34 000 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2015

Nr. 147 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 februari 2015

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitvoering van het amendement Harbers/Koolmees (Kamerstuk 34 000 XIII, nr. 6) ingediend bij de Algemene Financiële Beschouwingen op 25 september 2014. Het amendement behelst eenmalig € 10,0 mln. toe te wijzen aan het groene onderwijs. De dekking hiervoor wordt gevonden in het amendement Harbers/Koolmees ingediend op de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Kamerstuk 34 000 VIII, nr. 6).

Bij de Algemene Financiële Beschouwingen is de budgettaire problematiek rondom de financiering van het groene onderwijs aan de orde gesteld (Handelingen II 2014/15, nr. 6, item 4). Deze problematiek is het gevolg van stijgende leerlingen- en studentenaantallen binnen het groene onderwijs, die niet binnen het beschikbaar gesteld budget op de begroting van het Ministerie van Economische Zaken kunnen worden gedekt. Dit heeft tot een 2% versoberingsmaatregel van € 15,0 mln in 2015 geleid voor alle onderwijskolommen (VMBO, MBO, HBO en WO) in het groene onderwijs.

De Minister van Financiën heeft tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen aangegeven dat er een oplossing zal worden gezocht voor de financiering van het groene onderwijs ten behoeve van alle onderwijskolommen. In mijn brief van 16 oktober 2014 (Kamerstuk 34 000 XIII, nr. 46) heb ik aangegeven, indien uw Kamer de hiervoor aangehaalde amendementen aanvaardt, gehoor te willen geven aan de wens van de Kamer en bereid ben om voor het jaar 2015 binnen de begroting van het Ministerie van Economische Zaken een bedrag van € 5 mln te herschikken ten gunste van het begrotingsartikel 17 «groen onderwijs van hoge kwaliteit». Deze toezegging biedt in combinatie met de inmiddels aangenomen amendementen voldoende ruimte om de aangekondigde versobering voor 2015 ongedaan te maken.

De verdeling van de € 15,0 mln is proportioneel bepaald op basis van de omvang van de rijksbijdrage voor de betreffende groene onderwijssector.

Met deze € 15,0 mln worden de kosten van de stijgende leerlingen- en studentenaantallen in 2015 over alle kolommen van het groene onderwijs gedekt.

Wageningen Universiteit (WU)

3,5

Groen HBO

1,8

Groen MBO

3,6

Groen VMBO

6,2

Totaal (minimale afronding)

15,0

Voor de Wageningen Universiteit (WU) geldt de bestaande 2% afspraak1, die onderdeel vormt van de basisbekostigingssystematiek WU en apart moet worden bezien van de 2% versoberingsmaatregel. In de uitwerking is er wel een relatie tussen beide maatregelen.

In 2015 stijgt de basisbekostiging van de WU meer dan 2% ten opzichte van 2014, als gevolg van stijgende studentenaantallen en promoties. Als gevolg hiervan is los van de 2% versoberingsmaatregel sprake van een afbuffering op de WU basisbekostiging in 2015. Deze bedraagt € 8,7 mln voor 2015. Het effect van de versoberingsmaatregel, bovenop de bestaande 2% afspraak, zou ertoe leiden dat de WU € 12,2 mln minder ontvangt. Door het ongedaan maken van de 2% versoberingsmaatregel zal de WU vanwege het handhaven van de afbuffering € 8,7 mln minder ontvangen in 2015. Hiermee wordt dus de € 3,5 mln van de versoberingsmaatregel teruggedraaid.

Samen met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Financiën laat ik een onderzoek uitvoeren naar de systematiek van de basisbekostiging en de effecten hiervan voor het groene en het overig (door OCW gefinancierd) onderwijs. Dit raakt alle onderwijskolommen, waaronder ook de WU. Hierbij neem ik ook in ogenschouw de meerjarige budgettaire dekking van de basisbekostiging WU vanaf 2016.

Na besluitvorming in het kabinet over de begroting 2016 zal ik uw Kamer informeren over de uitkomsten.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Voor Wageningen Universiteit (WU) is sprake van een bestaande 2%-afspraak, zoals eerder aan uw Kamer gemeld in 2001 (Kamerstuk 27 400 XIV, nr. 108). Deze afspraak houdt in dat de totale bekostiging van WU ieder jaar maximaal 2% daalt of stijgt ten opzichte van het voorgaand jaar. De regeling is bedoeld om al te sterke fluctuaties in de begrotingen van de instelling en van het Ministerie van Economische Zaken te voorkomen.

Naar boven