Er bestaat in het huidige studiefinancieringsstelsel geen extra voorziening voor studenten die van studie wisselen (eventueel als gevolg van selectie). Zowel gewone studenten als zij krijgen in beginsel 4 jaar basisbeurs. In het studievoorschot wordt de basisbeurs afgeschaft en dat raakt beide groepen evenzeer. De student heeft ook een eigen verantwoordelijkheid. Tot slot is er geen dekking aangegeven.

Mede namens de Staatssecretaris van Financiën,

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven