34 000 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds (A) voor het jaar 2014

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Inhoudsopgave

A.

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE WETSARTIKELEN

2

     
 

Wetsartikel 1

2

     

B.

BEGROTINGSTOELICHTING

3

     

1.

Leeswijzer

3

     

2.

De Infrastructuuragenda

7

     

3.

De Productartikelen

13

     

4.

Bijlagen:

84

1.

Voeding van het Infrastructuurfonds en begrotingstaat per productartikelonderdeel

84

2.

Verdiepingsbijlage

86

3.

Overzichtsconstructie Kustwacht

113

4.

Begroting beheer, onderhoud, vervanging en renovatie RWS

115

5.

Toelichting artikel 13 Spoorwegen

124

6.

Lijst van afkortingen

126

A. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk jaar afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1. LEESWIJZER

Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) stelt de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (Begroting hoofdstuk XII) op van de Rijksbegroting, de begroting van het Infrastructuurfonds en de begroting van het Deltafonds.

Voor u ligt de begroting van het Infrastructuurfonds.

Door een apart fonds voor infrastructuur kan beter invulling worden gegeven aan de doelstellingen zoals genoemd in de wet op het Infrastructuurfonds, te weten het bevorderen van een integrale afweging van prioriteiten en het bevorderen van continuïteit van middelen voor infrastructuur. Zo mag het fonds jaarlijkse saldi (meer of minder uitgaven in enig jaar) overhevelen – in tegenstelling tot de beleidsbegroting van IenM – waardoor (kasmatige) vertragingen en versnellingen van projecten niet hoeven te leiden tot budgettaire knelpunten.

Het Infrastructuurfonds wordt voor het grootste deel gevoed door een bijdrage uit de begroting van IenM (artikelonderdeel 26.02). Daarnaast worden voor een aantal projecten uitgaven doorberekend aan derden, zoals andere departementen, lagere overheden, buitenlandse overheidsinstanties en de Europese Unie.

De begroting bestaat uit de volgende onderdelen:

  • 1. Leeswijzer.

  • 2. Infrastructuuragenda, waarin de mijlpalen in het lopende infrastructuurprogramma worden gepresenteerd.

  • 3. Productartikelen, waarin per investeringsdomein de begrotingcijfers worden gepresenteerd. Hierin zijn ook de projectoverzichten opgenomen.

    • Mutaties in de projectsfeer worden in deze begroting toegelicht als deze financieel groter zijn dan tien procent van het projectbudget of in absolute zin meer bedragen dan € 10 miljoen;

    • Een nadere toelichting op deze en alle overige infrastructuurprojecten is te vinden in het MIRT (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) Projectenboek 2015.

  • 4. Bijlagen; de volgende bijlagen zijn opgenomen in deze begroting:

    • 1. Voeding van het Infrastructuurfonds en begrotingstaat per productartikelonderdeel

    • 2. Verdiepingsbijlage

    • 3. Overzichtsconstructie Kustwacht

    • 4. Begroting beheer, onderhoud, vervanging en renovatie RWS

    • 5. Toelichting artikel 13 Spoorwegen

    • 6. Lijst van afkortingen

Verantwoord Begroten

Op 20 april 2011 is de aanpassing van de presentatie van de Rijksbegroting onder de naam «Verantwoord Begroten» in de Tweede Kamer behandeld (Kamerstukken II, 2010/11, 31 865, nr. 26). De nieuwe presentatie geeft meer inzicht in de financiële informatie. Als uitzondering op de systematiek van «Verantwoord Begroten» worden via het Infrastructuurfonds ook onderdelen van het apparaat van RWS bekostigd. In de agentschapsparagraaf RWS – onderdeel van de beleidsbegroting van IenM (Begroting hoofdstuk XII) – worden alle apparaatskosten van RWS inzichtelijk gemaakt.

Kolom «vorig»

In de tabellen projectoverzichten bij de verschillende artikelen is de kolom «vorig» opgenomen. In deze kolom is de laatste stand van de projectbudgetten opgenomen, i.c. de stand na de voorjaarsnota 2014.

Groeiparagraaf: wat is nieuw in deze begroting

Minregel rentevrijval

Met het in 2009 uitgekeerde superdividend van NS (€ 1,4 miljard) is een eeuwig lopende schuld van ProRail afgelost. De rentevrijval die door deze aflossing ontstond binnen het Infrastructuurfonds tot en met 2020 werd daarbij ingezet voor de financiering van spoorambities (Kamerstukken II, 2009/10, 28 165, nr. 105). Er vindt bij deze begroting een correctie plaats op Infrastructuurfonds voor de rentevrijval in de periode 2021–2028 (€ 64 miljoen per jaar). De verlaging wordt voorlopig technisch verwerkt via een minregel op artikel 18. Bij verlenging van het Infrastructuurfonds zal de minregel ingepast worden binnen de begroting van het Infrastructuurfonds.

Overprogrammering

In de Begroting 2014 is de inzet van het instrument overprogrammering toegelicht. Het doel van dit instrument is om zorg te dragen dat projectvertragingen in enig jaar niet onmiddellijk onderbesteding tot gevolg hebben. Een resultaat is dat gedurende het uitvoeringsjaar 2013 de budgetten op het Infrastructuurfonds volledig uitgeput zijn (overbesteding € 12 miljoen). De overprogrammering wordt uitsluitend gedurende de begrotingsperiode (de begroting tot en met het jaar 2019) toegepast op de artikelen voor aanleg. In de totale periode tot en met 2028 is het volledige programma altijd gedekt. Hoofdzakelijk is de overprogrammering geplaatst op de artikelen voor verkenning- en planuitwerking. In deze projectfases is de onzekerheid rondom de planningen – en daarmee het risico op vertraging – namelijk het hoogst. In de onderstaande tabel is de omvang van deze overprogrammering weergegeven.

Overprogrammering Infrastructuurfonds (in miljarden euro's)
 

t/m 2019

Vanaf 2019

Totaal

Aanlegprogramma

18,8

18,2

36,9

Aanlegbudget

17,0

19,9

36,9

Overprogrammering (–)

– 1,8

1,8

0,0

Op de artikelen voor realisatie is er in de eerste jaren sprake van een beperktere overprogrammering. Zowel de omvang als het ritme hiervan is inzichtelijk gemaakt in de projecttabellen bij de realisatieartikelen van de modaliteiten. Over de begrotingsperiode (de begroting tot en met het jaar 2019) genomen is het volledige programma gedekt op de artikelen voor realisatie; de overprogrammering is dus per saldo nul.

Prijsbijstelling tranche 2014

Aan de Tweede Kamer is toegezegd (Kamerstukken II, 2013/14, 33 750 XII nr.14) dat de Kamer uiterlijk bij ontwerpbegroting 2015 wordt geïnformeerd over de effecten van de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 voor de IenM begrotingen. Als gevolg van deze korting zijn de projecten en programma’s op de fondsen geïndexeerd uit de resterende investeringsruimte bij de modaliteiten. Daarbij is kritisch bezien bij welke projecten en programma’s indexatie dit jaar noodzakelijk was (bijvoorbeeld vanuit juridische en/of bestuurlijke verplichtingen). Bij de Voorjaarsnota is het restant van de aanvullende post prijsbijstelling tranche 2014 daarnaast toegevoegd aan de IenM begrotingen.

Per saldo effect op IenM begrotingen (periode 2014–2028)

Infrastructuurfonds

€ 387mln

waarvan

Hoofdwegen

€ 303 mln

 

Spoorwegen 1

 

Regionaal/Lokale Infrastructuur

€ 11 mln

 

Hoofdvaarwegen

€ 73 mln

Deltafonds

€ 79 mln

Hoofdstuk XII

Totaal effect op de IenM begrotingen

€ 466 mln

X Noot
1

De besluitvorming over indexatie van de budgetten voor Beheer, Onderhoud en Vervanging van Spoorwegen is aangehouden tot de begroting 2016.

De bedragen uit de tabel zijn ten laste van de investeringsruimte op de fondsen gebracht. Evenals vorig jaar resteert er op de fondsen een kasprobleem. Technisch is dit kasprobleem verwerkt via een minregel op de investeringsruimte van de modaliteiten. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd. IenM lost de minregel uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma.

Intertemporele aanpassingen Fondsen

Investeringen in aanleg, beheer en onderhoud zijn gebaat bij continuïteit en een kasbeeld met beperkte schommelingen. In de Infrastructuurfondsbegroting was er in 2016 echter sprake van een forse terugloop van de totale beschikbare middelen ten opzichte van het jaar 2014. Bij het realiseren van meerjarige infrastructuurprojecten is dit een onwenselijke situatie. Het is immers niet zonder meer mogelijk om projecten gedurende 2014 in uitvoering te nemen indien de daarvoor beschikbare kasmiddelen in het uitvoeringsjaar 2016 zeer schaars zijn.

Het verloop van de budgetten vergde daarom een oplossing om het programma zo veel mogelijk volgens planning in uitvoering te blijven nemen. Deze oplossing is gevonden in twee kasschuiven op het Infrastructuurfonds ten gunste van het jaar 2016. Eén via het generale beeld (€ 250 miljoen uit 2014 naar 2016 en 2017) en één via het Deltafonds (€ 150 miljoen uit 2018 en 2019 naar 2016). Met deze laatste schuif is tevens een bijdrage geleverd aan een evenwichtiger kasbeeld op het Deltafonds. Op dit fonds was juist in 2016 sprake van een budgettaire piek en een terugloop in 2018 en 2019. Beide kasschuiven zijn reeds verwerkt en aan de Tweede Kamer gemeld bij Voorjaarsnota 2014. Bij het opstellen van de Miljoenennota bleek dat er binnen de volledige Rijksbegroting nog ruimte was om – aanvullend op deze reeds verwerkte kasschuiven – de beschreven dip in 2016 verder te verlichten. Om deze reden wordt bij Miljoenennota voorgesteld om aanvullend € 40 miljoen te versnellen van 2017 naar 2016.

Raming modaliteiten

De ambitie is om – op termijn – alle uitgaven per modaliteit te ramen op de desbetreffende artikelen, opdat alle uitgaven die verband houden met een modaliteit op de betreffende artikelen zijn geraamd. Hiertoe is in deze begroting een eerste aanzet gedaan.

Ter voorbereiding op de af te sluiten Service Level Agreements 2017–2020 (tussen RWS en opdrachtgevers) zijn de budgetten voor de landelijke taken geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten (dit betreffen de activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd). Deze middelen werden tot en met de vorige begroting integraal geraamd onder verkeersmanagement / watermanagement en beheer en onderhoud. De verdeling van de budgetten voor de landelijke taken naar verkeersmanagement en beheer en onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting. Het betreft hier een technische, beleidsneutrale mutatie.

In de ontwerpbegroting 2016 zullen aanvullende mutaties worden doorgevoerd om het eindbeeld te bereiken. Dit betreft onder meer het toedelen van de middelen op artikelonderdeel 18.12 «Nader toe te wijzen Beheer en Onderhoud en vervanging», waarop in deze begroting middelen zijn geraamd, welke nog niet aan netwerken kunnen worden toebedeeld.

2. INFRASTRUCTUURAGENDA

De infrastructuuragenda beperkt zich tot het presenteren van de agenda op projectniveau, met aandacht voor de mijlpalen in het lopende infrastructuurprogramma. Zo wordt inzichtelijk gemaakt welke projecten in 2015 worden opgeleverd en bij welke projecten de uitvoering in 2015 begint.

Mijlpalen en resultaten 2015

Beheer, onderhoud en vervanging

In 2015 wil IenM onder meer de volgende activiteiten in het kader van beheer, onderhoud en vervanging uitvoeren:

Beheer, onderhoud en vervanging

Mijlpaal

Project

Hoofdwegen

– Verkeersmanagement waaronder inzet weginspecteurs bij incidenten, het op alle bemeten wegvakken inwinnen van betrouwbare reis en route-informatie. Deze informatie tijdig aan de NDW te leveren, het realiseren van benuttingsmaatregelen en connecting mobility.

– Beheer en onderhoud waaronder verhardingsonderhoud, onderhoud aan kunstwerken en onderhoud aan Dynamisch Verkeersmanagement (DVM) systemen.

– Uitvoering van het programma vervangingen en renovaties waaronder het programma Stalen Bruggen.

Spoorwegen

– Verkeersleiding en capaciteitsmanagement

– Regulier beheer en onderhoud, waaronder het inspecteren en schouwen van de infrastructuur, functieherstel bij verstoringen, het saneren van geluidsschermen en het onderhouden en schoonmaken van stations.

– Groot onderhoud, waaronder het slijpen van spoorstaven en het seizoenbestendig houden van de sporen.

– Het vervangen van spoorstaven (circa 100 kilometer), dwarsliggers (circa 40 kilometer) en wissels (circa 200) en de vervanging van andere systemen, zoals energie, transfer en treinbeheersing.

Hoofdvaarwegen

– Verkeersmanagement waaronder activiteiten in het kader van verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering.

– Beheer en onderhoud maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven en maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen blijvend te laten functioneren.

– Uitvoering van het programma vervangingen en renovaties waaronder NoMo achterstallig onderhoud vaarwegen programma «NoMo AOV» en het resterend deel uit het plan van aanpak Beheer en Onderhoud (impuls).

Voor een nadere toelichting op de stand van zaken van beheer, onderhoud en vervanging wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIRT Projectenboek 2015.

Aanleg

Hieronder volgen de mijlpalen die IenM in 2015 wil halen per modaliteit.

Hoofdwegennet

Mijlpaal

Project

Oplevering

– A4 Delft-Schiedam

– A4 Dinteloord-Bergen op Zoom

– A7/A8 Purmerend-Coentunnel (Beter Benutten)

– A15 Maasvlakte-Vaanplein (incl. A29 Knooppunt Vaanplein-aansluiting Barendrecht)

– A50 Ewijk-Valburg

– N61 Hoek-Schoondijke

Start realisatie

– A6/A7 Knooppunt Joure

– A7 Zuidelijke Ringweg Groningen

– SAA Deelproject A9 Gaasperdammerweg

 

– A7/A8 Purmerend-Coentunnel (Beter benutten)

 

– A1 Bunschoten-Hoevelaken

Spoorwegen

Mijlpaal

Project

Oplevering

– Station Barneveld Zuid

– Zutphen-Winterswijk: snelheidsverhoging Zutphen-Vorden

– Fietsenstalling Amsterdam; Noordwest stalling

– Page: emplacementen Delfzijl

– Rijswijk-Delft: indienststelling 2-sporige tunnel

– Toegankelijkheid: diverse projecten

– Programmma Fietsparkeren: diverse projecten

– Programma Kleine functiewijzigingen: diverse projecten

– NaNov 2e fase: Zutphen Nieuwstad

– Programma Ontsnippering (kleine faunavoorzieningen); diverse projecten

– Uitvoeringsprogramma Geluid: geluidschermen (Almelo, Hengelo Onnen en Zutphen) en gevelisolatie (Zwolle en Dordrecht)

– Uitvoeringsprogramma Geluid: geluidschermen (Almelo, Hengelo Onnen en Zutphen)

 

– Programma PVVO; diverse projecten

 

– NSP Arnhem: 2e fase OV-terminal

Start realisatie

– Fietsenstalling Amsterdam; Noordwest stalling en Zuidoost stalling

– Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO); diverse projecten

 

– Groningen-Leeuwarden; partiële uitbreiding

 

– Amsterdam Cuyperhal Oosttunnel

 

– Waalhaven Zuid; herinrichting emplacement

 

– Valleilijn; Robuustheid vergrotende maatregelen

 

– Programma Toegankelijkheid: diverse projecten

 

– Programma Fietsparkeren: diverse projecten

 

– Programma Kleine functiewijzigingen: diverse projecten

 

– Programma Ontsnippering (kleine faunavoorzieningen); diverse projecten

 

– Programma PVVO; diverse projecten

Hoofdvaarwegennet

Mijlpaal

Project

Oplevering

– Dynamisch Verkeersmanagement (een aantal maatregelen loopt nog door)

– Diverse projecten in het kader van Quick-wins regeling Binnenhavens

– Amsterdam-Rijnkanaal (keersluis Zeeburg)

– Wilhelminasluis (Zaan)

– Zuid-Willemsvaart, omleggen en opwaarderen (Maas-Veghel)

– 4e sluiskolk Ternaaien

Start realisatie

– Vaarweg Eemshaven-Noordzee

– Ligplaatsen Rijn-Scheldeverbinding

– Quick winmaatregel Volkeraksluizen

Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor het lopende programma wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIRT Projectenboek 2015.

Regionale/lokale infrastructuur (> € 112,5 miljoen / > € 225 miljoen)

Voor de grote regionale en lokale infrastructuurprojecten (kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger dan € 112,5 miljoen respectievelijk € 225 miljoen) ligt de verantwoordelijkheid voor voorbereiding, aanleg, beheer en onderhoud en exploitatie bij de betreffende regionale of lokale overheid. IenM is dus niet zelf verantwoordelijk, maar kan een bijdrage leveren in de aanlegkosten van een dergelijk project als nut en noodzaak zijn aangetoond en het project van (boven)regionaal belang is. In artikelonderdeel 14.01 van het Infrastructuurfonds van de Rijksbegroting zijn de grote regionale/lokale projecten nader aangeduid.

Begroting op hoofdlijnen

De onderstaande tabel geeft de belangrijkste wijzigingen in de uitgaven en inkomsten aan ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2014. Een volledig overzicht van de mutaties is terug te vinden in bijlage 2: Verdiepingsbijlage.

   

art

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Stand ontwerp-begroting 2014

 

6.594.555

5.888.540

5.621.479

6.262.137

5.874.966

6.103.917

Mutaties 1e suppletoire wet 2014

 

– 327.580

56.037

199.408

88.289

– 61.274

– 109.960

Stand Voorjaarsnota 2014

 

6.266.975

5.944.576

5.820.887

6.350.426

5.813.692

5.993.956

Belangrijkste mutaties Infrastructuurfonds

 

– 118.001

218.500

90.138

– 283

34.125

65.384

 

Kader-relevante mutaties IF

             

1

Index 2014

Div.

8.065

4.068

2.943

3.398

2.144

2.877

2

Desalderingen

12/13

24.199

143.541

– 3.322

– 2.471

– 1.679

– 746

3

Kasritme regiobijdragen

Div.

– 61.858

30.316

24.275

2.346

0

6.554

4

Waddenveren

14

– 9.000

         

5

Cyber security

12/15

15.254

         

6

Loonbijstelling

Div.

1.040

1.032

953

918

891

884

7

Overboekingen RSP

14

– 93.703

         

8

Diverse overboekingen met HXII

Div.

– 1.998

651

1.177

248

407

– 109

9

Generale kasschuif

12/15

   

40.000

– 40.000

   
                 
 

Belangrijkste mutaties binnen kader IF

             

10

Conversie ZuidasDok (incl. bijdragen derden)

12/13/17

0

38.892

24.112

35.279

32.363

55.924

Stand ontwerp-begroting 2014

 

6.148.974

6.163.077

5.911.024

6.350.144

5.847.817

6.059.340

Ad. 1 Net als in de vorige begroting, dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.

Ad 2. De belangrijkste desalderingen (uitgaven/ontvangstenboekingen) betreffen.

  • A2 Holendrecht: In 2008 zijn bestuursakkoorden gesloten tussen Rijk en provincies. Hierbij is afgesproken dat de provincie Utrecht € 20 miljoen bijdraagt aan het project A2 Holendrecht – Oudenrijn. De rijksbijdrage aan het project is hiermee destijds niet verlaagd.

  • Sluiskil: Conform het advies van de commissie van wijzen ontvangt IenM vanuit Vlaanderen € 15,7 miljoen. De bijdrage wordt door Vlaanderen aan de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie (VNSC) overgemaakt en dan door de VNSC aan IenM.

  • A1 Apeldoorn – Azelo: Met de provincies Overijssel en Gelderland, en de regio Twente is afgesproken, dat zij in een bijdrage leveren van € 142 miljoen aan dit project. Dit is vastgelegd in een bestuursovereenkomst. Een bedrag van € 28,5 miljoen wordt in 2024 terugbetaald aan provincie Overijssel en Gelderland.

  • SAA: Dit betreft een bijstelling van de ontvangsten voor het deeltraject 5 Amstelveen (€ -60 miljoen).

  • A28/A1 Knooppunt Hoevelaken: Dit betreft de bijdrage van de regio (€ 28,3 miljoen).

  • Spoor: Een afboeking op het saldo van de bijdragen van derden voor aanlegprojecten uit het verleden (€ 13,2 miljoen). Met uitzondering van de bijdragen van provincies voor de decentrale lijnen zijn alle bijdragen van derden tot en met 2013 ontvangen en resteert er feitelijk geen saldo meer.

  • Verwerking van de opgelegde boete NS.

  • Bijstelling naar aanleiding van afrekening 2012 voor HSA en indexering contract naar prijspeil 2014 (€ 13,5 miljoen).

  • Diverse kleinere bijstellingen, met name de afrekening van aanlegprojecten.

Ad 3. Dit betreft een aanpassing van het kasritme van de regionale bijdragen. Het gaat met name om de bijdragen bij de projecten A4 Dinteloord- Bergen op Zoom, A4/A9 Badhoevedorp, decentrale lijnen en overige aanlegontvangsten HVWN.

Ad 4. Een betaling aan de Waddenveren (9 miljoen). De concurrentiestrijd tussen TSM Doeksen en Eigen Veerdienst Terschelling (EVT) is beslecht. Doeksen neemt de veerdienst over van Eigen Veerdienst Terschelling. EVT stopt met varen. Hiermee is de veerverbinding voor de komende 15 jaar veiliggesteld.

Ad 5. Beveiligd Werken richt zich op het «in control» brengen en houden van de missiekritieke systemen (MKS) en Industriële Automatisering ter ondersteuning van de maatschappelijk vitale en primaire processen van RWS. Missie Kritieke Systemen zijn ICT systemen die een essentiële rol spelen in een informatieketen (mensen, processen en techniek). Onderdeel hiervan is het voldoen aan de eisen van informatiebeveiliging (Cyber Security). In dit kader is nu € 21 miljoen vrijgemaakt voor die werkzaamheden die in 2014 op het IF (€ 15 miljoen) en DF (€ 6 miljoen) noodzakelijk zijn.

Ad 6. Dit betreft de toevoeging van de aan het Infrastructuurfonds uitgekeerde loonbijstelling 2014.

Ad 7. Dit betreft overboekingen naar Provincie- en Gemeentefonds ten behoeve van het RSP. Voor het project FlorijnAs, een concreet project binnen het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn, vervult de gemeente Assen de rol van contracterende partij. Om deze rol te kunnen vervullen, stort IenM, in lijn met 2010, 2011 en 2012, delen van het taakstellende budget in het Gemeentefonds. Het regiodeel van het Ruimtelijk Economisch Programma, onderdeel binnen het RSP, is indertijd geparkeerd op de begroting van IenM. IenM stort, in lijn met 2010, 2011 en 2012, delen van dit budget in het Provinciefonds.

Ad 8. Het gaat hier om een aantal overboekingen tussen de Begroting hoofdstuk XII en het Infrastructuurfonds. De mutaties zijn bij de individuele artikelen in het Infrastructuurfonds (en in de Begroting hoofdstuk XII) toegelicht.

Ad 9. Bij Voorjaarsnota 2014 is een kasschuif van € 250 miljoen van 2014 naar 2016 (€ 150 miljoen) en 2017 (€ 100 miljoen) verwerkt. Bij het opstellen van de Miljoenennota bleek dat er binnen de volledige Rijksbegroting nog ruimte was om – aanvullend op deze reeds verwerkte kasschuiven – de budgettaire dip in 2016 verder te verlichten. Om deze reden wordt aanvullend € 40 miljoen versneld van 2017 naar 2016.

Ad 10. De budgetten voor het integrale project ZuidasDok worden met een specifieke herschikking van artikel 12 (Hoofdwegennet) en artikel 13 (Spoor) overgeheveld naar het projectartikel 17.08 voor het integrale project ZuidasDok. Hiermee worden alle budgetten voor het project ZuidasDok begroot en verantwoord op één artikel. Daarnaast draagt het bij aan een efficiënte projectadministratie, conform de bestuursovereenkomst van 9 juli 2012. In de bestuursovereenkomst is ook vastgelegd dat de gemeente Amsterdam, stadsregio Amsterdam en de provincie Noord-Holland bijdragen leveren aan het project. De bijdragen van de regio worden nu ook verwerkt in de begroting van het Infrastructuurfonds.

3. DE PRODUCTARTIKELEN

Artikel 12 Hoofdwegennet

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijkswegen verantwoord. Het betreft de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, GIV/PPS, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte.

Artikel 12 Hoofdwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid op de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 12 Hoofdwegennet (x € 1.000)
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verplichtingen

1.698.213

3.215.774

2.211.002

3.584.239

2.857.164

2.166.259

2.937.554

Uitgaven

2.481.852

2.419.368

2.293.979

1.935.634

2.421.527

2.152.256

2.745.942

Waarvan juridisch verplicht:

   

95%

       

12.01 Verkeersmanagement

21.794

19.421

4.038

3.617

3.617

3.617

3.618

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

544.354

669.806

658.195

605.451

543.436

528.116

501.659

12.02.01 Beheer en onderhoud

456.913

530.986

427.979

486.602

478.752

472.217

478.659

12.02.04 Vervanging

87.441

138.820

230.216

118.849

64.684

55.899

23.000

12.03 Aanleg

1.065.903

788.866

723.322

440.657

935.060

862.100

1.548.085

12.03.01 Realisatie

1.060.444

772.868

612.938

383.284

556.211

329.793

710.724

12.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

5.459

15.998

110.384

57.373

378.849

532.307

837.361

12.04 GIV/PPS

412.956

601.717

545.431

527.315

585.329

395.843

333.259

12.06 Netwerkgebonden kosten HWN

436.844

407.957

424.674

419.242

414.248

411.795

411.554

12.06.01 Apparaatskosten RWS

381.576

355.573

338.633

333.150

328.106

325.660

325.411

12.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

55.268

52.384

86.041

86.092

86.142

86.135

86.143

12.07 Investeringsruimte

0

– 68.399

– 61.681

– 60.648

– 60.163

– 49.215

– 52.233

Van totale uitgaven

           

– Bijdrage aan agentschap RWS

952.479

970.902

911.978

961.364

942.847

934.326

931.125

– Restant

1.529.372

1.448.466

1.382.001

974.270

1.478.680

1.217.930

1.814.817

12.09 Ontvangsten

150.887

141.028

533.670

87.200

66.346

28.414

38.276

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van verkenningen en planuitwerking, worden de budgetten in 2015 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2015. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2028.

Bedragen x € 1.000
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

12

Hoofdwegen

uitgaven

2.293.979

1.935.634

2.421.527

2.152.256

2.745.942

3.291.954

2.316.420

12.01

Verkeersmanagement

 

4.038

3.617

3.617

3.617

3.618

3.617

3.614

12.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

658.195

605.451

543.436

528.116

501.659

483.547

454.157

12.03

Aanleg

 

723.322

440.657

935.060

862.100

1.548.085

2.163.221

1.082.928

12.04

GIV/PPS

 

545.431

527.315

585.329

395.843

333.259

280.398

276.481

12.06

Netwerkgebonden kosten HWN

 

424.674

419.242

414.248

411.795

411.554

411.479

411.342

12.07

Investeringsruimte

 

– 61.681

– 60.648

– 60.163

– 49.215

– 52.233

– 50.308

87.898

                   

12.09

Ontvangsten

Ontvangsten

533.670

87.200

66.346

28.414

38.276

226.716

719

(vervolg) Bedragen x € 1.000
   

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

12

Hoofdwegen

uitgaven

2.633.602

2.421.370

2.382.186

2.205.849

2.085.084

2.024.863

2.122.256

12.01

Verkeersmanagement

 

3.611

3.610

3.609

3.607

3.607

3.607

3.615

12.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

454.074

454.031

454.152

454.451

427.976

682.668

430.267

12.03

Aanleg

 

1.512.989

1.362.607

1.290.724

1.095.693

931.751

395.032

350.524

12.04

GIV/PPS

 

246.065

239.753

220.928

245.892

327.917

176.833

253.595

12.06

Netwerkgebonden kosten HWN

 

411.863

412.072

412.768

413.173

413.163

413.199

411.927

12.07

Investeringsruimte

 

5.000

– 50.703

5

– 6.967

– 19.330

353.524

672.328

                   

12.09

Ontvangsten

Ontvangsten

64.019

719

719

719

719

0

0

12.01 Verkeersmanagement

Motivering

Met verkeersmanagement streeft IenM naar optimaal gebruik van informatie over de beschikbare infrastructuur en draagt IenM bij aan het bereiken van een voorspelbare en betrouwbare reistijd van deur tot deur. Daarmee worden de bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Nederland, binnen de randvoorwaarden van duurzaamheid, bevorderd.

Verkeersmanagement

Producten

Bij verkeersmanagement wordt onderscheid gemaakt in de volgende maatregelcategorieën:

  • Verkeersgeleiding bij grote drukte, inclusief crisissituaties (onder andere weeralarm).

  • Hulpverlening voor doorstroming en informatievoorziening bij pech en ongevallen (incidentmanagement).

  • Maatregelen ter bevordering van gedisciplineerd en sociaal weggedrag, bijvoorbeeld ter voorkoming van bumperkleven en het negeren van rode kruizen.

  • Voorlichting over rijkswegen, zoals voorlichting over de gevolgen van wegwerkzaamheden.

Verkeersmanagementmaatregelen betreffen onder andere de inzet van weginspecteurs bij incidenten, toeritdosering, gebruik van spitsstroken, maar ook verkeersinformatie op panelen boven de weg. De meeste van deze maatregelen worden ingezet vanuit vijf regionale verkeerscentrales en een landelijke verkeerscentrale. Hierbij wordt het rijkswegennet in samenhang met het regionale wegennet beschouwd door toepassing van gebiedsgericht verkeersmanagement waarbij wordt ingezet op regionale samenwerking. Dit krijgt ook vorm in het programma Beter Benutten. Hierin wordt samen met andere infrabeheerders, vervoersorganisaties en bedrijfsleven gewerkt aan regionale maatregelen om bestaande weg-, vaarweg-, spoor- en OV-verbindingen beter te benutten. Hetzelfde geldt ook voor de Praktijkproef Amsterdam, waarbij door gecoördineerd en netwerkbreed inzetten van maatregelen een bijdrage wordt geleverd aan de beleidsdoelen zoals verbeteren van de reistijd en bereikbaarheid in de regio Amsterdam. In deze proef zullen zowel wegkantsystemen als dynamische navigatiesystemen worden ingezet op het hoofd- en onderliggend wegennet in de regio Amsterdam.

De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. In het kader van de transparantie van de budgetten voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar onder meer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting.

In 2013 is het actieprogramma «Beter geïnformeerd op weg» gestart om in samenwerking met marktpartijen een gezamenlijke koers en een concrete agenda voor ontwikkeling en innovatie van verkeersmanagement voor de komende jaren te formuleren. Het actieprogramma bestaat uit een publiekprivate routekaart over Reisinformatie & Verkeersmanagement, waarin de strategische lijnen voor de beoogde ontwikkelingen worden beschreven. Deze routekaart is in november 2013 naar de Tweede Kamer gestuurd. De routekaart wordt concreet uitgewerkt in een uitvoeringsagenda voor de overheden en het bedrijfsleven onder de naam «Connecting Mobility». Het actieprogramma biedt een meerjarig richtsnoer (2013–2023) dat de basis legt voor publieke en private investeringen in reisinformatie en verkeersmanagement.

Meetbare gegevens

Specificatie bedieningsareaal

Areaalomschrijving

Eenheid

2013

2014

2015

Verkeerssignalering

km op rijbaan

2.647

2.634

2.662

Verkeerscentrales

aantal

6

6

6

Spits- en plusstroken

km

338

319

336

Toelichting:

De verwachte toename van verkeerssignalering op rijbanen is de resultante van enerzijds uitbreiding (A4 Delft-Schiedam in 2015) en anderzijds vermindering van de verkeerssignalering in 2014 door versoberingsmaatregelen (onder andere A18L, A12, A2). De versobering van de signalering A7, gepland voor 2014, is vervallen. Zie ook de begroting van het Infrastructuurfonds over 2013, bijlage 5 (Kamerstukken II, 2012/13, 33 400 A).

De verwachte toename van het aantal kilometer spits- en plusstroken eind 2015, is de resultante van enerzijds permanente openstelling van een aantal plusstroken in 2014 (onder andere A12 Woerden – Gouda) en anderzijds realisatie in 2015 van onder andere extra spitsstroken op A7/A8 Purmerend – Zaandam – Coenplein (Beter Benutten) en op de A15 Maasvlakte-Vaanplein bij Rozenburg.

Indicator Verkeersmanagement
 

Eenheid

Streefwaarde 2015

Beschikbaarheid data voor derden (compleet en tijdig beschikbaar)

% van bemeten rij baanlengte

89%

Toelichting:

De indicator kent twee aspecten, namelijk de mate van beschikbaarheid van de RWS meetlocaties en de mate waarin meetgegevens tijdig verstuurd zijn naar de Nationale Databank Wegverkeergegevens (NDW). In combinatie met de verkeersgegevens van andere wegbeheerders kan dit aan serviceproviders beschikbaar worden gesteld.

12.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Het rijkswegennet en de onmiddellijke omgeving daarvan in een dusdanige staat houden dat het vervullen van de primaire functie gewaarborgd is: het faciliteren van vlot en veilig vervoer van personen en goederen. Daarbij gelden randvoorwaarden voor milieu (natuur, lucht, geluid en duurzaamheid).

Producten

Het regulier beheer en onderhoud van rijkswegen omvat maatregelen aan verhardingen, kunstwerken zoals bruggen, tunnels en viaducten, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement zoals signalering en verkeerscentrales.

Vervanging en renovatie betreft het tijdig programmeren en nemen van maatregelen aan kunstwerken en wegen waarbij regulier beheer en onderhoud niet meer voldoende is. Voornamelijk in de eerste helft en vanaf de jaren »60 van de vorige eeuw zijn kunstwerken gerealiseerd die, mede door het intensieve gebruik, nu of in de komende decennia het moment van einde levensduur naderen. Op basis van onderzoek wordt concreet gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is.

Voor de volledigheid wordt verwezen naar artikelonderdeel 18.12 «Nader toe te wijzen Beheer en Onderhoud en vervanging», waaronder middelen voor vervanging zijn bestemd, die nog niet aan netwerken kunnen worden toebedeeld.

In bijlage 4 is een nadere toelichting opgenomen met betrekking tot beheer en onderhoud en vervanging.

12.02.01 Beheer en Onderhoud

Voor een optimaal gebruik van het wegennet zet IenM in op een zo groot mogelijke beschikbaarheid, betrouwbaarheid en veiligheid van de infrastructuur van wegen, bruggen, viaducten, tunnels, aquaducten, matrixborden, verkeerscentrales en verkeersvoorzieningen. Daarbij gelden de eisen ten aanzien van het landschap en het milieu rond de rijkswegen als randvoorwaarden. Zowel het preventief als het correctief onderhoud vallen onder het beheer en onderhoud.

De uitgaven voor het beheer en onderhoud bestaan hoofdzakelijk uit:

  • Uitgaven voor onderhoud van verhardingen waaronder het herstel van vorstschade en het zoveel mogelijk voorkomen daarvan.

  • Uitgaven voor onderhoud van kunstwerken.

  • Uitgaven voor onderhoud aan DVM-systemen zoals matrixborden, informatiepanelen en verkeerscentrales.

  • Klein variabel en vast onderhoud aan verkeersvoorzieningen, zoals onderhoud aan bermen, geleiderail, bewegwijzering, geluidsschermen en verlichting.

  • Uitgaven voor geluidmaatregelen (landschap en milieu) door naleving van geluidproductieplafonds voor zover geen onderdeel van een aanlegproject.

De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. In het kader van de transparantie van de budgetten voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar ondermeer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting.

Meetbare gegevens

In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor verhardingen, kunstwerken (bruggen en viaducten), DVM, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu. Deze percentages zijn gebaseerd op een langjarig gemiddelde.

Areaal rijkswegen
   

Eenheid

2013

2014

2015

Rijbaanlengte

Hoofdrijbaan

km

5.721

5.768

5.819

Rijbaanlengte

Verbindingswegen en op- en afritten

km

1.526

1.544

1.613

Areaal asfalt

Hoofdrijbaan

km2

75

76

76

Areaal asfalt

Verbindingswegen en op- en afritten

km2

13

13

13

Groen areaal

 

km2

197

197

197

Toelichting:

  • De toename van de rijbaanlengte (hoofdrijbaan) van 5.768 km in 2014 naar 5.819 km in 2015 wordt verklaard door de realisatie van verschillende projecten, waaronder de A4 Dinteloord-Bergen op Zoom, de A4 Delft-Schiedam en de N61 Hoek-Schoondijke.

  • De toename van de rijbaanlengte (verbindingswegen en op- en afritten) van 1.544 km in 2014 naar 1.613 km in 2015 wordt verklaard door de realisatie van verschillende projecten, waaronder de A4 Dinteloord-Bergen op Zoom, de A4 Delft-Schiedam en de A15 Maasvlakte-Vaanplein.

Omvang Areaal
 

Areaal

Eenheid

Omvang 2015

Budget

x € 1.000

2015

Beheer, onderhoud en ontwikkeling

Oppervlakte wegdek 1

km2

90

427.979

X Noot
1

exclusief verzorgingsbanen

Indicatoren Beheer en Onderhoud
 

streefwaarde 2015

De verhouding verstoringen door aanleg, beheer en onderhoud t.o.v. totale verstoringen.

10%

   

Tijdsduur (%) van het jaar dat de weg veilig beschikbaar is, zonder dat rijstroken zijn afgesloten door aanlegwerkzaamheden, onderhoudswerkzaamheden, door falen infra of falen verkeersmanagement.

90%

   

Voldoen aan norm voor verhardingen (stroefheid en spoorvorming) en gladheidbestrijding en neemt tijdig, na constatering, maatregelen bij het (tijdelijk) niet voldoen van de norm bij wegen, viaducten, aquaducten, bruggen en tunnels (eenheid: % van de gevallen).

98%

12.02.04 Vervanging

De veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdwegennet moeten in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en voornamelijk ook vanaf de jaren «60 van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze problematiek geleidelijk toeneemt.

Op dit artikel staan de budgetten die reeds zijn toegewezen in het Programma voor Vervanging en Renovaties aan concrete objecten die in het MIRT Projectenboek inzichtelijk worden gemaakt. Op artikel 18 staat een reservering voor vaarwegen en wegen vooruitlopend op een nadere onderbouwing. Deze reservering wordt aangesproken als de opgave bekend is. Dit gebeurd in tranches. In deze begroting is aan het Programma voor Vervangingen en Renovaties een tweede tranche projecten voor het Hoofdwegennet toegevoegd. Deze projecten worden voor 2020 uitgevoerd.

Het betreft: Renovatie fundering A27, Renovatie Suurhoffbrug, Vervanging tunneltechnische installaties Noord en Zuid Holland, Vervanging fundering N3 en A6 Ketelbrug-Lelystad Noord en de Vervanging van de Rijnlandse Boezemwaterbruggen in de N200. Met deze nieuwe tranche is een bedrag gemoeid van € 230 miljoen tot en met 2019. Het totale Programma Vervanging en Renovatie HWN 2014–2019 (inclusief programma Stalen Bruggen) bedraagt daarmee circa € 631 miljoen. De projecten zijn opgenomen in het MIRT Projectenboek 2015.

Wegnr.

Objecten

Gereed

A50

Brug tussen de knooppunten Valburg en Ewijk

2015

A58

Kreekrakbrug tussen knooppunt Markiezaat en afslag Rilland

2015

A12

Galecopperbrug tussen de knooppunten Oudenrijn en Lunetten

2015

N3

Wantijbrug tussen Papendrecht en Dordrecht

2018

N15

Suurhoffbrug tussen Europoort en Oostvoorne

2018

A16

Brienenoordbrug tussen de knooppunten Ridderkerk en Terbregseplein

2018

A44

Kunstwerken A44/zuidelijke en noordelijke Kaagbruggen/Hoofdvaart/Lisserweg

2016

A15

Viaduct Wilhelminakanaal/Hardinxveld-Giessendam

2014

A15

Viaduct Veerdijk/Papendrecht

2015

A59

Brug Drongelens kanaal en Viaduct Hoogeinde/Drunen

2017

A22

Velsertunnel

2016

A6

Lelystad Noord-Ketelbrug, vervanging wegfundering

2020

N3

Dordrecht Zuid-Papendrecht, vervanging wegfundering

2019

N200

Rijnlandse Boezemwaterbruggen

2018

div.

Tunneltechnische Installatie tunnels in Zuid- en Noord- Holland

2016

A76

Zuidelijk viaduct Daelderweg/Nuth

2020

A27

Renovatie A27 Stichtse brug-Knooppunt Almere

2016

12.03 Aanleg

Motivering

Door middel van voorbereiding en uitvoering van infrastructuurprojecten wordt bereikt dat de noodzakelijke capaciteit beschikbaar is en komt, met als doel om de verwachte verkeersgroei te faciliteren en een betrouwbaar netwerk te realiseren met voorspelbare reistijden. Daarbij wordt rekening gehouden met de kaders van veiligheid en leefbaarheid.

12.03.01 Realisatie

Dynamisch Verkeersmanagement

Producten

Afgelopen jaren is onder andere via het programma Mobiliteitsaanpak € 200 miljoen geïnvesteerd in verkeersmanagement maatregelen die zijn gericht op het verbeteren van de verkeerssituatie van trajecten uit de file top-50. Het betreft onder andere betere benutting van de bestaande infrastructuur en verbeteren van aansluitingen tussen de snelweg en regionale wegen. De laatste resterende werkzaamheden zullen in 2014 worden afgerond. Een deel van het programma Mobiliteitsaanpak vindt inhoudelijk opvolging in het programma Beter Benutten.

Mijlpalen Realisatieprojecten

In 2015 wil IenM de volgende mijlpalen realiseren:

Mijlpaal

Project

Oplevering

A4 Delft–Schiedam

 

A4 Dinteloord–Bergen op Zoom

 

A7/A8 Purmerend–Coentunnel (Beter Benutten)

 

A15 Maasvlakte–Vaanplein (incl. A29 Knooppunt Vaanplein-aansluiting Barendrecht)

 

A50 Ewijk–Valburg

 

N61 Hoek–Schoondijke

Start realisatie

A6/A7 Knooppunt Joure

 

A7 Zuidelijke Ringweg Groningen

 

SAA deelproject A9 Gaasperdammerweg

 

A7/A8 Purmerend–Coentunnel (Beter benutten)

 

A1 Bunschoten–Hoevelaken

Overige maatregelen

Meer veilig-2

Met dit pakket wordt een bijdrage geleverd aan het verder terugdringen van het aantal verkeersslachtoffers veroorzaakt door incidenten op het rijkswegennet. Het totale programma bestaat uit 121 maatregelen. Deze zijn grotendeels ultimo 2014 gerealiseerd. Naar verwachting worden circa 5 maatregelen opgeleverd in 2015.

Meer veilig-3

In 2015 wordt gestart met de uitvoering van het pakket Meer veilig-3 (uitvoeringsperiode 2015–2018). Het pakket bevat naast kosteneffectieve maatregelen voor het oplossen van verkeersonveilige locaties ook maatregelen voor het oplossen van significante onveilige situaties op routes. De totale omvang van het programma is € 40 miljoen, waarvan € 5 miljoen bestemd is voor verbetering op de N35 Wijthmen-Nijverdal, conform motie Elias/Kuiken (Kamerstukken II, 2012/13, 33 400 A, nr. 55). In 2015 wordt gestart met de voorbereiding van de realisatie van de eerste tranche maatregelen. Het gaat om 51 maatregelen met een financiële omvang van € 26,2 miljoen. In 2015 wordt besloten over de invulling van de tweede tranche maatregelen.

Maatregelpakket Verzorgingsplaatsen

Dit pakket is gericht op het oplossen van de meest acute kwantitatieve en kwalitatieve knelpunten op verzorgingsplaatsen langs (inter-)nationale vrachtcorridors. Binnen dit pakket worden landelijk ruim 300 extra parkeerplaatsen voor vrachtwagens gecreëerd en nog eens ruim 400 parkeerplaatsen meerjarig gehuurd. Daarnaast wordt ingezet op een structurele kwaliteitsverbetering van naar verwachting 35 tot 40 verzorgingsplaatsen. Het totaal hiervoor beschikbare budget bedraagt € 25 miljoen.

Meer Kwaliteit Leefomgeving

Dit pakket betreft het Meerjarenprogramma Ontsnippering. De geplande werkzaamheden binnen het programma lopen door tot 2018. Een voorbeeld van een ontsnipperingsproject is het plaatsen van een ecoduct of een dassentunnel. Hierdoor worden twee gescheiden natuurgebieden met elkaar verbonden. In de afgelopen jaren zijn diverse ecoducten gereedgekomen zoals die over de A27 (Zwaluwenberg), over de A28 (Sterrenberg en Leusderheide) en over de A12 (Rumelaar en Mollenbos). In 2015 komt het ecoduct Laarderhoogt gereed als één van de laatste verbindingsstukjes in het herstel van een doorlopende Utrechtse Heuvelrug. Over de A67 komt ecoduct Kempengrens op de grens van Nederland en Vlaanderen gereed. Dit ecoduct wordt betaald door beide landen. Dit MJPO-knelpunt is in goede samenwerking met België in productie genomen.

Belangrijkste budgettaire aanpassingen

  • Dynamisch verkeersmanagement: Verlaging budget van € 30 miljoen als gevolg van een meevaller bij diverse maatregelpakketten uit de mobiliteitsaanpak. De maatregelen zijn vrijwel afgerond.

  • A1/A6/A9 SAA: Betreft de indexering IBOI 2014 (+ € 20 miljoen).

  • N2 Meerenakkerweg (A2 zone): Betreft een meevaller ad € 4 miljoen.

  • A2 Passage Maastricht: Het budget bij dit project wordt aangepast vanwege:

    • het manifesteren van een indexeringsverschil waarvoor het Rijk garant staat;

    • de mogelijkheid om met een totaalaanpak het toekomstig indexeringsverschil af te kopen en de kans op vertraging te verkleinen en;

    • een scopewijziging die bij het TB (2010) is doorgevoerd, maar waarvoor nu budget beschikbaar is gesteld.

  • A2/A76 Maatregelenpakket Limburg: Het onderdeel Aansluiting Nuth is als een apart project opgenomen in de begroting (€ 63 miljoen); verder zijn met het niet doorgaan van het onderdeel Imstenraderweg (€ 5 miljoen) middelen gereserveerd voor aanpassing aan het knooppunt A76/A73 Knooppunt Zaanderheiken en is het restant toegevoegd aan de investeringsruimte (12.07).

  • A76 Aansluiting Nuth: Dit is een apart project geworden; vanuit Maatregelenpakket Limburg zijn middelen overgeboekt.

  • A50 Ewijk – Valburg: € 6 miljoen betreft meevaller door een bijgestelde raming en vrijval van een deel van de post onvoorzien.

  • A28 Knooppunt Hoevelaken: Het project is van planuitwerking overgegaan naar de realisatiefase.

  • A12 Ede – Grijsoord: Het project is van planuitwerking overgegaan naar de realisatiefase.

  • A1 Bunschoten – Knooppunt Hoevelaken: Het project is van planuitwerking overgegaan naar de realisatiefase.

Projectoverzicht behorende bij 12.03.01 Realisatieprogramma Hoofdwegennet
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig

vorig

Projecten Nationaal

                       

Dynamisch verkeersmanagement

129

159

128

1

0

           

– 

Kleine projecten / Afronding projecten

134

157

37

32

28

12

9

4

10

2

nvt

nvt

Programma 130 km

57

57

16

16

10

 

14

       

Programma aansluitingen

99

99

24

8

17

21

14

15

1

 

nvt

nvt

Quick Wins Wegen

37

36

10

0

1

0

     

26

 

– 

ZSM 1+2 (spoedwet wegverbreding)

1.618

1.620

1.423

38

20

13

3

   

122

2016

2016

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

                       

A10 Amsterdam praktijkproef FES

50

50

10

6

12

12

10

     

2017

2015

A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere

1.658

1.638

445

140

72

154

318

118

194

218

2024

2024

A9 Badhoevedorp 1)

339

336

43

48

48

36

20

8

0

136

2019

2017

A2 Holendrecht – Oudenrijn

1.219

1.219

1.201

1

3

6

8

     

2012

2012

A28 Utrecht – Amersfoort

224

224

186

9

6

1

6

16

   

2013

2013

A28 Knooppunt Hoevelaken

731

0

7

5

12

0

55

30

121

500

2022–2024

 

A1 Bunschoten – Knooppunt Hoevelaken

24

   

3

16

5

0

     

2016

 

Projecten Zuidvleugel

                       

A4 Burgerveen – Leiden 1)

588

586

460

51

19

2

2

2

1

52

2015

2014

A4 Delft – Schiedam

657

661

266

183

116

60

18

3

3

9

2015

2015

Projecten Zuidwestelijke Delta

                       

N57/N59 EuroRAP (verkeersveiligheid)

10

10

   

0

1

2

3

3

1

nvt

N61 Hoek-Schoondijke

118

117

67

17

28

5

0

1

   

2015

2014

Projecten Brabant

                       

A4 Dinteloord – Bergen op Zoom

275

274

194

32

11

29

10

     

2015

2015

N2 Meerenakkerweg (A2 zone)

7

11

2

4

1

         

2014

2014

A67 Aanpak toerit Someren

6

6

 

2

4

         

2015

Projecten Limburg

                       

A2 Maasbracht – Geleen, 1e fase

                       

A2 Passage Maastricht

678

623

542

103

19

14

       

2016

2016

A76 Aansluitng Nuth

64

0

   

48

6

9

     

2017

 

Projecten Oost-Nederland

                       

A50 Ewijk – Valburg

270

276

263

1

10

– 6

2

0

   

2015

2015

N35 Combiplan Nijverdal

316

316

258

32

19

 

7

     

2014

2014

A12 Ede – Grijsoord

120

0

4

4

64

46

2

     

2017

 

Projecten Noord-Nederland

                       

N31 Leeuwarden (De Haak) 1

194

193

120

49

24

1

       

2015

2014

Overige maatregelen

                       

Meer kwaliteit leefomgeving

108

107

2

1

20

16

20

20

20

10

   

Meer veilig 2

27

27

27

                 

Meer veilig 3

40

40

 

0

10

10

10

10

0

0

   

Verzorgingsplaatsen

25

25

4

5

5

10

0

0

0

0

   

Afrondingen

2

– 1

 

1

 

1

1

 

– 1

     

Totaal uitvoeringsprogramma

9.995

5.892

792

645

454

539

230

351

1.091

   

Realisatieuitgaven op IF 12.03.01 mbt planuitwerking

     

131

117

89

17

0

 

0

   

Programma Realisatie (IF 12.03.01)

923

763

543

556

230

351

1.091

   

Budget Realisatie (IF 12.03.01)

773

613

383

556

330

711

1.091

   

Overprogrammering (-)

– 150

– 150

– 160

0

100

360

   
X Noot
1

De openstelling van dit project vindt plaats in het kalenderjaar voor het jaar van oplevering.

12.03.02 Verkenningen en Planuitwerkingen

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • De taakstellende budgetten zijn op prijspeil 2014 gebracht.

  • De projecten A12 Ede – Grijsoord, A28/A1 Knooppunt Hoevelaken en A1 Bunschoten – knooppunt Hoevelaken zijn in realisatiefase en opgenomen bij Art. 12.03.01 Realisatie.

  • Eind 2013 is besloten om af te zien van tol op de A13/A16, het volledige taakstellend budget is nu begroot op artikel 12. Dit is gedekt uit de reservering tolopgave DBFM aanbesteding Blankenburgverbinding en Via15. Zie Kamerstukken II, 2013/14, 33 750 A, nr. 19.

  • De taakstellende budgetten zijn bijgesteld als gevolg van een gewijzigde bijdragen van derden (A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere en A1 Apeldoorn – Azelo).

  • Blankenburgverbinding: Bij de voorkeursbeslissing is het taakstellend budget vastgesteld op € 1.168 miljoen, waarvan € 315 miljoen door tol wordt opgebracht.

  • A7/A8 Coentunnel Purmerend Noord: Naar aanleiding van de uitkomsten van het MIRT-onderzoek Noordkant Amsterdam is een reservering getroffen van € 300 miljoen onder de categorie gebonden.

  • Beter Benutten: Betreft de terugboeking van middelen in 2016 en 2017 die vanuit Beter Benutten zijn voorgefinancierd voor de A1 Bunschoten Hoevelaken.

  • A1/A6/A9 SAA, deeltraject A9 Amstelveen en A6 Almere: Betreft de toevoeging van de prijsindexatie 2014 en de verlaging van het projectbudget als gevolg van een neerwaartse bijstelling van de ontvangsten met € 60 miljoen als gevolg van een bijgestelde bijdrage vanuit de gemeente Amstelveen.

  • Bij het Tracébesluit (maart 2011) is gemeld dat het project SAA een flinke opgave heeft om het project te realiseren binnen het taakstellend budget. Op dit moment is één deelproject open gesteld (A10), één deelproject in het begin van de uitvoering (A1-A6), één deelproject in de aanbestedingsprocedure (A9 Gaasperdammerweg) en moet de aanbestedingsprocedure voor twee deelprojecten nog starten (A6 Almere, A9 Amstelveen). Voor het project A9 Amstelveen moet het Ontwerp Tracébesluit deels opnieuw doorlopen worden, omdat de oorspronkelijk beoogde tunnel is vervangen door een verdiepte ligging. Dit betekent dat het project nog te maken heeft met technische en bestuurlijke risico’s, waarvan op dit moment niet met zekerheid gezegd kan worden hoe deze financieel zullen uitpakken. Van de asymmetrische risicoverdeling, zoals ook bij het Tracébesluit in 2011 gemeld, is nog steeds sprake. Het project stuurt maximaal op een goede verhouding tussen geld en kwaliteit, het voorkomen van vertragingskosten en het ondervangen van gesignaleerde risico’s. Het realiseren van SAA binnen het taakstellend budget behoort daardoor nog steeds tot de mogelijkheden. Met de ervaringen en inzichten van de realisatieprojecten en de financial close van de A9 Gaasperdammerweg, zal de Kamer bij Ontwerpbegroting 2016 nader geïnformeerd worden over de ontwikkeling van de budgetspanning.

  • A10 Zuidas: De middelen voor het integrale project Zuidasdok zijn overgeheveld naar IF Artikel 17.

  • A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel: middelen zijn overgeboekt naar IF Artikel 17 Zuidasdok. Dit betreft een overboeking voor de voorbereidingskosten van A10 Knooppunten die onderdeel uitmaken van de uitgaven door de projectorganisatie van Zuidasdok.

  • A12/A27 Ring Utrecht: Betreft de toevoeging van de prijsindexatie 2014.

  • A27 Houten – Hooipolder: Betreft de toevoeging van de prijsindexatie en de verhoging van het taakstellend budget door de keuze voor het alternatief met het meest oplossende vermogen en hoogste baten-kostenverhouding (€ 57 miljoen).

  • Stedelijke Bereikbaarheid Almere: Het taakstellend budget wordt, naast prijsindexatie 2014, verhoogd met € 2,5 miljoen naar aanleiding van de uitvoeringsovereenkomst Almere 2.0.

  • A12/A15 Ressen – Oudbroeken: Betreft de toevoeging van de prijsindexatie 2014 en de verhoging van het taakstellend budget als gevolg van het in lijn brengen van de toltarieven met de Blankenburgverbinding.

  • A1 Apeldoorn – Azelo: Het voorkeursalternatief is vastgesteld en de planuitwerking voor het project is gestart. Het taakstellend budget is vastgesteld en de regionale ontvangsten inclusief voorfinanciering (€ 142 miljoen) zijn opgenomen in de begroting. Een bedrag van € 28,5 miljoen wordt in 2024 terugbetaald aan de provincies Overijssel en Gelderland.

  • A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2: Het taakstellend budget is, naast toevoeging prijsindexatie 2014, bij het OTB als gevolg van een verschil tussen raming en budget met € 49 miljoen verhoogd.

  • Reservering LCC: een bedrag van € 60 miljoen is overgeboekt naar de Reservering BenO-consequenties Blankenburgverbinding en een bedrag van € 15 miljoen is overgeboekt naar Reservering BenO-consequenties A1 Apeldoorn – Azelo.

  • Er is een specifieke reservering getroffen voor de extra kosten voor Beheer en Onderhoud in de begrotingsperiode na de aanleg van de Blankenburgverbinding.

  • De middelen voor de verbreding van de A4 Vlietland – N14 zijn apart begroot (€ 11 miljoen). Deze middelen waren voorheen gereserveerd bij A4–44 Rijnlandroute.

  • N35 Nijverdal – Wierden: Het taakstellend budget is met € 10 miljoen verhoogd als gevolg van bestuurlijke afspraken met de regio.

  • Er is een specifieke reservering getroffen voor de extra kosten voor Beheer en Onderhoud in de begrotingsperiode na de aanleg van de A1 Apeldoorn-Azelo.

  • De provincie Overijssel en Gelderland financieren een deel van het project A1 Apeldoorn-Azelo voor. Een bedrag van € 28 miljoen is gereserveerd voor de terugbetaling van het Rijk aan de provincies in 2024.

  • Er is een reservering getroffen voor de Landzijdige Bereikbaarheid Lelystad airport (€ 51 miljoen).

  • Er is een reservering getroffen voor de A58 aansluiting Goes (€ 9 miljoen) naar aanleiding van afspraken met de regio.

Projectoverzicht behorende bij 12.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen Hoofdwegennet

Bedragen x € 1 mln.

Budget

 

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

TB

Openstelling

Verplicht

       

Realisatieuitgaven op IF12.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten

– 355

– 283

 

Projecten Nationaal

       

Beter Benutten

301

286

 

nvt

Geluidsaneringprogramma – weg

258

255

 

nvt

Lucht – weg (NSL hoofdwegennet)

235

235

 

nvt

Bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen

235

240

 

nvt

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

       

A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere, deeltraject A9 Amstelveen (deel 4) en A6 Almere (deel 5)

992

1.039

 

Deel 4: 2024–2026

Deel 5: 2020–2022

A10 Zuidas

 

627

2016

2028

A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel

296

332

2016

2028

A12/A27 Ring Utrecht

1.134

1.120

2016

2024–2026

Rijksbijdrage aan de Noordelijke Randweg Utrecht

165

163

nvt

2026–2028

A27/A1 Utrecht.N. – knp. Eemnes – asl.Bunschoten

264

260

2014

2018–2020

A27 Houten – Hooipolder

787

721

2017

2023–2025

Stedelijke Bereikbaarheid Almere

28

25

nvt

nvt

A7/A8 Purmerend – Zaandam – Coenplein (spitsstrook)

25

25

2015

2015–2017

Projecten Zuidvleugel

       

A13/A16 Rotterdam

975

710

2016

2021–2023

A24 Blankenburgtunnel (excl. tolopgave)

854

2015

2022–2024

A4-A44 Rijnlandroute

550

555

Regio

A4 Vlietland – N14

12

2014

2020–2022

Projecten Oost-Nederland

       

A1 Apeldoorn Zuid – Beekbergen

36

36

2015

2016–2018

A12/A15 Ressen – Oudbroeken (excl. tolopbrengsten) (ViA15)

553

542

2015

2019–2021

N18 Varsseveld – Enschede

336

333

2013

2019–2021

N35 Zwolle – Wijthmen

48

47

2015

2016–2018

A1 Apeldoorn – Azelo

420

 

2017

Fase 1: 2019–2021

Fase 2: 2026–2028

Projecten Noord-Nederland

       

A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 1

608

551

2015

2019–2021

Projecten Limburg

       

A2 't Vonderen – Kerensheide

256

254

2017

2025–2027

Gebonden

       

Projecten Nationaal

       

Beter Benutten

50

50

 

nvt

Reservering tolopgave DBFM-aanbestedingen Blankenburgverbinding en ViA15

47

301

 

nvt

Reservering tegenvallende tolopbrengsten A12/A15

61

60

 

nvt

Reserveringen voor LCC

148

223

 

nvt

Reservering BenO Blankenburgverbinding

79

   

nvt

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

       

A7/A8 Coentunnel – Purmerend-Noord

300

     

Projecten Zuidvleugel

       

A4 Haaglanden (passage en poorten & inprikkers)

446

440

   

Projecten Brabant

       

A58 Eindhoven – Tilburg

317

317

   

A58 Sint Annabosch – Galder

116

116

   

N65 Vught – Haaren 2

46

45

   

Projecten Oost-Nederland

       

N35 Nijverdal – Wierden

50

40

   

Reservering Landzijdige Bereikbaarheid Lelystad airport

51

     

Reservering BenO A1 Apeldoorn – Azelo

19

     

Reservering Terugbetaling voorfinanciering A1 Apeldoorn – Azelo

28

     

Bestemd

383

2.613

   

Projecten in voorbereiding

       

Projecten Nationaal

       

Reservering consequenties areaaluitbreiding op beheer en onderhoud

       

Reservering nalevingskosten SWUNG

       

Studiebudget Verkenningen

       

Projecten Zuidvleugel

       

A20 Nieuwerkerk – Gouwe

       

Projecten Zuidwestelijke delta

       

Reservering A58 aansluiting Goes

       

Projecten Noord-Brabant

       

Reservering landzijdige bereikbaarheid Eindhoven Airport

       

Projecten Oost-Nederland

       

Overige projecten in voorbereiding

       

Gesignaleerde Risico's

       

Totaal programma planuitwerking en verkenning

11.154

     

Begroting 14.01.02

11.154

     

legenda

TB = Tracébesluit

X Noot
1

Dit beschikbare budget is excl. de middelen die op artikel 14 worden begroot (€ 56 mln).

X Noot
2

Dit is exclusief de € 10,6 mln. die RWS heeft gereserveerd voor maatregelen op en langs de N65, conform het convenant tussen RWS en Vught van 13 juni 2007.

Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2014–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028. 

12.04 Geïntegreerde contractvormen

Motivering

Infrastructuur projecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, onderhoud en financiering) aan een private opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de private opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase kan sprake zijn van een gedeeltelijke betaling (de beschikbaarheidsvergoeding) als sprake is van de uitbreiding van een bestaande weg die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor het wegverkeer. Bij openstelling van de weg wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project.

De Brief Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water (Kamerstukken II, 2010/11, 32 500 A, nr. 83, bijlage 3) bevat een lijst van in totaal 20 potentiële DBFM-projecten op het hoofdwegennet. Al deze projecten worden getoetst aan kwalitatieve criteria en op mogelijke financiële meerwaarde. In de Voortgangsrapportage DBFM(O) wordt periodiek gerapporteerd over de DBFM-dealflow op langere termijn.

Producten

Onderstaand een overzicht van de projecten waar reeds beschikbaarheidsbetalingen worden verstrekt danwel op korte termijn worden verwacht.

Het project A15 Maasvlakte-Vaanplein verkeert in de bouwfase en kent een partiële beschikbaarheidsvergoeding. De volledige beschikbaarheidsvergoeding wordt na oplevering betaald vanaf 2015 tot en met 2035.

De A12 Lunetten-Veenendaal bevindt zich in de exploitatiefase waardoor sprake is van een volledige beschikbaarheidsvergoeding.

De N33 Assen-Zuidbroek is gegund en de financial close heeft eind 2012 plaatsgevonden. Dit project kent een partiële beschikbaarheidsvergoeding. Naar verwachting wordt vanaf het najaar 2014 overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. De N33 is een pilot met index linked financiering. Dit houdt in dat de beschikbaarheidsvergoeding jaarlijks wordt aangepast aan de inflatie-ontwikkeling.

Het project A1/A6 Diemen-Almere Havendreef, onderdeel van het programma Schiphol-Amsterdam-Almere (SAA), is gegund en de Financial close heeft begin 2013 plaatsgevonden. Naar verwachting zal in 2020 sprake zijn van volledige beschikbaarheidsvergoeding.

Het project A12 Ede-Grijsoord is in aanbesteding en zal vanaf eind 2014 partiële beschikbaarheidsvergoedingen betalen. Volledige beschikbaarheidsvergoedingen zullen op dit artikel verantwoord worden vanaf eind 2016 na oplevering. Dit geldt ook voor de N18 Varsseveld-Enschede waarvan de aanbesteding op korte termijn zal starten.

Voor 2015 en 2016 is voorzien dat de aanbesteding zal starten van het volgende deelproject van Schiphol-Amsterdam-Almere (de A6 bij Almere), de A13/A16 Rotterdam, de Blankenburgverbinding, de A12/15 Ressen-Oudbroeken (Via15) en de A27/A1 Utrecht Noord-Knooppunt Eemnes-Bunschoten.

Het project A9 Holendrecht-Diemen (Gaasperdammerweg), onderdeel van SAA, is in aanbesteding. Verwacht wordt dat het DBFM contract eind 2014 wordt getekend en vanaf dat moment partiële beschikbaarheidsbetalingen zal kennen. Volledige beschikbaarheidsvergoedingen zullen naar verwachting gaan lopen na de oplevering in 2020.

Belangrijkste budgettaire aanpassingen

  • Aflossing tunnels: Stijging van € 9 miljoen betreft de indexering IBOI 2014.

  • A10 Tweede Coentunnel: Stijging van € 17 miljoen betreft de indexering IBOI 2014.

  • A1/A6/A9 SAA: Betreft overheveling van A1-A6 niet-DBFM-gedeelte (€ 536 miljoen) en indexering IBOI 2014 (€ 18 miljoen)

  • A12 Lunetten – Veenendaal: Betreft indexering IBOI 2014 (€ 5 miljoen) en aanvulling indexering 2012 (€ 4 miljoen)

  • A15 Maasvlakte-Vaanplein: Stijging van € 22 miljoen betreft de indexering IBOI 2014.

  • N31 Leeuwarden – Drachten: Betreft € 19 miljoen correctie DBFM-conversie en indexering IBOI 2014 (€ 1 miljoen).

  • N33 Assen – Zuidbroek: In de vorige opgave was de realisatie t/m 2012 niet meegenomen (€ 21 miljoen). Daarnaast wordt € 4 miljoen indexering IBOI 2014 toegevoegd.

Projectoverzicht behorende bij 12.04 geïntegreerde contractvormen Hoofdwegennet
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig

vorig

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

                       

Aflossing tunnels

1.234

1.225

429

53

59

56

58

59

62

458

– 

– 

A10 Tweede Coentunnel

2.213

2.196

838

91

74

76

53

53

53

975

2013

2013

A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere

2.017

1.999

40

43

17

57

376

186

125

1.173

2019

2019

A12 Lunetten – Veenendaal

636

627

218

24

24

24

24

24

19

279

2012

2012

Projecten Zuidvleugel

                       

A15 Maasvlakte – Vaanplein

2.053

2.031

215

340

352

294

54

54

54

690

2015

2015

Projecten Brabant

                       

A59 Rosmalen – Geffen, PPS

288

288

266

   

1

1

1

1

18

2005

2005

Projecten Noord-Nederland

                       

N31 Leeuwarden – Drachten

166

146

107

6

6

6

6

6

6

23

2007

2007

N33 Assen – Zuidbroek1

340

336

34

44

13

13

13

13

13

197

2015

2015

Afrondingen

0

   

1

         

– 1

 

Totaal

8.947

2.147

602

545

527

585

396

333

     
12.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdwegennet

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (incl. afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT systemen,het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.

12.07 Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord. De investeringsruimte is onder meer beschikbaar voor risico’s en de in het najaar van 2013 aangekondigde MIRT-onderzoeken (Kamerstukken II, 2013/14, 33 750 A, nr. 25).

De in de begroting 2014 opgenomen stand van de beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 bedroeg € 1.227 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de ontwerpbegroting 2015 nu € 639 miljoen.

  • Aanvullende dekking van de nalevingskosten SWUNG (€ 77 miljoen) voor de periode tot en met 2028.

  • Ophoging van verschillende taakstellende projectbudgetten (onder andere Zuidelijke Ringweg Groningen, A2 Passage Maastricht, A27 Houten-Hooipolder, N35 Nijverdal – Wierden). Zie hiervoor ook de toelichting bij IF artikel 12.03.

  • Voor verschillende projecten is naar aanleiding van bestuurlijke afspraken met regionale partners in deze begroting budget gereserveerd (Landzijdige bereikbaarheid Lelystad Airport en Eindhoven Airport, Aansluiting A58 Goes).

  • Verlaging van de toltarieven bij de A12/A15 Ressen – Oudbroeken (€ 12 miljoen).

  • Verwerking van het saldo van mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma.

12.07 Inv.ruimte Wegen

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Investeringsruimte

– 0

1

– 1

– 1

2

– 1

– 1

145.152

Kaseffect verwerking index2013

– 42.732

– 38.043

– 41.956

– 39.817

– 32.936

– 31.268

– 24.883

– 29.196

Kaseffect verwerking index2014

– 25.667

– 23.639

– 18.691

– 20.346

– 16.281

– 20.964

– 25.424

– 28.058

Totaal

– 68.399

– 61.681

– 60.648

– 60.163

– 49.215

– 52.233

– 50.308

87.898

12.07 Inv.ruimte Wegen

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Totaal

Investeringsruimte

46.685

10.478

43.480

19.756

22.106

– 32.553

384.004

639.107

Kaseffect verwerking index2013

– 31.260

– 30.113

– 19.885

– 15.537

– 16.360

393.986

0

1

Kaseffect verwerking index2014

– 10.425

– 31.068

– 23.590

– 11.186

– 25.076

– 7.910

288.324

0

Totaal

5.000

– 50.703

5

– 6.967

– 19.330

353.524

672.328

639.108

Artikel 13 Spoorwegen

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord.

Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de Begroting hoofdstuk XII over 2015 bij beleidsartikel 16 Spoor.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 13 Spoorwegen (x € 1.000)
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verplichtingen

2.727.691

2.221.826

1.733.921

2.242.943

2.382.804

1.751.358

2.027.819

Uitgaven

2.384.292

2.390.335

2.387.881

2.464.491

2.238.605

2.207.053

1.933.701

Waarvan juridisch verplicht:

   

95%

       

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

1.346.811

1.333.674

1.240.257

1.319.800

1.167.051

1.110.815

1.185.320

13.03 Aanleg

886.190

909.405

952.335

972.202

910.500

940.776

569.774

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer

801.687

803.312

662.580

700.795

491.121

363.875

306.494

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer

64.829

78.681

65.436

64.947

75.336

72.631

38.196

13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer

18.360

15.929

210.246

183.822

268.459

438.134

225.084

13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer

1.314

11.483

14.073

22.638

75.584

66.136

0

13.04 Geintegreerde contractvormen/PPS

134.675

147.830

147.026

146.980

146.983

153.490

156.679

13.07 Rente en aflossing

16.616

16.578

48.397

16.597

16.597

16.597

16.597

13.08 Investeringsruimte

0

– 17.151

– 134

8.912

– 2.526

– 14.626

5.331

Van totale uitgaven

           

– Bijdrage aan agentschappen

0

0

0

0

0

0

0

– Restant

2.384.292

2.390.335

2.387.881

2.464.491

2.238.605

2.207.053

1.933.701

13.09 Ontvangsten

202.042

120.869

232.720

177.161

193.583

192.830

204.490

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, worden de budgetten in 2015 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2015. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2028.

Bedragen x € 1.000
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

13

Spoorwegen

uitgaven

2.387.881

2.464.491

2.238.605

2.207.053

1.933.701

1.790.138

1.469.637

13.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

1.240.257

1.319.800

1.167.051

1.110.815

1.185.320

1.162.653

1.169.571

13.03

Aanleg

 

952.335

972.202

910.500

940.776

569.774

439.964

81.391

13.04

GIV/PPS

 

147.026

146.980

146.983

153.491

156.679

163.889

164.821

13.07

Rente en aflossing

 

48.397

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

13.08

Investeringsruimte

 

– 134

8.912

– 2.526

– 14.626

5.331

7.035

37.257

                   

13.09

Ontvangsten

Ontvangsten

232.720

177.161

193.583

192.830

204.490

202.884

207.681

(vervolg) Bedragen x € 1.000
   

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

13

Spoorwegen

uitgaven

1.359.403

1.613.478

1.783.930

1.787.309

1.853.443

1.906.176

2.008.502

13.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

1.174.223

1.177.245

1.197.156

1.196.858

1.197.926

1.165.259

1.147.811

13.03

Aanleg

 

– 33.954

211.020

293.257

316.907

382.762

418.967

209.947

13.04

GIV/PPS

 

166.200

167.591

169.444

170.408

170.479

169.667

159.427

13.07

Rente en aflossing

 

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

13.08

Investeringsruimte

 

36.337

41.025

107.476

86.539

85.679

135.686

474.720

                   

13.09

Ontvangsten

Ontvangsten

210.507

213.240

215.862

177.953

177.953

177.953

177.953

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Op grond van richtlijn 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 wordt de taakorganisatie ProRail belast met het beheer en onderhoud van de landelijke spoorweginfrastructuur. Op grond van de huidige beheerconcessie voert ProRail het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur in de periode 2005–2015 uit. Per 1 januari 2015 treedt de nieuwe beheerconcessie aan ProRail voor een periode van tien jaar in werking.

De rijksbijdrage aan ProRail wordt jaarlijks vastgesteld met een beschikking overeenkomstig het bepaalde in de Wet en Besluit Infrastructuurfonds. De subsidie wordt door ProRail aangewend voor het in goede gebruikstoestand houden van de landelijke spoorweginfrastructuur.

Sinds 1 januari 2008 wordt ProRail aangestuurd op output. Dat betekent dat de Minister van IenM afspraken maakt met ProRail over de te realiseren prestaties op basis van een resultaatsverplichting. Die prestaties worden jaarlijks opgenomen in het beheerplan van ProRail. De Minister van IenM moet hiermee instemmen. Per 1 januari 2015 zal de nieuwe beheerconcessie in werking treden waarin afspraken worden gemaakt over een scherpere aansturing van ProRail door de Minister van IenM. Naast het sturen op prestaties met een resultaatverplichting zal IenM met de nieuwe concessie sturen op programma’s en maatregelen, bijvoorbeeld op het gebied van betrouwbaarheid van de infrastructuur. IenM zal hiertoe aan de voorkant van de jaarlijkse beheerplancyclus voorstellen doen in een jaarlijkse beleidsprioriteitenbrief. De nieuwe concessie bevat daarnaast aanvullende verplichtingen voor ProRail op het gebied van samenwerking met vervoerders en andere belanghebbenden en transparantie over haar prestaties en afwegingen naar de buitenwereld. De nieuwe beheerconcessie wordt aan het einde van 2014 afgerond. Het beheerplan 2015 wordt aan het begin van 2015 aan de Tweede Kamer toegezonden en zal in het teken staan van de overgang van de oude naar de nieuwe concessie.

Producten

De beheer-, onderhoud- en vervangingsactiviteiten zijn gericht op het realiseren van de in het beheerplan opgenomen prestaties betreffende de in de beheerconcessie vastgelegde zorgtaken van ProRail. Onderdeel hiervan zijn de activiteiten van ProRail die samenhangen met spoorverkeersleiding en activiteiten op het gebied van capaciteitsmanagement. In het beheerplan zelf wordt jaarlijks een uitgebreide beschrijving opgenomen van de belangrijkste activiteiten die voor dat jaar zijn gepland.

ProRail ontvangt voor de uit te voeren activiteiten een bijdrage van het Rijk. Bij de vaststelling van de rijksbijdrage voor beheer, onderhoud en vervanging wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiksvergoeding. De door ProRail te ontvangen gebruiksvergoeding wordt in mindering gebracht op de door het Rijk te subsidiëren uitgaven. In de uitgaven wordt een onderscheid gemaakt tussen beheer en onderhoud, vervanging en apparaatskosten.

Vanuit de LTSa is de Herijking van de spoorbudgetten aangekondigd. In lijn hiermee worden in 2014/2015 de financiële reeksen van Prorail voor beheer, onderhoud en vervanging onderzocht mede in het licht van de door Prorail gesignaleerde druk op de meerjarige budgetten. Uiterlijk in de begroting 2016 worden de uitkomsten van het onderzoek opgenomen. In afwachting van de uitkomsten daarvan is ervoor gekozen de besluitvorming over de prijsbijstelling naar prijspeil 2014 van de budgetten voor beheer, onderhoud en vervanging aan te houden tot de begroting 2016. Dit impliceert dat het budget ten behoeve van beheer, onderhoud en vervanging in prijspeil 2013 is uitgedrukt.

Uitgaven (x € 1.000, op basis van de meerjarenramingen bij het Beheerplan 2014):
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Beheer en calamiteitenorganisatie

203.473

204.154

201.911

200.121

189.609

189.002

Grootschalig onderhoud

177.146

154.993

154.844

154.599

148.495

141.361

Kleinschalig onderhoud

338.436

306.903

305.056

305.178

304.689

299.310

Onderhoud transfer

80.265

83.984

86.811

87.009

87.257

87.491

Verkenning en innovatie

4.312

4.312

4.068

4.068

4.068

4.068

Uitbesteed werk

803.633

754.345

752.690

750.974

734.118

721.233

             

Bovenbouwvernieuwingen

153.991

220.358

220.347

220.347

220.347

220.347

Vervanging overige systemen

328.004

300.614

408.513

269.302

245.275

337.991

Vervangingsinvesteringen

481.994

520.972

628.860

489.649

465.623

558.338

             

Apparaatskosten BOV

350.347

338.137

321.682

313.751

305.786

305.340

Apparaatskosten

350.347

338.137

321.682

313.751

305.786

305.340

             

Totaal uitgaven ProRail

1.635.974

1.613.454

1.703.232

1.554.374

1.505.527

1.584.910

             

Doorbelaste kosten aan derde-partijen

– 51.120

– 39.556

– 39.042

– 39.042

– 39.042

– 39.042

Gebruiksvergoeding vervoerders

– 259.120

– 343.641

– 346.972

– 350.863

– 355.670

– 360.548

Doorbelaste uitgaven

– 310.240

– 383.197

– 386.014

– 389.905

– 394.712

– 399.590

             

Rijksbijdrage aan ProRail

1.325.734

1.230.257

1.317.218

1.164.469

1.110.815

1.185.320

             

Reservering uitgaven actieplan groei op het spoor

7.940

10.000

2.582

2.582

0

0

Totaal artikel 13.02

1.333.674

1.240.257

1.319.800

1.167.051

1.110.815

1.185.320

Toelichting:

Uitbesteed werk

  • De activiteiten die worden uitgevoerd voor beheer en de calamiteitenorganisatie vormen de basis voor de prestaties die ProRail levert. Beheeractiviteiten die hieraan bijdragen zijn incidentenregie, beheer van netwerken, camera’s en verbindingen, softwareonderhoud, energietransportcapaciteit en verzekeringen.

  • Grootschalig onderhoud omvat die activiteiten die nodig zijn om de kwaliteit van de infrastructuur te handhaven en de theoretische levensduur in casu afschrijvingstermijn waar te maken. De activiteiten richten zich voornamelijk op het onderhouden en aanpassen van constructies, conserveren van objecten, slijpen van spoorstaven en het seizoenbestendig houden en maken van de sporen.

  • Kleinschalig onderhoud voorziet in de activiteiten die noodzakelijk zijn om de prestaties op het gebied van beschikbaarheid, betrouwbaarheid en veiligheid te realiseren. Het gaat zowel om cyclische als incidentele onderhoudsactiviteiten. Deze activiteiten zijn onder andere gericht op inspecties en schouw van de infrastructuur, correctie van spoorligging, vervangen van kleine componenten, functieherstel bij storingen, herstel van vermoeiingsschade van contactvlak tussen wiel en rail en sanering van geluidsschermen.

  • Het onderhoud aan transfervoorzieningen (op stations) realiseert in belangrijke mate de reizigerstevredenheid op het gebied van reinheid en sociale veiligheid. Onderhoud transfer omvat op hoofdlijnen schoonmaak, onderhoud energie, verzekeringen en onroerende zaak belasting.

  • Onder verkenning en innovatie vallen projecten en programma’s voor onderzoek naar verbetering van het spoorsysteem.

Vervangingsinvesteringen

  • Bovenbouwvernieuwing betreft voornamelijk het vervangen van spoorstaven, dwarsliggers, ballast en wissels.

  • Onder de overige systemen vallen onder andere het treinbeveiligingssysteem, treinbeheersing- en communicatiesystemen, energievoorziening, transfersystemen en kunstwerken.

Apparaatskosten

  • De apparaatskosten betreffen de lonen, salarissen, overige personeelskosten, inhuur en huisvestingskosten van ProRail. De apparaatskosten die samenhangen met de investeringen (MIRT-projecten) worden via een opslag voor algemene kosten gesubsidieerd vanuit artikel 13.03.

Doorbelaste uitgaven

  • Een deel van de jaarlijkse beheer-, onderhoud- en vervangingskosten wordt doorbelast aan derden, voornamelijk decentrale overheden. Het gaat dan voornamelijk om het onderhoud van de zogenaamde omgevingswerken. Derden hebben ook de mogelijkheid om het onderhoud van omgevingswerken eeuwigdurend af te kopen. Deze gelden staan bij ProRail op de balans geparkeerd als «voorziening derdenwerken» en het jaarlijkse onderhoud hieraan wordt hierop in mindering gebracht.

  • Een deel van de beheer-, onderhoud- en vervangingskosten, de gebruiksafhankelijke kosten, wordt aan de vervoerders doorbelast als gebruiksvergoeding. De tarieven worden jaarlijks door ProRail vastgesteld en gepubliceerd in de Netverklaring. Bij het bepalen van de hoogte van de rijksbijdrage voor ProRail wordt de te ontvangen gebruiksvergoeding in mindering gebracht op de verwachte uitgaven.

Actieplan groei op het spoor

  • Op artikel 13.02 zijn naast de uitgaven van ProRail ook middelen gereserveerd voor het actieplan groei op het spoor. Realisatie van deze uitgaven vindt plaats op Begroting hoofdstuk XII. Zodra verplichtingen zijn aangegaan, worden deze middelen overgeheveld naar de betreffende artikelen.

In bijlage 5 «Toelichting artikel 13 Spoorwegen» is nadere informatie opgenomen over de aansluiting tussen de middelen op het Infrastructuurfonds en de bestedingen door ProRail.

Prestaties ProRail

Meetbare gegevens

Op grond van de Beheerconcessie worden met ProRail afspraken gemaakt over de invulling van haar zorgplichten voor de spoorinfrastructuur. Dit gebeurt door voor de verschillende zorggebieden kernprestatie indicatoren (KPI’s) af te spreken met grenswaarden, zoals weergegeven in onderstaande tabel. In deze tabel zijn de KPI’s en grenswaarden opgenomen uit het Beheerplan 2014. Eind 2014 worden de afspraken voor 2015 gemaakt, op basis van de nieuwe beheerconcessie.

Prestaties ProRail

Realisatie

Afspraak

Prognose

Beheerplan 2014

2013

2014

2015

Punctualiteit < 3 min. Reizigersverkeer totaal

87,9%

87,0%

87,0%

Punctualiteit < 5 min. HRN

93,6%

93,0%

93,0%

Punctualiteit < 3 min. Regionale series

92,5%

93,1%

93,1%

Punctualiteit < 3 min. Goederen

79,6%

82,0%

82,0%

Top-5 Aandachtseries

86,2%

84,0%

84,0%

       

Geleverde treinpaden

98%

98%

98%

       

Algemeen klantoordeel vervoerders

6,8

6,7

7,0

13.03 Aanleg Spoor

IenM is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:

  • door Prorail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;

  • door IenM uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;

  • voorbereiding van de uitvoering van nieuwbouwprojecten Spoor;

  • uitvoering van deze projecten.

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor

Afgesloten projecten

Onderstaande projecten zijn afgesloten en indien noodzakelijk zijn de resterende werkzaamheden toegevoegd aan het projectbudget Nazorg gereedgekomen lijnen en halten:

  • Sporen in Arnhem

  • Station Hengelo Gezondheidspark

  • Station Groningen Europapark

  • Hanzelijn

  • Regionet verkorte treinopvolging Zaanlijn

  • Regionet verplaatsing station Krommenie Assendelft

  • Zutphen-Winterwijk verhogen vertreksnelheid

  • Arnhem-Winterswijk perronverlenging

Nieuw opgenomen projecten

Beschermingsmaatregelen GSM-R interferentie (onder de post Kleine projecten)

Naar verwachting kan het steeds verder groeiende gebruik van moderne telecommunicatietechnologieën («3G» en «4G») door telecom providers leiden tot storingen in het GSM-R(ail)-netwerk van ProRail. Dit netwerk wordt onder andere gebruikt voor de communicatie tussen machinisten en verkeersleiding, voor het treinbeveiligingssysteem ERTMS (European Rail Traffic Management System), voor reisinformatiesystemen en voor monitoringsystemen van ProRail voor bijvoorbeeld de wisselverwarming en ATB-Vv. Om te voorkomen dat dergelijke storingen optreden zijn de volgende beschermingsmaatregelen in de railinfrastructuur nodig:

  • Inbouw van filters in de GSM-R-ontvangers voor reisinformatiesystemen en in de monitoring-systemen voor de wisselverwarming en ATB-Vv.

  • Verdichting van het GSM-R basisstations infrastructuurnetwerk van ProRail, waardoor het GSM-R-netwerk minder gevoelig wordt voor interferenties vanuit de netwerken van telecom providers.

De totale kosten van deze maatregelen worden geraamd op € 12,1 miljoen. De bijdrage van EZ aan dit project is € 4 miljoen. De resterende € 8,1 miljoen is gedekt uit de investeringsruimte (IF 13.08)

Overige Wijzigingen

PHS DSSU

Het projectbudget is opgehoogd met € 5,4 miljoen ten behoeve van de aanleg van 95 ATB Vv installaties binnen dit project. De hiervoor benodigde gelden waren geraamd binnen het planuitwerkingsbudget PHS (13.03.04) en zijn om die reden overgeboekt naar het realisatiebudget.

Reistijdverbetering Deventer Zijperron

De hogere kosten ad € 3 miljoen worden veroorzaakt doordat er sprake was van niet eerder bekende obstakels (resten van een voormalig stationsgebouw) en onbekende kabels en leidingen in de grond. Het oude stationsgebouw is onderzocht op archeologische waarde waardoor de werkwijze in de uitvoering aangepast en vertraagd is. Door de vondst van onbekende kabels en leidingen zijn de kosten voor de aanpassing van de beveiliging hoger uitgevallen. De indienststelling van het nieuwe perron is zodoende verschoven van december 2013 naar medio 2014.

Punctualiteits- en capaciteitsknelpunten

Het projectbudget is verlaagd met € 10,9 miljoen. Zie toelichting Zwolle-Herfte bij 13.03.04.

Programma kleine functiewijzigingen

Het projectbudget is verlaagd met € 41 miljoen. Zie toelichting Zwolle-Herfte bij 13.03.04.

AKI-plan en veiligheidsknelpunten (PVVO)

In overleg met ProRail zijn over de pilot standaard langzaam verkeerstunnel van het programma PVVO nadere afspraken gemaakt over de toedeling van het resterende budget ad € 2,2 miljoen. Daarbij is gekozen voor overheveling van het resterende budget naar het in 2013 gestarte Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO). Dit programma geeft invulling aan het integrale overwegenbeleid van IenM en is in die zin een overkoepelend programma voor alle overwegprojecten. Naast specifieke projecten richt dit programma zich primair op meer generieke maatregelen en oplossingen. In totaal is voor het LVO programma nu € 202 miljoen beschikbaar.

Nazorg gereedgekomen lijnen en halten

Op basis van een inventarisatie van nog uit te voeren werkzaamheden en rekening houdend met de mogelijke risico’s bleek het verantwoord het projectbudget te verlagen met € 6,1 miljoen.

Spoorwegovergang Soestdijkseweg

Het projectbudget is verlaagd met € 4,2 miljoen in verband met een gerealiseerde aanbestedingsmeevaller.

NSP Den Haag Centraal

De voor de realisatie benodigde en geaccordeerde Treinvrije perioden (TVP’n), waar ook het bestek (en de Businesscase) op gebaseerd was, heeft ProRail later op verzoek van NS ingetrokken. Om het project te realiseren is in overeenstemming met partijen gekozen voor het verkorten van sporen waardoor de bouw van de OV Terminal zonder Treinvrije Perioden conform planning mogelijk bleef. Dit heeft geleid tot € 5,7 miljoen aan meerkosten. Hier staat evenwel tegenover dat gedurende de gehele realisatieperiode van de hal sprake is geweest van een continue beschikbaarheid van de sporen en toegang tot het station.

NSP Breda

Het projectbudget is opgehoogd met € 11,4 miljoen. Dit heeft voor € 9,3 miljoen betrekking op de OV-Terminal en voor € 2,1 miljoen op het geluidsscherm. Bij het opstellen van de businesscase is er onterecht van uitgegaan dat een deel van de kosten voor de OV-terminal gefinancierd zouden kunnen worden via beheer- en onderhoud. Daarnaast is het contract met de aannemer van de geluidsschermen opgezegd, wat tot meerkosten heeft geleid.

Sporendriehoek Noord Nederland

Het projectbudget is verlaagd met € 70 miljoen. Zie toelichting Zwolle-Herfte bij 13.03.04.

Projectoverzicht behorende bij 13.03.01 Realisatieprogramma personen spoor
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig

vorig

Projecten nationaal

                       

Benutten

                       

ERTMS-pilot Amsterdam-Utrecht en ERTMS expertisecentrum 1

28

28

3

25

0

0

       

2012/ 2013/ 2014

2012/ 2013/ 2014

Geluidsanering Spoorwegen

626

626

18

4

6

18

24

34

61

461

divers

divers

Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE)

29

29

8

5

9

4

4

     

divers

divers

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

                       

PHS DSSU (inclusief voorinvestering)

283

278

51

64

69

80

18

1

   

2015

2012/ 2015

Stations en stationsaanpassingen

                       

Kleine stations

78

78

30

3

2

6

8

8

10

10

divers

divers

Overige projecten/programma's /lijndelen etc.

                       

AKI-plan en veiligheidsknelpunten

395

397

319

22

22

18

8

4

1

2

divers

divers

Fietsparkeren bij stations

221

221

15

12

14

14

14

14

14

124

divers

divers

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

46

56

0

13

8

8

8

8

   

divers

divers

Ontsnippering

81

81

24

3

4

20

23

5

4

 

divers

divers

Programma Kleine Functiewijzigingen

540

581

55

54

82

61

73

73

73

70

divers

divers

Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten

308

319

77

60

39

34

19

16

17

46

divers

divers

Reistijdverbetering

15

12

8

6

1

         

2014

2013

Toegankelijkheid stations

503

503

46

46

47

44

44

45

44

187

divers

divers

Kleine projecten personenvervoer

14

0

0

4

0

4

4

1

   

divers

divers

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

                       

Amsterdam-Almere-Lelystad

                       

OV SAAL korte termijn

776

776

179

134

183

194

55

28

3

0

2016

2016

Stations en stationsaanpassingen

                       

Amsterdam CS, Cuypershal

26

26

12

4

5

3

2

     

2014/ 2016

2014/ 2015/ 2016

Amsterdam CS, Fietsenstalling

35

35

3

2

9

7

5

5

4

 

2013/ 2018

2013/ 2018

Overige projecten/lijndelen etc.

                       

Regionet (inclusief verkeersmaatregelen Schiphol)

188

185

148

13

8

8

3

4

3

2

divers

divers

Vleuten – Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS)

956

956

676

60

36

54

42

28

6

53

2005 e.v.

2005 e.v.

Stations en stationsaanpassingen

                       

OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP)

346

346

193

79

34

30

10

     

2016

2016

Overige projecten/lijndelen etc.

                       

Spoorwegovergang Soestdijkseweg te Bilthoven

32

37

16

8

6

1

1

     

2013/ 2015

2013/ 2015

Projecten Zuidvleugel

                       

Stations en stationsaanpassingen

                       

Den Haag CS (t.b.v. NSP)

123

117

117

6

           

2014

2014

Rotterdam Centraal (t.b.v. NSP)

275

275

256

20

0

         

2013

2013

Den Haag CS perronsporen 11 en 12

38

38

4

3

1

11

11

8

1

 

2018

2018

Overige projecten/lijndelen etc.

                       

Rijswijk – Schiedam incl. spoorcorridor Delft

553

553

451

87

14

0

       

2015/ 2017

2015/ 2017

Projecten Brabant

                       

Stations en stationsaanpassingen

                       

Breda Centraal (t.b.v. NSP)

75

64

32

17

12

10

4

     

2016/ 2017

2016/ 2017

Projecten Oost Nederland

                       

Utrecht-Arnhem-Zevenaar

                       

Arnhem Centraal (t.b.v. NSP)

108

108

83

11

9

3

3

     

2011/ 2015

2011/ 2014

Traject Oost uitv. convenant DMB 2

239

239

11

10

21

39

37

33

29

61

2020

2020

Overige projecten/lijndelen etc.

                     

Regionale lijnen Gelderland

14

14

3

1

3

5

1

1

   

divers

divers

Projecten Noord Nederland

                       

Partiële spooruitbreiding Groningen-Leeuwarden

8

8

5

3

0

             

Sporendriehoek Noord-Nederland

134

204

29

19

18

14

15

17

13

10

divers

divers

Totaal ProRail projecten

6.813

2.871

796

663

691

437

330

1.025

Overige (niet ProRail) projecten

                       

Afdekking risico's spoorprogramma's

29

29

 

6

8

6

8

     

n.v.t.

n.v.t.

Intensivering Spoor in steden (I)

246

245

186

10

10

15

15

10

       

Spoorzone Ede

42

42

2

3

6

24

7

         

Totaal overige (niet ProRail) Projecten

316

187

19

24

46

30

10

 

0

   

Programma Realisatie (IF 13.03.01)

7.129

3.059

815

687

737

467

340

 

1.025

   

Budget Realisatie (IF 13.03.01)

     

803

663

701

491

364

 

1.025

   

Overprogrammering (-)

     

– 12

– 24

– 36

24

24

24

   
X Noot
1

Van het totale budget is € 6 mln aan Prorail beschikt. De overige kosten zijn voornamelijk bestemd voor ombouw materieel, opleidingskosten en de ontwikkeling van een referentiesysteem

X Noot
2

Inclusief uitgaven mbt planuitwerking verantwoord op IF 13.05.01

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer spoor

Geen wijzigingen.

Projectoverzicht behorende bij 13.03.02 Realisatieprogramma goederen spoor
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig

vorig

ProRail Projecten

                       

Uitgaven mbt planuitwerking op IF 13.03.05

 

– 33

– 16

– 4

– 6

– 6

0

       

Projecten nationaal

                       

PAGE risico reductie

18

18

8

0

1

4

3

2

1

 

divers

divers

Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua 1)

170

149

31

41

47

37

6

5

4

 

2013 e.v.

2013 e.v.

Aslasten Cluster III realisatie

1

1

0

1

0

             

Projecten Oost Nederland

                       

Uitv.progr Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov) 1

154

149

46

12

9

16

32

18

21

 

divers

divers

Projecten Zuidwestelijke delta

                       

Geluidmaatregelen Zeeuwselijn

27

27

10

1

7

6

2

     

2014/ 2016

2014/ 2016

Projecten Zuidvleugel

                       

Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding1

217

210

45

29

6

7

30

48

12

39

2014 e.v.

2014 e.v.

Overige projecten

                       

Nazorg gereedgekomen projecten

4

4

0

1

1

1

1

     

divers

divers

Totaal ProRail Projecten

557

 

123

80

65

65

           

Overige (niet ProRail) Projecten

                       

Programma Realisatie (IF 13.03.02)

557

 

123

80

65

65

           

Budget Realisatie (IF 13.03.02)

     

79

65

65

75

73

38

39

   

Overprogrammering (-)

– 1

0

0

1

         
X Noot
1

Inclusief uitgaven mbt planuitwerkingen verantwoord op IF 13.05.02/13.03.05

13.03.04 Planuitwerking personenvervoer spoor

Nieuw opgenomen projecten

Zwolle-Herfte

Als gevolg van extra treinen op het baanvak Zwolle-Herfte is dit baanvak in 2012 overbelast verklaard. Daarnaast bestaan ambities voor het rijden van meer treinen op de lijnen Zwolle-Groningen/Leeuwarden en Zwolle-Emmen. Om dit capaciteitsknelpunt op te lossen heeft ProRail een Alternatievenstudie uitgevoerd in nauwe samenwerking met IenM, de Noordelijke provincies, Overijssel en de vervoerders NS en Arriva. Op basis van deze studie heeft op 17 december 2013 de Staatssecretaris samen met de gedeputeerden van Noord Nederland en Overijssel gekozen voor een Alternatief waarbij 2 extra sporen zullen worden gerealiseerd tussen Zwolle en Herfte inclusief een ongelijkvloerse kruising (Kamerstukken II, 2013/14, 33 750 A, nr. 60).

Het alternatief voorziet in:

  • een uitbreiding van het spoor tussen Zwolle en de aansluiting bij Herfte van twee naar vier sporen inclusief aanleg van een vrije kruising voor deze sporen zodat de treinen van Zwolle richting Leeuwarden/Groningen en van Zwolle richting Emmen geen hinder van elkaar ondervinden.

  • aanpassingen aan de oostzijde van het emplacement bij Zwolle zodat ook de treinen richting Enschede en Deventer tegelijk met de trein naar Leeuwarden/Groningen kunnen vertrekken (zogenaamde gelijktijdigheden).

Voor dit alternatief is € 170 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast is ervoor gekozen om taakstellend € 55 miljoen beschikbaar te stellen voor het faciliteren van de (toekomstige) behoefte aan opstel- en servicecapaciteit. De totale investering ad. € 225 miljoen wordt voor € 70 miljoen gedekt vanuit het projectbudget Sporendriehoek Noord Nederland (middelen Motie Koopmans), voor € 55 miljoen uit de investeringsruimte Regionaal /Lokaal, voor € 41 miljoen uit het programma Kleine functiewijzigingen, voor € 12,1 miljoen aan reeds gereserveerde middelen binnen het programma Beheer en Onderhoud voor het gelijktijdig vervangen van een brug, aangevuld met € 10,9 miljoen aan reeds gereserveerde middelen binnen het budget voor punctualiteits- en capaciteitsknelpunten als gevolg van het verloren gaan van opstelcapaciteit door de aanleg van het 4e perroneiland te Zwolle. Daarnaast draagt de regio € 36 miljoen bij.

Overige wijzigingen

PHS

Zie voor de verlaging van het projectbudget de toelichting onder 13.03.01 bij het project PHS

Landelijk Verbeterprogramma Overwegen

Zie voor de ophoging het projectbudget de toelichting onder 13.03.01 bij het project AKI-plan en veiligheidsknelpunten (PVVO)

OV SAAL

De actualisatie en nadere uitwerking van OV SAAL naar aanleiding van de besluitvorming over de middellange termijn resulteert in een lager benodigd budget dan tot dusverre beschikbaar. Het projectbudget is met € 30 miljoen verlaagd. Deze gelden zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (IF 13.08).

Amsterdam Zuidas station

Het projectbudget is opgehoogd met € 6,8 miljoen in verband met het indexeren naar prijspeil 2014.

De middelen voor het integrale project Zuidasdok zijn overgeheveld naar IF Artikel 17.

Amsterdam Zuid WTC

Het projectbudget is opgehoogd met € 3 miljoen in verband met het indexeren naar prijspeil 2014. Daarnaast is € 5,6 miljoen overgeboekt naar IF 12.03 in verband met de spoorbijdrage aan het functievrij maken voor het integrale project Zuidasdok, in het bijzonder de verwerving van een autoparkeergarage aan de Zuidas Dok en € 16,9 miljoen in verband met de planuitwerkingsopdracht ZuidasDok.

De middelen voor het integrale project Zuidasdok zijn overgeheveld naar IF Artikel 17.

ERTMS landelijke uitrol

Het projectbudget ERTMS landelijke uitrol is overgeheveld van 13.03.04 naar IF 17.07.

Projectoverzicht behorende bij 13.03.04 Planuitwerkingsprogramma personenvervoer

Bedrag x € 1 mln.
 

Budget

 

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

PB of TB

Indienststelling

Verplicht

       

Planuitwerkingskosten op realisatieprogramma IF 13.03.01

0

0

 

nvt

Projecten Nationaal

       

Kleine projecten Personenvervoer

5

5

 

nvt

Reservering opbouw compensatie NS

157

152

 

nvt

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

       

Adam Zuidas station (NSP)

0

237

 

2026

Adam Zuidas WTC/4-sp

0

112

 

2026

Projecten Oost-Nederland

       

Quick scan decentraal spoor Oost-Nederland

19

18

 

2011–2016

Lenteakkoordimpuls voor 4 spoorlijnen Oost-Nederland

25

25

 

2015–2018

Zwolle – Herfte 1

189

     

Gebonden

       

Projecten Nationaal

       

Grensoverschr. Spoorvervoer

29

29

 

div.

Beter Benutten Decentraal Spoor (Decentraal Spoor, fase 2 (NMCA))

90

90

 

div.

Grensoverschr. Spoorvervoer, fase 2

43

43

 

2014–2018

Progr.Hoogfreq.Spoor (PHS)

1.320

1.320

 

div.

Reservering Businesscase NSP

12

12

 

nvt

Programma overwegen

202

200

 

div.

Projecten Noordwest-Nederland

       

OV Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad

448

472

 

2021/2022

Bestemd

168

174

   

Projecten in voorbereding

       

Projecten Nationaal

       

Overige projecten in voorbereiding

       

Gesignaleerde risico's

       

Totaal planuitwerkingsprogramma

2.707

     

Begroting (IF 13.03.04)

2.707

     

legenda

PB = Projectbesluit

TB = Tracébesluit

X Noot
1

Bedrag is exclusief bijdrage regio van   36 mln.

Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2014–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028.

13.03.05 Planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer

Nieuw opgenomen projecten

Kleine Projecten Externe Veiligheid Drechtsteden

Aan dit projectbudget is € 12 miljoen toegevoegd vanuit de investeringruimte spoor (13.08) ter dekking van het project Externe veiligheid Drechtsteden. In het kader van Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen worden aanvullende veiligheidsmaatregelen getroffen aan het spoor in Dordrecht en Zwijndrecht om de relatief hoge toekomstige omgevingsrisico’s aldaar verder te verlagen.

Projectoverzicht behorende bij 13.03.05 Planuitwerkingsprogramma goederenvervoer

Bedrag x € 1 mln.
 

Budget

Planning

Projectomschrijving

huidig

vorig

PB of TB

Indienststelling

Verplicht

       

Planuitwerkingskosten op realisatieprogramma IF 13.03.02

17

17

   

Gebonden

       

Projecten Nationaal

       

Aslastencluster III

     

div.

Projecten Zuidvleugel

       

Kleine project Goed

17

5

div.

Calandbrug

157

157

 

2019

Bestemd

1

     

Projecten in voorbereiding

       

Overige projecten in voorbereiding

       

Gesignaleerde Risico's

       

Totaal planuitwerkingsprogramma

192

     

Begroting (IF 13.03.05)

192

     

legenda

PB = Projectbesluit

TB = Tracébesluit

Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2014–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028.

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), volgens de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenM.

Producten

Het kabinet heeft in januari 1999 ingestemd met het model voor privatisering van de HSL-Zuid. De PPS is bij de onderdelen infraprovider, vervoer en stations elk op afzonderlijke wijze tot stand gekomen. Eind 2001 zijn de contracten met de infraprovider en de vervoerder getekend. Vanaf augustus 2004 is de infraprovider begonnen met het werk aan de bovenbouw. Voor de onderbouw gold dat de HSL-Zuid onderdelen gefaseerd werden opgeleverd voor de start van de werkzaamheden van de infraprovider. Op het zuidelijke deel was de eerste oplevering augustus 2004. De laatste oplevering op het noordelijke deel was in december 2005. De bovenbouw van het zuidelijke deel is opgeleverd in juli 2006 en het noordelijke deel in december 2006.

Uitgaven (x € 1.000)
 

tm 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

totaal

Beschikbaarheidsvergoeding

1.041.657

147.766

148.490

149.720

150.152

150.879

153.279

1.658.920

3.600.863

Rente- en belastingaanpassingen

– 70.860

– 9.025

– 2.797

– 4.972

– 4.972

1.800

1.800

22.050

– 66.976

Werkzaamheden ex artikel 17.03 (pilot geluid)

6.610

7.146

0

0

0

0

0

0

13.756

Diverse afrekeningen

6.841

1.948

1.302

2.232

1.803

811

1.600

12.478

29.015

Totaal

984.248

147.835

146.995

146.980

146.983

153.490

156.679

1.693.448

3.576.658

Projectoverzicht behorende bij 13.04 Infraprovider

Projectoverzicht behorende bij 13.04 Infraprovider

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig

vorig

Projecten Nationaal

                       

Infraprovider HSL-Zuid

                   

2007

2007

Reguliere beschikbaarheidsvergoeding

3.577

3.563

981

15

147

147

147

153

157

1.830

   

Rente- en belastingaanpassingen

0

                     

Totaal

0

                     

Begroting IF13.04

   

981

15

147

147

147

153

       
13.07 Rente en Aflossing

Motivering

Onder deze categorie uitgaven vallen de rente en aflossing van de bij ProRail uitstaande leningen, waarmee in het verleden spoorinfrastructuur gefinancierd is en in de toekomst gefinancierd wordt.

Bestaande leningen

Producten

In de periode 2005–2013 is voor € 1,8 miljard aan leningen bij ProRail afgelost. Het grootste deel hiervan is gefinancierd met het in 2009/2010 uitgekeerde Superdividend van de NS. Deze schuldreducties hebben geleid tot een verlaging van de rentelasten van € 130 miljoen in 2005 tot € 17 miljoen in 2014. Het uitstaand saldo van de leningen per eind 2012 bedroeg nog € 313 miljoen. Hiervan moet ProRail in 2017 € 166 miljoen aflossen, in 2020 € 75 miljoen en in 2027 € 72 miljoen. Nog niet is besloten of tot herfinanciering of schuldreductie wordt overgegaan. Om deze reden zijn voor deze leningen de rentekosten structureel in de begroting opgenomen (en geen aflossingen).

Nieuwe leningen

Een deel van het PHS wordt gefinancierd met een leenfaciliteit (Kamerstukken II, 2009/10, 28 165, nr. 105) van € 875 miljoen. Rente en aflossing van de eerste € 675 miljoen van de leenfaciliteit, welke gekoppeld is aan een verlaging van het Infrastructuurfonds na 2020, zullen door het Ministerie van Financiën worden gedragen en de resterende € 200 miljoen door IenM.

Uitgaven (x € 1.000)
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Rente leningen

16.578

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

Schuldreductie aflossing 2012

0

31.800

0

0

0

0

Totaal

16.578

48.397

16.597

16.597

16.597

16.597

13.08 Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord. De in de begroting 2014 opgenomen stand van de beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 bedroeg € 1.039 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de ontwerpbegroting 2015 nu € 992 miljoen.

De investeringsruimte is onder meer beschikbaar voor risico’s en zal worden betrokken bij de herijking 1. Bij Spoor is ervoor gekozen om bij het op prijspeil 2014 brengen van de aanlegprojecten aan een relatief groot deel van die aanlegprojecten dit jaar geen indexatie uit te keren. De belasting van de investeringsruimte wordt zo beperkt met het risico op toekomstige tegenvallers als gevolg van het eventueel niet binnen de projecten in kunnen passen van de prijsstijging.

De genoemde mee- en tegenvallers op de specifieke projecten zijn eveneens toegelicht bij het betreffende artikelonderdeel van waaruit het project gefinancierd wordt.

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • Prijsbijstelling 2013/2014 Zuidas WTC en NSP station Zuidas (€ 14,8 miljoen).

  • Dekking meerkosten Deventer Zijperron (€ 3 miljoen).

  • Dekking meerkosten NSP Breda (€ 11,4 miljoen).

  • Afboeking niet te realiseren ontvangsten 13.09 (€ 13,5 miljoen).

  • Dekking project GSM-R beschermingsmaatregelen interferentie (€ 8,1 miljoen).

  • Dekking meerkosten NSP Den Haag (€ 5,7 miljoen).

  • Vrijval projectbudget Hanzelijn (€ 12,1 miljoen).

  • Vrijval projectbudget Nazorg (€ 6 miljoen).

  • Vrijval OV SAAL na besluit inzet gelden MLT (€ 30,0 miljoen).

  • Vrijval planuitwerking goederenverbinding Antwerpen-Roergebied (€ 5 miljoen).

  • Aanbestedingsmeevaller spoorwegovergang Soestdijkseweg (€ 4,2 miljoen).

  • Afrekening 2012 HSA en indexering contract naar prijspeil 2014 (€ 13,5 miljoen).

  • Vervallen garantstelling Maasvlakte (€ 6 miljoen).

  • Ontvangen boete NS (€ 2,8 miljoen).

  • Dekking nieuw opgenomen project Externe veiligheid Drechtsteden (13.03.05).

De genoemde mee- en tegenvallers op de specifieke projecten zijn eveneens toegelicht bij het betreffende artikelonderdeel van waaruit het project gefinancierd wordt.

13.08 Inv.ruimte Spoor
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Investeringsruimte

196

18.646

26.284

17.177

5.488

28.124

28.342

57.336

Kaseffect verwerking index 2013

– 20.524

– 20.531

– 18.455

– 20.096

– 20.283

– 18.760

– 21.318

– 19.375

Kaseffect verwerking index 2014

3.177

1.751

1.083

393

169

– 4.033

11

– 704

Totaal

– 17.151

– 134

8.912

– 2.526

– 14.626

5.331

7.035

37.257

13.08 Inv.ruimte Spoor
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Totaal

Investeringsruimte

56.267

59.696

126.402

104.411

104.453

145.324

213.413

991.560

Kaseffect verwerking index 2013

– 19.364

– 19.365

– 19.673

– 18.605

– 19.519

– 19.519

275.387

0

Kaseffect verwerking index 2014

– 566

694

747

733

745

9.881

– 14.080

0

Totaal

36.337

41.025

107.476

86.539

85.679

135.686

474.720

991.560

13.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derde-partijen voor spooruitgaven, die rechtstreeks aan IenM worden betaald, verantwoord. De gebruiksvergoeding van vervoerders en onderhoudsbijdragen van derde-partijen worden door ProRail geïnd en worden daarom gesaldeerd met de uitgaven opgenomen in de begroting onder artikel 13.02.

Wanneer verrekeningen (subsidievaststellingen) met ProRail plaatsvinden die betrekking hebben op afgesloten jaren mogen deze niet worden gesaldeerd met de uitgaven voor het lopende jaar, maar worden gedesaldeerd opgenomen in de ontvangsten en uitgaven.

Concessievergoedingen

Producten

Deze betreffen de vergoedingen die de NS en HSA betalen voor de concessies voor het Hoofdrailnet en de HSL-Zuid. Met ingang van 2015 worden deze twee concessies geïntegreerd tot één concessie aan NS.

Projectbijdragen decentrale overheden

Deze betreffen de bijdragen van decentrale overheden aan (MIRT)projecten zoals Decentrale Lijnen en Schiedam-Rijswijk.

Afrekeningen ProRail

Deze betreffen de afrekeningen met betrekking tot aanlegprojecten van het vierde kwartaal 2013 en de afrekening over 2012 van de subsidie voor beheer, onderhoud en vervanging.

Ontvangsten (x € 1.000)
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Concessie 2005–2014 HRN

30.000

0

0

0

0

0

Concessie 2009–2014 HSL (uitstelregeling)

43.546

45.566

44.415

43.264

42.112

40.961

Concessie 2015–2024

0

138.480

140.246

149.840

158.217

164.475

Verrekening reisinformatie

– 7.500

– 7.500

– 7.500

– 7.500

– 7.500

– 7.500

Boete prestaties 2012 (HRN)

2.750

0

0

0

0

0

Correctieregeling energie (HSL)

0

56.000

0

0

0

0

Concessievergoedingen NS

68.796

232.547

177.161

185.605

192.830

197.936

Projectbijdragen decentrale overheden

3.397

173

0

7.978

0

6.554

Afrekeningen ProRail

48.676

0

0

0

0

0

Totaal

120.869

232.720

177.161

193.583

192.830

204.490

Artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van regionale/lokale infrastructuur, de impulsen inzake de Regionale Mobiliteitsfondsen en het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) toegelicht. De producten van dit artikel zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de Begroting hoofdstuk XII 2015 bij beleidsartikel 15 OV keten.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 14 Regionaal, lokale infrastructuur (x € 1.000)
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verplichtingen

602.679

532.293

67.024

246.192

160.041

146.710

148.950

Uitgaven

215.678

172.163

181.447

273.935

348.376

341.694

248.418

Waarvan juridisch verplicht:

   

100%

       

14.01 Grote regionaal/lokale projecten

58.664

140.175

118.082

107.330

198.914

211.842

113.400

14.01.02 Planuitw. Progr. Reg/lok

0

11.792

0

5.000

39.533

57.614

2.171

14.01.03 Realisatieprogr reg/lok

58.664

130.793

115.079

99.046

158.160

153.001

108.070

14.01.04 Investeringsruimte

 

– 2.411

3.003

3.284

1.221

1.228

3.160

14.02 Regionale Mob. Fondsen

45.185

9.334

       

14.03 RSP – ZZL: Pakket Bereikbaarheid

111.829

22.654

63.365

166.605

149.462

129.852

135.018

14.03.01 RSP – ZZL: RB projecten

3.432

22.288

47.158

114.348

99.556

80.611

60.884

14.03.02 RSP – ZZL: RB mob fondsen

108.397

0

0

36.050

33.700

33.034

57.927

14.03.03 RSP – ZZL: REP

0

366

16.207

16.207

16.206

16.207

16.207

Van totale uitgaven

           

– Bijdrage aan agentschap RWS

0

0

0

0

0

0

0

– Restant

215.678

172.163

181.447

273.935

348.376

341.694

248.418

14.09 Ontvangsten

600

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, worden de budgetten in 2015 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2015. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2028.

Bedragen x € 1.000
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

14

Regionaal, lokale infrastructuur

uitgaven

181.447

273.935

348.376

341.694

248.418

218.512

82.518

14.01

Grote regionaal/lokale projecten

 

118.082

107.330

198.914

211.842

113.400

168.629

73.269

14.02

Regionale mobiliteitsfondsen

 

0

0

0

0

0

9.076

0

14.03

RSP-ZZL: pakket bereikbaarheid

63.365

166.605

149.462

129.852

135.018

40.807

9.249

(vervolg) Bedragen x € 1.000
   

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

14

Regionaal, lokale infrastructuur

uitgaven

135.853

120.885

10.228

43.935

74.529

99.201

132.200

14.01

Grote regionaal/lokale projecten

 

135.853

120.885

10.228

43.935

74.529

99.201

132.200

14.02

Regionale mobiliteitsfondsen

 

0

0

0

0

0

0

0

14.03

RSP-ZZL: pakket bereikbaarheid

 

0

0

0

0

0

0

0

14.01 Grote regionale/lokale projecten

Motivering

Binnen dit artikel zijn de budgetten opgenomen voor de aanlegprojecten waarvoor een aparte projectsubsidie wordt of is verleend. Om in aanmerking te komen voor een aparte projectsubsidie moeten de kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger zijn dan de grenswaarden in de BDU voor de ontvangers buiten de G3 en voor de G3 (respectievelijk € 112,5 miljoen en € 225 miljoen) en moet het project passen binnen de beleidsdoelstellingen voor regionale bereikbaarheid zoals verwoord in de Begroting hoofdstuk XII 2015 en beleidsartikel 15 OV-keten en de Lange Termijn Spooragenda (LTSa).

Algemeen

Producten

Regionale lokale projecten worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de regionale overheid. IenM levert een bijdrage in de aanlegkosten van die projecten. Dit betekent ook dat de uitvoeringsperiode van een project niet gelijk hoeft te lopen met de periode waarin de rijksbijdrage beschikbaar komt in het MIRT.

Verkenningen

Voor regionale/lokale infrastructuurprojecten wordt geen apart verkenningenprogramma opgenomen in het MIRT. In de begroting zijn dan ook geen middelen voor dit product opgenomen. De verkenningen worden onder verantwoordelijkheid van de regionale overheid uitgevoerd en pas na toetsing en besluitvorming door IenM al dan niet opgenomen in het planuitwerkingsprogramma.

14.01.02 Planuitwerkingsprogramma Regionaal/lokaal

Van een project dat in de planuitwerkingstabel is opgenomen worden de kosten van de meest kosteneffectieve variant als basis voor de rijksbijdrage aangemerkt (onder aftrek van de eigen bijdrage van € 112,5 miljoen respectievelijk € 225 miljoen).

Wijzigingen

Verkeersruit Eindhoven

Het projectbudget is opgehoogd met € 3,2 miljoen voor de prijsbijstelling 2014.

BTW Tramtunnel Den Haag

In de begroting 2014 was binnen de post Bestemd (IF 14.01.02), vooruitlopend op de uitkomst van het overleg met de gemeente Den Haag, € 7 miljoen gereserveerd voor de niet door de gemeente Den Haag te verrekenen BTW met de belastingdienst. Begin 2014 is na gezamenlijk overleg overeengekomen dat de gemeente Den Haag een vergoeding van € 11,2 miljoen ontvangt voor deze niet te verreken BTW. De aanvullende kosten zijn gedekt uit de Investeringsruimte Regionaal Lokaal deel OVS (14.01.04).

Projectoverzicht bij 14.01.02 Regionale/lokale infrastructuur; planuitwerking

Bedrag x € 1 mln.

Budget

 

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

PB of TB

Openstelling

Verplicht

       

Projecten Brabant

       

Verkeersruit Eindhoven (Noordoostcorridor)

271

268

2019–2021

Gebonden

       

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

       

Ombouw Amstelveenlijn

76

76

2020

Bestemd

71

37

   

Projecten in voorbereiding

       

Projecten Noordwest-Nederland

       

– HOV Knoop Amstelveen

       

Projecten Zuidvleugel

       

– BTW tramtunnel Den Haag

       

Overige projecten in voorbereiding

       

Gesignaleerde risico's

       

Totaal programma planuitwerking en verkenning

418

     

Begroting 14.01.02

418

     

legenda

PB = Projectbesluit

TB = Tracébesluit

Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2014–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028.

14.01.03 Realisatieprogramma Regionaal/lokaal

Hieronder vallen de uitgaven (subsidies) voor de realisatie van grote regionale/lokale infrastructuurprojecten die door regionale overheden worden aangelegd.

Wijzigingen

De projectbudgetten van de Rotterdamsebaan, A12/A20 Parallelstructuur Gouweknoop, RandstadRail en Noord/Zuidlijn zijn bijgesteld als gevolg van de indexatie naar prijspeil 2014.

Projectoverzicht bij 14.01.03 Regionale/lokale infrastructuur; realisatie
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig

vorig

Projecten Zuidvleugel

                       

Rotterdamsebaan

304

300

       

7

63

51

183

2020– 2022

2020– 2022

A12/A20 Parallelstructuur Gouwe

113

112

6

12

28

27

27

14

   

2019– 2021

2019– 2021

HOV-NET Zuid-Holland Noord (vh Rijn-Gouwelijn)

202

202

 

21

12

29

47

47

33

14

2018

2018

Randstadrail (incl. voorbereidingskosten en aanlanding RR op Den Haag HSE)

894

890

861

12

12

9

       

2006/ 2016

2006/ 2016

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

                       

Utrecht, Tram naar de Uithof

110

110

 

37

 

4

40

29

   

2018

2018

N201

178

178

173

5

           

2014

2014

Noord/Zuidlijn Noord-WTC

1.185

1.182

985

53

64

45

37

1

   

2017

2017

Programma Realisatie (IF 14.01.03)

2.986

 

2.025

140

115

114

158

153

84

197

   

Budget Realisatie (IF 14.01.03)

     

131

115

99

158

153

108

197

   

Overprogrammering (–)

     

– 9

– 0

– 15

0

0

24

0

   
14.01.04 Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikelonderdeel wordt de totale voor artikel 14 beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord. De middelen zijn bestemd voor grote regionale/lokale projecten die op initiatief van de decentrale overheden worden voorbereid en uitgevoerd. De projecten moeten een bijdrage leveren aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en de LTSa die voor regionale bereikbaarheid zijn geformuleerd. Het betreft zowel wegenprojecten op het niveau van het Onderliggend Wegennet als Openbaar Vervoer projecten.

De in de begroting 2014 opgenomen stand van de beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 bedroeg € 489 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de ontwerpbegroting 2015 nu € 369 miljoen.

  • Dekking spoorproject Zwolle-Herfte; zie toelichting bij IF 13.03.04 (€ 55 miljoen);

  • Aanvullende BTW dekking Tramtunnel Den Haag (€ 4,2 miljoen);

  • Dekking schikkingsovereenkomst Waddenveren. Hiermee is de veerverbinding voor de komende 15 jaar veiliggesteld (€ 9 miljoen);

  • Dekking indexatie voorgaande jaren RandstadRail (€ 3,1 miljoen);

  • Dekking prijsbijstelling 2014 diverse projecten (€ 11,9 miljoen);

  • Dekking toezegging elektrificatie Maaslijn (€ 30,3 miljoen); opgenomen onder 14.01.02 onder «bestemd»;

  • Dekking toezegging bijdrage verknoping station BleiZo aan hoofdrailnet met regionaal vervoer (€ 3,6 miljoen); opgenomen onder 14.01.02 onder «bestemd».

14.01.04 Inv.ruimte Reglok
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Investeringsruimte:

               

– Weg

0

0

0

0

0

0

0

73

– OVS

1

5.900

5.901

5.901

5.900

5.899

5.900

6.298

Kaseffect verwerking index2013

– 1.794

– 1.756

– 1.826

– 2.592

– 3.246

– 1.850

– 527

– 1.099

Kaseffect verwerking index2014

– 617

– 1.141

– 790

– 2.088

– 1.426

– 890

– 2.215

– 750

Totaal

– 2.411

3.003

3.284

1.221

1.228

3.160

3.158

4.523

14.01.04 Inv.ruimte Reglok
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Totaal

Investeringsruimte:

               

– Weg

17.073

23.613

16

9.328

7.220

16.671

33.588

107.582

– Spoor

6.083

6.101

6.153

9.983

24.302

67.407

99.856

261.584

Kaseffect verwerking index2013

– 1.640

– 1.973

– 803

– 862

19.968

0

0

1

Kaseffect verwerking index2014

2.228

– 326

4

18

31

9.205

– 1.244

0

Totaal

23.745

27.416

5.370

18.467

51.521

93.283

132.200

369.167

14.02 Regionale mobiliteitsfondsen

Motivering

Over heel Nederland worden verschillende Regionale Mobiliteitsfondsen (RMf) gebruikt. Deze fondsen zijn gevoed op basis van de volgende impulsen:

  • Bereikbaarheidsoffensief Randstad;

  • Amendement Dijsselbloem;

  • Amendement Van der Staaij;

  • Regionale bereikbaarheid (Kwartje van Kok);

  • Amendement Van Hijum;

  • Quick Wins NWA eerste en tweede tranche;

  • Tunnel Sluiskil.

Rijksbijdrage

Producten

De rijksmiddelen in het kader van het Bereikbaarheidsoffensief Randstad, de amendementen Dijsselbloem, Van der Staaij en Van Hijum, Regionale bereikbaarheid en Quick Wins NWA zijn volledig uitgekeerd. In het kader van Tunnel Sluiskil worden ook in 2014 rijksmiddelen beschikbaar gesteld.

Tunnel Sluiskil

Op 18 mei 2009 is de bestuursovereenkomst betreffende een tunnel bij Sluiskil getekend. In overleg met de provincie Zeeland is besloten om de IenM-bijdrage via het opgerichte RMf Zeeland te laten verlopen. Met een storting in het mobiliteitsfonds in 2014 is het volledig toegezegde bedrag in de bestuursovereenkomst overgemaakt (in totaal € 143 miljoen). Op dit artikel van het mobiliteitsfonds resteert nu alleen nog een reservering voor de post onvoorzien van het project.

Het Rijk stond daarnaast garant voor de Vlaamse bijdrage aan de Sluiskiltunnel. Eind 2013 heeft een Commissie van Wijzen geoordeeld dat Vlaanderen € 16 miljoen van de oorspronkelijke € 24 miljoen moet bijdragen. Omdat in 2013 de Vlaamse bijdrage is voorgeschoten vanuit het wegenartikel van het IF vloeit het bedrag van € 16 miljoen terug naar de Investeringsruimte Wegen (Artikel 12.07).

14.03 RSP Zuiderzeelijn, pakket Regionale Bereikbaarheid

Motivering

Betreft het RSP-convenant Rijk-Regio (Kamerstukken II, 2007/08, 27 658, nr. 43). Het pakket omvat projecten ter verbetering van de regionale bereikbaarheid in Noord-Nederland (concrete bereikbaarheidsprojecten en regionaal mobiliteitsfonds) en een Ruimtelijk-economisch programma (REP), tevens ten behoeve van Noord-Nederland.

Binnen de projecten ter verbetering van de regionale bereikbaarheid gaat het in totaal om vijf concrete bereikbaarheidsprojecten, zie 14.03.01. De rijksbijdrage voor de A7 Zuidelijke Ringweg Groningen fase 2 en de N50 Ramspol-Ens zijn inmiddels overgeheveld naar Artikel 12 Hoofdwegen.

In 2009 is het RMf RSP opgericht voor Noord-Nederland. De instelling van het RMf RSP volgt uit het Convenant RSP Zuiderzeelijn d.d.23 juni 2008. Het totale budget RMf RSP is € 970 miljoen. Dit bestaat uit € 500 miljoen bijdrage van het Rijk en € 470 miljoen bijdrage van de regio. Binnen het RMf RSP is € 100 miljoen gereserveerd als bijdrage aan de concrete projecten; zie 14.03.02. Deze bijdrage vervalt, als na realisatie van de concrete projecten is gebleken dat deze bijdrage niet nodig is en blijft beschikbaar voor het RMF-RSP. De inzet van middelen uit het RMf RSP is een decentrale verantwoordelijkheid. Het RMF RSP is beschikbaar voor projecten, die in principe kunnen worden gerealiseerd vóór 2020.

Binnen het REP wordt onderscheid gemaakt tussen een rijksdeel en een regionaal deel. Zowel voor het rijksdeel als voor het regionaal deel is € 150 miljoen rijksbudget beschikbaar gesteld. Het rijksdeel valt onder regie van het Ministerie van Economische zaken (EZ). Het betreffende rijksbudget werd tot en met 2012 verantwoord op de EZ-begroting, nadat in 2012 het resterende deel via het Provinciefonds is gedecentraliseerd. Het regionale deel, in totaal € 250 miljoen, valt onder regie van de regio. De rijksbijdrage voor het regionale deel, € 150 miljoen, wordt verantwoord op de begroting Infrastructuurfonds; zie 14.03.03. Ook de regio heeft € 100 miljoen beschikbaar voor het regionale deel van het REP.

Voor de realisatie van het project A6/A7 Knooppunt Joure wordt € 4 miljoen overgeboekt naar het IF artikel 12.03.01. Dit bedrag was vanuit het wegenartikel tijdelijk geparkeerd op artikel 14.03.

De voorwaarden voor het RSP zijn beschreven in het op 23 juni 2008 ondertekende convenant Rijk-Regio (Kamerstukken II, 2008/09, 21 700 A, nr. 19). Over de voortgang wordt de Tweede Kamer jaarlijks met een voortgangsrapportage (in het najaar) geïnformeerd.

Project overzicht Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn
   

Budget in € mln

 

Projectomschrijving

Totaal Rijk

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

Bijdrage regio 1

Projecten Noord-Nederland

                   

14.03.01 Concrete bereikbaarheidsprojecten 1 2

483

24

22

47

114

100

81

61

34

200

14.03.02 Regionaal Mobiliteitsfonds

534

373

   

36

34

33

58

 

370

14.03.03 Ruimtelijk economisch programma

98

 

0

16

16

16

16

16

16

100

Begroting (IF 14.03)

1.114

397

23

63

167

149

130

135

50

670

Overige afspraken

                   

LMCA Spoor: spoordriehoek 3

134

29

19

18

14

15

17

13

10

 

Totaal rijksbijdrage Noord-Nederland

1.248

426

42

81

181

164

147

148

60

 
X Noot
1

Bijdrage regio zijn pp2007.

X Noot
1

Het betreft de volgende projecten: A7 Zuidelijke Ringweg Groningen (ZRG) fase 2; Bereikbaarheid Leeuwarden; Bereikbaarheid Assen; N50 Ramspol-Ens en Openbaar vervoer/spoor. De totale rijksbijdrage is inclusief € 200 mln. uit het MIRT t.b.v de A7 ZRG fase 2.

X Noot
2

Uit het regionaal mobiliteitsfonds wordt een bijdrage van € 100 mln. (prijspeil 2007) geleverd aan de concrete projecten. Deze bijdrage vervalt, indien na realisatie van de concrete projecten is gebleken dat deze bijdrage niet nodig is.

X Noot
3

Betreft Pakket Noorden, hetgeen op artikel 13 is opgenomen.

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte.

De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de Begroting hoofdstuk XII over 2015 en vinden hun oorsprong in de SVIR en de Nota Mobiliteit (NoMo) (Kamerstukken II, 2004/05, 29 644, nr. 6).

Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens op de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art.15 Hoofdvaarwegennet (x € 1.000)
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verplichtingen

818.272

1.000.962

825.542

1.037.458

541.599

512.515

497.676

Uitgaven

864.431

884.287

883.428

741.836

692.846

638.590

630.935

Waarvan juridisch verplicht:

   

95%

       

15.01 Verkeersmanagement

13.722

13.986

7.516

8.380

8.380

8.380

8.380

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

304.567

372.198

394.852

347.047

254.581

233.719

199.971

15.02.01 Beheer en onderhoud

183.968

204.039

175.541

264.861

204.775

205.490

198.786

15.02.04 Vervanging

120.599

168.159

219.311

82.186

49.806

28.229

1.185

15.03 Aanleg

290.784

269.940

251.126

156.212

197.165

163.631

193.027

15.03.01 Realisatie

287.424

264.605

201.604

79.139

63.794

88.402

74.718

15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

3.360

5.335

49.522

77.073

133.371

75.229

118.309

15.04 Geintegreerde contractvormen

           

15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN

255.357

247.276

246.589

244.533

242.728

241.145

240.999

15.06.01 Apparaatskosten RWS

242.391

233.811

222.769

220.654

218.740

217.166

217.009

15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten

12.966

13.464

23.820

23.879

23.988

23.979

23.990

15.07 Investeringsruimte

– 0

– 19.113

– 16.655

– 14.336

– 10.008

– 8.285

– 11.442

Van totale uitgaven

           

– Bijdrage aan agentschap RWS

512.843

558.614

509.982

542.811

472.532

456.591

445.099

– Restant

351.587

325.673

373.446

199.025

220.314

181.999

185.836

15.09 Ontvangsten

10.853

54.508

26.980

15.415

14.510

Budgetflexibiliteit

Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, worden de budgetten in 2015 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2015. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2028 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2028.

Bedragen x € 1.000
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

15

Vaarwegen

uitgaven

883.428

741.836

692.846

638.590

630.935

511.941

779.258

15.01

Verkeersmanagement

 

7.516

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

15.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

394.852

347.047

254.581

233.719

199.971

214.772

233.454

15.03

Aanleg

 

251.126

156.212

197.165

163.631

193.027

55.501

309.918

15.06

Netwerkgebonden kosten HVWN

 

246.589

244.533

242.728

241.145

240.999

241.087

243.061

15.07

Investeringsruimte

 

– 16.655

– 14.336

– 10.008

– 8.285

– 11.442

– 7.799

– 15.555

                   

15.09

Ontvangsten

Ontvangsten

26.980

15.415

14.510

0

0

0

0

(vervolg) Bedragen x € 1.000
   

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

15

Vaarwegen

uitgaven

686.475

696.818

667.063

816.006

885.226

927.365

586.565

15.01

Verkeersmanagement

 

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

15.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

233.156

217.459

254.775

225.369

225.354

220.221

250.499

15.03

Aanleg

 

209.457

235.378

99.489

306.882

399.141

391.494

0

15.06

Netwerkgebonden kosten HVWN

 

243.298

243.400

243.925

244.179

244.172

244.192

243.390

15.07

Investeringsruimte

 

– 7.816

– 7.799

60.494

31.196

8.179

63.078

84.296

                   

15.09

Ontvangsten

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

15.01 Verkeersmanagement

Motivering

De activiteiten binnen verkeersmanagement worden uitgevoerd om een vlot, betrouwbaar en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren.

15.01.01 Verkeersmanagement

Producten

Bij verkeersmanagement gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten:

  • Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;

  • Monitoring en informatieverstrekking;

  • Vergunningverlening en handhaving;

  • Crisisbeheersing en preventie.

In het goederenvervoer over water is een groei voorzien, die deels met verkeersmanagement wordt gefaciliteerd. Daarnaast moet de betrouwbaarheid en reistijd op orde worden gebracht. Beleidsdoelstellingen op het gebied van verkeersmanagement zijn:

  • Het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen in de hoofdvaarwegen;

  • Het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.

De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten. In het kader van de transparantie van de budgetten voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar ondermeer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij deze begroting.

Na overleg met de verschillende regio’s wordt vanaf 2014 de versobering voor de bediening van sluizen en beweegbare bruggen doorgevoerd. De belangrijkste verbindingen op het internationaal kernnet goederenvervoer en de hoofdvaarwegen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR), waarover de grootste volumes worden vervoerd, zijn hierbij ontzien. Het Rijk zal tevens in 2014 samen met de verschillende regio’s gestart met de uitwerking van een vergezicht voor een «robuust bediend» vaarwegennet in Nederland. De versobering zal in 2015 gemonitord worden en waar nodig en mogelijk zal bijgestuurd worden. De afspraken die vanuit het vergezicht worden opgesteld, worden in 2015 opgestart. In de periode 2014 en 2015 zal ook een begin worden gemaakt met de versobering op de verkeersbegeleiding.

Waar mogelijk en zinvol wordt samen met de andere overheden naar centrale bediening op vaarroutes overgeschakeld. Vanzelfsprekend wordt getracht om de bediening zodanig in te richten, dat wachttijden en stremmingen zo veel mogelijk worden beperkt. Een goede informatievoorziening hierover aan gebruikers is daarbij van groot belang,waarbij rekening gehouden wordt met de sterk toegenomen beschikbaarheid van AIS (Automatic Identification System). Met het toezicht op het water dat door RWS (onder andere samen met het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD)) wordt uitgevoerd, wordt beoogd de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Binnenvaartwet is meer nadruk komen te liggen op bestuursrechtelijke handhaving door IenM (in plaats van strafrechtelijke handhaving door het KLPD). In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht en adequaat opgetreden. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.

Meetbare gegevens

Specificatie bedieningsareaal

Areaalomschrijving

Eenheid

2013

2014

2015

Begeleide vaarweg

km

594

594

594

Bediende objecten

aantal

250

250

248

Toelichting:

Alleen de vaarwegen die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid, zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij RWS die met patrouillevaartuigen worden bestreken zijn niet meegerekend. Het aantal bediende objecten zal eind 2015 iets zijn afgenomen omdat in 2015 twee beweegbare bruggen worden overgedragen (Keersluis Limmer en bij de Gekanaliseerde Dieze). Daarnaast worden drie schutssluizen overgedragen (bij Gekanaliseerde Dieze, Wilhelminakanaal Tilburg en Keersluis Limmer) en komen er in 2015 twee nieuwe schutsluizen bij in de Zuid-Willemsvaart en een hoogwaterkering bij Keersluis Limmel.

De indicator passeertijden sluizen is opgenomen in beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens in de Begroting hoofdstuk XII.

15.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Beheer en onderhoud wordt uitgevoerd om het hoofdvaarwegennet in een staat te houden, die noodzakelijk is voor het faciliteren van vlot, betrouwbaar, veilig en duurzaam vervoer van goederen.

Producten

Het regulier beheer en onderhoud van rijksvaarwegen omvat maatregelen aan bodems, oevers, kunstwerken zoals sluizen en bruggen, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement zoals verkeerscentrales.

Vervanging en renovatie betreffen het tijdig programmeren en nemen van maatregelen aan kunstwerken en vaarwegen waarbij regulier beheer en onderhoud niet meer voldoende zijn. Voornamelijk in de eerste helft en vanaf de jaren »60 van de vorige eeuw zijn kunstwerken gerealiseerd die, mede door het intensieve gebruik, nu of in de komende decennia het moment van einde levensduur naderen. Op basis van onderzoek wordt concreet gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is.

Voor zover de activiteiten centraal vanuit RWS worden ingezet, worden de kosten centraal gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten.

In het kader van de transparantie van de budgetten voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar ondermeer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud en vervanging en renovatie bij deze begroting.

Voor de volledigheid wordt ook verwezen naar artikelonderdeel 18.12 «Nader toe te wijzen Beheer en Onderhoud en Vervanging», waaronder middelen voor vervanging zijn bestemd, die nog niet aan netwerken kunnen worden toebedeeld.

In bijlage 4 is een nadere toelichting opgenomen met betrekking tot Beheer en Onderhoud en Vervanging.

15.02.01 Beheer en Onderhoud

Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is de bedrijfszekerheid van de infrastructuur van de vaarwegen. Deze kan alleen worden gegarandeerd, als de infrastructuur preventief wordt beheerd en onderhouden. Daarnaast vindt correctief onderhoud plaats, waarbij de beheerder geconfronteerd kan worden met onverwacht functieverlies en aan de gebruiker ongewild minder service kan worden geboden (stremmingen, beperkingen). Zowel het preventief als het correctief onderhoud valt onder Beheer en Onderhoud.

De activiteiten zijn erop gericht, om de scheepvaart (beroeps- en recreatievaart) zo goed mogelijk te faciliteren. Het betreft maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven. Daarnaast betreft het maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren. Om verkeersoverlast tot een minimum te beperken, worden de werkzaamheden goed afgestemd; zowel onderling als met werkzaamheden die voortkomen uit het aanlegprogramma en/of het hoofdwatersysteem.

Kustwacht

De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de Raad voor de Kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast.

De directeur Kustwacht heeft onvoorwaardelijke zeggenschap over vier schepen, die (vrijwel) full time kustwachttaken uitvoeren. Daarnaast heeft de directeur trekkingsrechten voor een aantal dagen per jaar op schepen van de Rijksrederij en helikopters. Tevens stelt het Ministerie van Defensie twee vliegtuigen ter beschikking.

De Minister van IenM is als coördinerend Minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming van geïntegreerd beleid en het activiteitenplan en de begroting voor de Noordzee. De overzichtsconstructie Kustwacht is als bijlage 3 aan deze begroting toegevoegd.

Overdracht Brokx-Nat

De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans, op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd (Kamerstukken II, 2002/03, 28 600 XII, nr. 17). Nog slechts enkele kleinschalige verplichtingen resteren, die op dit artikel worden geboekt.

Meetbare gegevens

In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor kunstwerken oevers, bodems en verkeersvoorzieningen. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde.

Areaal Beheer en Onderhoud
 

Eenheid

Omvang 2015

Budget x € 1.000

2015

Vaarwegen

km

6.957

175.542

Toelichting:

Het areaal bestaat enerzijds uit de hoofdtransportassen (HTA), hoofdvaarwegen (HVW) en overige vaarwegen (OVW), die voor de binnenvaart in beheer zijn bij RWS en die in totaal 3.434 kilometer meten en anderzijds het aantal kilometer zeevaartweg van in totaal 3.523 kilometer. Hierin is meegenomen dat dit areaal is gewijzigd door het in gebruik nemen in 2013 van het nieuwe verkeersscheidingsstelsel op de Noordzee. In de begroting 2014 is voor deze wijziging met een schatting gewerkt. De werkelijke lengte in 2013 bedraagt in totaal 6.954 kilometer. In 2014 en 2015 wijzigt deze lengte met in totaal ruim 3 kilometer door onder andere de overdracht van Oude Maasje tot Zuiderkanaal, Verruiming bocht bij Steijl, Omlegging Zuid-Willemsvaart en de overdracht van de Gekanaliseerde Dieze.

Indicatoren Beheer en Onderhoud

Indicator

streefwaarde 2015

uren gestremd

Technische Beschikbaarheid (gehele areaal)

99,0%

n.v.t.

Geplande stremmingen (gehele areaal)

0,8%

3.365

Ongeplande stremmingen (gehele areaal)

0,2%

711

Toelichting:

De technische beschikbaarheid geeft aan in welke mate het vaarwegennet beschikbaar is voor veilig gebruik. De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de sluizen en bruggen op deze vaarwegen. De percentages zijn berekend door de stremmingen af te zetten tegen de totale bedientijd van deze objecten. De streefwaarden voor 2015 zijn gelijk aan 2014.

15.02.04 Vervanging

De veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet moeten in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en voornamelijk ook vanaf de jaren «60 van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze problematiek geleidelijk toeneemt. De projecten zijn opgenomen in het MIRT Projectenboek 2015.

Vervangingen en renovaties van kunstwerken worden ondergebracht binnen het programma Vervanging en Renovatie. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid van het hoofdwegennet. De projecten in het Programma verlengen de levensduur van de kunstwerken zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.

Het resterende deel van het Plan van Aanpak Beheer en Onderhoud (Impuls) en het programma NoMo achterstallig onderhoud vaarwegen (NoMo AOV) is in het programma vervangingen en renovaties opgenomen en onderdeel van onderstaande tabel met een overzicht van objecten die worden aangepakt.

Overzicht objectenprogramma Vervangingen en renovaties

Vaarweg

Objecten/maatregel

gereed

Rotterdam-België/ Zeeland (MOBZ)

IMPULS/NoMo-AOV: Modernisering Object Bediening Zeeland (MOBZ): Rotterdam-België/ Zeeland: renovatie o.a. Volkeraksluizen en baggeren (impuls)

2019

Utrecht

IMPULS/NoMo AOV: Renovatie stalen boogbruggen Amsterdam-Rijnkanaal (KARGO)

2016

Zeeland

NoMo AOV: Onderhoud damwanden en vaarwegen Zeeland

20171

Amsterdam-Rijnkanaal

NoMo AOV: Oevers Amsterdam-Rijnkanaal (damwanden en meerplaatsen)

2016

Noordzeekanaal

NoMo AOV: Renovatie Havenhoofden IJmuiden

2014

Diverse

NoMo AOV: Achterstallig basisonderhoud diverse regio’s

2016

Brabantse kanalen

NoMo AOV: Onderhoud oevers en bodems Brabantse kanalen

2016

Zuid-Holland

NoMo AOV: Onderhoud Oevers en bodems vaarwegen Zuid Holland

2016

Limburg en IJsselmeergebied

NoMo AOV: Renovatie kunstwerken Limburg en IJsselmeergebied

2015

Maasroute

NoMo AOV: Onderhoud Oevers en bodems Maasroute

2016

Noord-Holland

NoMo AOV: Aanpassing bodembescherming, sluizen en bruggen en overige kunstwerken i.v.m. hogere belasting Noord-Holland

2016

Oost-Nederland

NoMo AOV: Onderhoud vaargeulen NederRijn, IJssel, Twentekanalen/Meppelerdiep en Zwarte Water

2018/ 20201

IJsselmeergebied

Nijkerkerbrug

20172

Noord-Brabant

Wilhelminakanaal/Dr. Deelenbrug

2015

Utrecht

RINK-maatregelen Utrecht

2016

Limburg

RINK-maatregelen Limburg

2016

Noordzee

Berging Baltic Ace

2015

Zeeland

RINK-maatregelen Zeeland

2016

Toelichting:

  • 1. NoMo AOV Zeeland en Oost-Nederland worden na 2016 opgeleverd als onderdeel van de bezuinigingen op het Infrastructuurfonds. Bij Oost-Nederland is dit gecombineerd met de koppeling met het aanlegproject Verruiming Twentekanalen fase 2.

  • 2. Aanvankelijke renovatie van de Nijkerkerbrug (vast deel) blijkt omvangrijker dan gedacht, waardoor vervanging van de bovenbouw de voorkeur heeft. De oplevering wordt twee jaar later verwacht.

15.03 Aanleg

Motivering

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de aanleg- en planuitwerking activiteiten bij het hoofdvaarwegen netwerk.

15.03.01 Realisatie

Producten

In 2015 wil IenM de volgende mijlpalen realiseren:

Mijlpaal

Project

Oplevering

–  Dynamisch Verkeersmanagement (een aantal maatregelen loopt nog door)

–  diverse projecten in het kader van Quick-wins regeling Binnenhavens

– Amsterdam-Rijnkanaal (keersluis Zeeburg)

– Wilhelminasluis (Zaan)

– Zuid-Willemsvaart, omleggen en opwaarderen (Maas-Veghel)

– 4e sluiskolk Ternaaien

Start realisatie

– Vaarweg Eemshaven-Noordzee

– Ligplaatsen Rijn-Scheldeverbinding

– Quick winmaatregel Volkeraksluizen

De belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • Maasroute, modernisering fase 2: In het verleden zijn door project Maasroute werken uitgevoerd in het kader van Beheer en Onderhoud; Maasroute heeft deze werken voorgefinancierd. Middelen komen weer terug.

  • Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Rijn Scheldeverbinding: Project is overgegaan naar realisatiefase.

  • De projecten Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Rijnkanaal Zuid en Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Lemmer-Delfzijl zijn overgegaan naar de realisatiefase door aanwending van budget uit het Amendement Ligplaatsen (Kamerstukken II, 2011/12, 33 000 A, nr. 10).

  • De Julianasluis Gouda, Boontjes en walradar Noordzeekanaal, Zuid-Willemsvaart, vervanging sluizen 4, 5 en 6 zijn gerealiseerd en ondergebracht onder kleine/afgeronde projecten.

Projectoverzicht behorende bij 15.03.01: Realisatieprogramma Hoofdvaarwegennet
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig

vorig

Projecten Nationaal

                       

Quick Wins Binnenhavens

80

82

54

1

6

20

       

2009– 2015

eind 2012

Dynamisch verkeersmanagement

99

99

50

41

8

         

2015

2014

Subsidieprogramma Zeehaveninnovatieproject voor Duurzaamheid (ZIP)

5

5

3

2

0

         

2014

2014

Walradarsystemen

24

23

15

3

3

 

3

     

divers

divers

Beter Benutten

12

12

2

0

10

0

           

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

                       

Amsterdam-Rijnkanaal, verwijderen keersluis Zeeburg

14

14

3

7

0

0

4

     

2015

2015

De Zaan (Wilhelminasluis)

13

13

10

3

           

2015

2015

Lekkanaal, verbreding kanaalzijde en uitbreiding ligplaatsen

17

17

8

   

2

2

2

2

 

2020

na 2013

Projecten Brabant

                       

Wilhelminakanaal Tilburg

79

79

8

26

21

4

1

19

   

2016

2016

Zuid-Willemsvaart: aanleg Maximakanaal en opwaarderen tot Veghel

452

450

295

77

43

1

11

25

   

2015

2015

Projecten Zuidwestelijke Delta

                       

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Rijn Scheldeverbinding

2

     

2

         

2015

 

Projecten Limburg

                       

Bouw 4e sluiskolk Ternaaien

10

9

9

1

           

2015

2015

Maasroute, modernisering fase 2

667

648

411

64

67

42

41

9

6

26

2018

2018

Projecten Oost Nederland

                       

Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis)

53

53

11

6

7

11

1

17

   

2017

2015

Projecten Noord-Nederland

                       

Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1; verbetering tot klasse Va

283

282

184

35

33

0

15

17

0

 

2017

2015

Overige projecten

                       

Amendement ligplaatsen (Lemmer-Delfzijl en ARK)

6

6

2

2

2

         

divers

divers

Kleine/afgeronde projecten

172

92

170

1

1

         

nvt

nvt

Afrondingen

0

                     

Totaal uitvoeringsprogramma

1.989

1.236

270

203

80

77

88

9

26

   

Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten

     

15

29

             

Programma Realisatie (IF 15.03.01)

     

285

232

80

77

88

9

26

   

Budget Realisatie (IF 15.03.01)

     

265

202

79

64

88

75

26

   

Overprogrammering (–)

     

– 20

– 31

– 1

– 13

– 0

66

0

   
15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen

Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen

  • Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Rijn Scheldeverbinding: Project is overgegaan naar realisatiefase.

  • Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek: de kosten van het project zijn sterk gestegen door tegenvallers in bodemaanpassingen, bodemvervuiling en noodzakelijke aanpassingen van de kade.

  • Capaciteitsuitbreiding overnachtingplaatsen Merwedes: door inpassingsproblemen in het gebied is besloten om te zoeken naar een andere oplossing.

Projectoverzicht behorende bij 15.03.02: Verkenning en planuitwerking Hoofdvaarwegennet

Bedrag x € 1 mln.

Budget

 

Planning

 

Projectomschrijving

huidig

vorig

PB of TB

Openstelling

Verplicht

       

Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten

– 44

– 10

 

nvt

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

       

Zeetoegang IJmond

601

594

2015

2019

Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis

216

216

2014

2020

Projecten Zuidwestelijke Delta

       

Grote zeesluis in het kanaal Gent-Terneuzen

176

174

2015

nnb

Max. bijdr. aan Vlaanderen kanaalaanp. tbv zeesluis

157

155

nvt

nvt

Projecten Limburg

       

Maasroute, modernisering fase 2, verbreding Julianakanaal

33

32

2009

2018

Projecten Noord-Nederland

       

Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2

102

102

2014/2015

2023

Verruiming vaarweg Eemshaven -Noordzee

42

42

2014

2017

Gebonden

       

Projecten Noord-Holland, Utrecht en Flevoland

       

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer

6

6

 

2025–2027

Lichteren buitenhaven IJmuiden

65

65

2015

2018

Vaarweg IJsselmeer-Meppel

36

36

 

2023

Projecten Zuidvleugel

       

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek

12

3

2015

2016

Capaciteitsuitbreiding overnachtingplaatsen Merwedes

20

29

2016

2017

Verkeerssituatie splitsing Hollandsch Diep-Dordtsche Kil

10

10

2010

2025–2027

Projecten Zuidwestelijke Delta

       

Capaciteit Volkeraksluizen

157

157

 

2024–2026

Projecten Oost-Nederland

       

Bovenloop IJssel (IJsselkop tot Zutphen)

36

36

2026–2028

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel

28

28

2016

2018–2020

Toekomstvisie Waal

131

131

2016

2019–2021

Verruiming Twentekanalen fase 2

27

27

2015

2018–2020

Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde

75

72

2014

2018–2020

Projecten Nationaal

       

Bijdrage aan agentschap tbv planuitwerkingen

61

63

   

Bestemd

508

343

   

Projecten in voorbereiding

       

Projecten Nationaal

       

Reservering consequenties areaaluitbreiding op beheer en onderhoud

       

Projecten Zuidwestelijke Delta

       

Kreekraksluizen

     

2026–2028

Projecten Noordwest-Nederland

       

Reservering BTW Zeetoegang IJmond

     

2025–2028 (rijksd.)

Projecten Oost-Nederland

       

Verkenning IJssel fase 2

     

2028

Reservering garantstelling Twentekanalen

     

2018–2020

Gesignaleerde risico's

       

Totaal programma planuitwerking en verkenning

2.455

     

begroting 15.03.02

2.455

     

legenda

PB = Projectbesluit

TB = Tracébesluit

Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2014–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028.

15.04 Geïntegreerde contractvormen

Motivering

Bij infrastructuurprojecten waar sprake is van PPS hanteert RWS de contractvorm DBFM (Design, Build, Finance en Maintain), waarbij de overheid pas na oplevering betaalt voor een dienst (beschikbaarheid) in plaats van mijlpalen voor een product tijdens de bouwfase. DBFM garandeert een efficiënte en effectieve beschikbaarheid van de noodzakelijke capaciteit om, rekening houdend met de aspecten van veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar netwerk te realiseren. De brief Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water (Kamerstukken II, 2010/11, 32 500 A, nr. 83, bijlage 3) bevat een lijst van in totaal 10 potentiële DBFM-projecten op het Hoofdvaarwegennet. Al deze projecten worden getoetst aan kwalitatieve criteria en op mogelijke financiele meerwaarde. In de Voortgangsrapportage DBFM(O) wordt periodiek gerapporteerd over de DBFM-dealflow op de langere termijn. Onderstaand een overzicht van de projecten waar beschikbaarheidsvergoedingen worden betaald binnen het tijdsbestek van de meerjarencijfers.

Producten

Op dit moment zijn nog geen DBFM projecten op het hoofdvaarwegennet gerealiseerd. In 2013 is het DBFM Sluizenprogramma in werking gesteld waar de volgende projecten in ondergebracht zijn: Sluis Limmel, 3e Kolk Beatrixsluis, Sluis bij Eefde, Zeetoegang IJmond en Kanaalzone Gent-Terneuzen.

De aanbesteding van Sluis Limmel als het eerste project uit het DBFM Sluizenprogramma, is in 2013 gestart. Het contract zal waarschijnlijk eind 2014 worden getekend waarna vanaf 2015 partiële beschikbaarheidsvergoedingen zullen worden betaald.

De aanbesteding van de Zeetoegang IJmond is in april 2014 gestart. Verwacht wordt dat het contract eind 2015 zal worden getekend. De aanbesteding van de 3e Kolk Beatrixsluis start in de tweede helft van 2014 en zal vermoedelijk begin 2016 worden afgerond. Bij beide projecten zal sprake zijn van partiële beschikbaarheidsvergoedingen tijdens de bouwfase. Overheveling van de begrotingsbedragen vanuit de budgetten voor aanleg en onderhoud zal plaatsvinden na financial close van de contracten.

15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT systemen,het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.

Rijksrederij

De Rijksbrede Civiele Rijksrederij is een organisatie die nautische diensten levert aan andere overheden zoals EZ, Financiën (Douane), IenM en de Kustwacht. De Rijksrederij valt onder de verantwoordelijkheid van RWS. De kerntaken van de Rijksrederij zijn:

  • Het ter beschikking stellen van vaartuigen voor een bepaalde tijdsduur (al dan niet met nautische bemanning) met een door de opdrachtgever gespecificeerd dienstverleningsniveau;

  • Het leveren van kennisintensief advies aan overheidsinstellingen bij beheer, ontwerp en aanbesteding van vaartuigen;

  • Het leveren van kennisintensief advies op het gebied van eisen aan bemanningen, veiligheidsmanagement en scheepsuitrustingen.

15.07 Investeringsruimte

Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord.

De in de begroting 2014 opgenomen stand van de beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 bedroeg € 223 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de ontwerpbegroting 2015 nu € 128 miljoen.

De belangrijkste (budgettaire) aanpassingen betreffen de volgende zaken:

  • Dekking korting prijsbijstelling (naar aanleiding van begrotingsakkoord 2014) (€ 73 miljoen).

  • Extra uitgaven voor de inzet van Search and Rescue helicopters.

  • Verwerking van het saldo van mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma.

  • Toevoeging van middelen ten behoeven van Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Lemmer-Delfzijl aan de investeringsruimte vaarwegen. Deze ligplaatsen worden gefinancierd binnen het amendement ligplaatsen.

15.07 Inv.ruimte Vaarwegen
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Investeringsruimte

0

– 1

0

– 0

– 0

1

0

0

Kaseffect verwerking index 2013

– 11.450

– 9.724

– 8.784

– 5.888

– 5.062

– 5.297

– 4.853

– 8.611

Kaseffect verwerking index 2014

– 7.663

– 6.930

– 5.552

– 4.120

– 3.223

– 6.146

– 2.946

– 6.944

Totaal

– 19.113

– 16.655

– 14.336

– 10.008

– 8.285

– 11.442

– 7.799

– 15.555

15.07 Inv.ruimte Vaarwegen
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Totaal

Investeringsruimte

– 0

0

68.540

41.808

18.755

92.970

– 93.638

128.435

Kaseffect verwerking index2013

– 4.743

– 4.735

– 4.734

– 7.718

– 7.703

– 19.865

109.168

0

Kaseffect verwerking index2014

– 3.073

– 3.064

– 3.312

– 2.894

– 2.874

– 10.027

68.767

0

Totaal

– 7.816

– 7.799

60.494

31.196

8.179

63.078

84.296

128.435

Artikel 17 Megaprojecten verkeer en vervoer

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Onder dit artikel vallen de megaprojecten Verkeer en Vervoer:

  • Westerscheldetunnel

  • Betuweroute

  • Hogesnelheidslijn-Zuid

  • Project Mainportontwikkeling Rotterdam

  • ERTMS

Het projectartikel is gerelateerd aan de beleidsartikelen 16 Spoor en 18 Scheepvaart en havens op de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer (x € 1.000)
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verplichtingen

14.159

34.583

96.890

367.266

1.271.778

253.291

236.129

Uitgaven

14.761

40.731

143.740

164.978

341.547

350.937

327.375

Waarvan juridisch verplicht:

   

100%

       

17.01 Westerscheldetunnel

183

102

         

17.02 Betuweroute

6.044

5.619

5.055

5.055

     

17.03 Hoge snelheidslijn

4.345

5.872

614

765

0

0

0

17.03.01 Realisatie HSL – Zuid

4.345

5.872

614

765

     

17.06 Project Mainportontwikkeling R'dam

4.189

4.138

3.482

3.513

3.529

3.533

476

17.07 ERTMS Landelijke invoer

 

25.000

40.000

30.000

221.162

242.153

230.473

17.08 ZuidasDok

0

94.589

125.645

116.856

105.251

96.426

Van totale uitgaven

             

– Bijdrage aan agentschap RWS

0

0

0

0

0

0

0

– Restant

14.761

40.731

143.740

164.978

341.547

350.937

327.375

17.09 Ontvangsten

2.346

2.000

40.347

24.877

35.279

32.363

55.924

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2028.

Bedragen x € 1.000
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

17

Megaprojecten

uitgaven

143.740

164.978

341.547

350.937

327.375

430.327

505.541

17.02

Betuweroute

 

5.055

5.055

0

0

0

0

0

17.03

Hoge snelheidslijn HSL

 

614

765

0

0

0

0

0

17.06

PMR

 

3.482

3.513

3.529

3.533

476

485

2.831

17.07

ERTMS Landelijke invoer

 

40.000

30.000

221.162

242.153

230.473

274.148

323.000

17.08

ZuidasDok

 

94.589

125.645

116.856

105.251

96.426

155.694

179.710

                   

17.09

Ontvangsten

Ontvangsten

40.347

24.877

35.279

32.363

55.924

59.919

75.886

(vervolg) Bedragen x € 1.000
   

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

17

Megaprojecten

uitgaven

491.155

369.141

275.470

206.148

162.194

123.168

172.473

17.02

Betuweroute

 

0

0

0

0

0

0

0

17.03

Hoge snelheidslijn HSL

 

0

0

0

0

0

0

0

17.06

PMR

 

2.831

2.831

2.836

2.836

2.836

2.836

73.821

17.07

ERTMS Landelijke invoer

 

307.000

247.000

185.000

150.000

125.000

100.000

70.000

17.08

ZuidasDok

 

181.324

119.310

87.634

53.312

34.358

20.332

28.652

                   

17.09

Ontvangsten

Ontvangsten

44.700

25.875

12.401

8.641

6.230

0

0

17.02 Betuweroute

Motivering

De Betuweroute is een 160 kilometer lange, tweesporige spoorlijn die exclusief bestemd is voor het goederenvervoer. De spoorlijn is aangelegd tussen de Rotterdamse haven en de Duitse grens bij Zevenaar-Emmerich en is in gebruik sinds juni 2007. De status van Groot Project is formeel beëindigd op 28 april 2011.

Producten

De Betuweroute kan ruwweg opgedeeld worden in twee delen, te weten het nieuw aangelegde A15-tracé en de bestaande Havenspoorlijn. Het A15-tracé is per 16 juni 2007 officieel in gebruik genomen. Hier zijn ERTMS en 25 kV in bedrijf. Op de Havenspoorlijn zijn ERTMS en 25 kV in bedrijf sinds 13 december 2009. Hiermee is de Betuweroute als groot bouwproject klaar.

De restpunten worden sinds 2010 afgehandeld in het Project Nazorg Betuweroute waarin onder meer de gevelisolatie te Rozenburg, grondtransacties en een bodemsaneringsproject worden afgerond. De geschatte einddatum is 2017.

Uitgaven (x € 1.000)
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Nazorg Betuweroute

5.619

5.055

5.055

0

0

0

Totaal

5.619

5.055

5.055

0

0

0

Projectoverzicht bij 17.02 Betuweroute
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig

vorig

Betuweroute

                   

2007

2007

Reguliere SVV-middelen

933

932

917

6

5

5

           

FES-middelen

2.826

2.826

2.826

                 

Privaat

843

843

843

                 

Financiering ProRail

97

97

97

                 

Bijdrage Gelderland

8

8

8

                 

Bijdrage VROM

14

14

14

                 

EU-ontvangsten

175

175

175

                 

Totaal

4.896

4.880

6

5

5

0

         
17.03 Hogesnelheidslijn-Zuid

Motivering

Met het vaststellen van de Planologische Kernbeslissing (PKB) HSL-Zuid is besloten tot aansluiting van Nederland op het Europese net van hogesnelheidslijnen. De HSL-Zuid bewerkstelligt een milieuvriendelijke verbinding tussen de Europese mainports en vormt daarmee een belangrijke schakel in het internationale en nationale lange afstandsverkeer.

Hogesnelheidslijn-Zuid

Producten

Op 29 april 1997 is de PKB HSL-Zuid (Kamerstukken II, 1996/97, 22 026, nr. 70) door het kabinet goedgekeurd en op 15 april 1998 is het Tracébesluit (Kamerstukken II, 1997/98, 25 981, nr. 2) genomen door de voormalige ministers van voorheen VenW en voorheen VROM. In 1999, 2000 en 2001 zijn belangrijkste civiele en spoortechnische contracten en de concessieovereenkomst voor het vervoer gegund. De bouwwerkzaamheden aan het tracé zijn inmiddels gereed, er resteren nog enkele restwerkzaamheden. In de halfjaarlijkse Voortgangsrapportage HSL-Zuid wordt de Tweede Kamer separaat en uitgebreid geïnformeerd over het gehele HSL-Zuid vervoersysteem.

Uitgaven (x € 1.000)
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Infrastructurele zaken

1.250

0

0

0

0

0

Planschades en nadeelcompensaties

1.736

0

0

0

0

0

Grondverwerving

2.765

0

0

0

0

0

Overige zaken

121

614

765

0

0

0

Totaal

5.872

614

765

0

0

0

Projectoverzicht bij 17.03 HSL
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig

vorig

HSL-Zuid (IF 17.03.01)

6.151

6.151

6.144

6

1

1

           

– Reguliere SVV middelen (incl. FES BOR)

2.635

2.635

2.628

6

1

1

           

– Fes regulier

1.710

1.710

1.710

                 

– Privaat

940

940

940

                 

– EU-ontvangsten

193

193

193

                 

– Ontvangsten derden

144

144

144

                 

– Risicoreservering

529

529

529

                 

HSL-Zuid spoorwegen (17.03.02)

115

115

115

                 

HSL-Zuid hoofdwegen (17.03.03)

1.012

1.012

1.012

                 

Totaal (excl. reeks Infraprovider)

7.278

 

7.271

6

1

1

0

0

0

     

Begroting (IF 17.03)

     

6

1

1

0

0

0

     
17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

Motivering

Het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) heeft een tweeledige doelstelling:

  • het versterken van de positie van de mainport Rotterdam en

  • het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving in Rijnmond.

In drie deelprojecten wordt deze dubbele doelstelling verwezenlijkt. Dat zijn «Bestaand Rotterdams Gebied (BRG)» (uitgevoerd door de gemeente Rotterdam), «750 hectare natuur- en recreatiegebied» (uitgevoerd door de provincie Zuid-Holland) en «Landaanwinning» (uitgevoerd door Havenbedrijf Rotterdam NV (HbR)). In samenhang met de Landaanwinning dient voldoende natuurcompensatie te worden gerealiseerd.

IenM beschouwt PMR als een bijdrageproject, waarbij de verantwoordelijkheid en risico’s voor de uitvoering bij andere partijen zijn belegd. Uitzondering vormt de natuurcompensatie waarvan RWS is belast met de uitvoering. EZ is het aan te spreken ministerie voor de 750 hectare en IenM is het ministerie voor de landaanwinning en het BRG.

IenM is in het kader van de Procedureregeling Grote Projecten (Kamerstukken II, 2006/07, 30 351, nr. 3) aangewezen als coördinerend projectministerie. Als zodanig is de Minister van IenM verantwoordelijk voor de overall-projectbeheersing. De projectbeheersing is zodanig ingericht dat zij adequaat kan rapporteren over de processen die leiden tot de realisatie van de deelprojecten en sturing kan geven aan de uitvoering van het deelproject Natuurcompensatie dat rechtstreeks onder haar verantwoordelijkheid valt.

Producten

In 2006 heeft het parlement de herstelde PKB PMR vastgesteld en ingestemd met het Bestuursakkoord (juni 2004) en de Uitwerkingsovereenkomsten van de afzonderlijke deelprojecten (september 2005). De PKB PMR (deel 4: de definitieve tekst na parlementaire instemming) is uitgebracht (Staatscourant nr. 247, 2006). De deelprojecten landaanwinning, natuurcompensatie en BRG zijn in uitvoering. Voor het deelproject 750 hectare zijn de bestemmingsplannen inmiddels onherroepelijk.

De volgende producten worden onderscheiden:

  • Uitvoeringsorganisatie: betreft de kosten die samenhangen met de coördinatie van het project en de projectbeheersing;

  • 750 hectare Natuur- en recreatiegebied: betreft de vaste bijdrage van het Rijk voor de omvorming van agrarisch gebied naar natuurgebied met recreatief medegebruik en tot openluchtrecreatiegebied met natuurwaarden. De deelbijdrage van IenM is in 2006 volledig betaald aan de Stichting Nationaal Groenfonds;

  • Groene Verbinding: betreft de kosten voor een verbinding tussen Midden-IJsselmonde en het stedelijk gebied van Rotterdam-Zuid. Dit is een gemaximeerde IenM-bijdrage;

  • BRG: dit bevat een serie projecten om het bestaande havengebied beter te benutten en de kwaliteit van de leefomgeving te verbeteren;

  • Natuurcompensatie: betreft de instelling van een Bodembeschermingsgebied, de aanleg van de Duincompensatie Delfland en het Monitorings- en Evaluatieprogramma. Voorts worden uit dit budget de Stimuleringsregelingen recreatie en toerisme en visserij en de eventuele planschade/ nadeelcompensatie gefinancierd;

  • Landaanwinning: betreft de vaste bijdrage van de rijksoverheid in de kosten van de aanleg van de buitencontour;

  • BTW Buitencontour: betreft de niet-compensabele BTW over de buitencontour naar rato van de overheidsbijdrage;

  • Onvoorzien: dient onder voorwaarden ter bekostiging van onvoorziene uitgaven aan PMR.

Project Mainportontwikkeling Rotterdam

Meetbare gegevens

  • 2009 Procedures met betrekking tot landaanwinning en natuurcompensatie afgerond;

  • 2010 Uitvoering Duincompensatie Delfland gereed;

  • 2011 Eerste terreinuitgifte Maasvlakte II;

  • 2011 Afronding procedure bestemmingsplanprocedures 750 hectare;

  • 2012 Bestemmingsplannen 750 hectareonherroepelijk;

  • 2013 Landaanwinning eerste fase gereed; eerste overslag;

  • 2021 Deelprojecten 750 hectarenatuur- en recreatieterrein en BRG afgerond;

  • Voor 2040 Terreinen Tweede Maasvlakte volledig uitgegeven.

Projectoverzicht bij 17.06 Project Mainportontwikkeling Rotterdam; realisatie
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig

vorig

Project Mainportontwikkeling Rotterdam

                       

Uitvoeringsorganisatie 1

24

24

17

1

1

1

1

1

 

4

pm

pm

750 ha

30

30

               

pm

pm

Groene verbinding

31

31

               

2011

2011

Bestaand Rotterdams Gebied (BRG)

                   

2021

2021

Landaanwinning

                     

Voorfinanciering FES monitoringsprogramma

2

2

2

             

2007

2007

Voorfinanciering FES natuurcompensatie

114

113

79

3

2

2

2

2

 

24

pm

pm

Landaanwinning

742

742

742

             

2013

2013

BTW Buitencontour

138

138

138

             

2013

2013

Onvoorzien

73

72

2

1

1

1

1

1

 

66

pm

pm

Totaal

1.153

 

980

4

4

4

4

4

0

94

   

Begroting (IF 17.06)

     

4

4

4

4

4

0

94

   
X Noot
1

Als gevolg van een uitspraak van de Raad van State van 26 januari 2005 inzake de PKB+ heeft in 2005 en 2006 een hersteltraject gelopen. De kosten hiervan zijn opgenomen onder de uitvoeringsorganisatie.

17.07 European Rail Traffic Management System (ERTMS)

Motivering

Het hoofddoel van het Rijk in de Lange Termijn Spooragenda (LTSa) voor het spoorsysteem is de kwaliteit van het spoor als vervoersproduct te verbeteren zodat de reizigers en verladers de trein in toenemende mate als een aantrekkelijke vervoersoptie zien en gaan/blijven gebruiken. Om in Nederland een stap voorwaarts te kunnen zetten in de prestaties van het spoorsysteem, zal ERTMS ingezet kunnen worden als deel van het complete verkeersmanagement systeem. ERTMS is in de eerste plaats tevens bedoeld ter vervanging van het beveiligingssysteem en voor de verhoging van de spoorwegveiligheid. Daarnaast moet tijdig zijn voldaan aan de Europese eisen ten aanzien van de invoering van ERTMS voor de TEN corridors.

De bijdrage van ERTMS wordt afgemeten aan het op een hoger plan brengen van de

volgende doelstellingen:

  • Verhogen van de veiligheid van het spoorsysteem;

  • Verhogen van de interoperabiliteit van het spoorsysteem;

  • Vergroten van de capaciteit van het spoorsysteem;

  • Verhogen van de snelheid van de treinen;

  • Verhogen van de betrouwbaarheid van het spoorsysteem.

Producten

Op 11 april 2014 is de Voorkeursbeslissing ERTMS genomen (Kamerstukken II, 2013/14, 33 652, nr. 14). Deze Voorkeursbeslissing vormt de start voor de Planuitwerkingsfase. In deze fase zal de komende 3 jaar stap-voor-stap met go/no-go-momenten toegewerkt worden naar de definitieve investeringsbeslissingen en de daarop volgende aanbesteding voor de invoering van ERTMS zoals dat vastgelegd is in het Voorkeursbesluit.

Het voorkeursscenario houdt in dat ERTMS met beproefde technologie van Level 2 in de periode tot en met 2028 wordt ingevoerd op het spoor in grote delen van de brede Randstad. In 2022 is ERTMS bovendien ingebouwd in al het bestaande materieel dat rijdt op het Nederlandse spoor. Bij de uitrol van ERTMS staat de klant voorop. Reizigers en verladers moeten vooral profiteren van de voordelen en idealiter niets van de overgang merken. Meer in detail betekent dit dat bij de nadere uitwerking in de komende Planuitwerkingsfase de volgende punten leidend zijn:

  • a) Ten minste voldoen aan de EU-verplichting om ERTMS in 2020 te hebben ingevoerd op de aangewezen lijnen (Amsterdam-Betuweroute en Kijfhoek-België).

  • b) Ten minste voldoen aan de EU-verplichtingen om ERTMS in 2030 te hebben ingevoerd op de aangewezen lijnen.

  • c) Voldoen aan de reeds genomen Voorkeursbeslissing over aanleg van ERTMS op de SAAL-corridor (Schiphol/Amsterdam/Almere/Lelystad; 2023).

  • d) Voorzien van ERTMS op zoveel mogelijk lijnen uit het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS).

  • e) Verbinden met de nu reeds met ERTMS uitgeruste lijnen.

  • f) De vervangingsopgave van de huidige treinbeveiliging, de met het oog op een aansluitend netwerk zoveel mogelijk corridorsgewijze uitrol en het tegengaan van transities tussen het huidige ATB en ERTMS om zodoende een tijdelijke lappendeken van beveiligingssystemen te voorkomen.

Hiertoe dient het in Nederland toegelaten materieel in 2022 van ERTMS te zijn voorzien.

De exacte omvang van de uitrol op de PHS-corridors bovenop de EU-TEN-corridors is afhankelijk van de uitkomsten van de Planuitwerkingsfase en de resultaten van de marktstrategie. Streven is om via een goede aanbestedingsstrategie zoveel mogelijk kilometers spoor van ERTMS te voorzien met het beschikbare budget. Hierbij wordt ingezet op een optimale uitrolplanning waarbij via een optimale aanbestedingsstrategie nadrukkelijk op de naadloze aansluiting tussen materieel en de baan wordt gestuurd. Door bovendien te streven naar een zoveel mogelijk aansluitend netwerk wordt het aantal interfaces tussen verschillende beveiligingssystemen beperkt.

Projectoverzicht 17.07 ERTMS

Voor de periode tot en met 2028 is in het Infrastructuurfonds een bedrag beschikbaar van € 2,57 miljard, dit budget is als volgt tot stand gekomen:

  • € 2 miljard, reservering voor ERTMS zoals opgenomen in het regeerakkoord Rutte II;

  • € 339 miljoen, een deel van het Mistral-budget voor vervanging van de bestaande

  • beveiliging;

  • € 225 miljoen, een deel van het OV-SAAL budget bestemd voor ERTMS; en

  • € 6 miljoen, de planuitwerkingsbudgetten.

 

Totaal

Budget in € mln

Planning

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig

vorig

Realisatiefase (17.07.01)

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

   

Planuitwerkingsfase (17.07.02)

2.570

2.570

0

25

40

30

221

242

230

1.782

   

Studiekosten

95

95

 

25

40

30

           

Pilotkosten

0

0

                   

Overige planuitwerking OV-SAAL

225

225

       

1

1

1

222

   

Overige planuitwerking (excl. OV-SAAL)

2.250

2.250

       

220

241

229

1.560

   

Totaal

2.570

0

25

40

30

221

242

230

     

Begroting (IF 17.03)

     

25

40

30

221

242

230

     

Nadat (deel)projectbeslissingen genomen zijn zal het budget overgeboekt worden naar artikelonderdeel 17.07.01 Realisatiekosten.

17.08 ZuidasDok

Motivering

De ruimtelijke ontwikkelingen in de corridor Haarlemmermeer-Almere en op de Zuidas versterken de toename van reizigers en verkeer. Door opening van de Noord-Zuidlijn, Hanzelijn en OV-SAAL neemt het aantal reizigers op station Amsterdam Zuid toe. De vergroting en kwalitatieve opwaardering van de stationscapaciteit is nodig om de groeiende reizigerstromen te accommoderen en te voldoen aan de NSP kwaliteitsnorm. Om ruimte te bieden aan de uitbreiding van de OV-terminal en de wegcapaciteit te vergroten, wordt de A10 ondergronds gebracht en verbreed. De investering in de ruimtelijke kwaliteit van de Zuidas draagt verder bij aan de versterking van een internationale toplocatie.

Producten

In 2012 is de voorkeursbeslissing genomen voor het project Zuidasdok. In deze begroting zijn de uitgaven van het project volledig begroot op dit artikel van het Infrastructuurfonds. Hiertoe zijn de Rijksbudgetten overgeheveld vanuit artikel 12 Hoofdwegennet en artikel 13 Spoorwegen.

In de bestuursovereenkomst Zuidasdok is afgesproken dat het project A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel, dat voor rekening en risico van het Rijk is, in samenhang met het project Zuidasdok wordt uitgewerkt. Het project A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel wordt als afzonderlijk project verantwoord op artikel 12 Hoofdwegennet, maar voor de voorbereidingskosten voor het project A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel is vanuit het Wegenartikel een bijdrage van € 40 miljoen gedaan op artikel 17.08 planstudiekosten.

Het integrale project Zuidasdok is te onderscheiden in verschillende projectonderdelen. In de begroting zijn de volgende onderdelen onderscheiden:

  • Projectorganisatie en voorbereiding;

  • Uitbreiding van de OV-terminal (incl. keersporen, regionaal OV en ketenmobiliteit);

  • Tunnel en uitbreiding van A10;

  • Inrichting van de openbare ruimte en generieke uitgaven.

Het onderscheid tussen de projectonderdelen is in deze begroting gemaakt op basis van een uitwerking van de afspraken uit de bestuursovereenkomst. In de verdere uitwerking van de scope richting het vaststellen van (O)TB en (O)BP is het aannemelijk dat binnen de kaders van het taakstellend budget de raming van de verschillende onderdelen nog wijzigt.

In de volgende begroting worden op basis van een nieuwe raming voorafgaand aan de aanbesteding, de verdeelsleutels herijkt. Op basis van deze verdeelsleutels wordt budget toegekend aan de verschillende projectonderdelen. Dit heeft geen effect op het totale budget voor het integrale project Zuidasdok.

De op dit begrotingsartikel opgenomen bedragen zijn voor het totale project en worden als volgt bijgedragen, conform de bestuursovereenkomst van juli 2012:

  • Bijdrage uit Infrastructuurfonds (artikel 12 Hoofdwegennet);

  • Bijdrage uit Infrastructuurfonds (artikel 13 Spoorwegen);

  • Bijdrage gemeente Amsterdam;

  • Bijdrage Provincie Noord-Holland;

  • Bijdrage Stadsregio Amsterdam;

  • Bijdrage van de EU.

De bijdrage van de derden zijn in deze begroting als ontvangst onder dit artikel opgenomen.

Extracomptabele verwijzingen

Extracomptabel overzicht bijdragen

Project-omschrijving

Begroting

waarvan:

Zuidasdok

Totaal

Project-organisatie en voorbereiding

OVT incl. keer-sporen

Tunnel en A10

Generiek en Ruimtelijke inrichting

Totaal (17.08)

1.459

191

260

780

229

Waarvan:

       

– Bijdrage IenM 1

1.031

150

25

670

187

– Bijdrage Amsterdam 2

211

30

37

110

35

– Bijdrage provincie Noord-Holland

79

 

79

 

– Bijdrage stadsregio Amsterdam2

136

9

119

 

8

– EU-ontvangsten

3

3

X Noot
1

De bijdragen die vanuit het TEN-T programma in 2013 is ontvangen en wordt uitgegeven, is apart inzichtelijk gemaakt bij EU-ontvangsten.

X Noot
2

De gemeente Amsterdam (€ 2,8 mln) en de stadregio Amsterdam (€ 3,8 mln) hebben tot en met 2013 reeds een bijdrage geleverd aan het project. Deze uitgaven zijn in dit overzicht meegenomen.

Toelichting:

Vanuit artikel 12 Hoofdwegen is € 694 miljoen overgeheveld naar Artikel 17 Zuidasdok (€ 111 miljoen voor projectorganisatie en voorbereiding en € 583 miljoen voor Tunnel en A10). Vanuit Artikel 13 Spoorwegen is € 338 miljoen overgeheveld naar Artikel 17 Zuidasdok (€ 40 miljoen voor projectorganisatie en voorbereiding, € 25 miljoen voor OVT inclusief keersporen, € 87 miljoen voor Tunnel en A10 en € 187 miljoen voor Generiek en ruimtelijke inrichting).

In bijgaande tabellen wordt een overzicht gegeven van de financiering van het project. Deze middelen kunnen tijdens de realisatieperiode integraal aan alle productuitgaven worden besteed. Tussentijds, maar in ieder geval na voltooiing van het project Zuidasdok, zal achteraf inzichtelijk worden gemaakt waaraan de middelen zijn besteed (verantwoording).

Overzicht van de bijdragen

Projectomschrijving

Totaal

t/m 2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

ZuidasDok

               

– Bijdrage IenM 1

1.031

46

62

101

82

73

40

626

– Bijdrage provincie Noord-Holland

79

         

26

52

– Bijdrage stadsregio Amsterdam 2

136

4

21

10

7

17

16

61

– Bijdrage Amsterdam2

211

9

11

13

28

15

14

121

– EU-ontvangsten1

3

1

 

1

       
 

1.459

             
X Noot
1

De bijdragen die vanuit het TENT-programma in 2013 zijn ontvangen en worden uitgegeven, zijn apart inzichtelijk gemaakt bij EU-ontvangsten.

X Noot
2

De gemeente Amsterdam (€ 2,8 mln) en de stadregio Amsterdam (€ 3,8 mln) hebben tot en en met 2013 reeds een bijdrage geleverd aan het project. Deze uitgaven zijn in dit overzicht meegenomen.

Overzicht van de uitgaven

Projectomschrijving

Totaal

t/m 2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

ZuidasDok

1.459

             

– Projectorganisatie en voorbereiding

191

41

23

40

10

8

5

62

– OVT incl. keersporen

260

1

23

14

12

21

45

144

– Tunnel en A10

780

7

10

50

72

62

38

541

– Generiek en ruimtelijke inrichting

229

11

38

22

23

14

9

113

17.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derde-partijen voor de realisatie van de Megaprojecten verkeer en vervoer, die rechtstreeks aan IenM worden betaald, verantwoord.

HSL-Zuid

Producten

Dit betreft voornamelijk de opbrengsten uit de verkoop van restgronden en uitkeringen van verzekeringen of schadevergoedingen van aannemers.

Ontvangsten (x € 1.000)
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Schadevergoedingen

860

0

0

0

0

0

Grondverkopen

0

0

765

0

0

0

Totaal

860

0

765

0

0

0

ZuidasDok

Zie hiervoor de verstrekte onderbouwing bij uitgavenartikel 17.08.

Artikel 18 Overigen uitgaven en ontvangsten

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Dit artikel bevat een aantal uiteenlopende onderwerpen.

Het projectartikel is gerelateerd aan de beleidsartikelen 18 Scheepvaart en havens (Intermodaal vervoer) en 22 Externe veiligheid en risico's (Externe veiligheid) van de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 18 Overige uitgaven (x € 1.000)
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Verplichtingen

276.524

231.906

271.880

330.722

307.792

157.402

173.278

Uitgaven

287.566

242.089

272.602

330.151

307.243

157.290

172.969

Waarvan juridisch verplicht:

   

100%

       

18.02 Beter Benutten

   

49.872

124.723

124.723

   

18.03 Intermodaal vervoer

795

7.484

852

       

18.04 Gebiedsgerichte aanpak (UPR)

842

2.027

         

18.05 Railinfrabeheer

 

1

         

18.06 Externe veiligheid

104

3.435

1.995

2.005

1.996

1.000

865

18.07 Mobiliteitsonafhankelijke kennis en expertise

0

306

42

42

42

42

36

18.07.01 Nationale basisinform.voorz. en ov. uitgaven.

 

168

42

42

42

42

36

18.07.02 Subsidies algemeen

 

138

       

18.08 Netwerkoverstijgende kosten

285.824

228.836

219.841

203.381

180.482

156.248

153.727

18.08.01 Apparaatskosten RWS

218.424

205.235

200.208

174.107

152.124

136.382

131.081

18.08.02 Overige netwerkoverstijgende kosten

67.400

23.601

19.633

29.274

28.358

19.866

22.646

18.11 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

18.11.01 Programmaruimte

             

18.11.02 Beleidsruimte

             

18.12 Nader toe te wijzen BenO en Vervanging

0

0

0

0

0

0

0

18.12.01 Beheer en onderhoud

             

18.12.02 Vervanging

             

18.13 Tol gefinancierde uitgaven

           

18.341

18.14 Minregel: rentevrijval

             

Van totale uitgaven

             

– Bijdrage aan agentschap RWS

276.424

219.958

212.497

187.316

166.068

150.237

145.026

– Restant

11.142

22.130

60.105

142.835

141.175

7.053

27.943

18.09 Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

18.341

18.09.01 Ontvangsten

             

18.09.02 Tolopgave

           

18.341

18.10 Saldo van de afgesloten rekeningen

147.317

– 12.263

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2028.

Bedragen x € 1.000
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

18

Overige uitgaven

uitgaven

272.602

330.151

307.243

157.290

172.969

172.862

374.576

18.01

Saldo afgesloten rekeningen

 

0

0

0

0

0

0

0

18.02

Beter Benutten

 

49.872

124.723

124.723

0

0

0

0

18.03

Intermodaal vervoer

 

852

0

0

0

0

0

0

18.06

Externe veiligheid

 

1.995

2.005

1.996

1.000

865

763

0

18.07

Mobiliteitsonafh. Kennis en expertise

 

42

42

42

42

36

36

0

18.08

Netwerkoverstijgende kosten

 

219.841

203.381

180.482

156.248

153.727

153.722

154.174

18.11

Investeringsruimte

 

0

0

0

0

0

0

– 1

18.12

Nader toe te wijzen BenO en Vervanging

 

0

0

0

0

0

0

266.061

18.13

Tol gefinancierde uitgaven

 

0

0

0

0

18.341

18.341

18.342

18.14

Minregel: rentevrijval

 

0

0

0

0

0

0

– 64.000

                   

18.09

Tolopgave

Ontvangsten

0

0

0

0

18.341

18.341

18.342

(vervolg) Bedragen x € 1.000
   

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

18

Overige uitgaven

uitgaven

515.860

536.104

528.822

529.515

529.491

509.327

560.051

18.01

Saldo afgesloten rekeningen

 

0

0

0

0

0

0

0

18.02

Beter Benutten

 

0

0

0

0

0

0

0

18.03

Intermodaal vervoer

 

0

0

0

0

0

0

0

18.06

Externe veiligheid

 

0

0

0

0

0

0

0

18.07

Mobiliteitsonafh. Kennis en expertise

 

0

0

0

0

0

0

0

18.08

Netwerkoverstijgende kosten

 

154.964

155.077

147.911

148.604

148.579

148.758

146.320

18.11

Investeringsruimte

 

0

0

– 1

– 1

0

0

– 1

18.12

Nader toe te wijzen BenO en Vervanging

 

406.554

406.554

406.439

406.439

406.439

386.096

439.259

18.13

Tol gefinancierde uitgaven

 

18.342

38.473

38.473

38.473

38.473

38.473

38.473

18.14

Minregel: rentevrijval

 

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

                   

18.09

Tolopgave

Ontvangsten

18.342

38.473

38.473

38.473

38.473

38.473

38.473

18.02 Beter Benutten

Motivering

In het nieuwe regeerakkoord is afgesproken dat het programma Beter Benutten wordt voortgezet. In de brief bezuinigingen Infrastructuurfonds van 13 februari 2013 (Kamerstukken II, 2012/13, 33 400 A, nr. 48) wordt vermeld dat Bereikbaarheidsknelpunten niet alleen met grootschalige infrastructuurprojecten worden aangepakt maar dat breed en creatief gezocht wordt naar mogelijke oplossingen. Gedacht wordt aan de slimme aanpak gericht op gedragsverandering in het kader van het programma Beter Benutten.

Tussen Rijk en regio’s is op 6 maart 2014 bestuurlijk afgesproken om gezamenlijk in de jaren 2015 tot en met 2017 hiervoor € 600 miljoen beschikbaar te stellen. De invulling van dit pakket zal in ieder geval onder dezelfde voorwaarden als het eerste regiopakket vorm krijgen, waarbij de eerste ervaringen van het huidige programma mee worden genomen.

De focus van het vervolgprogramma Beter Benutten ligt op de 12 regio’s die de meeste spitsdrukte kennen. Voor het vervolg van beter Benutten is landelijk de volgende programma ambitie afgesproken: tenminste 10% vermindering van de reistijd van deur tot deur op de belangrijkste gesignaleerde knelpunten in de spits op de weg in de periode 2015 tot en met 2017. Dit ten opzichte van een situatie zonder het vervolgprogramma Beter Benutten. Over het vervolgprogramma is de Kamer per brief van 26 maart 2014 geïnformeerd (Kamerstukken II, 2013/14, 33 750 A, nr. 67).

Op basis van Plannen van Aanpak die de regio’s opstellen en waarin afspraken worden gemaakt tussen Rijk en regio zijn en worden de financiële middelen aan de regio’s ter beschikking gesteld.

De werkwijze van Beter Benutten kenmerkt zich door:

  • Het uitvoeren vooraf van een verkeerskundige analyse op resterende knelpunten in de Beter Benutten regio’s;

  • Duidelijke doelstelling (zowel qua effect als betrokkenheid werkgever/werknemers);

  • Samenwerking met de regio’s;

  • Eisen cofinanciering als wel eisen aan de regionale uitvoeringsorganisatie;

  • Zicht op doelgroepen en motieven voor gedragsverandering.

18.03 Intermodaal vervoer

Motivering

Realisatie van de doelen is in belangrijke mate afhankelijk van andere factoren, zoals het gedrag van verladers, vervoerders en consumenten en bestuurlijke afspraken over het ruimtelijk beleid. Het effect van deze beleidsdoelstelling is dat de bereikbaarheid van economisch belangrijke gebieden verbetert.

RSC Maasvlakte

Producten

Uit het BCI-onderzoek Goederenvervoer per spoor, marktontwikkelingen en beleid (2009) komt naar voren dat spoorgoederenknooppunten in het achterland een belangrijke rol kunnen spelen voor het havennetwerk en voor binnenlandse verladers in het achterland. Als vervolg hierop is in

2010 een beleidskader spoorgoederenknooppunten ontwikkeld met een beleidsvisie op de ontwikkeling van spooraansluitingen, railterminals, openbare laad- en losplaatsen, greenports en dergelijke. In 2012–2013 is een stimuleringsprogramma voor railterminals tot uitvoering gekomen.

Container Transferium Alblasserdam

Het Container Transferium Alblasserdam is gelegen aan de belangrijkste Europese binnenvaartcorridor Rijn/Maas-Main-Donau. Om de veiligheid en de betrouwbaarheid van deze corridor te garanderen en de private investeringsbereidheid voor de totale projectkosten te behouden, heeft IenM zich bereid verklaard om (een deel van) de hieruit voortvloeiende extra investeringen te financieren.

Als gevolg van een aangepaste terminal lay-out zijn de taakstellende bijdragen van het Rijk en de provincie Zuid-Holland gereduceerd. Omdat het initiële bedrag is gefinancierd uit artikel 15 Hoofdvaarwegen wordt de vrijval (€ 2 miljoen) aan de investeringsruimte (15.07) van hoofdvaarwegen toegevoegd.

Projectoverzicht Intermodaal vervoer
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

later

huidig

vorig

Multi- en modaalvervoer

                       

Container Transferium Alblasserdam

3

5

1

4

– 2

         

2015

2014

RSC Maasvlakte

8

8

1

4

3

         

2014

2014

Totaal

11

 

3

7

1

0

0

0

0

0

   

Begroting (IF 18.03.01)

     

7

1

0

0

0

0

0

   
18.06 Externe veiligheid

Motivering

Het budget is bestemd voor het oplossen van externe veiligheidsknelpunten in het kader van de Nota Vervoer Gevaarlijke Stoffen (NVGS, Kamerstukken II, 2005/06, 30 373, nr. 2). De opgenomen kasreeks heeft betrekking op het RWS-programma «aankopen en saneren van kwetsbare objecten in het kader van basisnet».

Producten

Saneringsopgave voor Basisnet vervoer gevaarlijke stoffen tot en met 2035.

18.08 Netwerkoverstijgende kosten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de netwerkoverstijgende apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) en overige netwerkoverstijgende kosten van RWS verantwoord. Het gaat hierbij om zowel de kosten die met de overhead van RWS gemoeid zijn als bepaalde onderdelen van Landelijke taken die een netwerk overstijgend karakter kennen. Deze kosten hebben niet alleen betrekking op de activiteiten die verricht worden voor het Infrastructuurfonds, maar hebben tevens betrekking op de activiteiten voor het Deltafonds.

18.11 Investeringsruimte

Motivering

Op dit artikel werd de voor het Infrastructuurfonds beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord. In de brief bezuinigingen Infrastructuurfonds van 13 februari 2013 (Kamerstukken II, 2012/13, 33 400 A, nr. 48) is per modaliteit de ruimte afgeleid voor nieuwe investeringen en risico’s. Bij Voorjaarsnota 2013 zijn hiertoe vervolgens per modaliteit aparte artikelonderdelen «Investeringsruimte» geïntroduceerd.

18.12 Nader toe te wijzen BenO en Vervanging

Motivering

Op dit artikelonderdeel zijn noodzakelijke middelen opgenomen voor Vervanging en Renovatie. Deze middelen kunnen nog niet worden toegewezen aan de afzonderlijke netwerken. Op een later moment worden deze middelen toegewezen aan het artikel 12 Hoofdwegennet, artikel 15 Hoofdvaarwegennet van het Infrastructuurfonds. Toewijzing van deze middelen zal geschieden op grond van een nadere onderbouwing van de onderhouds- en vervangingsbehoefte per netwerk. Om dit mogelijk te maken wordt door RWS onder meer een inventarisatie gemaakt van de ouderdom en de te verwachten restlevensduur van de infrastructurele objecten.

18.13 Tol gefinancierde uitgaven

Motivering

Op dit artikel zijn de uitgaven opgenomen die uit tol gefinancierd worden bij de projecten ViA15 en NWO. Uit behoedzaamheid wordt deze uitgavenruimte pas als dekking ingezet op artikel 12 Hoofdwegennet na het afronden van de aanbesteding van de DBFM-contracten (Financial close). Dit artikelonderdeel is gekoppeld aan het ontvangstenartikel 18.09.02 Tolopgave.

18.14 Minregel rentevrijval

Motivering

Met het in 2009 uitgekeerde superdividend van NS (€ 1,4 miljard) is een eeuwig lopende schuld van ProRail afgelost. De rentevrijval die door deze aflossing ontstond binnen het Infrastructuurfonds tot en met 2020 werd daarbij ingezet voor de financiering van spoorambities (Kamerstukken II, 2009/10, 28 165, nr. 105). Er vindt bij deze begroting een correctie plaats op Infrastructuurfonds voor de rentevrijval in de periode 2021–2028 (€ 64 miljoen per jaar). De verlaging wordt voorlopig technisch verwerkt via een minregel op artikel 18. Bij verlenging van het Infrastructuurfonds zal de minregel ingepast worden binnen de begroting van het Infrastructuurfonds.

Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord die ten laste van de Begroting hoofdstuk XII komen. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de Begroting hoofdstuk XII.

Het productartikel is gerelateerd aan artikel 26 Bijdragen aan de Investeringsfondsen op de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 19 Bijdrage andere begrotingen Rijk (x € 1.000)
 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Ontvangsten

5.722.871

5.842.231

5.329.360

5.606.372

6.040.426

5.594.213

5.742.309

19.09 Ten laste van begroting IenM

5.722.871

5.842.231

5.329.360

5.606.372

6.040.426

5.594.213

5.742.309

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2028 per jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op hetzelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Bedragen x € 1.000
   

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

19

Bijdragen andere begrotingen Rijk

               

19.09

Ontvangsten

Ontvangsten

5.329.361

5.606.373

6.040.427

5.594.211

5.742.309

5.907.875

5.225.323

(vervolg) Bedragen x € 1.000
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

19

Bijdragen andere begrotingen Rijk

               

19.09

Ontvangsten

Ontvangsten

5.484.780

5.479.489

5.380.244

5.362.977

5.366.592

5.373.674

5.365.621

19.09 Bijdragen ten laste van Begroting hoofdstuk XII

Motivering

Dit begrotingsartikel is technisch van aard.

4. DE BIJLAGEN

BIJLAGE 1 VOEDING VAN HET INFRASTRUCTUURFONDS EN BEGROTINGSTAAT PER PRODUCTARTIKELONDERDEEL

INFRASTRUCTUURFONDS

                             

Bedragen x € 1 000

 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

12

Hoofdwegen

uitgaven

2.293.979

1.935.634

2.421.527

2.152.256

2.745.942

3.291.954

2.316.420

2.633.602

2.421.370

2.382.186

2.205.849

2.085.084

2.024.863

2.122.256

12.01

Verkeersmanagement

 

4.038

3.617

3.617

3.617

3.618

3.617

3.614

3.611

3.610

3.609

3.607

3.607

3.607

3.615

12.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

658.195

605.451

543.436

528.116

501.659

483.547

454.157

454.074

454.031

454.152

454.451

427.976

682.668

430.267

12.03

Aanleg

 

723.322

440.657

935.060

862.100

1.548.085

2.163.221

1.082.928

1.512.989

1.362.607

1.290.724

1.095.693

931.751

395.032

350.524

12.04

GIV/PPS

 

545.431

527.315

585.329

395.843

333.259

280.398

276.481

246.065

239.753

220.928

245.892

327.917

176.833

253.595

12.06

Netwerkgebonden kosten HWN

 

424.674

419.242

414.248

411.795

411.554

411.479

411.342

411.863

412.072

412.768

413.173

413.163

413.199

411.927

12.07

Investeringsruimte

 

– 61.681

– 60.648

– 60.163

– 49.215

– 52.233

– 50.308

87.898

5.000

– 50.703

5

– 6.967

– 19.330

353.524

672.328

                                 

12.09

Ontvangsten

Ontvangsten

533.670

87.200

66.346

28.414

38.276

226.716

719

64.019

719

719

719

719

0

0

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

1.760.309

1.848.434

2.355.181

2.123.842

2.707.666

3.065.238

2.315.701

2.569.583

2.420.651

2.381.467

2.205.130

2.084.365

2.024.863

2.122.256

                                 

13

Spoorwegen

uitgaven

2.387.881

2.464.491

2.238.605

2.207.053

1.933.701

1.790.138

1.469.637

1.359.403

1.613.478

1.783.930

1.787.309

1.853.443

1.906.176

2.008.502

13.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

1.240.257

1.319.800

1.167.051

1.110.815

1.185.320

1.162.653

1.169.571

1.174.223

1.177.245

1.197.156

1.196.858

1.197.926

1.165.259

1.147.811

13.03

Aanleg

 

952.335

972.202

910.500

940.776

569.774

439.964

81.391

– 33.954

211.020

293.257

316.907

382.762

418.967

209.947

13.04

GIV/PPS

 

147.026

146.980

146.983

153.491

156.679

163.889

164.821

166.200

167.591

169.444

170.408

170.479

169.667

159.427

13.07

Rente en aflossing

 

48.397

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

13.08

Investeringsruimte

 

– 134

8.912

– 2.526

– 14.626

5.331

7.035

37.257

36.337

41.025

107.476

86.539

85.679

135.686

474.720

       

 

 

 

 

 

 

13.09

Ontvangsten

Ontvangsten

232.720

177.161

193.583

192.830

204.490

202.884

207.681

210.507

213.240

215.862

177.953

177.953

177.953

177.953

 

Concessie HSL

 

160.047

104.661

113.105

120.330

125.436

130.384

135.181

138.007

140.740

143.362

105.453

105.453

105.453

105.453

 

Overige ontv.

 

72.673

72.500

80.478

72.500

79.054

72.500

72.500

72.500

72.500

72.500

72.500

72.500

72.500

72.500

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

2.155.161

2.287.330

2.045.022

2.014.223

1.729.211

1.587.254

1.261.956

1.148.896

1.400.238

1.568.068

1.609.356

1.675.490

1.728.223

1.830.549

                                 

14

Regionaal, lokale infrastructuur

uitgaven

181.447

273.935

348.376

341.694

248.418

218.512

82.518

135.853

120.885

10.228

43.935

74.529

99.201

132.200

14.01

Grote regionaal/lokale projecten

 

118.082

107.330

198.914

211.842

113.400

168.629

73.269

135.853

120.885

10.228

43.935

74.529

99.201

132.200

14.02

Regionale mobiliteitsfondsen

 

0

0

0

0

0

9.076

0

0

0

0

0

0

0

0

14.03

RSP-ZZL: pakket bereikbaarheid

 

63.365

166.605

149.462

129.852

135.018

40.807

9.249

0

0

0

0

0

0

0

                                 
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

181.447

273.935

348.376

341.694

248.418

218.512

82.518

135.853

120.885

10.228

43.935

74.529

99.201

132.200

                                 

15

Vaarwegen

uitgaven

883.428

741.836

692.846

638.590

630.935

511.941

779.258

686.475

696.818

667.063

816.006

885.226

927.365

586.565

15.01

Verkeersmanagement

 

7.516

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

15.02

Beheer, onderhoud en vervanging

 

394.852

347.047

254.581

233.719

199.971

214.772

233.454

233.156

217.459

254.775

225.369

225.354

220.221

250.499

15.03

Aanleg

 

251.126

156.212

197.165

163.631

193.027

55.501

309.918

209.457

235.378

99.489

306.882

399.141

391.494

0

15.06

Netwerkgebonden kosten HVWN

 

246.589

244.533

242.728

241.145

240.999

241.087

243.061

243.298

243.400

243.925

244.179

244.172

244.192

243.390

15.07

Investeringsruimte

 

– 16.655

– 14.336

– 10.008

– 8.285

– 11.442

– 7.799

– 15.555

– 7.816

– 7.799

60.494

31.196

8.179

63.078

84.296

                                 

15.09

Ontvangsten

Ontvangsten

26.980

15.415

14.510

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

856.448

726.421

678.336

638.590

630.935

511.941

779.258

686.475

696.818

667.063

816.006

885.226

927.365

586.565

17

Megaprojecten

uitgaven

143.740

164.978

341.547

350.937

327.375

430.327

505.541

491.155

369.141

275.470

206.148

162.194

123.168

172.473

17.02

Betuweroute

 

5.055

5.055

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

17.03

Hoge snelheidslijn HSL

 

614

765

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

17.06

PMR

 

3.482

3.513

3.529

3.533

476

485

2.831

2.831

2.831

2.836

2.836

2.836

2.836

73.821

17.07

ERTMS Landelijke invoer

 

40.000

30.000

221.162

242.153

230.473

274.148

323.000

307.000

247.000

185.000

150.000

125.000

100.000

70.000

17.08

ZuidasDok

 

94.589

125.645

116.856

105.251

96.426

155.694

179.710

181.324

119.310

87.634

53.312

34.358

20.332

28.652

                                 

17.09

Ontvangsten

 

40.347

24.877

35.279

32.363

55.924

59.919

75.886

44.700

25.875

12.401

8.641

6.230

0

0

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

103.393

140.101

306.268

318.574

271.451

370.408

429.655

446.455

343.266

263.069

197.507

155.964

123.168

172.473

                                 

18

Overige uitgaven

uitgaven

272.602

330.151

307.243

157.290

172.969

172.862

374.576

515.860

536.104

528.822

529.515

529.491

509.327

560.051

18.01

Saldo afgesloten rekeningen

                             

18.02

Beter Benutten

 

49.872

124.723

124.723

         

0

         

18.03

Intermodaal vervoer

 

852

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

18.06

Externe veiligheid

 

1.995

2.005

1.996

1.000

865

763

0

0

0

0

0

0

0

0

18.07

Mobiliteitsonafh. Kennis en expertise

 

42

42

42

42

36

36

0

0

0

0

0

0

0

0

18.08

Netwerkoverstijgende kosten

 

219.841

203.381

180.482

156.248

153.727

153.722

154.174

154.964

155.077

147.911

148.604

148.579

148.758

146.320

18.11

Investeringsruimte

 

0

0

0

0

0

0

– 1

0

0

– 1

– 1

0

0

– 1

18.12

Nader toe te wijzen BenO en Vervanging

 

0

0

0

0

0

0

266.061

406.554

406.554

406.439

406.439

406.439

386.096

439.259

18.13

Tol gefinancierde uitgaven

 

0

0

0

0

18.341

18.341

18.342

18.342

38.473

38.473

38.473

38.473

38.473

38.473

18.14

Minregel: rentevrijval

 

0

0

0

0

0

0

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

                                 

18.09

Tolopgave

Ontvangsten

0

0

0

0

18.341

18.341

18.342

18.342

38.473

38.473

38.473

38.473

38.473

38.473

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

 

272.602

330.151

307.243

157.290

154.628

154.521

356.234

497.518

497.631

490.349

491.042

491.018

470.854

521.578

                                 

19

Bijdragen andere begrotingen Rijk

19.09

Ontvangsten

Ontvangsten

5.329.361

5.606.373

6.040.427

5.594.211

5.742.309

5.907.875

5.225.323

5.484.780

5.479.489

5.380.244

5.362.977

5.366.592

5.373.674

5.365.621

                                 

Totaal uitgaven

6.163.077

5.911.025

6.350.144

5.847.820

6.059.340

6.415.734

5.527.950

5.822.348

5.757.796

5.647.699

5.588.762

5.589.967

5.590.100

5.582.047

Totaal ontvangsten

6.163.077

5.911.026

6.350.144

5.847.817

6.059.340

6.415.735

5.527.951

5.822.348

5.757.796

5.647.699

5.588.762

5.589.966

5.590.100

5.582.047

Totaal Bijdrage van hfdst XII (art 26)

5.329.361

5.606.371

6.040.426

5.594.213

5.742.309

5.907.874

5.225.322

5.484.780

5.479.489

5.380.244

5.362.976

5.366.592

5.373.674

5.365.621

BIJLAGE 2. VERDIEPINGSBIJLAGE

 

Categorie

Totaal mutatie

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Toelichting

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 12.01 Verkeersmgmt.

   

19.189

20.674

20.258

20.257

20.257

20.259

20.257

20.301

20.275

20.261

20.247

20.220

20.221

20.218

20.303

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 12.01 Verkeersmgmt.

   

19.189

20.674

20.258

20.257

20.257

20.259

20.257

20.301

20.275

20.261

20.247

20.220

20.221

20.218

20.303

 

Verwerking index 2014

Intens./extens.

3.669

232

250

245

245

245

245

245

246

245

245

245

245

245

245

246

3

Landelijke taken RWS

neutraal

– 236.440

 

– 16.886

– 16.886

– 16.885

– 16.885

– 16.886

– 16.885

– 16.933

– 16.909

– 16.896

– 16.883

– 16.858

– 16.859

– 16.856

– 16.934

33

Mutaties Miljoenennota 2015

   

232

– 16.636

– 16.641

– 16.640

– 16.640

– 16.641

– 16.640

– 16.688

– 16.664

– 16.651

– 16.638

– 16.613

– 16.614

– 16.611

– 16.689

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 12.01 Verkeersmgmt.

   

19.421

4.038

3.617

3.617

3.617

3.618

3.617

3.613

3.611

3.610

3.609

3.607

3.607

3.607

3.614

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 12.02 Beheer, onderh & verv.

   

624.755

566.080

455.869

492.944

483.143

489.516

489.403

407.863

407.777

407.731

421.610

453.339

453.339

453.331

458.030

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

3.431

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 12.02 Beheer, onderh & verv.

   

628.186

566.080

455.869

492.944

483.143

489.516

489.403

407.864

407.778

407.732

421.610

453.340

453.340

453.332

458.031

 

Overboekingen binnen wegen

neutraal

– 328

– 328

                           

2

Verwerking index 2014

Intens./extens.

85.493

7.569

6.850

5.516

5.965

5.846

5.923

5.922

4.935

4.934

4.934

5.101

5.485

5.485

5.485

5.542

3

V+R, tranche 2, wegen

Intens./extens.

28.378

             

28.378

             

4

V+R, tranche 2, wegen

Intens./extens.

0

21.200

106.200

33.700

8.000

32.600

23.000

5.000

– 28.378

   

– 13.927

– 45.747

– 45.747

– 45.747

– 50.154

4

Overboekingen over artikelen (wegen)

Intens./extens.

35.000

             

35.000

             

5

Kasschuiven

Intens./extens.

0

– 73.754

– 35.447

67.596

53.306

23.299

   

– 35.000

             

6

SWUNG

neutraal

12.809

809

6.000

6.000

                       

28

Areaalgroei wegen

neutraal

799.500

77.300

25.400

53.600

       

58.245

58.245

58.245

58.245

58.245

31.770

286.470

33.735

29

Cyber security

Intens./extens.

8.824

8.824

                           

30

Landelijke taken RWS

neutraal

– 235.856

 

– 16.888

– 16.830

– 16.780

– 16.773

– 16.780

– 16.778

– 16.887

– 16.883

– 16.880

– 16.877

– 16.872

– 16.872

– 16.872

– 16.887

33

Mutaties Miljoenennota 2015

   

41.620

92.115

149.582

50.491

44.973

12.144

– 5.856

46.293

46.296

46.299

32.543

1.112

– 25.363

229.337

– 27.764

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 12.02 Beheer, onderh & verv.

   

669.807

658.195

605.451

543.435

528.116

501.659

483.547

454.157

454.074

454.030

454.152

454.451

427.976

682.668

430.267

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 12.03 Aanleg

   

1.201.347

634.054

479.311

978.381

1.135.101

1.801.488

2.295.343

1.242.548

1.678.928

1.453.075

1.307.279

1.146.138

1.024.108

575.569

82.229

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

– 348.964

25.467

91.472

– 111.912

– 172.508

– 160.732

– 12.799

– 3.940

– 4.645

– 4.081

– 3.799

– 3.376

– 3.235

33.821

66.508

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 12.03 Aanleg

   

852.383

659.521

570.783

866.469

962.593

1.640.756

2.282.544

1.238.608

1.674.283

1.448.994

1.303.480

1.142.762

1.020.873

609.390

148.737

 

Desalderingen wegen

desaldering

110.114

 

141.814

       

– 60.000

 

28.300

           

1

Overboekingen binnen wegen

neutraal

155.885

– 5.672

– 28.209

– 31.907

23.896

– 1.025

– 1.266

3.250

– 24.883

– 47.207

     

– 2.350

49.000

222.258

2

Verwerking index 2014

Intens./extens.

173.114

13.727

14.923

8.608

9.437

7.264

12.508

17.110

20.245

2.982

23.486

15.052

3.031

16.903

432

7.407

3

V+R, tranche 2, wegen

Intens./extens.

0

– 21.200

– 106.200

– 33.700

– 8.000

– 32.600

– 23.000

– 5.000

28.378

   

13.927

45.747

45.747

45.747

50.154

4

Overboekingen over artikelen (wegen)

Intens./extens.

24.582

5.233

3.281

16.068

                       

5

Kasschuiven

Intens./extens.

0

31.339

111.109

7.171

112.516

– 33.926

– 63.611

– 5.074

– 45.927

10.719

11.300

62.763

– 8.223

– 92.608

– 2.735

– 94.813

6

SWUNG

neutraal

64.391

– 809

– 6.000

– 6.000

                     

77.200

28

Areaalgroei wegen

neutraal

– 797.534

– 77.300

– 25.400

– 53.600

       

– 58.245

– 58.245

– 58.245

– 58.245

– 58.245

– 31.770

– 286.470

– 31.769

29

Overboeking met HXII: wegen

Intens./extens.

– 8.835

– 8.835

                           

31

Generale kasschuif

Intens./extens.

0

   

30.000

– 30.000

                     

35

Conversie ZuidasDok

Intens./extens.

– 660.335

 

– 41.519

– 66.765

– 39.257

– 40.205

– 17.301

– 69.608

– 75.247

– 97.844

– 62.928

– 46.255

– 29.379

– 25.043

– 20.332

– 28.652

36

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 63.517

63.799

– 130.125

68.592

– 100.492

– 92.670

– 119.322

– 155.679

– 161.295

– 86.387

– 12.758

– 47.069

– 89.121

– 214.358

201.785

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 12.03 Aanleg

   

788.866

723.320

440.658

935.061

862.101

1.548.086

2.163.222

1.082.929

1.512.988

1.362.607

1.290.723

1.095.692

931.752

395.032

350.522

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 12.04 GIV/PPS

   

590.390

556.301

458.852

460.817

258.875

259.639

260.541

255.108

233.669

238.877

303.735

234.828

232.496

172.017

171.267

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

30.727

38.104

59.381

186.311

123.209

61.626

6.463

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 12.04 GIV/PPS

   

621.117

594.405

518.233

647.128

382.084

321.265

267.004

255.108

233.669

238.877

303.735

234.828

232.496

172.017

171.267

 

Overboekingen binnen wegen

neutraal

6.807

486

165

168

163

178

3.681

722

6.075

6.083

4.643

       

– 15.557

2

Verwerking index 2014

Intens./extens.

56.718

7.144

6.731

5.552

5.576

3.132

3.142

3.153

3.087

2.827

2.890

3.675

2.841

2.813

2.081

2.072

3

Kasschuiven

Intens./extens.

0

– 27.030

– 55.870

3.362

– 67.538

10.449

5.171

9.519

12.211

3.486

– 6.657

– 86.482

8.223

92.608

2.735

95.813

6

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 19.400

– 48.974

9.082

– 61.799

13.759

11.994

13.394

21.373

12.396

876

– 82.807

11.064

95.421

4.816

82.328

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 12.04 GIV/PPS

   

601.717

545.431

527.315

585.329

395.843

333.258

280.397

276.480

246.065

239.753

220.928

245.892

327.917

176.833

253.595

 

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 12.07 Investeringsruimte

   

– 42.732

– 38.043

– 41.956

– 39.817

– 32.936

– 31.268

– 14.979

28.432

– 11.494

– 10.350

– 124

4.218

3.396

448.199

1.044.824

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

137

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

– 37.766

– 70.737

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 12.07 Investeringsruimte

– 42.595

– 38.043

– 41.956

– 39.817

– 32.936

– 31.268

– 14.979

28.432

– 11.494

– 10.350

– 124

4.218

3.396

410.433

974.087

 

Desalderingen wegen

desaldering

35.707

30.044

5.663

                         

1

Overboekingen binnen wegen

neutraal

– 171.223

4.532

25.292

30.714

– 25.084

– 178

– 3.440

– 4.997

18.808

41.124

– 4.643

   

2.350

– 49.000

– 206.701

2

Verwerking index 2014

Intens./extens.

– 303.218

– 25.667

– 23.638

– 18.692

– 20.345

– 16.281

– 20.964

– 25.424

– 28.058

– 10.425

– 31.068

– 23.590

– 11.186

– 25.076

– 7.910

– 14.892

3

Kasschuiven

Intens./extens.

0

– 34.713

– 30.955

– 30.714

25.084

178

3.440

– 4.907

68.716

– 14.205

– 4.643

23.719

     

– 1.000

6

SWUNG

neutraal

– 77.200

                           

– 77.200

28

Areaalgroei wegen

neutraal

– 1.966

                           

– 1.966

29

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 25.804

– 23.638

– 18.692

– 20.345

– 16.281

– 20.964

– 35.328

59.466

16.494

– 40.354

129

– 11.186

– 22.726

– 56.910

– 301.759

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 12.07 Investeringsruimte

   

– 68.399

– 61.681

– 60.648

– 60.162

– 49.217

– 52.232

– 50.307

87.898

5.000

– 50.704

5

– 6.968

– 19.330

353.523

672.328

 

Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2014 HWN

   

2.800.084

2.128.843

1.756.604

2.291.915

2.241.330

2.916.274

3.427.133

2.331.691

2.707.002

2.487.666

2.431.671

2.238.102

2.112.908

2.048.721

2.154.676

 

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2014 HWN

   

2.484.570

2.191.427

1.906.612

2.365.469

2.191.186

2.816.323

3.419.952

2.326.766

2.701.513

2.482.741

2.426.886

2.233.741

2.108.688

2.043.791

2.149.462

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2015 HWN

   

2.419.368

2.293.976

1.935.634

2.421.527

2.152.256

2.745.942

3.291.954

2.316.420

2.633.602

2.421.370

2.382.186

2.205.849

2.085.084

2.024.862

2.122.255

 

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten HWN

   

133.839

302.892

139.647

62.084

22.918

31.358

286.076

0

35.000

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

11.553

67.657

– 76.920

4.767

5.210

6.530

710

710

710

710

710

710

710

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten HWN

   

145.392

370.549

62.727

66.851

28.128

37.888

286.786

710

35.710

710

710

710

710

0

0

 

Desalderingen wegen

desaldering

145.821

30.044

147.477

       

– 60.000

 

28.300

           

1

Overboekingen binnen wegen

neutraal

– 1.684

43

– 1.727

                         

2

Verwerking index 2104

Intens./extens.

7.543

707

4.534

1.058

127

286

388

392

9

9

9

9

9

9

   

3

Kasschuiven

Intens./extens.

0

– 35.158

12.837

23.415

– 632

   

– 462

               

6

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 4.364

163.121

24.473

– 505

286

388

– 60.070

9

28.309

9

9

9

9

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 12.09 Ontvangsten

   

141.028

533.670

87.200

66.346

28.414

38.276

226.716

719

64.019

719

719

719

719

0

0

 

Artikel 12 Hoofdwegen

  • 1. Desalderingen wegen

    • A2 Holendrecht: In 2008 zijn bestuurskkoorden gesloten tussen Rijk en provincies. Hierbij is afgesproken dat de provincie Utrecht € 20 miljoen bijdraagt aan het project A2 Holendrecht – Oudenrijn. De rijksbijdrage aan het project is hiermee destijds niet verlaagd.

    • Sluiskil: Conform het advies van de commissie van wijzen ontvangt IenM vanuit Vlaanderen € 15,7 miljoen. De bijdrage wordt door Vlaanderen aan de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie (VNSC) overgemaakt en dan door de VNSC aan IenM.

    • A1 Apeldoorn – Azelo: Met de provincies Overijssel en Gelderland, en de regio Twente is afgesproken dat zij in een bijdrage leveren van € 142 miljoen aan dit project. Dit is vastgelegd in een bestuursovereenkomst. Een bedrag van € 28,5 miljoen wordt in 2024 terugbetaald aan provincie Overijssel en Gelderland.

    • SAA: Dit betreft een bijstelling van de ontvangsten voor het deeltraject 5 Amstelveen (– € 60 miljoen).

    • A28/A1 Knooppunt Hoevelaken: Dit betreft de bijdrage van de regio (€ 28,3 miljoen).

  • 2. Overboekingen binnen wegen

    Dit betreft diverse verschuivingen binnen artikel 12 Wegen tussen aanleg en de overige artikelonderdelen. Het betreft:

    • Dekking korting prijsbijstelling (naar aanleiding van begrotingsakkoord 2014).

    • Aanvullende dekking van de nalevingskosten SWUNG (€ 77 miljoen) voor de periode tot en met 2028.

    • Ophoging van verschillende taakstellende projectbudgetten (onder andere Zuidelijke Ringweg Groningen, A2 Passage Maastricht, A27 Houten-Hooipolder, N35 Nijverdal – Wierden).

    • Voor verschillende projecten is naar aanleiding van bestuurlijke afspraken met regionale partners in deze begroting budget gereserveerd (Landzijdige bereikbaarheid Lelystad Airport en Eindhoven Airport, Aansluiting A58 Goes).

    • Verlaging van de toltarieven bij de A12/A15 Ressen – Oudbroeken (€ 12 miljoen).

    • Verwerking van het saldo van mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma.

    • De verwachte opbrengsten door vermindering van de inhuur zal optreden bij de externe productkosten (EPK) bij aanlegprojecten. Dit leidt tot een jaarlijkse afname van het EPK planuitwerkingsbudget bij HWN van € 1,0 miljoen en bij HVWN van € 0,4 miljoen.

  • 3. Prijsbijstelling tranche 2014

    Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.

  • 4. Vervanging en Renovatie (V&R), tranche 2, wegen

    In deze begroting is aan het Programma voor Vervangingen en Renovaties een tweede tranche projecten voor het Hoofdwegennet toegevoegd. Deze projecten worden voor 2020 uitgevoerd. Voor V&R, tranche 2 zijn na 2020 middelen gereserveerd op de begroting. Om deze reden wordt een kasschuif voorgesteld vanuit de periode na 2020 naar de periode 2014–2020.

  • 5. Overboeking over artikelen (wegen)

    • Voor een aanbestedingstegenvaller bij V&R project Velsertunnel wordt € 35 miljoen uit de reservering op artikel 18.12 van het IF voor het Programma Vervangingen en Renovaties toegevoegd aan het budget voor Tranche 1, waarvan project A22 Velsertunnel deel uitmaakt.

    • Overboeking vanuit IF13 naar IF12 voor PUB Autoparkeergarage Zuidas Dok en A10 Zuidas (totaal € 22,5 miljoen).

    • Overboeking van IF12 naar IF13 voor het Beter Benutten project Kort Volgen Utrecht Harderwijk (€ 2,1 miljoen).

  • 6. Kasschuiven

    Om voor alle modaliteiten tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren tussen alle modaliteiten in het Infrastructuurfonds noodzakelijk.

  • 28. SWUNG

    Bij begroting 2014 is € 109 miljoen voor SWUNG aan BenO toegevoegd. Over de resterende budgetbehoefte was nog onzekerheid. De raming voor naleving SWUNG is geactualiseerd. Dit vergt € 77 miljoen voor de periode 2015–2028 ten laste van de Investeringsruimte Wegen. Hiervan wordt € 12 miljoen naar BOV overgeboekt (huidige SLA periode). Restant blijft gereserveerd binnen PUV.

  • 29. Areaalgroei wegen

    Voor de consequenties areaaluitbreiding op beheer en onderhoud van het hoofdwegennet is in de begroting 2014 binnen het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen (IF 12.03.02) een reservering getroffen, zie hiertoe bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014. Inmiddels is de omvang van de consequenties van areaalgroei op beheer en onderhoud van projecten met openstelling voor 2016 bekend. De middelen ter dekking van het beheer en onderhoud van deze areaalgroei inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 799,5 miljoen worden in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (IF 12.02.01). De middelen tot en met 2016 (huidige SLA-periode) zijn met een kasschuif in de juiste jaren geplaatst. Voor de doorwerking van het beheer en onderhoud in de jaren daarna, zullen in de volgende begrotingen kasschuiven worden doorgevoerd om ook deze middelen in de juiste jaren beschikbaar te krijgen.

  • 30. Cyber security

    Beveiligd Werken richt zich op het «in control» brengen en houden van de missiekritieke systemen (MKS) en Industriële Automatisering ter ondersteuning van de maatschappelijk vitale en primaire processen van RWS. Missie Kritieke Systemen zijn ICT systemen die een essentiële rol spelen in een informatieketen (mensen, processen en techniek). Onderdeel hiervan is het voldoen aan de eisen van informatiebeveiliging (Cyber Security). In dit kader is nu € 21 miljoen vrijgemaakt voor die werkzaamheden die in 2014 noodzakelijk zijn.

  • 31. Overboeking met Begroting hoofdstuk XII: wegen

    Voor de IODS-kwaliteitsprojecten (Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam; Bestuurlijke Overeenkomst bij het Tracébesluit A4 Delft-Schiedam) «Sanering verspreid liggend glas» en «Groen ondernemen» wordt een bijdrage gedaan (2e tranche) aan de gemeente Midden-Delfland. Deze middelen worden via BZK in het Gemeentefonds gestort zoals ook bij de 1e tranche is gebeurd.

  • 32. Loonbijstelling 2014

    Dit betreft de toevoeging van de aan het Infrastructuurfonds uitgekeerde loonbijstelling 2014.

  • 33. Landelijke Taken RWS

    In het kader van de transparantie van de budgetten voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar ondermeer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervanging en renovatie bij de begroting

  • 34. Maatwerk KNMI

    Betreft afname meteorologische producten en diensten van KNMI voor uitvoering diverse taken RWS waaronder gladheidbestrijding. Deze dienstverlening werd aanvankelijk tussen agentschappen gefactureerd maar conform sturingafspraken nu door middel van budgettaire overboeking toegevoegd aan het KNMI.

  • 35. Generale kasschuif

    Bij Voorjaarsnota 2014 is een kasschuif van € 250 miljoen van 2014 naar 2016 (€ 150 miljoen) en 2017 (€ 100 miljoen) verwerkt. Bij het opstellen van de Miljoenennota bleek dat er binnen de volledige Rijksbegroting nog ruimte was om – aanvullend op deze reeds verwerkte kasschuiven – de budgettaire dip in 2016 verder te verlichten. Om deze reden wordt aanvullend € 40 miljoen versneld van 2017 naar 2016.

  • 36. Conversie ZuidasDok

    De budgetten voor het integrale project ZuidasDok worden met een specifieke herschikking van artikel 12 (Hoofdwegennet) en artikel 13 (Spoor) overgeheveld naar het projectartikel 17.08 voor het integrale project ZuidasDok. Hiermee worden alle budgetten voor het project ZuidasDok begroot en verantwoord op één artikel. Daarnaast draagt het bij aan efficiënte projectadministratieve, conform de bestuursovereenkomst van 9 juli 2012. In de bestuursovereenkomst is ook vastgelegd dat de gemeente Amsterdam, stadsregio Amsterdam en de provincie Noord-Holland een bijdragen leveren aan het project. De bijdragen van de regio worden nu tevens verwerkt in de begroting van het Infrastructuurfonds.

Artikel 13 Spoorwegen

Categorie

Totaal mutatie

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Toelichting

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 13.02 Beheer, onderh.& verv.

   

1.264.028

1.239.246

1.147.798

1.244.635

1.319.480

1.145.680

1.291.516

1.188.875

1.184.382

1.179.647

1.234.730

1.226.341

1.237.905

1.239.094

1.198.353

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

29.967

– 34.400

– 5.758

– 125.088

– 122.132

– 72.073

– 22.703

1.444

1.444

– 6.056

– 6.056

– 6.056

– 6.056

– 6.056

– 6.052

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 13.02 Beheer, onderh.& verv.

   

1.293.995

1.204.846

1.142.040

1.119.547

1.197.348

1.073.607

1.268.813

1.190.319

1.185.826

1.173.591

1.228.674

1.220.285

1.231.849

1.233.038

1.192.301

 

Overboekingen over artikelen (spoor)

Intens./extens.

468

468

                           

10

Overboeking met HXII: spoor

Intens./extens.

1.173

1.173

                           

11

Kasschuiven

Intens./extens.

0

38.038

35.411

177.760

47.504

– 80.533

117.813

– 106.159

– 20.748

– 11.603

3.654

– 31.518

– 23.427

– 33.923

– 67.779

– 44.490

6

Overboekingen binnen spoor

neutraal

– 12.100

       

– 6.000

– 6.100

                 

9

Mutaties Miljoenennota 2015

   

39.679

35.411

177.760

47.504

– 86.533

111.713

– 106.159

– 20.748

– 11.603

3.654

– 31.518

– 23.427

– 33.923

– 67.779

– 44.490

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 13.02 Beheer, onderh.& verv.

   

1.333.674

1.240.257

1.319.800

1.167.051

1.110.815

1.185.320

1.162.654

1.169.571

1.174.223

1.177.245

1.197.156

1.196.858

1.197.926

1.165.259

1.147.811

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 13.03 Aanleg

   

980.114

1.146.898

1.118.262

1.135.420

1.020.157

824.473

588.759

397.702

299.712

497.929

479.700

463.906

509.202

462.753

171.370

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

– 49.344

– 42.200

– 30.478

– 104.451

– 128.539

– 165.932

– 254.509

– 327.650

– 311.086

– 251.650

– 189.932

– 154.932

– 129.932

– 104.932

1.018

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 13.03 Aanleg

   

930.770

1.104.698

1.087.784

1.030.969

891.618

658.541

334.250

70.052

– 11.374

246.279

289.768

308.974

379.270

357.821

172.388

 

Desalderingen spoor

desaldering

3.067

3.067

                           

8

Overboekingen over artikelen (spoor)

Intens./extens.

34.545

– 5.233

– 3.281

– 11.941

   

10.000

20.000

20.000

5.000

           

10

Verwerking index 2014

Intens./extens.

9.125

     

521

521

4.815

695

1.391

1.182

           

3

Kasschuiven

Intens./extens.

0

– 25.926

– 132.899

– 72.537

– 77.190

74.786

– 89.333

108.334

18.525

10.018

– 4.752

32.467

25.094

31.577

64.277

37.559

6

Desalderingen spoor

desaldering

394

394

                           

8

Overboekingen binnen spoor

neutraal

– 5.146

2.585

1.367

4.041

– 1.478

6.535

8.952

2.852

       

– 1.869

– 25.000

– 3.131

 

9

Kasschuiven

Intens./extens.

0

– 253

628

– 375

                       

6

Conversie ZuidasDok

Intens./extens.

– 318.536

 

– 14.178

– 34.768

– 42.320

– 32.683

– 23.201

– 26.167

– 28.577

– 38.780

– 30.507

– 28.978

– 15.292

– 3.085

0

0

36

Overboeking met HXII: spoor

Intens./extens.

0

4.000

– 4.000

                         

11

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 21.366

– 152.363

– 115.580

– 120.467

49.159

– 88.767

105.714

11.339

– 22.580

– 35.259

3.489

7.933

3.492

61.146

37.559

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 13.03 Aanleg

   

909.404

952.335

972.204

910.502

940.777

569.774

439.964

81.391

– 33.954

211.020

293.257

316.907

382.762

418.967

209.947

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 13.04 GIV/PPS

   

145.588

163.596

148.580

148.790

149.422

152.578

161.354

162.228

163.666

164.985

166.604

167.547

168.015

166.165

152.496

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

12.128

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 13.04 GIV/PPS

   

157.716

163.596

148.580

148.790

149.422

152.578

161.354

162.228

163.666

164.985

166.604

167.547

168.015

166.165

152.496

 

Overboekingen over artikelen (spoor)

Intens./extens.

7.146

7.146

                           

10

Loonbijstelling 2014

Intens./extens.

26

– 5

31

                         

32

Kasschuiven

Intens./extens.

0

– 17.027

– 16.601

– 1.600

– 1.807

4.068

4.101

2.535

2.593

2.534

2.606

2.840

2.861

2.464

3.502

6.931

6

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 9.886

– 16.570

– 1.600

– 1.807

4.068

4.101

2.535

2.593

2.534

2.606

2.840

2.861

2.464

3.502

6.931

,

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 13.04 GIV/PPS

   

147.830

147.026

146.980

146.983

153.490

156.679

163.889

164.821

166.200

167.591

169.444

170.408

170.479

169.667

159.427

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 13.07 Rente & afl.

   

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

– 19

31.800

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 13.07 Rente & afl.

   

16.578

48.397

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

 

Mutaties Miljoenennota 2015

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 13.07 Rente & afl.

   

16.578

48.397

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

16.597

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 13.08 Investeringsruimte

   

– 8.388

452

11.704

– 4.527

– 14.389

12.086

9.746

37.831

36.773

40.202

106.599

83.807

55.394

127.141

545.503

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

– 76.232

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 13.08 Investeringsruimte

   

– 8.388

452

11.704

– 4.527

– 14.389

12.086

9.746

37.831

36.773

40.202

106.599

83.807

55.394

127.141

469.271

 

Verwerking index 2014

Intens./extens.

7.863

3.374

1.944

1.249

523

298

– 3.903

141

– 574

– 436

823

877

863

875

886

921

3

Kasschuiven

Intens./extens.

0

– 488

3.015

3.322

2.471

1.679

973

290

– 370

– 949

– 1.508

– 3.789

– 4.528

– 118

   

6

Desalderingen spoor

desaldering

2.749

– 9.306

– 3.936

– 3.322

– 2.471

– 1.679

– 973

– 290

370

949

1.508

3.789

4.528

4.528

4.528

4.528

8

Overboekingen binnen spoor

neutraal

17.246

– 2.585

– 1.367

– 4.041

1.478

– 535

– 2.852

– 2.852

       

1.869

25.000

3.131

 

9

Kasschuiven

Intens./extens.

0

242

– 242

                         

6

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 8.763

– 586

– 2.791

2.000

– 237

– 6.755

– 2.711

– 574

– 436

824

877

2.732

30.285

8.544

5.449

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 13.08 Investeringsruimte

   

– 17.151

– 134

8.913

– 2.527

– 14.626

5.331

7.035

37.257

36.337

41.026

107.476

86.539

85.679

135.685

474.719

 

Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2014 Spoorwegen

   

2.397.939

2.566.789

2.442.941

2.540.915

2.491.267

2.151.414

2.067.972

1.803.233

1.701.130

1.899.360

2.004.230

1.958.198

1.987.113

2.011.750

2.084.318

 

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2014 Spoorwegen

   

2.390.671

2.521.989

2.406.705

2.311.376

2.240.596

1.913.409

1.790.760

1.477.027

1.391.488

1.641.654

1.808.242

1.797.210

1.851.125

1.900.762

2.003.052

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2015 Spoorwegen

   

2.390.335

2.387.881

2.464.494

2.238.606

2.207.053

1.933.701

1.790.139

1.469.637

1.359.403

1.613.479

1.783.930

1.787.309

1.853.443

1.906.175

2.008.501

 

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten spoorw.

   

65.249

236.789

180.483

193.076

194.509

198.909

203.174

207.311

209.558

219.232

219.573

180.925

180.925

180.925

180.925

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

70.864

0

0

0

0

0

0

0

0

– 7.500

– 7.500

– 7.500

– 7.500

– 7.500

– 7.500

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten spoorw.

   

136.113

236.789

180.483

193.076

194.509

198.909

203.174

207.311

209.558

211.732

212.073

173.425

173.425

173.425

173.425

 

Kasschuiven

Intens./extens.

0

– 9.399

– 133

 

2.978

 

6.554

                 

6

Desalderingen spoor

desaldering

6.210

– 5.845

– 3.936

– 3.322

– 2.471

– 1.679

– 973

– 290

370

949

1.508

3.789

4.528

4.528

4.528

4.528

8

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 15.244

– 4.069

– 3.322

507

– 1.679

5.581

– 290

370

949

1.508

3.789

4.528

4.528

4.528

4.528

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 13.09 Ontvangsten spoorw.

   

120.869

232.720

177.161

193.583

192.830

204.490

202.884

207.681

210.507

213.240

215.862

177.953

177.953

177.953

177.953

 

Artikel 13 Spoorwegen

  • 3. Prijsbijstelling tranche 2014

    Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.

  • 6. Kasschuiven

    Om voor alle modaliteiten tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren tussen alle modaliteiten in het Infrastructuurfonds noodzakelijk.

  • 8. Desalderingen spoor

    Deze desaldering (uitgaven/ontvangsten) betreft:

    • Een afboeking op het saldo van de bijdragen van derden voor aanlegprojecten uit het verleden (€ 13,2 miljoen). Met uitzondering van de bijdragen van provincies voor de decentrale lijnen zijn alle bijdragen van derden tot en met 2013 ontvangen en resteert er feitelijk geen saldo meer.

    • Verwerking van de opgelegde boete NS.

    • Bijstelling naar aanleiding van afrekening 2012 voor HSA en indexering contract naar prijspeil 2014 (€ 13,5 miljoen).

    • Diverse kleinere bijstellingen, met name de afrekening van aanlegprojecten.

  • 9. Overboekingen binnen spoor

    Dit betreft diverse verschuivingen binnen artikel 13 Spoor tussen aanleg en de overige artikelonderdelen. Het betreft:

    • Ophoging van verschillende taakstellende projectbudgetten (onder andere Zwolle-Herfte, GSM-R, Externe Veiligheid Drechtsteden).

    • Daarnaast is de investeringsruimte door per saldo meevallers binnen het realisatieprogramma toegenomen.

    • De actualisatie en nadere uitwerking van OV SAAL naar aanleiding van de besluitvorming over de middellange termijn resulteert in een lager benodigd budget dan tot dusverre beschikbaar. Het projectbudget is met € 30 miljoen verlaagd. Deze gelden zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (IF 13.08).

  • 10. Overboeking over artikelen (spoor)

    • Bij Najaarsnota 2013 is de eerste fase van de pilot geluid overgeheveld van IF 17 Megaprojecten naar IF 13 Spoorwegen. Nu wordt ook de tweede fase pilot geluid overgeheveld alsmede een aantal andere maatregelen die infraspeed zal uitvoeren (€ 7,1 miljoen).

    • De overdracht beheer HSL-Zuid van IF17 naar IF13 voor de door RWS aan ProRail overgedragen werkzaamheden (€ 0,5 miljoen).

    • Overboeking vanuit IF13 naar IF12 voor PUB Autoparkeergarage Zuidas Dok en A10 Zuidas (totaal € 22,5 miljoen).

    • Overboeking van IF12 naar IF13 voor het Beter Benutten project Kort Volgen Utrecht Harderwijk (€ 2,1 miljoen).

    • Voor het project Zwolle – Herfte is € 55 miljoen dit alternatief is € 170 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast is gekozen taakstellend € 55 miljoen beschikbaar te stellen voor het faciliteren van de (toekomstige) behoefte aan opstel- en servicecapaciteit. De totale investering ad. € 225 miljoen wordt voor € 70 miljoen gedekt vanuit het projectbudget Sporendriehoek Noord Nederland (middelen Motie Koopmans), voor € 55 miljoen uit de investeringsruimte van Artikel 14 Regionaal /Lokaal.

  • 11. Overboeking met Begroting hoofdstuk XII: spoor

    Uit dit artikel worden de volgende overboekingen naar de Begroting hoofdstuk XII aangebracht voor:

    • Actieplan groei op het spoor (€ 1,2 miljoen).

  • 32. Loonbijstelling 2014

    Dit betreft de toevoeging van de aan het Infrastructuurfonds uitgekeerde loonbijstelling 2014.

  • 36. Conversie ZuidasDok

    De budgetten voor het integrale project ZuidasDok worden met een specifieke herschikking van artikel 12 (Hoofdwegennet) en artikel 13 (Spoor) overgeheveld naar het projectartikel 17.08 voor het integrale project ZuidasDok. Hiermee worden alle budgetten voor het project ZuidasDok begroot en verantwoord op één artikel. Daarnaast draagt het bij aan efficiënte projectadministratieve, conform de bestuursovereenkomst van 9 juli 2012. In de bestuursovereenkomst is ook vastgelegd dat de gemeente Amsterdam, stadsregio Amsterdam en de provincie Noord-Holland een bijdragen leveren aan het project. De bijdragen van de regio worden nu tevens verwerkt in de begroting van het Infrastructuurfonds.

Artikel 14 Regionaal/lokale infra.

Categorie

Totaal mutatie

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Toelichting

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 14.01 Grote reg./lok.proj.

   

81.566

64.920

123.828

274.627

203.174

111.980

203.096

102.757

141.218

121.259

10.365

44.199

74.780

99.443

132.427

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

28.471

– 282

– 845

– 845

– 845

– 564

– 141

– 282

– 423

– 423

– 141

– 282

– 282

– 282

– 282

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 14.01 Grote reg./lok.proj.

   

110.037

64.638

122.983

273.782

202.329

111.416

202.955

102.475

140.796

120.837

10.224

43.917

74.498

99.161

132.145

 

Overboeking over artikelen (Reglok)

Intens./extens.

– 55.000

         

– 10.000

– 20.000

– 20.000

– 5.000

           

13

Overboeking met HXII: Reglok

Intens./extens.

– 9.000

– 9.000

                           

14

Verwerking index 2014

Intens./extens.

278

295

89

162

– 847

101

91

91

43

58

49

4

18

31

40

55

3

Kasschuiven

Intens./extens.

0

38.842

53.355

– 15.815

– 74.021

9.412

11.893

– 14.417

– 9.249

             

6

Mutaties Miljoenennota 2015

   

30.137

53.444

– 15.653

– 74.868

9.513

1.984

– 34.326

– 29.206

– 4.942

49

4

18

31

40

55

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 14.01 Grote reg./lok.proj.

   

140.174

118.082

107.329

198.913

211.842

113.400

168.629

73.269

135.853

120.886

10.228

43.935

74.528

99.201

132.200

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 14.02 Reg.Mob.fonds.

   

12.992

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

5.418

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 14.02 Reg.Mob.fonds.

   

18.410

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Kasschuiven

Intens./extens.

0

– 9.076

         

9.076

               

6

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 9.076

0

0

0

0

0

9.076

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 14.02 Reg.Mob.fonds.

   

9.334

0

0

0

0

0

9.076

0

0

0

0

0

0

0

0

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 14.03 RSP/ZZL

   

147.411

55.106

216.542

166.424

139.264

118.911

40.466

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

– 71.715

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 14.03 RSP/ZZL

   

75.696

55.106

216.542

166.424

139.264

118.911

40.466

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Overboeking over artikelen (Reglok)

Intens./extens.

– 4.127

   

– 4.127

                       

13

Verwerking index 2014

Intens./extens.

1.017

     

1.017

                     

3

Kasschuiven

Intens./extens.

0

39.245

8.259

– 45.810

– 17.979

– 9.412

16.107

341

9.249

             

6

Overboeking met HXII: Reglok

Intens./extens.

– 92.287

– 92.287

                           

14

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 53.042

8.259

– 49.937

– 16.962

– 9.412

16.107

341

9.249

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 14.03 RSP/ZZL

   

22.654

63.365

166.605

149.462

129.852

135.018

40.807

9.249

0

0

0

0

0

0

0

 

Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2014 Reg./Lok.infra.

   

241.969

120.026

340.370

441.051

342.438

230.891

243.562

102.757

141.218

121.259

10.365

44.199

74.780

99.443

132.427

 

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2014 Reg./Lok.infra.

   

204.143

119.744

339.525

440.206

341.593

230.327

243.421

102.475

140.796

120.837

10.224

43.917

74.498

99.161

132.145

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2015 Reg./Lok.infra.

   

172.162

181.447

273.934

348.375

341.694

248.418

218.512

82.518

135.853

120.885

10.228

43.935

74.529

99.201

132.200

 

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

600

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten Reg./lok.infra

   

600

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2015

 

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 14.09 Ontvangsten Reg./lok.infra

 

600

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Artikel 14 Regionaal, lokale infrastructuur

  • 2. Prijsbijstelling tranche 2014

    Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.

  • 2. Kasschuiven

    Om voor alle modaliteiten tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren tussen alle modaliteiten in het Infrastructuurfonds noodzakelijk.

  • 13. Overboeking over artikelen (Reglok)

    Dit betreft diverse verschuivingen binnen artikel 14 Reglok tussen aanleg en de overige artikelonderdelen. Het betreft:

    • uitvoeringsbesluit Knooppunt A6/A7 Joure. Hiervoor vindt een budgetoverheveling plaats van IF14 RSP naar IF12.

  • 14. Overboeking met Begroting hoofdstuk XII: Reglok

    Uit dit artikel worden de volgende overboekingen naar de Begroting hoofdstuk XII aangebracht voor:

    • Een betaling aan de Waddenveren (€ 9 miljoen). De jarenlange concurrentiestrijd tussen TSM Doeksen en Eigen Veerdienst Terschelling (EVT) is beslecht. Doeksen neemt de veerdienst over van Eigen Veerdienst Terschelling. EVT stopt met varen. Hiermee is de veerverbinding voor de komende 15 jaar veiliggesteld.

    • Voor het project FlorijnAs, een concreet project binnen het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn, vervult de gemeente Assen de rol van contracterende partij. Om deze rol te kunnen vervullen stort IenM, in lijn met 2010, 2011 en 2012, delen van het taakstellende budget in het Gemeentefonds. BZK publiceert in haar circulaire vervolgens onder het kopje Decentralisatie-uitkering RSP hoe hoog de uitkering over 2014 zal zijn. Er wordt € 2,8 miljoen afgedragen aan het BTW Compensatiefonds.

    • Het regiodeel van het Ruimtelijk Economisch Programma, onderdeel binnen het RSP, is indertijd geparkeerd op de begroting van IenM. IenM stort, in lijn met 2010, 2011 en 2012, delen van dit budget in het Provinciefonds. BZK publiceert in haar circulaire vervolgens onder het kopje Decentralisatie-uitkering RSP hoe hoog over 2014 de uitkering aan de provincies Groningen, Fryslân, Drenthe en Flevoland zal zijn.

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Categorie

Totaal mutatie

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Toelichting

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 15.01 Verkeersmgmt.

   

13.819

12.263

13.122

13.122

13.122

13.122

13.122

13.133

13.133

13.133

13.133

13.133

13.133

13.133

13.133

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 15.01 Verkeersmgmt.

   

13.819

12.263

13.122

13.122

13.122

13.122

13.122

13.133

13.133

13.133

13.133

13.133

13.133

13.133

13.133

 

Verwerking index 2014

Intens./extens.

2.381

167

148

159

159

159

159

159

159

159

159

159

159

159

159

159

3

Landelijke taken RWS

neutraal

– 68.691

 

– 4.895

– 4.901

– 4.901

– 4.901

– 4.901

– 4.901

– 4.912

– 4.912

– 4.912

– 4.912

– 4.912

– 4.912

– 4.912

– 4.912

33

Mutaties Miljoenennota 2015

   

167

– 4.746

– 4.742

– 4.742

– 4.742

– 4.742

– 4.742

– 4.753

– 4.753

– 4.753

– 4.753

– 4.753

– 4.753

– 4.753

– 4.753

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 15.01 Verkeersmgmt.

   

13.986

7.517

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 15.02 Beheer, onderh.& verv.

   

402.465

413.012

324.217

256.929

218.659

216.384

224.685

242.618

247.356

247.155

267.144

238.085

238.070

235.964

230.329

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

– 8.721

– 12.907

– 1.500

– 9.000

– 9.000

– 9.000

– 9.000

– 9.000

– 9.000

– 9.000

– 9.000

– 9.000

– 9.000

– 9.000

– 9.000

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 15.02 Beheer, onderh.& verv.

   

393.744

400.105

322.717

247.929

209.659

207.384

215.685

233.618

238.356

238.155

258.144

229.085

229.070

226.964

221.329

 

Overboekingen binnen vaarwegen

neutraal

208

– 57

– 19.235

                       

19.500

16

Overboeking over artikelen (vaarwegen)

Intens./extens.

25.013

                         

25.013

 

17

Verwerking index 2014

Intens./extens.

48.437

4.870

4.997

3.923

3.109

2.646

2.618

2.719

2.936

2.993

2.991

3.232

2.881

2.881

2.855

2.787

3

Kasschuiven

Intens./extens.

0

– 32.789

14.223

25.631

8.758

26.620

– 4.814

1.577

2.329

– 2.769

– 18.294

– 1.187

– 1.187

– 1.187

– 29.205

12.294

6

Cyber security

Intens./extens.

6.430

6.430

                           

30

Landelijke taken RWS

neutraal

– 74.606

 

– 5.238

– 5.224

– 5.215

– 5.206

– 5.217

– 5.209

– 5.429

– 5.424

– 5.393

– 5.414

– 5.410

– 5.410

– 5.406

– 5.411

33

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 21.546

– 5.252

24.330

6.651

24.060

– 7.413

– 914

– 164

– 5.200

– 20.697

– 3.368

– 3.716

– 3.716

– 6.742

29.170

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 15.02 Beheer, onderh.& verv.

   

372.198

394.853

347.047

254.580

233.719

199.971

214.771

233.454

233.156

217.458

254.776

225.369

225.354

220.222

250.499

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 15.03 Aanleg

   

251.537

134.210

184.817

178.691

192.048

184.556

56.469

285.973

196.473

206.852

90.785

298.518

360.314

320.335

45.851

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

– 38.709

697

46.398

25.014

– 986

– 986

– 563

– 1.127

– 1.127

– 1.127

– 1.127

– 1.409

– 1.550

27.626

– 986

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 15.03 Aanleg

   

212.828

134.907

231.215

203.705

191.062

183.570

55.906

284.846

195.346

205.725

89.658

297.109

358.764

347.961

44.865

 

Overboekingen binnen vaarwegen

neutraal

7.213

– 527

15.105

– 375

– 375

– 375

– 375

– 375

     

– 2.700

– 2.790

     

16

Verwerking index 2014

Intens./extens.

23.345

3.343

1.906

1.492

936

372

3.487

118

4.048

65

65

65

65

65

7.250

65

3

Kasschuiven

Intens./extens.

0

54.296

99.208

– 86.120

2.899

– 27.428

6.345

– 147

7.024

46

15.588

– 1.534

– 1.502

– 1.503

– 7.703

– 59.469

6

Areaalgroei vaarwegen

Intens./extens.

170.335

             

14.000

14.000

14.000

14.000

14.000

41.815

43.982

14.539

26

Generale kasschuif

Intens./extens.

0

   

10.000

– 10.000

                     

35

Mutaties Miljoenennota 2015

   

57.112

116.219

– 75.003

– 6.540

– 27.431

9.457

– 404

25.072

14.111

29.653

9.831

9.773

40.377

43.529

– 44.865

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 15.03 Aanleg

   

269.940

251.126

156.212

197.166

163.631

193.027

55.502

309.918

209.457

235.378

99.489

306.882

399.141

391.490

0

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 15.06 Netwerk HVWN

   

238.793

227.191

225.146

223.351

221.780

221.623

221.578

223.836

224.078

224.211

224.716

224.974

224.967

224.991

224.183

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

8.577

8.437

8.436

8.436

8.436

8.436

8.577

8.436

8.436

8.436

8.436

8.436

8.436

8.436

8.436

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 15.06 Netwerk HVWN

   

247.370

235.628

233.582

231.787

230.216

230.059

230.155

232.272

232.514

232.647

233.152

233.410

233.403

233.427

232.619

 

Overboekingen binnen vaarwegen

neutraal

2.625

375

375

375

375

375

375

375

               

16

Verwerking index 2014

Intens./extens.

2.561

177

169

169

170

170

170

170

171

171

171

171

171

171

171

171

3

Loonbijstelling 2014

Intens./extens.

4.194

300

285

282

280

277

277

277

277

277

277

277

277

277

277

277

32

Landelijke taken RWS

neutraal

143.297

 

10.132

10.125

10.116

10.107

10.118

10.110

10.341

10.336

10.305

10.325

10.321

10.321

10.317

10.323

33

Maatwerk KNMI

Intens./extens.

– 946

– 946

                           

34

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 94

10.961

10.951

10.941

10.929

10.940

10.932

10.788

10.783

10.753

10.773

10.769

10.769

10.765

10.771

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 15.06 Netwerk HVWN

   

247.276

246.589

244.533

242.728

241.145

240.999

241.087

243.060

243.297

243.400

243.925

244.179

244.172

244.192

243.390

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 15.07 Investeringsruimte HVWN

   

– 11.451

– 9.724

– 8.784

– 5.888

– 5.062

– 5.297

– 4.853

– 8.611

– 4.743

– 4.735

61.105

31.300

11.052

68.065

133.257

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

– 29.180

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 15.07 Investeringsruimte HVWN

   

– 11.451

– 9.724

– 8.784

– 5.888

– 5.062

– 5.297

– 4.853

– 8.611

– 4.743

– 4.735

61.105

31.300

11.052

38.885

133.257

 

Overboekingen binnen vaarwegen

neutraal

– 7.191

3.064

3.755

               

2.700

2.790

   

– 19.500

16

Overboeking over artikelen (vaarwegen)

Intens./extens.

2.197

 

2.197

                         

17

Verwerking index 2014

Intens./extens.

– 73.022

– 7.663

– 6.930

– 5.552

– 4.120

– 3.223

– 6.146

– 2.946

– 6.944

– 3.073

– 3.064

– 3.312

– 2.893

– 2.874

– 10.027

– 4.256

3

Kasschuiven

Intens./extens.

0

– 3.064

– 5.952

                     

34.221

– 25.205

6

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 7.663

– 6.930

– 5.552

– 4.120

– 3.223

– 6.146

– 2.946

– 6.944

– 3.073

– 3.064

– 612

– 103

– 2.874

24.194

– 48.961

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 15.07 Investeringsruimte HVWN

   

– 19.114

– 16.654

– 14.336

– 10.008

– 8.285

– 11.443

– 7.799

– 15.555

– 7.816

– 7.799

60.493

31.197

8.178

63.079

84.296

 

Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2014 HVWN

   

895.163

776.952

738.518

666.205

640.547

630.388

511.001

756.949

676.297

686.616

656.883

806.010

847.536

862.488

646.753

 

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2014 HVWN

   

856.310

773.179

791.852

690.655

638.997

628.838

510.015

755.258

674.606

684.925

655.192

804.037

845.422

860.370

645.203

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2015 HVWN

   

884.286

883.431

741.835

692.847

638.590

630.934

511.941

779.258

686.475

696.818

667.063

816.006

885.226

927.362

586.566

 

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten HVWN

   

32.113

6.676

7.530

14.510

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

38.739

1.965

7.025

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten HVWN

   

70.852

8.641

14.555

14.510

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Overboekingen binnen vaarwegen

neutraal

2.855

2.855

                           

16

Kasschuiven

Intens./extens.

0

– 19.199

18.339

860

                       

6

Mutaties Miljoenennota 2015

 

– 16.344

18.339

860

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 15.09 Ontvangsten HVWN

 

54.508

26.980

15.415

14.510

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

  • 2. Prijsbijstelling tranche 2014

    Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.

  • 2. Kasschuiven

    Om voor alle modaliteiten tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren tussen alle modaliteiten in het Infrastructuurfonds noodzakelijk.

  • 16. Overboekingen binnen vaarwegen

    Dit betreft diverse verschuivingen binnen artikel 15 Vaarwegen tussen aanleg en de overige artikelonderdelen. Het betreft:

    • Defensie heeft de Tweede Kamer schriftelijk (11 maart 2014, kamerstuk 25 928, nr. 57) geïnformeerd over verdere vertraging van de komst van de NH90 helikopter. Tot en met 1 juli 2020 wordt de helikoptercapaciteit voor zoek en reddingsacties op zee (SAR: search and rescue) uitbesteed.

    • De verwerking van het saldo van mee- en tegenvallers binnen het realisatieprogramma.

    • De verwachte opbrengsten door vermindering van de inhuur zal optreden bij de externe productkosten (EPK) bij aanlegprojecten. Dit leidt tot een jaarlijkse afname van het EPK planuitwerkingsbudget bij HWN van € 1,025 miljoen en bij HVWN van € 0,375 miljoen.

    • Maasroute, modernisering fase 2: In het verleden zijn door project Maasroute werken uitgevoerd in het kader van Beheer en Onderhoud; Maasroute heeft deze werken voorgefinancierd. Middelen komen weer terug.

  • 17. Overboeking over artikelen (vaarwegen)

    • Eind 2011 is een convenant gesloten met de provincies Friesland en Groningen waarbij RWS de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl in beheer en eigendom krijgt en de zijtakken bij de provincies blijven. Voor de afkoop van de zijtakken is aan de provincies destijds 186 miljoen betaald. Met betrekking tot het achterstallig onderhoud Harinxmakanaal is in dit kader destijds afgesproken om hier de RINK/RIO systematiek toe te passen zodat het achterstallig onderhoud conform RWS normen kan worden berekend. RWS en provincie Friesland hebben op basis van de uit deze systematiek voortkomende inspectieresultaten inmiddels een voorstel uitgewerkt. De totale omvang van het uitgewerkte voorstel ten behoeve van de afkoop van het achterstallig onderhoud bedraagt € 27,75 miljoen waarvan reeds € 6 miljoen betaald is in 2011 als onderdeel van de afkoop van de zijtakken. Het resterende te betalen deel aan de provincie Friesland bedraagt derhalve € 21,75 miljoen (alle bedragen exclusief 15% BTW).

    • Container Transferium Alblasserdam (CTA): Als gevolg van een aangepaste terminal lay-out zijn de taakstellende bijdragen van Rijk en provincie Zuid-Holland gereduceerd. Omdat het initiële bedrag (€ 6 miljoen) van de Container Terminal Alblasserdam is gefinancierd uit HVWN wordt de vrijval aan de investeringsruimte HVWN toegevoegd.

  • 26. Areaalgroei vaarwegen

    In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofvaarwegennet van in totaal circa € 170 miljoen tot en met 2028.

    Deze reservering op het artikelonderdeel Verkenningen en Planuitwerkingen (IF 15.03.02) is afkomstig uit de eerder getroffen reservering op artikelonderdeel 18.12 van het Infrastructuurfonds. Op het moment dat de areaalgroei door openstelling van projecten is uitgehard, worden de middelen hiervoor overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerking en naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (IF 15.02.01).

  • 30. Cyber security

    Beveiligd Werken richt zich op het «in control» brengen en houden van de missiekritieke systemen (MKS) en Industriële Automatisering ter ondersteuning van de maatschappelijk vitale en primaire processen van RWS. Missie Kritieke Systemen zijn ICT systemen die een essentiële rol spelen in een informatieketen (mensen, processen en techniek). Onderdeel hiervan is het voldoen aan de eisen van informatiebeveiliging (Cyber Security). In dit kader is nu € 21 miljoen vrijgemaakt voor die werkzaamheden die in 2014 noodzakelijk zijn.

  • 32. Loonbijstelling 2014

    Dit betreft de toevoeging van de aan het Infrastructuurfonds uitgekeerde loonbijstelling 2014.

  • 33. Landelijke Taken RWS

    In het kader van de transparantie van de budgetten voor verkeersmanagement en beheer en onderhoud, zijn deze in de begroting intracomptabel inzichtelijk gemaakt. Hiertoe zijn de Landelijke taken van RWS zoals opgenomen in de artikelonderdelen Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud geraamd onder de Overige Netwerkgebonden Kosten. De verdeling naar ondermeer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in de bijlage beheer, onderhoud, vervaging en renovatie bij deze begroting.

  • 34. Maatwerk KNMI

    Betreft afname meteorologische producten en diensten van KNMI voor uitvoering diverse taken RWS waaronder gladheidbestrijding. Deze dienstverlening werd aanvankelijk tussen agentschappen gefactureerd maar conform sturingafspraken nu door middel van budgettaire overboeking toegevoegd aan het KNMI.

  • 35. Generale kasschuif

    Bij Voorjaarsnota 2014 is een kasschuif van € 250 miljoen van 2014 naar 2016 (€ 150 miljoen) en 2017 (€ 100 miljoen) verwerkt. Bij het opstellen van de Miljoenennota bleek dat er binnen de volledige Rijksbegroting nog ruimte was om – aanvullend op deze reeds verwerkte kasschuiven – de budgettaire dip in 2016 verder te verlichten. Om deze reden wordt aanvullend € 40 miljoen versneld van 2017 naar 2016.

Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

Categorie

Totaal mutatie

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Toelichting

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 17.01 W'scheldetunnel

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

102

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 17.01 W'scheldetunnel

   

102

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2015

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 17.01 W'scheldetunnel

   

102

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 17.02 Betuweroute

   

6.114

6.114

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

3.501

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 17.02 Betuweroute

   

9.615

6.114

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Kasschuiven

Intens./extens.

0

– 3.996

– 1.059

5.055

                       

6

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 3.996

– 1.059

5.055

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 17.02 Betuweroute

   

5.619

5.055

5.055

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 17.03 HSL

   

159

159

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

13.327

455

765

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 17.03 HSL

   

13.486

614

765

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Overboeking over artikelen (mega's)

Intens./extens.

– 7.614

– 7.614

                           

19

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 7.614

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 17.03 HSL

   

5.872

614

765

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 17.06 PMR

   

18.095

17.562

16.104

15.126

2.665

2.006

1.914

12.137

61

78

68

100

99

102

2

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

24.609

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 17.06 PMR

   

42.704

17.562

16.104

15.126

2.665

2.006

1.914

12.137

61

78

68

100

99

102

2

 

Verwerking index 2104

Intens./extens.

2.086

76

60

60

60

60

1

1

47

47

47

47

47

47

47

1.439

3

Kasschuiven

Intens./extens.

0

– 38.642

– 14.140

– 12.651

– 11.657

808

– 1.531

– 1.430

– 9.353

2.723

2.706

2.721

2.689

2.690

2.687

72.380

6

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 38.566

– 14.080

– 12.591

– 11.597

868

– 1.530

– 1.429

– 9.306

2.770

2.753

2.768

2.736

2.737

2.734

73.819

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 17.06 PMR

   

4.138

3.482

3.513

3.529

3.533

476

485

2.831

2.831

2.831

2.836

2.836

2.836

2.836

73.821

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 17.07 ERTMS Landelijke invoer

                                   

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

25.000

40.000

30.000

221.162

242.153

230.473

274.148

323.000

307.000

247.000

185.000

150.000

125.000

100.000

70.000

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 17.07 ERTMS Landelijke invoer

   

25.000

40.000

30.000

221.162

242.153

230.473

274.148

323.000

307.000

247.000

185.000

150.000

125.000

100.000

70.000

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 17.07 ERTMS Landelijke invoer

   

25.000

40.000

30.000

221.162

242.153

230.473

274.148

323.000

307.000

247.000

185.000

150.000

125.000

100.000

70.000

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 17.08 ZuidasDok

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 17.08 ZuidasDok

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Conversie ZuidasDok

 

1.399.090

 

94.588

125.644

116.856

105.251

96.426

155.695

179.710

181.323

119.311

87.634

53.311

34.357

20.332

28.652

36

Mutaties Miljoenennota 2015

   

0

94.588

125.644

116.856

105.251

96.426

155.695

179.710

181.323

119.311

87.634

53.311

34.357

20.332

28.652

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 17.08 ZuidasDok

   

0

94.588

125.644

116.856

105.251

96.426

155.695

179.710

181.323

119.311

87.634

53.311

34.357

20.332

28.652

 

Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2014 Mega VenV

   

24.368

23.835

16.104

15.126

2.665

2.006

1.914

12.137

61

78

68

100

99

102

2

 

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2014 Mega VenV

   

90.907

64.290

46.869

236.288

244.818

232.479

276.062

335.137

307.061

247.078

185.068

150.100

125.099

100.102

70.002

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2015 Mega VenV

   

40.731

143.740

164.978

341.547

350.937

327.375

430.327

505.541

491.155

369.141

275.470

206.148

162.194

123.168

172.473

 

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten Mega VenV

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

3.000

455

765

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten Mega VenV

   

3.000

455

765

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Kasschuiven

Intens./extens.

0

– 1.000

1.000

                         

6

Conversie ZuidasDok

Intens./extens.

420.222

 

38.892

24.112

35.279

32.363

55.924

59.919

75.886

44.700

25.875

12.401

8.641

6.230

     

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 1.000

39.892

24.112

35.279

32.363

55.924

59.919

75.886

44.700

25.875

12.401

8.641

6.230

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 17.09 Ontvangsten Mega VenV

   

2.000

40.347

24.877

35.279

32.363

55.924

59.919

75.886

44.700

25.875

12.401

8.641

6.230

0

0

 

Artikel 17 Megaprojecten Verkeer en Vervoer

  • 2. Prijsbijstelling tranche 2014

    Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.

  • 2. Kasschuiven

    Om voor alle modaliteiten tot een sluitende programmering te komen, zijn budgettair neutrale kasschuiven over de diverse jaren tussen alle modaliteiten in het Infrastructuurfonds noodzakelijk.

  • 19. Overboeking over artikelen (mega’s)

    • Bij Najaarsnota 2013 is de eerste fase van de pilot geluid overgeheveld van IF 17 naar IF 13. Nu wordt ook de tweede fase pilot geluid overgeheveld alsmede een aantal andere maatregelen die infraspeed zal uitvoeren (€ 7,1 miljoen).

    • De overdracht beheer HSL-Zuid van IF17 naar IF13 voor de door RWS aan ProRail overgedragen werkzaamheden (€ 0,5 miljoen).

  • 36. Conversie ZuidasDok

    De budgetten voor het integrale project ZuidasDok worden met een specifieke herschikking van artikel 12 (Hoofdwegennet) en artikel 13 (Spoor) overgeheveld naar het projectartikel 17.08 voor het integrale project ZuidasDok. Hiermee worden alle budgetten voor het project ZuidasDok begroot en verantwoord op één artikel. Daarnaast draagt het bij aan efficiënte projectadministratieve, conform de bestuursovereenkomst van 9 juli 2012. In de bestuursovereenkomst is ook vastgelegd dat de gemeente Amsterdam, stadsregio Amsterdam en de provincie Noord-Holland een bijdragen leveren aan het project. De bijdragen van de regio worden nu tevens verwerkt in de begroting van het Infrastructuurfonds.

Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

Categorie

Totaal mutatie

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Toelichting

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.01 Saldo afgesl.rekg.

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.01 Saldo afgesl.rekg.

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2015

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.01 Saldo afgesl.rekg.

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.02 Beter Benutten

   

0

50.000

125.000

125.000

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

0

– 128

– 277

– 277

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.02 Beter Benutten

   

0

49.872

124.723

124.723

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2015

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.02 Beter Benutten

   

0

49.872

124.723

124.723

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.03 Intermod.verv.

   

5.965

3.057

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

1.519

– 8

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.03 Intermod.verv.

   

7.484

3.049

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Overboeking over artikelen (overig)

Intens./extens.

– 2.197

 

– 2.197

                         

22

Mutaties Miljoenennota 2015

   

0

– 2.197

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.03 Intermod.verv.

   

7.484

852

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.04 Geb. aanpak

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

2.027

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.04 Geb. aanpak

   

2.027

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2015

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.04 Geb. aanpak

   

2.027

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.06 Ext.veiligheid

   

2.526

2.000

2.009

2.000

1.000

1.000

898

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

909

– 5

– 4

– 4

0

– 135

– 135

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.06 Ext.veiligheid

   

3.435

1.995

2.005

1.996

1.000

865

763

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2015

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.06 Ext.veiligheid

   

3.435

1.995

2.005

1.996

1.000

865

763

0

0

0

0

0

0

0

0

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.07 Mob.onafh. Kennis/Exp.

   

42

42

42

42

42

42

42

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

264

0

0

0

0

– 6

– 6

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.07 Mob.onafh. Kennis/Exp.

   

306

42

42

42

42

36

36

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2015

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.07 Mob.onafh. Kennis/Exp.

   

306

42

42

42

42

36

36

0

0

0

0

0

0

0

0

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverst.kosten

   

226.499

216.996

199.892

179.884

155.677

153.169

153.050

153.749

154.303

154.664

147.383

148.082

148.063

148.127

145.937

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

620

1.994

2.665

– 210

– 216

– 222

– 228

– 234

– 240

– 246

– 252

– 258

– 264

– 270

– 276

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverst.kosten

   

227.119

218.990

202.557

179.674

155.461

152.947

152.822

153.515

154.063

154.418

147.131

147.824

147.799

147.857

145.661

 

Overboeking met HXII: overig

Intens./extens.

710

710

                           

23

Verwerking index 2104

Intens./extens.

9.065

610

587

596

606

605

606

726

485

727

485

606

606

606

727

485

3

Overboeking met HXII: overig

Intens./extens.

125

                           

23

Loonbijstelling 2014

Intens./extens.

2.890

272

265

228

203

182

174

174

174

174

174

174

174

174

174

174

32

Mutaties Miljoenennota 2015

   

1.717

852

824

809

787

780

900

659

901

659

780

780

780

901

659

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.08 Netwerkoverst.kosten

   

228.837

219.842

203.381

180.483

156.248

153.727

153.722

154.174

154.964

155.077

147.911

148.604

148.579

148.758

146.320

 

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.12 Nader toe te wijzen B&O&V

   

0

0

0

0

0

0

0

355.729

432.729

438.859

438.859

438.859

465.334

465.334

465.334

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

0

0

0

0

0

0

0

– 1.409

– 1.268

– 1.268

– 1.409

– 1.409

– 1.409

– 1.409

– 1.409

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.12 Nader toe te wijzen B&O&V

   

0

0

0

0

0

0

0

354.320

431.461

437.591

437.450

437.450

463.925

463.925

463.925

 

V+R, tranche 2, wegen

Intens./extens.

– 28.378

             

– 28.378

             

4

Overboeking over artikelen (overig)

Intens./extens.

– 60.013

             

– 35.000

         

– 25.013

 

22

Areaalgroei vaarwegen

Intens./extens.

– 170.335

             

– 14.000

– 14.000

– 14.000

– 14.000

– 14.000

– 41.815

– 43.982

– 14.539

26

Areaalgroei DF

Intens./extens.

– 107.479

             

– 10.881

– 10.907

– 17.037

– 17.011

– 17.011

– 15.671

– 8.834

– 10.127

25

Mutaties Miljoenennota 2015

   

0

0

0

0

0

0

0

– 88.259

– 24.907

– 31.037

– 31.011

– 31.011

– 57.486

– 77.829

– 24.666

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.12 Nader toe te wijzen B&O&V

   

0

0

0

0

0

0

0

266.061

406.554

406.554

406.439

406.439

406.439

386.096

439.259

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.13 Tol gefinanc.uitgaven

   

0

0

0

0

0

18.732

18.732

31.555

31.555

51.446

51.446

51.446

51.446

51.446

51.446

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.13 Tol gefinanc.uitgaven

   

0

0

0

0

0

18.732

18.732

31.555

31.555

51.446

51.446

51.446

51.446

51.446

51.446

 

Desalderingen overig

desaldering

– 105.043

         

– 391

– 391

– 13.213

– 13.213

– 12.972

– 12.972

– 12.972

– 12.972

– 12.972

– 12.972

21

Mutaties Miljoenennota 2015

   

0

0

0

0

0

– 391

– 391

– 13.213

– 13.213

– 12.972

– 12.972

– 12.972

– 12.972

– 12.972

– 12.972

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.13 Tol gefinanc.uitgaven

   

0

0

0

0

0

18.341

18.341

18.342

18.342

38.474

38.474

38.474

38.474

38.474

38.474

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.14 Minregel mandje spoor

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.14 Minregel mandje spoor

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Correctie rentevrijval

Intens./extens.

– 512.000

             

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

27

Mutaties Miljoenennota 2015

   

0

0

0

0

0

0

0

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.14 Minregel mandje spoor

   

0

0

0

0

0

0

0

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

 

Totaal uitgaven stand ontwerpbegroting 2014 Overige uitg.en ontv.

   

235.032

272.095

326.943

306.926

156.719

172.943

172.722

541.033

618.587

644.969

637.688

638.387

664.843

664.907

662.717

 

Totaal uitgaven stand eerste suppletoire wet 2014 Overige uitg.en ontv.

   

240.372

273.948

329.327

306.435

156.503

172.580

172.354

539.390

617.079

643.455

636.027

636.720

663.170

663.228

661.032

 

Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2015 Overige uitg.en ontv.

   

242.089

272.602

330.151

307.243

157.290

172.969

172.862

374.576

515.860

536.104

528.822

529.515

529.491

509.328

560.053

 

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten

   

0

0

0

0

0

18.732

18.732

31.555

31.555

51.446

51.446

51.446

51.446

51.446

51.446

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten Overige uitg.en ontv.

   

0

0

0

0

0

18.732

18.732

31.555

31.555

51.446

51.446

51.446

51.446

51.446

51.446

 

Desalderingen overig

desaldering

– 105.043

         

– 391

– 391

– 13.213

– 13.213

– 12.972

– 12.972

– 12.972

– 12.972

– 12.972

– 12.972

21

Mutaties Miljoenennota 2015

   

0

0

0

0

0

– 391

– 391

– 13.213

– 13.213

– 12.972

– 12.972

– 12.972

– 12.972

– 12.972

– 12.972

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.09 Ontvangsten Overige uitg.en ontv.

   

0

0

0

0

0

18.341

18.341

18.342

18.342

38.474

38.474

38.474

38.474

38.474

38.474

 
                                     

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

– 12.263

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

   

– 12.263

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Mutaties Miljoenennota 2015

   

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 18.10 Voordelig saldo

   

– 12.263

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

 

Totaal ontvangsten stand ontwerpbegroting 2014 Overige uitg.en ontv.

   

0

0

0

0

0

18.732

18.732

31.555

31.555

51.446

51.446

51.446

51.446

51.446

51.446

 

Totaal ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2014 Overige uitg.en ontv.

   

– 12.263

0

0

0

0

18.732

18.732

31.555

31.555

51.446

51.446

51.446

51.446

51.446

51.446

 

Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2015 Overige uitg.en ontv.

   

– 12.263

0

0

0

0

18.341

18.341

18.342

18.342

38.473

38.473

38.473

38.473

38.474

38.474

 

Artikel 18 Overige uitgaven en ontvangsten

  • 2. Prijsbijstelling tranche 2014

    Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.

  • 2. V+R, tranche 2, wegen

    Op artikel 18 staat een reservering voor vaarwegen en wegen vooruitlopend op een nadere onderbouwing. Deze reservering wordt aangesproken als de opgave bekend is. Dit gebeurd in tranches. In deze begroting is aan het Programma voor Vervangingen en Renovaties een tweede tranche projecten voor het Hoofdwegennet toegevoegd. Deze projecten worden voor 2020 uitgevoerd. Het betreft: Renovatie fundering A27, Renovatie Suurhoffbrug, Vervanging tunneltechnische installaties Noord en Zuid Holland, Vervanging fundering N3 en A6 Ketelbrug-Lelystad Noord en de Vervanging van de Rijnlandse Boezemwaterbruggen in de N200. Met deze nieuwe tranche is een bedrag gemoeid van € 230 miljoen tot en met 2019.

  • 21. Desalderingen overig

    Deze desaldering (uitgaven/ontvangsten) betreft:

    • Afschaffen van tol op de A13/A16: Door de tol op de A13/16 wordt deze nieuwe schakel niet optimaal benut. Er is daarom besloten om af te zien van tol op de A13/16. Hiermee wordt deze nieuwe verbinding maximaal benut, zodat de bereikbaarheid en leefbaarheid in deze regio op peil gehouden kan worden.

    • De indexering van de tolopgave naar prijspeil 2014.

  • 22. Overboeking over artikelen (overig)

    • Eind 2011 is een convenant gesloten met de provincies Friesland en Groningen waarbij RWS de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl in beheer en eigendom krijgt en de zijtakken bij de provincies blijven. Voor de afkoop van de zijtakken is aan de provincies destijds € 186 miljoen betaald. Met betrekking tot het achterstallig onderhoud Harinxmakanaal is in dit kader destijds afgesproken om hier de RINK/RIO systematiek toe te passen zodat het achterstallig onderhoud conform RWS normen kan worden berekend. RWS en provincie Friesland hebben op basis van de uit deze systematiek voortkomende inspectieresultaten inmiddels een voorstel uitgewerkt. De totale omvang van het uitgewerkte voorstel ten behoeve van de afkoop van het achterstallig onderhoud bedraagt € 27,75 miljoen waarvan reeds € 6 miljoen betaald is in 2011 als onderdeel van de afkoop van de zijtakken. Het resterende te betalen deel aan de provincie Friesland bedraagt derhalve € 21,75 miljoen (alle bedragen exclusief 15% BTW).

    • Container Transferium Alblasserdam: Als gevolg van een aangepaste terminal lay-out zijn de taakstellende bijdragen van Rijk en provincie Zuid-Holland gereduceerd. Omdat het initiële bedrag (€ 6 miljoen) van de Container Terminal Alblasserdam is gefinancierd uit HVWN wordt de vrijval aan de investeringsruimte HVWN toegevoegd.

    • Voor een aanbestedingstegenvaller bij V&R project Velsertunnel wordt € 35 miljoen uit de reservering op artikel 18.12 van het IF voor het Programma Vervangingen en Renovaties toegevoegd aan het budget voor Tranche 1, waarvan project A22 Velsertunnel deel uitmaakt.

  • 23. Overboeking met Begroting hoofdstuk XII: overig

    Uit dit artikel worden de volgende overboekingen naar de Begroting hoofdstuk XII aangebracht voor:

    • Deltares voor onderzoek naar de aardbevingsbestendigheid van kades bij de noordzijde van het Eemskanaal (€ 0,2 miljoen).

    • Voor de bekostiging van de afspraken baangarantie uit het sociaal akkoord wordt € 0,5 miljoen overgeboekt uit het Transitiebudget naar de RWS.

    • Overboeking aan RWS voor van AnaarBeter.nl.

  • 25. Areaalgroei Deltafonds

    Op artikelonderdeel 18.12 zijn in de periode 2020–2028 middelen gereserveerd ten behoeve van de areaalgroei (BenO) van het Deltafonds. In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, de areaalgroei op het Deltafonds in kaart gebracht. De middelen die hiervoor nog op het IF gereserveerd waren worden met deze mutatie overgeboekt naar het Deltafonds. Hiermee wordt een reservering op het Deltafonds getroffen voor de areaalgroei op het hoofdwatersysteem van in totaal circa € 107 miljoen tot en met 2028, zie ook mutatie 5 van de verdiepingsbijlage bij artikel 1 van het Deltafonds.

  • 26. Areaalgroei vaarwegen

    Op artikelonderdeel 18.12 zijn in de periode 2020–2028 zijn middelen gereserveerd ten behoeve van de areaalgroei (BenO) van het Hoofdvaarwegennet. In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofvaarwegennet van in totaal circa € 170 miljoen tot en met 2028. Toewijzing en overboeken van de reservering voor HVWN naar het PUV-budget van artikel 15 Hoofdvaarwegennet vindt nu plaats in deze begroting. Op het moment dat de areaalgroei door openstelling van projecten is uitgehard, worden de middelen hiervoor overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerking en naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (IF15.02.01).

  • 27. Correctie rentevrijval

    Met het in 2009 uitgekeerde superdividend van NS (€ 1,4 miljard) is een eeuwig lopende schuld van ProRail afgelost. De rentevrijval die door deze aflossing ontstond binnen het Infrastructuurfonds tot en met 2020 werd daarbij ingezet voor de financiering van spoorambities (Kamerstukken II, 2009/10, 28 165, nr. 105). Er vindt bij deze begroting een correctie plaats op Infrastructuurfonds voor de rentevrijval in de periode 2021–2028 (€ 64 miljoen per jaar). De verlaging wordt voorlopig technisch verwerkt via een minregel op artikel 18. Bij verlenging van het Infrastructuurfonds zal de minregel ingepast worden binnen de begroting van het Infrastructuurfonds.

  • 32. Loonbijstelling 2014

    Dit betreft de toevoeging van de aan het Infrastructuurfonds uitgekeerde loonbijstelling 2014.

Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

Categorie

Totaal mutatie

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Toelichting

Ontwerpbegroting 2014 artikelonderdeel 19.09

   

6.363.354

5.342.183

5.293.820

5.992.468

5.657.539

5.854.917

5.916.322

5.308.933

5.568.182

5.569.271

5.469.885

5.452.624

5.454.908

5.455.040

5.448.522

 

Mutaties voorjaarsnota 2014

   

– 440.074

– 14.040

268.538

83.522

– 66.484

– 116.490

– 12.452

– 12.458

– 12.464

– 12.470

– 12.476

– 12.482

– 12.488

– 12.494

– 12.496

 

Stand eerste suppletoire wet 2014 artikelonderdeel 19.09

   

5.923.280

5.328.143

5.562.358

6.075.990

5.591.055

5.738.427

5.903.870

5.296.475

5.555.718

5.556.801

5.457.409

5.440.142

5.442.420

5.442.546

5.436.026

 

Overboeking met HXII: spoor

Intens./extens.

1.173

5.173

– 4.000

                         

11

Overboeking met HXII: Reglok

Intens./extens.

– 101.287

– 101.287

                           

14

Overboeking met HXII: overig

Intens./extens.

835

835

                           

23

Verwerking index 2014

Intens./extens.

50.905

8.187

4.186

3.062

3.519

2.265

2.998

3.121

2.844

3.085

2.841

2.962

2.961

2.959

3.078

2.838

3

Areaalgroei DF

Intens./extens.

– 107.478

             

– 10.881

– 10.907

– 17.037

– 17.011

– 17.011

– 15.671

– 8.834

– 10.127

25

Correctie rentevrijval

Intens./extens.

– 512.000

             

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

– 64.000

27

Cyber security

Intens./extens.

15.254

15.254

                           

30

Overboeking met HXII: wegen

Intens./extens.

– 8.835

– 8.835

                           

31

Loonbijstelling 2014

Intens./extens.

13.674

1.040

1.032

953

918

891

884

884

884

884

884

884

884

884

884

884

32

Maatwerk KNMI

Intens./extens.

– 1.416

– 1.416

                           

34

Generale kasschuif

Intens./extens.

0

   

40.000

– 40.000

                     

35

Mutaties Miljoenennota 2015

   

– 81.049

1.218

44.015

– 35.563

3.156

3.882

4.005

– 71.152

– 70.938

– 77.312

– 77.165

– 77.165

– 75.828

– 68.872

– 70.405

 

Stand ontwerpbegroting 2015 artikelonderdeel 19.09

   

5.842.231

5.329.360

5.606.372

6.040.426

5.594.213

5.742.309

5.907.874

5.225.322

5.484.780

5.479.489

5.380.244

5.362.976

5.366.592

5.373.674

5.365.621

 

Totaal ontvangsten stand ontwerpbegroting 2014

   

6.363.354

5.342.183

5.293.820

5.992.468

5.657.539

5.854.917

5.916.322

5.308.933

5.568.182

5.569.271

5.469.885

5.452.624

5.454.908

5.455.040

5.448.522

 

Totaal ontvangsten stand eerste suppletoire wet 2014

   

5.923.280

5.328.143

5.562.358

6.075.990

5.591.055

5.738.427

5.903.870

5.296.475

5.555.718

5.556.801

5.457.409

5.440.142

5.442.420

5.442.546

5.436.026

 

Artikel 19 Bijdragen andere begrotingen Rijk

  • 2. Prijsbijstelling tranche 2014

    Net als in de vorige begroting dekt IenM de korting op de prijsbijstelling tranche 2014 uit de resterende investeringsruimte per investeringsdomein. Er resteert dan een kasprobleem. IenM lost dit uiterlijk bij ontwerpbegroting 2017 op, maar zo mogelijk bij de eerstvolgende herijking van het investeringsprogramma. In het uitvoeringsjaar wordt een risico op een kasoverschrijding ter omvang van het minbedrag in de begroting geaccepteerd.

  • 11. Overboeking met Begroting hoofdstuk XII: spoor

    Uit dit artikel worden de volgende overboekingen naar de Begroting hoofdstuk XII aangebracht voor:

    • Actieplan groei op het spoor (€ 1,2 miljoen).

  • 14. Overboeking met Begroting hoofdstuk XII: Reglok

    Uit dit artikel worden de volgende overboekingen naar de Begroting hoofdstuk XII aangebracht voor:

    • Een betaling aan de Waddenveren (€ 9 miljoen). De jarenlange concurrentiestrijd tussen TSM Doeksen en Eigen Veerdienst Terschelling (EVT) is beslecht. Doeksen neemt de veerdienst over van Eigen Veerdienst Terschelling. EVT stopt met varen. Hiermee is de veerverbinding voor de komende 15 jaar veiliggesteld.

    • Voor het project FlorijnAs, een concreet project binnen het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn, vervult de gemeente Assen de rol van contracterende partij. Om deze rol te kunnen vervullen stort IenM, in lijn met 2010, 2011 en 2012, delen van het taakstellende budget in het Gemeentefonds. BZK publiceert in haar circulaire vervolgens onder het kopje Decentralisatie-uitkering RSP hoe hoog de uitkering over 2014 zal zijn. Er wordt € 2,8 miljoen afgedragen aan het BTW Compensatiefonds.

    • Het regiodeel van het Ruimtelijk Economisch Programma, onderdeel binnen het RSP, is indertijd geparkeerd op de begroting van IenM. IenM stort, in lijn met 2010, 2011 en 2012, delen van dit budget in het Provinciefonds. BZK publiceert in haar circulaire vervolgens onder het kopje Decentralisatie-uitkering RSP hoe hoog over 2014 de uitkering aan de provincies Groningen, Fryslân, Drenthe en Flevoland zal zijn.

  • 23. Overboeking met Begroting hoofdstuk XII: overig

    Uit dit artikel worden de volgende overboekingen naar de Begroting hoofdstuk XII aangebracht voor:

  • Deltares voor onderzoek naar de aardbevingsbestendigheid van kades bij de noordzijde van het Eemskanaal (€ 0,2 miljoen).

  • Voor de bekostiging van de afspraken baangarantie uit het sociaal akkoord wordt € 0,5 miljoen overgeboekt uit het Transitiebudget naar de RWS.

  • Overboeking aan RWS voor van AnaarBeter.nl.

  • 25. Areaalgroei Deltafonds

    In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofdwatersysteem van in totaal circa € 107 miljoen tot en met 2028, zie mutatie 5 van de verdiepingsbijlage bij artikel 1 van het Deltafonds. Inmiddels is de omvang van de consequenties van areaalgroei op beheer en onderhoud van projecten met openstelling voor 2016 bekend. De middelen ter dekking van het beheer en onderhoud van deze areaalgroei inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 78 miljoen zijn in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (DF 03.02.01), zie tevens mutatie 5 in de verdiepingsbijlage bij artikel 3. De middelen tot en met 2016 (huidige SLA-periode) zijn met een kasschuif in de juiste jaren geplaatst. Voor de doorwerking van het beheer en onderhoud in de jaren daarna, zullen in de volgende begrotingen kasschuiven worden doorgevoerd om ook deze middelen in de juiste jaren beschikbaar te krijgen.

  • 27. Correctie rentevrijval

    Met het in 2009 uitgekeerde superdividend van NS (€ 1,4 miljard) is een eeuwig lopende schuld van ProRail afgelost. De rentevrijval die door deze aflossing ontstond binnen het Infrastructuurfonds tot en met 2020 werd daarbij ingezet voor de financiering van spoorambities (Kamerstukken II, 2009/10, 28 165, nr. 105). Er vindt bij deze begroting een correctie plaats op Infrastructuurfonds voor de rentevrijval in de periode 2021–2028 (€ 64 miljoen per jaar). De verlaging wordt voorlopig technisch verwerkt via een minregel op artikel 18. Bij verlenging van het Infrastructuurfonds zal de minregel ingepast worden binnen de begroting van het Infrastructuurfonds.

  • 30. Cyber security

    Beveiligd Werken richt zich op het «in control» brengen en houden van de missiekritieke systemen (MKS) en Industriële Automatisering ter ondersteuning van de maatschappelijk vitale en primaire processen van RWS. Missie Kritieke Systemen zijn ICT systemen die een essentiële rol spelen in een informatieketen (mensen, processen en techniek). Onderdeel hiervan is het voldoen aan de eisen van informatiebeveiliging (Cyber Security). In dit kader is nu € 21 miljoen vrijgemaakt voor die werkzaamheden die in 2014 noodzakelijk zijn.

  • 31. Overboeking met Begroting hoofdstuk XII: wegen

    Voor de IODS-kwaliteitsprojecten (Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam; Bestuurlijke Overeenkomst bij het Tracébesluit A4 Delft-Schiedam) «Sanering verspreid liggend glas» en «Groen ondernemen» wordt een bijdrage gedaan (2e tranche) aan de gemeente Midden-Delfland. Deze middelen worden via BZK in het Gemeentefonds gestort zoals ook bij de 1e tranche is gebeurd.

  • 32. Loonbijstelling 2014

    Dit betreft de toevoeging van de aan het Infrastructuurfonds uitgekeerde loonbijstelling 2014.

  • 34. Maatwerk KNMI

    Betreft afname meteorologische producten en diensten van KNMI voor uitvoering diverse taken RWS waaronder gladheidbestrijding. Deze dienstverlening werd aanvankelijk tussen agentschappen gefactureerd maar conform sturingafspraken nu door middel van budgettaire overboeking toegevoegd aan het KNMI.

  • 35. Generale kasschuif

    Bij Voorjaarsnota 2014 is een kasschuif van € 250 miljoen van 2014 naar 2016 (€ 150 miljoen) en 2017 (€ 100 miljoen) verwerkt. Bij het opstellen van de Miljoenennota bleek dat er binnen de volledige Rijksbegroting nog ruimte was om – aanvullend op deze reeds verwerkte kasschuiven – de budgettaire dip in 2016 verder te verlichten. Om deze reden wordt aanvullend € 40 miljoen versneld van 2017 naar 2016.

BIJLAGE 3. OVERZICHTSCONSTRUCTIE KUSTWACHT

De Kustwacht Nederland nieuwe stijl is sinds 1 januari 2007 actief. De Minister van IenM is als coördinerend Minister voor Noordzeelandgelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming van geïntegreerd beleid en het activiteitenplan en begroting voor de Noordzee. De Minister van Defensie is beheerder van de Kustwacht, wat betekent dat deze verantwoordelijk is voor het opstellen van het activiteitenplan en begroting Kustwacht NL alsmede de uitvoering daarvan met inzet van eigen en toegewezen mensen en middelen. Alle bij de Kustwacht betrokken ministeries behouden hun eigen wettelijke verantwoordelijkheden. Het integrale beleid en daarvan afgeleide activiteitenplan en begroting waarover de ministerraad beslist, worden zodanig concreet dat elke Minister zich daarover in het parlement kan verantwoorden en vormen in feite een integraal contract tussen de verschillende departementen en de Kustwacht NL.

De overzichtsconstructie is gebaseerd op het door het Ministerie van Defensie opgestelde activiteitenplan en begroting 2014 (APB-2014) en wordt door het Ministerie van IenM gepubliceerd in de rol van coördinerend ministerie. In de overzichtsconstructie wordt een onderscheid gemaakt in de uitgaven/kosten van de Kustwacht zelf en de uitgaven/kosten die de deelnemende departementen ten behoeve van de Kustwacht verrichten.

Defensie/kustwacht:

  • Betreft het budget van de Kustwacht NL.

  • Defensie is beheerder van het Kustwachtcentrum (KWC), nagenoeg de gehele personele bezetting is Defensiepersoneel. Het KWC is het informatiecentrum van de Noordzee, waar het actuele beeld van (scheeps-)activiteiten, (veiligheids-)incidenten en verontreinigingen op de Noordzee beschikbaar is.

Bijdragen andere departementen:

Veiligheid en Justitie:

  • De inzet van politiehelikopters geschiedt op planning of afroep voor luchtwaarneming of spoedeisende zoekvluchten.

  • De inzet van de politie (personeel), bestaande uit opstappers voor de schepen, luchtwaarnemers, Maritiem Informatie Knooppunt, handhavingsdesk en liaison.

Financiën:

  • De inzet van de Douane (personeel), bestaande uit opstappers voor de schepen, luchtwaarnemers, Maritiem Informatie Knooppunt, handhavingsdesk en liaison.

Defensie:

  • De inzet van de Koninklijke Marechaussee (personeel), bestaande uit opstappers voor de schepen, luchtwaarnemers, Maritiem Informatie Knooppunt, handhavingsdesk en liaison.

  • De inzet van de Koninklijke Marine (personeel) voor het Maritiem Informatie Knooppunt.

  • De salarissen van de vliegers ten behoeve van de Kustwachtvliegtuigen.

  • De beheerskosten van Defensie.

Infrastructuur en Milieu:

  • De inzet van vaarwegmarkering, loodsen, luchtwaarnemers en liaison.

Economische zaken:

  • De inzet van de Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit/Algemene Inspectiedienst (personeel) voor visserijcontrole op het NCP en in internationaal verband, bestaande uit opstappers voor de schepen, Maritiem Informatie Knooppunt, handhavingsdesk en liaison.

  • De inzet van Staatstoezicht op Mijnen (personeel), bestaande uit opstappers en liaison.

Overzichtsconstructie Kustwacht

Departement

Begroting

Activiteit

Doel

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Defensie / Kustwacht:

             

Defensie / kustwacht

X

Uitvoering Kustwachttaken

Centrale coördinatie kustwachttaken

20.828

21.977

21.971

21.422

21.422

16.837

16.837

Defensie / kustwacht

X

Salarissen (MP en BP)

 

3.573

3.675

3.675

3.675

3.675

3.675

3.675

Defensie / kustwacht

X

Uitvoering Kustwachttaken

Tijdelijke extra financiering noodsleephulp

 

3.728

3.907

       

Subtotaal uitgaven kustwacht

24.401

29.380

29.553

25.097

25.097

20.512

20.512

Bijdragen andere departementen:

               

Veiligheid en Justitie

VI

Inzet KLPD-personeel & helikopter

Algemene handhaving / wetgeving scheepvaartverkeer / bemanningcontrole

1.061

1.261

1.261

1.261

1.261

1.261

1.261

Financiën

IX

Inzet Douane personeel

Fraudecontrole

1.987

1.926

1.926

1.926

1.926

1.926

1.926

Defensie

X

Inzet Kmar-personeel voor grensbewaking, luchtwaarneming, liaison & HH-desk / inzet vliegers Dornier en beheerskosten

Uitvoering grensbewaking / luchtsurveillances / beheerskosten Defensie

4.916

5.880

5.880

5.880

5.880

5.880

5.880

Infrastructuur en Milieu

XII

Inzet vaarwegmarkering, loodsen, liaison, luchtwaarnemers

Bijdragen aan veilig vaarwater, handhaving via luchtsurveillance

3.114

3.390

3.390

3.390

3.390

3.390

3.390

Economische zaken

XIII

Inzet NVWA- en Sodm-personeel

Visserijcontrole en Staatstoezicht op de Mijnen

986

969

969

969

969

969

969

Subtotaal kosten/uitgaven andere departementen

 

12.064

13.426

13.426

13.426

13.426

13.426

13.426

Totale uitgaven ten behoeve van de Kustwacht

 

36.465

42.806

42.979

38.523

38.523

33.938

33.938

Realisatie conform Jaarverslag 2013

Begroting 2014 – 2019 conform APB 2014 Kustwacht NL

BIJLAGE 4. BEGROTING BEHEER, ONDERHOUD, VERVANGING EN RENOVATIE RWS 2

In deze bijlage wordt, in aanvulling op de eerdere bijlagen, een beeld gegeven van de budgettaire ontwikkelingen bij beheer, onderhoud, vervanging en renovatie. Ingegaan wordt op de wijzigingen ten opzichte van het in de begroting 2013 gepresenteerde beeld over de efficiency en versobering van beheer en onderhoud (BenO). Bij de budgettaire aspecten per netwerk wordt aandacht besteed aan de wijze waarop met de groei van het netwerk (areaalgroei) rekening wordt gehouden. Tot slot is een overzicht opgenomen van de middelen en werkwijze voor vervanging en renovatie.

1. Voortgang implementatie versoberingen en efficiency

In bijlage 4.2 van de Infrastructuurbegroting 2012 heb ik u geïnformeerd over de niet gedekte onderhoudsproblematiek tot en met 2020 en over de mix van maatregelen om deze problematiek te beheersen.

Programma Versobering en Efficiency

Een van de maatregelen betreft een pakket aan efficiencymaatregelen en versoberingen van het onderhoudsniveau. De afspraken over deze te realiseren maatregelen zijn opgenomen in het Programma Versobering en Efficiency. De versoberingen en efficiencymaatregelen worden stapsgewijs geïmplementeerd, omdat dit de mogelijkheid biedt om binnen het afgesproken budgettaire kader door een verstandige mix van maatregelen passend bij de lokale situatie optimalisaties aan te brengen. Hierdoor kunnen eventuele negatieve gevolgen voor doorstroming en veiligheid worden beperkt.

In bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2013 is de verdeling van het totale pakket efficiency- en versoberingmaatregelen van € 1,64 miljard naar netwerk gepresenteerd. Hiervan is tot en met 2013 € 385 miljoen reeds gerealiseerd. Tevens is een inschatting opgenomen van de effecten op de veiligheid en doorstroming.

In aanvulling hierop wordt onderstaand ingegaan op de verdeling van het totale pakket efficiency- en versoberingsmaatregelen a € 1,64 miljard naar netwerk. Hierbij worden zowel de initiële verwachting als de verwachte bandbreedte op basis van de verdere uitwerking en implementatie van de maatregelen in beeld gebracht. Daarnaast wordt ingegaan op de opgetreden effecten met betrekking tot veiligheid en doorstroming en de gewijzigde invulling van de post bijzondere baten. Wanneer het totaalpakket aan maatregelen bij de onderkant van de bandbreedte dreigt uit te komen, zal worden bijgestuurd door nieuwe maatregelen te treffen. Op basis van het huidige beeld is de inschatting dat het realiseren van het totale pakket van € 1,64 miljard aan versobering- en efficiencymaatregelen mogelijk is.

Netwerk

Maatregel

Initiële bedrag in mln. tot en met 2020

Bandbreedte bedragen in mln. tot en met 2020

HWN

Verminderen communicatie bij onderhoud

30

30

HWN

Versoberen bermbeheer

40

30–40

HWN

Onderhoud kunstwerken uiterste jaar

50

45–50

HWN

Versoberen verlichting

35

35–40

HWN

Verruimen werkvensters en op delen van het netwerk overdag werken met minder flankerende maatregelen

75

75–80

HWN

Versoberen Dynamisch VerkeersManagement (DVM)

165

145–150

HVWN

Minder maaien taluds

10

10–15

HVWN

Minder baggeren hoeken zeetoegangen

35

40

HVWN

Verminderen (wal)voorzieningen schippers

10

10

HVWN

Minder baggeren vaarwegen

45

55

 

Subtotaal versoberingen

495

475–510

Alle

Efficiencymaatregelen

800

720 – 840

 

Subtotaal efficiencymaatregelen

800

720–840

Alle

Besparing Landelijke Taken

200

200

Alle

Bijzondere baten ten behoeve van beheer en onderhoud 1

100

100

HWN

Verhoging BenO budget

45

45

 

Subtotaal overige maatregelen

345

345

 

Totaal

1.640

1.540 – 1.695

X Noot
1

de invulling van de post bijzondere baten wordt gewijzigd. De voorbereidingen hiertoe zijn in gang gezet.

Effecten

De maatregel waarover vooraf ten aanzien van verkeersveiligheid de meeste zorgen bestonden, het doven van de verlichting, heeft tot eind 2013 geen aantoonbare effecten gehad op het aantal incidenten. Ook effecten van de versoberingen op de doorstroming zijn beperkt. De totale jaarlijkse hinder van werkzaamheden wijkt niet af van het patroon sinds 2009 van rond de vijf á zes procent van de totale filezwaarte. Hierbij past de nuancering dat de verruimende werkvensters nog niet optimaal worden benut. De Tweede Kamer is in de publieksrapportage rijkswegennet van juni 2014 geïnformeerd over deze effecten (Kamerstukken II, 33 750 A, nr. 72).

Bijzondere Baten ten behoeve van het Beheer en Onderhoud

Een deel van de oplossing van de BenO problematiek was gevonden in het inzetten van bijzondere baten. De verwachting was een bijdrage van € 10 miljoen per jaar, in totaal € 100 miljoen tot en met 2020. Deze bijzondere baten (zoals terugontvangen BTW) zijn in hun aard niet goed voorspelbaar. De daadwerkelijke realisatie loopt achter bij de verwachting. Daarom wordt de dekking uit deze bron in het kader van de mix aan maatregelen ter oplossing van de tekorten beheer en onderhoud, langs onderstaande lijnen ingevuld, waarmee de totale beoogde opbrengsten hetzelfde blijven.

  • 1. De opbrengsten voor Beheer en Onderhoud HVWN liggen structureel € 3 miljoen per jaar hoger dan geraamd.

  • 2. In het IBO rapport naar BenO is vermeld dat het heffen van leges voor de vergunningen die worden verleend op grond van de Waterwet gemiddeld € 4 miljoen per jaar kan opleveren.

  • 3. Hiermee resteert een dekking uit bijzondere baten van € 3 miljoen per jaar.

In deze begroting is deze wijziging in financiële termen nog niet verwerkt omdat de regelgeving waarin de leges worden uitgewerkt nog niet gereed is.

2. Budgettaire aspecten verkeersmanagement, watermanagement en beheer en onderhoud 2014-2028

Onderstaand is per netwerk het budget tot en met 2028 gepresenteerd, uitgesplitst naar de budgetten voor het reguliere verkeers- en watermanagement, het reguliere beheer en onderhoud, de direct toewijsbare landelijke taken en de areaalgroei.

De weergegeven budgetten voor areaalgroei betreffen uitsluitend projecten waarvoor in de ontwerpbegroting 2011 nog geen BenO middelen waren voorzien. Voor nieuwe projecten, waarvan de planuitwerking is gestart na de ontwerpbegroting 2011, worden bij het voorkeursbesluit naast de middelen voor aanleg ook middelen voor BenO gereserveerd op het artikelonderdeel voor planuitwerking en verkenningen. Op het moment dat wordt besloten daadwerkelijk met de realisatie te starten worden deze middelen vanuit het artikelonderdeel voor Planuitwerking en verkenningen aan het BenO budget toegevoegd.

Artikel 12 Hoofdwegen

Tabel 1 Budget verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud Hoofdwegen

Hoofdwegen

Artikel onderdeel

2014 1

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

12.01

Verkeersmanagement

2.592

4.038

3.617

3.617

3.617

3.618

3.617

3.613

12.06.02

Verkeersmanagement Landelijke Taken

16.829

16.886

16.886

16.885

16.885

16.886

16.885

16.933

 

Totaal verkeersmanagement inclusief Landelijke taken

19.421

20.924

20.503

20.502

20.502

20.504

20.502

20.547

                   

12.02.01

Beheer en Onderhoud

517.948

427.979

486.602

478.751

472.217

478.659

478.547

454.157

12.06.02

Beheer en Onderhoud Landelijke Taken

13.038

16.888

16.830

16.780

16.773

16.780

16.778

16.887

 

Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken

530.986

444.867

503.432

495.531

488.989

495.439

495.325

471.043

                   

Totaal verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud

550.407

465.791

523.935

516.033

509.491

515.943

515.827

491.590

X Noot
1

de middelen voor de landelijke taken verkeersmanagement en beheer en onderhoud staan in het jaar 2014 respectievelijk op artikelonderdeel 12.01 en 12.02

Hoofdwegen

Artikel onderdeel

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2014–2028

12.01

Verkeersmanagement

3.611

3.610

3.609

3.607

3.607

3.607

3.614

53.597

12.06.02

Verkeersmanagement Landelijke Taken

16.909

16.896

16.883

16.858

16.859

16.856

16.934

253.269

 

Totaal verkeersmanagement inclusief Landelijke taken

20.520

20.506

20.492

20.465

20.466

20.463

20.549

306.865

                   

12.02.01

Beheer en Onderhoud

454.073

454.030

453.984

453.898

427.423

682.115

429.660

7.150.042

12.06.02

Beheer en Onderhoud Landelijke Taken

16.883

16.880

16.877

16.872

16.872

16.872

16.887

248.894

 

Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken

470.956

470.910

470.861

470.769

444.294

698.986

446.547

7.398.936

                   

Totaal verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud

491.477

491.416

491.353

491.234

464.760

719.449

467.096

7.705.801

Toelichting

Tot en met 2028 is circa € 7,7 miljard beschikbaar voor beheer, onderhoud en verkeersmanagement inclusief de gerelateerde landelijk georganiseerde taken voor het Hoofdwegennet op artikel 12 van het Infrastructuurfonds (IF). Gegeven de beschikbare budgetten voor regulier onderhoud in de periode 2014–2020 heeft een prioritering plaatsgevonden waarbij ook is bepaald welke werkzaamheden nog konden worden uitgesteld tot latere jaren.

Voor de consequenties van areaaluitbreiding door aanleg op de budgetbehoefte voor het beheer en onderhoud van het hoofdwegennet is in de begroting 2014 binnen het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen (IF 12.03.02) een reservering getroffen, zie hiertoe bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014. De middelen ter dekking van het beheer en onderhoud van als gevolg van aanleg (areaalgroei) voor projecten met openstelling voor 2016 inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 799,5 miljoen zijn in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (IF 12.02.01), zie tevens mutatie 29 in de verdiepingsbijlage bij artikel 12 IF. De middelen tot en met 2016 (huidige SLA-periode) zijn met een kasschuif in de juiste jaren geplaatst. Voor de doorwerking van het beheer en onderhoud in de jaren daarna, zullen in de volgende begrotingen kasschuiven worden doorgevoerd om ook deze middelen in de juiste jaren beschikbaar te krijgen.

Artikel 15 Hoofdvaarwegen

Tabel 2 Budget Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud Hoofdvaarwegen

Hoofdvaarwegen

Artikel onderdeel

2014 1

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

15.01

Verkeersmanagement

9.070

7.517

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

15.06.02

Verkeersmanagement Landelijke Taken

4.916

4.895

4.901

4.901

4.901

4.901

4.901

4.912

 

Totaal verkeersmanagement inclusief Landelijke taken

13.986

12.411

13.281

13.281

13.281

13.281

13.281

13.292

                   

15.02.01

Beheer en Onderhoud

193.041

170.683

259.987

199.882

200.585

193.811

201.348

227.038

15.06.02

Beheer en Onderhoud Landelijke Taken

4.671

5.238

5.224

5.215

5.206

5.217

5.209

5.429

Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken

197.712

175.921

265.211

205.098

205.791

199.028

206.557

232.467

Totaal verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud

211.699

188.332

278.492

218.378

219.072

212.309

219.838

245.759

X Noot
1

de middelen voor de landelijke taken verkeersmanagement en beheer en onderhoud staan in het jaar 2014 respectievelijk op artikelonderdeel 15.01 en 15.02.

Hoofdvaarwegen

Artikel onderdeel

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2014–2028

15.01

Verkeersmanagement

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

8.380

125.530

15.06.02

Verkeersmanagement Landelijke Taken

4.912

4.912

4.912

4.912

4.912

4.912

4.912

73.608

Totaal verkeersmanagement inclusief Landelijke taken

13.292

13.292

13.292

13.292

13.292

13.292

13.292

199.137

15.02.01

Beheer en Onderhoud

226.679

201.537

220.455

220.401

220.404

217.637

230.711

3.184.199

15.06.02

Beheer en Onderhoud Landelijke Taken

5.424

5.393

5.414

5.410

5.410

5.406

5.411

79.277

Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken

232.102

206.930

225.869

225.811

225.813

223.043

236.122

3.263.476

Totaal verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud

245.394

220.222

239.161

239.103

239.105

236.334

249.414

3.462.613

Toelichting

Tot en met 2028 is circa € 3,5 miljard beschikbaar voor de externe kosten van beheer, onderhoud en verkeersmanagement inclusief de direct toewijsbare landelijk georganiseerde taken en de geoormerkte gelden ten behoeve van Overdracht Brokx-Nat en de Fries-Groningse kanalen op artikel 15 van het Infrastructuurfonds. Met de budgetten worden de afgesproken prestaties gerealiseerd. Gegeven de beschikbare budgetten voor regulier onderhoud in de periode 2014–2020 heeft een prioritering plaatsgevonden waarbij ook is bepaald welke werkzaamheden nog konden worden uitgesteld tot latere jaren.

In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofdvaarwegennet van in totaal circa € 170 miljoen tot en met 2028. Deze reservering op het artikelonderdeel Verkenningen en Planuitwerkingen (IF 15.03.02) is afkomstig uit de eerder getroffen reservering op artikelonderdeel 18.12 van het Infrastructuurfonds, zie tevens mutatie 26 in de verdiepingsbijlage bij artikel 15 IF en artikel 18 IF. Op het moment dat de areaalgroei door openstelling van projecten is uitgehard, worden de middelen hiervoor overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerking en naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (IF 15.02.01).

Artikel 3 Deltafonds watersystemen

Tabel 3 Budget Watermanagement en Beheer en Onderhoud watersystemen

Watersystemen

Artikel onderdeel

2014 1

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

3.01

Watermanagement

7.245

7.734

6.964

6.962

6.962

6.962

6.962

6.962

5.02.01

Watermanagement Landelijke Taken

4.032

3.882

3.878

3.880

3.880

3.880

3.880

3.891

 

Totaal Watermanagement inclusief Landelijke taken

11.277

11.616

10.842

10.842

10.842

10.842

10.842

10.853

                   
 

Beheer en Onderhoud Waterveiligheid

127.101

119.654

122.786

101.742

101.711

93.758

62.786

98.824

 

Beheer en Onderhoud Zoetwatervoorziening

22.816

17.379

17.349

17.348

17.343

17.350

17.343

17.343

3.02.01

Beheer en Onderhoud

149.917

137.033

140.134

119.090

119.054

111.108

80.129

116.167

5.02.01

Beheer en Onderhoud Landelijke Taken Waterveiligheid

6.795

6.795

6.794

6.794

6.794

6.794

6.794

6.806

 

Beheer en Onderhoud Landelijke Taken Zoetwatervoorziening

1.878

1.967

2.128

2.301

2.301

2.301

2.301

2.308

 

Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken

158.590

145.795

149.056

128.185

128.149

120.203

89.224

125.281

                   
 

Totaal Watermanagement en Beheer en Onderhoud

169.867

157.411

159.898

139.027

138.991

131.045

100.066

136.134

X Noot
1

de middelen voor de landelijke taken watermanagement en beheer en onderhoud staan in het jaar 2014 respectievelijk op artikelonderdeel 3.01 en 3.02.

Watersysteem

Artikel onderdeel

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2014–2028

3.01

Watermanagement

6.962

6.962

6.987

6.987

6.987

7.183

6.790

105.609

5.02.01

Watermanagement Landelijke Taken

3.891

3.891

3.866

3.866

3.866

3.974

3.758

58.317

 

Totaal Watermanagement inclusief Landelijke taken

10.853

10.853

10.853

10.853

10.853

11.157

10.548

163.926

                   
 

Beheer en Onderhoud Waterveiligheid

98.379

138.098

114.177

151.072

108.019

100.684

102.012

1.640.802

 

Beheer en Onderhoud Zoetwatervoorziening

17.233

17.454

17.343

17.343

17.343

17.831

16.856

265.678

3.02.01

Beheer en Onderhoud

115.612

155.552

131.520

168.415

125.362

118.515

118.868

1.906.479

5.02.01

Beheer en Onderhoud Landelijke Taken Waterveiligheid

6.806

6.806

6.806

6.806

6.806

7.000

6.615

102.014

 

Beheer en Onderhoud Landelijke Taken Zoetwatervoorziening

2.308

2.308

2.308

2.308

2.308

2.373

2.242

33.636

 

Totaal Beheer en Onderhoud inclusief Landelijke Taken

124.726

164.666

140.634

177.529

134.476

127.888

127.725

2.042.129

                   
 

Totaal Watermanagement en Beheer en Onderhoud

135.579

175.519

151.487

188.382

145.329

139.045

138.273

2.206.055

Toelichting

Tot en met 2028 is circa € 2,2 miljard beschikbaar voor de externe kosten van beheer, onderhoud en watermanagement inclusief de direct toewijsbare landelijk georganiseerde taken voor het Hoofdwatersysteem op artikel 3 van het Deltafonds (DF). Met de budgetten worden de afgesproken prestaties gerealiseerd.

In deze begroting is in lijn met de gevolgde werkwijze bij het Hoofdwegennet, zoals beschreven in de bijlage 5 van de Infrastructuurbegroting 2014, een reservering getroffen voor de areaalgroei op het hoofdwatersysteem van in totaal circa € 107 miljoen tot en met 2028, zie mutatie 5 van de verdiepingsbijlage bij artikel 1 van het Deltafonds. Inmiddels is de omvang van de areaalgroei van projecten met openstelling voor 2016 bekend. De middelen voor het beheer en onderhoud van deze areaalgroei inclusief de structurele doorwerking tot en met 2028 van € 84,5 miljoen zijn in deze begroting overgeboekt van het artikelonderdeel voor verkenningen en planuitwerkingen (DF 01.02.01) naar het artikelonderdeel voor Beheer en Onderhoud (DF 03.02.01), zie tevens mutatie 5 in de verdiepingsbijlage bij artikel 3 DF. De middelen tot en met 2016 (huidige SLA-periode) zijn met een kasschuif in de juiste jaren geplaatst. Voor de jaren daarna, zullen in de volgende begrotingen kasschuiven worden doorgevoerd om ook deze middelen in de juiste jaren beschikbaar te krijgen.

3. Vervangingen en renovaties

De veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdwegennet, het hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem moeten in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken en andere infrastructurele objecten. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en voornamelijk ook vanaf de jaren »60 van de vorige eeuw valt te verwachten dat de omvang van de te vervangen of renoveren objecten toeneemt.

In de onderstaande tabel staan de in de begroting beschikbare middelen voor het hoofdwegennet, de hoofdvaarwegen en het hoofdwatersysteem ten behoeve van Vervanging en Renovatie voor de projecten waartoe reeds is besloten en de gereserveerde budgetten voor vervangingen en renovaties. Deze projecten zijn ondergebracht in het programma vervangingen en renovaties.

Vervanging

Artikel

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

Wegen

12

138.820

230.216

118.849

64.684

55.899

23.000

5.000

0

Vaarwegen

15

168.159

219.311

82.186

49.806

28.229

1.185

7.305

337

reservering wegen/vaarwegen

18

0

0

0

0

0

0

0

266.061

Watersysteem

3

16.807

45.254

61.731

20.690

10.538

2.076

129

3.661

Totaal

 

323.787

494.780

262.766

135.180

94.666

26.261

12.434

270.059

Vervanging

Artikel

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2014–2028

Wegen

12

0

0

169

553

553

553

606

638.902

Vaarwegen

15

337

9.594

29.855

503

486

335

– 2.326 1

595.302

reservering wegen/vaarwegen

18

406.553

406.553

406.439

406.439

406.439

381.426

406.439

3.086.352

Watersysteem

3

70.699

70.818

160.832

141.296

106.936

108.694

105.892

926.053

Totaal

 

477.589

486.965

597.295

548.792

514.414

491.009

510.612

5.246.610

X Noot
1

Het minbedrag in dit jaar zal bij het eerstvolgende begrotingsmoment kasmatig worden rechtgetrokken. Op het volume heeft dit geen invloed.

Toelichting

Hoofdwegennet

Op artikel 12 staan de budgetten die reeds zijn toegewezen in het Programma voor Vervanging en Renovaties aan concrete objecten die in het MIRT Projectenboek inzichtelijk worden gemaakt. Op artikel 18 staat een reservering voor vaarwegen en wegen vooruitlopend op een nadere onderbouwing. Deze reservering wordt aangesproken als de opgave bekend is. Dit gebeurt in tranches. In deze begroting is aan het Programma voor Vervangingen en Renovaties een tweede tranche projecten voor het Hoofdwegennet toegevoegd. Deze projecten worden voor 2020 uitgevoerd.

Het betreft: Renovatie fundering A27, Renovatie Suurhoffbrug, Vervanging tunneltechnische installaties Noord en Zuid Holland, Vervanging fundering N3 en A6 Ketelbrug-Lelystad Noord en de Vervanging van de Rijnlandse Boezemwaterbruggen in de N200. Met deze nieuwe tranche is een bedrag gemoeid van € 230 miljoen tot en met 2019. Het totale Programma Vervanging en Renovatie HWN 2014–2019 (inclusief programma Stalen Bruggen) bedraagt daarmee circa € 631 miljoen De projecten zijn opgenomen in het MIRT Projectenboek 2015.

Hoofdvaarwegen

Op artikel 15 staan de budgetten die reeds zijn toegewezen aan het Programma voor Vervanging en Renovaties aan concrete objecten die in het MIRT Projectenboek inzichtelijk worden gemaakt. Op artikel 18 staat een reservering voor vaarwegen en wegen vooruitlopend op een nadere onderbouwing. Deze reservering wordt aangesproken als de opgave bekend is. Dit gebeurt in tranches. In deze begroting is geen extra tranche aan het programma voor Vervanging en renovaties HVWN toegevoegd. Het totale Programma Vervanging en Renovatie HVWN 2014–2019 (inclusief NoMo AOV) bedraagt circa € 549 miljoen De projecten zijn opgenomen in het MIRT Projectenboek 2015.

Hoofdwatersysteem

Op artikel 3 van het Deltafonds staan de budgetten die reeds zijn toegewezen aan het Programma voor Vervanging en Renovaties aan concrete objecten. Op dit artikel staat ook een reservering opgenomen in afwachting van onderbouwing. Deze reservering wordt aangesproken als de opgave bekend is. De opdrachtverlening hiervoor gebeurt in tranches.

In deze begroting is € 30 miljoen toegevoegd aan het budget voor de renovatie van de Sluis en Stuwcomplexen in de Neder-Rijn en de Lek. Hiermee is het budget in overeenstemming gebracht met de scope. Het totale Programma Vervanging en Renovatie voor het hoofdwatersysteem in de periode 2014–2019 bedraagt circa € 157 miljoen De projecten zijn opgenomen in het MIRT Projectenboek 2015.

Reservering wegen, vaarwegen en water

Het in beeld brengen van de benodigde investeringen in vervanging of renovatie van kunstwerken op de Rijksinfrastructuur, is een continu proces. De behoefte aan vervanging en renovatie van kunstwerken en andere objecten van het hoofdwegennet, hoofdvaarwegennet en het hoofdwatersysteem wordt langs twee lijnen in beeld gebracht.

In de eerste plaats wordt op basis van ouderdom en ontwerplevensduur van kunstwerken globaal ingeschat in welk decennium vervanging of renovatie naar verwachting aan de orde zal zijn. Deze meer theoretische benadering wordt naast de resultaten van de uitgevoerde inspecties en nader onderzoek naar de toestand van de kunstwerken en andere objecten gelegd. Op basis van deze gegevens wordt het theoretische beeld verder verfijnd doordat een duidelijker beeld wordt verkregen waar op een termijn van ca. 5 tot 15 jaar vervanging of renovatie aan de orde zal zijn.

Vanuit het steeds scherper wordende beeld wordt dan vervolgens een concrete planning opgesteld van de objecten die naar verwachting binnen een termijn van 5 tot 8 jaar aan vervanging of renovatie toe zijn. Voor de vervanging of renovatie van deze objecten wordt dan de voorbereiding concreet ter hand genomen. Deze planning wordt elke 2 tot 3 jaar herijkt op basis van inspecties en onderzoeksresultaten.

Zoals toegezegd (Kamerstukken II, 2013/14, 33 930 A, nr. 5) zal in de ontwerpbegroting 2016 een nadere onderbouwing opgenomen worden van de vervangingsopgave langs de hierboven geschetste lijn.

BIJLAGE 5. TOELICHTING ARTIKEL 13 SPOORWEGEN

In de kabinetsreactie op het rapport van de Tijdelijke Commissie Onderhoud en Innovatie spoor (Kamerstukken II, 2011/12, 32 707, nr. 16) is een pakket maatregelen aangekondigd om de informatievoorziening naar de Tweede Kamer beter en transparanter te maken (aanbevelingen 14 en 15). Een deel van deze maatregelen is verwerkt in de artikelsgewijze toelichtingen en de verdiepingsbijlagen. In deze bijlage wordt met name de informatie verstrekt die de aansluiting tussen de middelen op het Infrastructuurfonds en de bestedingen door ProRail betreft. In deze bijlage zijn de volgende onderdelen opgenomen:

  • A. Specificatie inkomsten en uitgaven ProRail: Aansluiting tussen de verwachte inkomsten en uitgaven voor de periode 2014–2019.

  • B. Specificatie apparaatskosten ProRail: Een specificatie van de apparaatsuitgaven van ProRail en de aansluiting op de bedragen in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 13.02

  • C. Aansluiting tussen Infrastructuurfonds en ProRail: Een schematische weergave van de financiële stromen van de spoorinfrastructuur in 2015.

Onderdeel A – Specificatie inkomsten en uitgaven ProRail

Naast de rijksbijdragen voor beheer, onderhoud en vervanging, aanlegprojecten (MIRT) en rente en aflossing ontvangt ProRail ook gebruiksvergoeding van vervoerders en bijdragen van derden voor omgevingswerken (zowel aanleg als onderhoud). In onderstaande tabel is het totaaloverzicht opgenomen van de verwachte inkomsten en uitgaven van ProRail voor de periode 2014–2019.

Bedragen x € 1 mln
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Rijksbijdrage aanlegprojecten (artikel 13)

905

956

972

911

941

570

Rijksbijdrage aanlegprojecten (artikel 14/17)

12

15

12

0

0

0

Bijdragen aanlegprojecten derden

320

230

190

170

180

185

Rijksbijdrage beheer, onderhoud en vervanging

1.326

1.230

1.317

1.164

1.111

1.185

Onderhoudsbijdragen derden

52

43

42

42

42

42

Gebruiksvergoeding vervoerders

259

344

347

351

356

361

Rijksbijdrage rente en aflossing

17

48

17

17

17

17

Totaal inkomsten ProRail

2.891

2.886

2.897

2.655

2.647

2.360

             

Uitbesteed werk nieuwbouw

998

952

923

843

878

576

Uitbesteed werk vervangingen

368

401

490

375

355

431

Uitbesteed werk beheer en onderhoud

664

623

622

621

607

596

Apparaatskosten

409

399

386

380

373

372

Rente en aflossing

14

45

14

14

14

14

Totaal uitgaven ProRail excl. BTW

2.453

2.433

2.464

2.268

2.253

2.008

Afdracht BTW (Belastingdienst)

438

448

468

429

426

375

Totaal uitgaven ProRail incl. BTW

2.891

2.886

2.897

2.655

2.647

2.360

Voor het jaar 2015 is in onderdeel C een schematische weergave van de financiële stromen spoorinfrastructuur opgenomen.

Onderdeel B – Specificatie apparaatskosten ProRail

In onderstaande tabel is een specificatie opgenomen van de apparaatsuitgaven van ProRail en de aansluiting op de bedragen in de artikelgewijze toelichting bij artikel 13.02.

Bedragen x € 1 mln
 

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Apparaatskosten niveau 2012

397

390

382

382

382

382

Taakstelling Regeerakkoord Rutte II 1

0

0

– 5

– 11

– 17

– 17

Apparaatskosten niveau 2013

397

390

377

371

365

365

Overheveling Betuweroute 2

12

9

9

9

8

7

Apparaatskosten niveau 2014 (zie onderdeel A)

409

399

386

380

373

372

Totaal apparaatsuitgaven ProRail (zie onderdeel A)

409

399

386

380

373

372

Waarvan door te belasten aan investeringsprojecten

– 110

– 110

– 110

– 110

– 110

– 110

Waarvan door te belasten aan Keyrail

– 10

– 10

– 10

– 10

– 10

– 10

Beheer en onderhoud (incl. verkeersleiding)

289

279

266

260

253

252

Compensatie BTW

61

59

56

54

53

53

Apparaatskosten t.l.v. artikel 13.02

350

338

322

314

306

305

X Noot
1

incl. BTW: 2016 € 6,825 miljoen; 2017 € 13,650 miljoen; 2018: € 20,475 miljoen

X Noot
2

budgettair neutraal, voorheen onder «onderhoud Betuweroute» gerubriceerd

Prognose FTE's

2013

2014

2015

2016

FTE's niveau begin jaar

4.191

4.146

4.016

3.816

FTE-reductie

– 45

– 130

– 200

– 225

FTE's niveau eind jaar

4.146

4.016

3.816

3.591

Onderdeel C – Aansluiting tussen Infrastructuurfonds en ProRail

BIJLAGE 6. LIJST VAN AFKORTINGEN

AIS

Automatic Identification System

AKI

Automatische Knipperlichtinstallaties

AOV

Achterstallig Onderhoud Vaarwegen

APB

Activiteitenplan en Begroting

ATB-Vv

Automatische Treinbeïnvloeding – Verbeterde versie

BDU

Brede Doeluitkering

BenO

Beheer en Onderhoud

BRG

Bestaand Rotterdams Gebied

BZK

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

DBFM

Design, build, finance and maintain

DF

Deltafonds

DSSU

Doorstroommaatregelen station Utrecht

DVM

Dynamisch Verkeersmanagement

ERMTS

European Rail Traffic Management System

EU

Europese Unie

EVT

Eigen Veerdienst Terschelling

EZ

Ministerie van Economische Zaken

G3

de drie stadsregio’s Amsterdam, Rotterdam en Haaglanden

GIV

Geïntegreerde contractvormen

GSM-R

GSM-Rail

HRN

Hoofdrailnet

HSA

High Speed Alliance

HSL

Hogesnelheidslijn

HVWN

Hoofdvaarwegennet

HWN

Hoofdwegennet

IenM

Ministerie van Infrastructuur en Milieu

IBOI

Index voor de Bruto Overheidsinvesteringen

IF

Infrastructuurfonds

IMPULS

Plan van aanpak Beheer en Onderhoud

IODS

Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam

KLPD

Korps Landelijke Politiediensten

KPI

Kernprestatie indicatoren

LTSa

Lange Termijn Spooragenda

LVO

Landelijk Verbeterprogramma Overwegen

MIRT

Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport

MJPO

Meerjarenprogramma Ontsnippering

MKS

Missiekritieke Systemen

MOBZ

Modernisering Object Bediening Zeeland

NDW

Nationale Databank Wegverkeergegevens

NoMo

Nota Mobiliteit

NS

Nederlandse Spoorwegen

NSP

Nieuwe Sleutelprojecten

OTB

Ontwerp Tracébesluit

OV

Openbaar Vervoer

OVS

Openbaar Vervoer en Spoor

OV SAAL

Openbaar Vervoer Schiphol-Amsterdam-Almere-Lelystad

OVT

Openbaar Vervoer Terminal

PHS

Programma Hoogfrequent Spoorvervoer

PKB

Planologische Kernbeslissing

PMR

Project Mainportontwikkeling Rotterdam

PPS

Publiek-Private Samenwerking

PUB

Partieel Uitvoeringsbesluit

PVVO

Programma Verbeteren Veiligheid Overwegen

REP

Ruimtelijk Economisch Programma

RINK

Risico inventarisatie natte kunstwerken

RMf

Regionale Mobiliteitsfondsen

RSP

Regiospecifiek Pakket

RWS

Rijkswaterstaat

SAA

Schiphol-Amsterdam-Almere

SVIR

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

SWUNG

Samen Werken in de Uitvoering van Nieuw Geluidbeleid

TB

Tracébesluit

TEN-T

Trans Europese Transport Netwerken

TVP’n

Treinvrije perioden

V&R

Vervanging en Renovatie

VNSC

Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie

ZZL

Zuiderzeelijn


X Noot
1

Vanuit de LTSa is de Herijking van de spoorbudgetten aangekondigd. In lijn hiermee worden in 2014/2015 de financiële reeksen van Prorail voor beheer, onderhoud en vervanging onderzocht mede in het licht van de door Prorail gesignaleerde druk op de meerjarige budgetten. Uiterlijk in de begroting 2016 worden de uitkomsten van het onderzoek opgenomen. In afwachting van de uitkomsten daarvan is ervoor gekozen de besluitvorming over de prijsbijstelling naar prijspeil 2014 van de budgetten voor beheer, onderhoud en vervanging aan te houden tot de begroting 2016. Dit impliceert dat het budget ten behoeve van beheer, onderhoud en vervanging in prijspeil 2013 is uitgedrukt.

X Noot
2

RWS beheert en onderhoudt zowel het Hoofdvaarwegennet, Hoofdwegennet als het Hoofdwaterssysteem en voert bepaalde taken vanuit het oogpunt van effectiviteit en efficiëntie centraal uit. Vanuit transparantieoogpunt is ervoor gekozen de tekst van deze bijlage volledig in zowel Infrastructuurfonds als Deltafonds op te nemen.

Naar boven