33 763 Toekomst van de krijgsmacht

Nr. 97 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 19 februari 2016

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Defensie over de brief van 4 december 2015 inzake de voortgangsrapportage vastgoed Defensie (Kamerstuk 33 763, nr. 92).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 17 februari 2016. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Ten Broeke

De adjunct-griffier van de commissie, Van Eck

1

Op welke wijze gaat u de financiële gevolgen van de vertragingen van verschillende vastgoedmaatregelen binnen de bestaande financiële kaders opvangen? Hoe gaat u de Kamer hierover informeren?

20

Hoe krijgt de Kamer inzicht in de wijze waarop Defensie de financiële gevolgen van de vertragingen van verschillende vastgoedmaatregelen binnen de bestaande financiële kaders opvangt?

35

Waar komt de financiële ruimte vandaan om de kosten van alle vertragingen, binnen de huidige kaders, op te vangen?

41

Op welke wijze worden de latere besparingen op de vastgoedexploitatie betaald?

42

Ten koste van welke andere geplande uitgaven gaan de verlate besparingen op de vastgoedexploitatie?

45

Kunt u specifieke voorbeelden noemen hoe u de financiële gevolgen voor de vertragingen binnen de bestaande kaders opvangt?

Defensie vangt incidentele tegenvallers, zoals ten gevolge van vertraging bij vastgoedmaatregelen, op binnen de begroting. In eerste instantie wordt geprobeerd dit binnen de bestaande exploitatiebudgetten voor vastgoed op te vangen, maar als dat niet mogelijk is, wordt er defensiebreed gekeken. Aangezien het altijd een saldo van mee- en tegenvallers betreft, is het niet mogelijk individuele tegenvallers aan specifieke maatregelen te koppelen. De Kamer wordt over de eventuele bijstelling van budgetten in de begroting geïnformeerd op de reguliere begrotingsmomenten.

2

Binnen welke termijn kunt u de Kamer informeren over de besluitvorming ten aanzien van de verhuizing van Defensie Materieel Organisatie (DMO) naar de Kromhoutkazerne?

67

Kunt u een update geven van de stand van zaken ten aanzien van de verplaatsing van het Haagse deel van de DMO naar de Kromhoutkazerne in Utrecht, sinds uw laatste brief van 23 oktober (Kamerstuk 32 678, nr. 32)? Is uw inschatting dat DMO uiteindelijk naar de Kromhoutkazerne gaat verhuizen?

72

Wat is de laatste stand van zaken wat betreft overleg met de medezeggenschap DMO?

73

Wanneer verwacht u overeenstemming te hebben met de medezeggenschap DMO over de verhuizing van het Haagse deel naar de Kromhoutkazerne?

76

Wanneer verwacht u een oplossing te hebben voor het probleem met betrekking tot de verhuizing van DMO naar de Kromhoutkazerne in Utrecht?

Het voorgenomen besluit (verhuizing van DMO naar de Kromhoutkazerne) is ongewijzigd. Er is nader onderzoek gedaan naar de vulling van de Kromhoutkazerne en de uitkomst is aangeboden aan de medezeggenschap. De inzet is om met de medezeggenschap tot overeenstemming te komen. Mocht dit overleg onverhoopt niet tot overeenstemming leiden, dan zal het College van geschillen medezeggenschap Defensie om een uitspraak worden gevraagd. Ik zal de Kamer op de hoogte houden van de voortgang in dit proces.

3

Bent u bereid bij de uitvoering van de motie Knops (Kamerstuk 34 300 X, nr. 34) om te komen tot structurele versterking van de personele capaciteit in de verwervingsketen, ook de consequenties daarvan voor de vastgoedbehoefte te betrekken, in het bijzonder ten aanzien van DMO?

Ja. Er wordt al rekening gehouden met extra werkplekken.

4

Wat is de aanvullende taakstelling aan de defensieonderdelen, die het risico voor het niet tijdig behalen van de opbrengsten ondervangt?

Het strikter toepassen van de vastgoednormering in het kader van de verkleining footprint zal in 2020 en volgende jaren resulteren in een taakstellende exploitatiebesparing van € 13,2 miljoen per jaar. De opdracht voor de eerste fase die moet leiden tot een besparing van € 4,6 miljoen per jaar is verstrekt. De taakstelling voor de tweede fase behelst een besparing op de vastgoedexploitatie van € 8,6 miljoen per jaar, verdeeld over de defensieonderdelen. De taakstelling voor de defensieonderdelen ligt daarmee vast.

5

Klopt het dat investering van de provincie Noord-Brabant ten behoeve van het motoronderhoud F-35 in Woensdrecht doet, een lening aan Defensie is? Zo ja, wat zijn dan de kosten van deze lening voor Defensie?

De provincie Noord-Brabant en de ministeries van Economische Zaken en van Defensie financieren gezamenlijk het vastgoedproject «motorenonderhoudsfaciliteit Logistiek Centrum Woensdrecht». De provincie Noord-Brabant verstrekt voor haar deel een lening die in de komende jaren terugbetaald zal worden. Dit gebeurt uit inkomsten die de exploitant van de faciliteit ontvangt voor het verrichten van onderhoud aan F135-motoren. Defensie draagt niet zelf bij aan de aflossing van de lening van de provincie Noord-Brabant. Daarom zijn er voor Defensie geen kosten verbonden aan deze lening.

6

Waarom gaat u de voortgang van het project in Woensdrecht, ten behoeve van het motoronderhoud F-35, opnemen in de voortgangsrapportage Vastgoed en niet in de voortgangsrapportage groot project Verwerving F-35?

7

Waarom bent u voornemens om de Kamer via de voortgangsrapportages Vastgoed te informeren over de bouw en inrichting van een F-35 motorenfaciliteit te Woensdrecht en niet (eveneens) via de halfjaarrapportages groot project Verwerving F-35? Wat zijn uw overwegingen hierbij?

8

Bent u bereid de Kamer behalve via de Vastgoedrapportage ook in de halfjaarrapportage groot project Verwerving F-35 te informeren over het motorenonderhoud F35 in Woensdrecht? Zo nee, waarom niet?

Het project «motorenonderhoudsfaciliteit Logistiek Centrum Woensdrecht» betreft een vastgoedproject met een eigen budget. Dat is de belangrijkste overweging om de Kamer via de voortgangsrapportage vastgoed op de hoogte te houden. Als de Kamer dat wenst, kan de informatie over dit project tevens worden opgenomen in de voortgangsrapportage over de verwerving van de F-35.

9

Heeft de plaatsing van nieuwe NAVO-zaken in Den Haag (bijvoorbeeld cyber) nog gevolgen voor het vastgoed (kosten) van Defensie?

71

Heeft de plaatsing van nieuwe NAVO-zaken in Den Haag (bijvoorbeeld cyber) nog gevolgen voor het vastgoed (kosten) van Defensie?

Er is op dit moment geen sprake van de plaatsing van nieuwe Navo-organisaties in Den Haag. Tot de uitbreiding van het Navo Communications and Information Agency (NCIA) is al in 2012 besloten.

10

Welke kosten brengt het later afstoten van de Koningin Beatrixkazerne met zich mee?

15

Wat zijn de gevolgen onder andere financieel van vijf jaar langer openhouden van Koningin Beatrixkazerne?

De totale kosten van het langer aanhouden van de Koningin Beatrixkazerne bedragen € 9,1 miljoen, bestaande uit € 2,5 miljoen voor achterstallig onderhoud en € 6,6 miljoen exploitatiekosten tot en met 2022.

11

Klopt het dat het besluit om de Koningin Beatrixkazerne aan te houden slechts voor vijf jaar geldt?

12

Wat is de reden dat er (nog) niet besloten is om de Koningin Beatrixkazerne definitief aan te houden?

13

Hoe reëel is het gezien de veranderende veiligheidssituatie om de Koningin Beatrixkazerne na het uitstel van 5 jaar alsnog af te stoten? Is het niet verstandiger deze locatie aan te houden?

Vooralsnog houdt Defensie de Koningin Beatrixkazerne voor vijf jaar aan. Volgens de huidige plannen van Defensie in de Haagse Regio na 2022 biedt de Frederikkazerne voldoende ruimte om in de behoefte te kunnen voorzien. Indien deze plannen bijvoorbeeld ten gevolge van een gewijzigde behoeftestelling worden herzien, zal ook het besluit tot afstoten van de Beatrixkazerne zo nodig worden heroverwogen.

14

Wat houdt tijdelijke commerciële exploitatie in en hoe lang is tijdelijk?

De commerciële exploitatie heeft betrekking op de door Defensie inmiddels ontruimde gebouwen op het Marine Etablissement Amsterdam. Die gebouwen worden verhuurd. Het gaat om tijdelijke exploitatie omdat de uiteindelijke bestemming van het terrein en de gebouwen daarop de komende jaren nog moet worden bepaald.

16

Kunt u aangeven wanneer u het risicomanagement ten aanzien van het vastgoed dusdanig op orde heeft, dat u conform uw eerdere toezeggingen de Kamer kan informeren over de omvang van de verschillende risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen?

21

Waarom heeft u, in tegenstelling tot eerdere toezeggingen, in de risicoparagraaf nog steeds geen inschatting gemaakt van de omvang van de verschillende risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen? Wanneer gaat u deze toezeggingen gestand doen?

22

Kunt u aangeven wanneer Defensie het risicomanagement ten aanzien van het vastgoed dusdanig op orde heeft, dat u conform uw eerdere toezeggingen de Kamer kan informeren over de omvang van de verschillende risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen?

43

Kunt u aangeven wanneer Defensie het risicomanagement ten aanzien van het vastgoed dusdanig op orde heeft, dat u conform uw eerdere toezeggingen de Kamer kan informeren over de omvang van de verschillende risico’s en bijbehorende beheersmaatregelen?

In mijn antwoord op een vraag over de voortgangsrapportage vastgoed Defensie (Kamerstuk 33 763, nr. 60) van 24 november 2014 heb ik toegezegd in volgende rapportages gebruik te zullen maken van een voorstel uit de begrotingsbrief van de Algemene Rekenkamer, namelijk om vastgoedbesluiten te toetsen aan een vaste set criteria, te weten de complexiteit van een project, het aantal betrokken partijen en andere factoren die risicoverhogend kunnen werken (Kamerstuk 33 763 nr. 66). Sindsdien is in de bijlage bij de rapportage, waar mogelijk, steeds weergegeven welke risico’s zich kunnen voordoen bij de verschillende maatregelen en wat daarvan de gevolgen zijn. Uit bijlage 2 van de vastgoedrapportage is af te leiden wat de gevolgen zijn voor de exploitatiebesparingen wanneer een project vertraagt. Defensie werkt op dit moment met een externe deskundige aan het verder verbeteren van de risicobeheersing van de vastgoedportefeuille. Zie het antwoord op vraag 53.

17

Uit de zesde voortgangsrapportage blijkt dat het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) onvoldoende capaciteit heeft om de planning van alle vastgoedmaatregelen van Defensie te halen. Het RVB zal waar mogelijk meer personeel inzetten. Zal er sprake zijn van extra kosten? Zo ja, hoe zult u tot een eerlijke verdeling van deze kosten komen?

23

Kunt u aangeven of sprake zal zijn van extra kosten als het Rijksvastgoedbedrijf waar mogelijk meer personeel inzet, nu uit de rapportage blijkt dat er onvoldoende capaciteit is om de planning van de vastgoedmaatregelen van Defensie te halen? Zo ja, kunt u aangeven hoe u tot een eerlijke verdeling van deze kosten zal komen?

39

Wie gaat de extra kosten (voor bv inhuur van externen) en de eventuele nieuwe financiële risico’s die deze nieuwe planning met zich meebrengt dragen, het RVB of Defensie?

44

Kunt u aangeven of sprake zal zijn van extra kosten als het RVB waar mogelijk extra personeel inzet? Zo ja, hoe zult u tot een eerlijke verdeling van deze kosten komen?

46

Wie zal de kosten voor het extra personeel bij het RVB ten behoeve van de defensieportefeuille betalen?

De extra werkzaamheden worden verricht tegen de in het opdrachtgeversconvenant overeengekomen tarieven en betaald door Defensie vanuit de voor de desbetreffende projecten beschikbare investeringsbudgetten. De kosten van het realiseren van al in uitvoering zijnde projecten veranderen voor Defensie dus niet. Als Defensie extra projecten zou opdragen aan het RVB, gaat dat uiteraard wel gepaard met extra investeringskosten.

18

Wanneer verwacht u het overleg met de bonden over de tandheelkundige zorg af te ronden?

25

Wanneer zijn de plannen die samenhangen met de reorganisatie bij de Defensie Gezondheidszorgorganisatie (DGO) volledig uitgewerkt?

49

Wat is de stand van zaken wat betreft het overleg met bonden over tandheelkundige zorg en wanneer verwacht men het overleg af te ronden?

In januari 2016 is overeenstemming bereikt met de bonden over het reorganisatieplan van de tandheelkundige zorg. De vastgoedbehoeften voortkomend uit de DGO-reorganisatie zijn uitgewerkt en vastgelegd in een behoeftestelling. De behandeling via een DMP-A procedure loopt en wordt in de eerste helft van 2016 voltooid.

19

Kun u toelichten waarom de maatregel «herinrichting van de munitieketen» met vier jaar is uitgesteld? Anders geformuleerd: waar is de vier jaar precies op gebaseerd?

Het uitstel van de maatregel heeft, zoals gemeld in de vastgoedrapportage, te maken met een herziening van de gewenste munitievoorraden. Deze herziening was nodig in verband met de versterking van de basisgereedheid. Er moet rekening worden gehouden met grotere munitievoorraden. Hierover moet nog nadere besluitvorming plaatsvinden. Dit leidt tot veranderingen in de behoeftestelling voor de herinrichting van de munitieketen. Deze aangepaste behoefte leidt tot een nieuwe planning. Met de huidige middelen en capaciteiten in de vastgoedketen wordt ingeschat dat het project ongeveer vier jaar vertraging zal oplopen. Bij de nadere uitwerking zal bekeken worden of de vertraging beperkt kan worden.

24

Indien de planning van bepaalde vastgoedmaatregelen wordt aangepast en dit tot uitstel en/of vertragingen leidt, welke partij – Defensie of het RVB – draagt dan het financiële risico? Kunt u in de volgende rapportage Vastgoed de Kamer eenduidig en transparant informeren over eventuele negatieve financiële gevolgen per vastgoedmaatregel, welke partij welk deel van de kosten zal dragen en welke overwegingen daarbij gemaakt zijn?

48

Wie draagt uiteindelijk het financiële risico als projecten vertraging lopen? Is dat defensie of het RVB? Zijn hier afspraken over gemaakt?

60

Welke partij, Defensie of het RVB, draagt het financiële risico indien de planning van bepaalde vastgoedmaatregelen wordt aangepast en dit tot uitstel en/of vertragingen leidt? Kunt u in de volgende rapportage Vastgoed de Kamer eenduidig en transparant informeren over eventuele negatieve financiële gevolgen per vastgoedmaatregel, welke partij welk deel van de kosten zal dragen en welke overwegingen daarbij gemaakt zijn?

Als eigenaar van het vastgoed draagt Defensie het financiële risico voor uitstel of vertraging van vastgoedprojecten. In bijlage 2 bij de vastgoedrapportage wordt per maatregel weergegeven wat de financiële gevolgen zijn wanneer een project vertraagt.

26

Welke kosten brengt het uitstel van de DGO-reorganisatie met zich mee?

86

Welke kosten brengen het in stand houden van de DGO-gebouwen (voor extra tweeënhalf jaar) met zich mee?

Dit impliceert een vertraging in de besparingen (vastgoedexploitatie) van in totaal € 1,25 miljoen voor een periode van tweeënhalf jaar.

27

Welke kosten brengt het uitstellen van de Herinrichting van de munitieketen de komende vier jaar met zich mee?

50

Wat zijn de financiële gevolgen van vier jaar uitstel van de maatregel «Herinrichting munitieketen?

Dit impliceert een vertraging in de besparingen (vastgoedexploitatie) van € 0,84 miljoen in 2016 en € 1,54 miljoen in 2017 tot en met 2019.

28

Wat is het (maximale) investeringsbedrag voor de Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne in Vlissingen?

Omdat de aanbesteding nog moet plaatsvinden, is deze informatie commercieel vertrouwelijk. Het betreft bovendien een PPS-project, waardoor er geen sprake is van een eenmalige investering in traditionele zin. Hierover bent u op 5 maart 2014 geïnformeerd in Kamerstuk 33 763, nr. 37.

29

Wat betekent de verhoging van het totale investeringsbedrag (van 395,3 naar 407,7) voor de structurele exploitatielast van het vastgoed bij Defensie (afschrijving)?

Hogere investeringskosten leiden niet automatisch tot hogere exploitatiekosten. Daarnaast hanteert Defensie geen afschrijving op vastgoed. De investeringsuitgaven worden gedekt vanuit het investeringsbudget.

30

Waardoor en met hoeveel stijgen de investeringskosten voor de sluiting van de Joost Dourleinkazerne op Texel?

Het is op dit moment nog niet met zekerheid te zeggen of en zo ja in hoeverre de kosten stijgen. Dat is afhankelijk van de uitwerking van de behoeftestelling, die, zoals gemeld in de voortgangsrapportage, midden 2016 gereed moet zijn.

31

Welke maatregelen zijn/worden er genomen om kostenstijgingen zoals aan de orde bij de sluiting van de Joost Dourleinkazerne, bij andere projecten te voorkomen?

33

Welke maatregelen neemt Defensie om kostenstijgingen, zoals deze bv opgetreden zijn bij de Dourleinkazerne in Texel, onder controle te krijgen?

34

Hoe gaat Defensie het verloop van de maatregelen om kostenstijgingen onder controle te krijgen terugkoppelen naar de Kamer?

De kosten die gepaard gaan met de vastgoedprojecten berusten op ramingen. Naarmate deze projecten verder worden uitgewerkt, wordt het inzicht in de kosten beter. Vooral van projecten die nog in de studiefase verkeren dan wel in voorbereiding zijn, is de behoeftestelling nog niet uitgekristalliseerd. Defensie verbetert de kwaliteit van kostenramingen. Dit leidt ertoe dat de reserves in het projectbudget beter in verhouding staan tot de onzekerheid ten aanzien van de kosten aan het begin van projecten. Hierdoor zullen overschrijdingen van budgetten minder aan de orde zijn. Het beheersen van kostenstijgingen is daarnaast een onderdeel van risicomanagement. Zoals bekend werkt Defensie op dit moment met een externe deskundige aan het verder verbeteren van de risicobeheersing. Via de voortgangsrapportage vastgoed wordt de Kamer hierover op de hoogte gehouden.

32

Wanneer is de uitwerking van de plannen rondom de Air Operations and Control Stations (AOCS) en de herbelegging van het Instituut Defensie Geneeskundige Opleidingen (IDGO) klaar?

De uitwerking van de plannen voor AOCS Nieuw Milligen is voltooid. Besluitvorming over het definitieve plan is voor de eerste helft van 2016 voorzien. Over de besluitvorming wordt de Kamer in de volgende voortgangsrapportage geïnformeerd. De studie naar de herbelegging van het IDGO is aan het eind van dit kwartaal klaar.

36

Welke projecten zijn vertraagd door het tekort aan personeel?

Defensie en het RVB hebben de vastgoedprojecten geprioriteerd. Van de projecten waarover in de voortgangsrapportage wordt gerapporteerd lopen de volgende projecten vertraging op door het capaciteitstekort bij het RVB:

  • Generaal-majoor De Ruiter van Steveninckkazerne Oirschot: ombouwen schietbaan, wijzigen lozingssituatie;

  • Schietbaan Weert te Budel: vervangen doelvoorstellingsapparatuur;

  • Legerplaats Stroe: keuringsdiagnose en teststation;

  • Trip van Zoudtlandkazerne: spitspoort, renovatie ondergrondse infrastructuur en parkeerplaatsen legeringsgebouw 2 en 3.

37

Wanneer is de nieuwe planning, die gemaakt wordt door het RVB en Defensie, klaar?

Deze wordt in maart 2016 voltooid.

38

De nieuwe planning van het RVB moet realistischer worden; was de oude dat dan niet?

In de oude planning waren ten opzichte van de beschikbare capaciteit te veel projecten gepland. Hierdoor waren de vraag en de beschikbare capaciteit niet met elkaar in evenwicht. In de nieuwe planning moet de balans worden hersteld.

40

Welke kosten zijn verbonden aan de vertraging van de herinrichting van het Defensiebedrijf Grondgebonden Systemen?

Dit impliceert een vertraging in de besparingen (vastgoedexploitatie) van € 1,29 miljoen per jaar.

47

Is het mogelijk om de extra in te zetten mensen bij het RVB uit de defensieorganisatie zelf te werven, bijvoorbeeld diegene die vanwege de weigering van een Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) een andere plek moeten krijgen?

Nee, dat is in algemene zin niet mogelijk. Het gaat veelal om mensen met een specifieke opleiding en deskundigheid. Dit neemt niet weg dat in individuele gevallen defensiepersoneel wel kan overstappen naar het RVB.

51

Wanneer verwacht men de drie overgebleven (investerings-)maatregelen volledig uitgewerkt te hebben, wat belangrijk is om investeringen nauwkeuriger vast te stellen?

De drie maatregelen die worden genoemd in de rapportage zijn: verkleining footprint fase 2, verplaatsen AOCS Nieuw Milligen en herbelegging IDGO. Voor de verkleining footprint fase 2 is een aanvullende opdracht gegeven aan de defensieonderdelen met een reactietijd tot half februari 2016. Op basis van de reacties zullen de plannen verder worden uitgewerkt. Dit zal naar verwachting medio 2016 zijn voltooid. Voor AOCS Nieuw Milligen en IDGO zie het antwoord op vraag 32.

52

Wat zijn de gevolgen van de vertraging in de ontwikkeling van de Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne Vlissingen?

58

Wat is de verdere planning voor de aanbesteding van de De Ruyterkazerne? Wanneer moet de aanbesteding wel gedaan zijn?

59

Klopt het dat het bij de bouw van de nieuwe marinierskazerne aannemelijk is dat er nog extra vertraging komt bovenop de vertraging van een jaar die al is ontstaan? Zo ja, kunt u aangeven hoeveel die extra vertraging is?

64

Wanneer verwacht men de integrale nieuwe planning van het project Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne te Vlissingen af te ronden?

Het Rijksvastgoedbedrijf heeft een nieuwe planning opgesteld. Deze planning wordt nu aan een second opinion onderworpen. In de vastgoedrapportage van mei 2016 wordt de Kamer hierover geïnformeerd.

53

Wanneer is de rapportage over het risicomanagement bij het vastgoed bij Defensie klaar?

61

Kunt u nadere details geven over de opdracht die de externe deskundige krijgt? Welke opdracht krijgt hij? Welke producten levert hij op? Zijn er mijlpalen? Wanneer ontvangt u de eerste producten? Wanneer is het eindproduct klaar en deelbaar met de Kamer?

62

Kunt u de opdracht aan externe deskundige en zijn werkzaamheden nader toelichten?

63

Wanneer verwacht u de uitwerking van risicomanagement met behulp van een externe deskundige klaar te hebben?

Een externe partij ondersteunt Defensie bij het verder verbeteren van de risicobeheersing van en de verantwoording over de vastgoedportefeuille. Dat gebeurt door middel van interactieve sessies met functionarissen die zich bij Defensie vanuit verschillende verantwoordelijkheden en op verschillende niveaus met vastgoed bezighouden. Deze sessies moeten Defensie in staat stellen om op zowel strategisch, tactisch als operationeel niveau concrete maatregelen te nemen ten behoeve van een betere risicobeheersing. De externe partij levert dan ook geen eindproduct. Met de opgedane kennis moet Defensie het risicomanagement beter leren inrichten en beheersen. Hierbij wordt ook het RVB betrokken. De externe partij zal de opdracht dit voorjaar voltooien. In de vastgoedrapportage van mei wordt de Kamer over de voortgang gerapporteerd.

54

Welke kosten zijn er verbonden aan de externe deskundigheid voor de uitwerking van de risicomanagement van het Defensie-vastgoed?

De kosten bedragen € 17.400 (excl. BTW).

55

Zijn er extra kosten verbonden aan de vertraging bij de projectplanning rond de De Ruyterkazerne in Vlissingen?

Behalve de inflatiecorrectie die moet worden toegepast, zijn er geen noemenswaardige extra kosten verbonden aan de vertraging als zodanig. Weliswaar zijn er kosten verbonden aan het langer openhouden van de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn, maar gedurende de periode van vertraging worden deze kosten niet gemaakt voor de Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne aangezien Defensie pas gaat betalen bij ingebruikname.

56

Welke kosten brengen de aanvullende behoeften mbt het project in Vlissingen (onderbrengen van de KMar- en Natres-eenheden) met zich mee?

Het onderbrengen van de KMar en Natres-eenheden in het project vergt een extra investering van € 1,6 miljoen.

57

Zijn de benodigde onderzoeken die moeten leiden tot een goede risicoverdeling inmiddels afgewerkt en is de verdeling van de risico’s tussen de bij de veranderingen in Vlissingen betrokken partijen inmiddels tot stand is gekomen?

De onderzoeken zijn zo goed als voltooid. Er wordt nu met de regio gesproken over de risicoverdeling. In de vastgoedrapportage van mei 2016 zal de Kamer hierover worden geïnformeerd.

65

Is er meer duidelijkheid over de startdatum van aanbesteding van de kazerne te Vlissingen?

De aankondiging van de aanbesteding wordt niet voor de zomer van 2016 verwacht. Daarover is ook de markt geïnformeerd.

66

Wat zijn de gevolgen voor het aanwijzen van het Zuluhal gemeentelijk monument door de gemeente Zeist?

De gemeente Zeist heeft het ontwerpbesluit genomen om de Zulu-hangaar op de gemeentelijke monumentenlijst te plaatsen. Defensie heeft door middel van een pro forma zienswijze de gemeente verzocht het definitieve besluit met zes maanden uit te stellen. Deze tijd wordt gebruikt om gezamenlijk met de gemeente Zeist tot een oplossing te komen.

68

In hoeverre is de verhuizing van de DMO van de Frederikkazerne te Den Haag naar de Kromhoutkazerne in Utrecht noodzakelijk om de gezamenlijke huisvesting van de AIVD en MIVD op de Frederikkazerne mogelijk te maken?

De nieuwbouw voor de AIVD en de MIVD is gepland op de plaats waar nu de DMO is gehuisvest. Herhuisvesting van de DMO is dus noodzakelijk voor de bouw van de gezamenlijke huisvesting van de AIVD en de MIVD op de Frederikkazerne.

69

Wanneer dient de DMO uiterlijk verhuisd te zijn opdat de totstandkoming van de gezamenlijke huisvesting van de AIVD en de MIVD volgens planning kan verlopen?

74

Heeft het ontbreken van overeenstemming met de DMO medezeggenschap nog invloed op de huisvestingsplannen van de MIVD/AIVD?

75

Welke invloed kan het uitblijven van overeenstemming met de medezeggenschap DMO hebben op het besluit van gezamenlijke huisvesting AIVD-MIVD?

77

Wanneer dient de DMO uiterlijk verhuisd te zijn opdat de totstandkoming van de gezamenlijke huisvesting van de AIVD en de MIVD volgens planning kan verlopen?

De locatie waar de DMO is gehuisvest moet uiterlijk in juni 2017 beschikbaar zijn om de werkzaamheden te kunnen beginnen.

70

Welke extra (exploitatie)kosten brengen alle vertragingen van de diverse projecten, in totaal met zich mee?

De vertragingen die in de laatste rapportage zijn benoemd leveren voor de periode 2016 tot en met 2025 een vermindering van de besparing op van € 32 miljoen. Dit is gemiddeld € 3,2 miljoen per jaar.

78

Kunt u toezeggen dat u – indien zich substantiële wijzigingen voordoen in de huisvestingsplannen van de MIVD – de Kamer daarover via de begrotingen en jaarverslagen van Defensie informeert (bijvoorbeeld onder niet-beleidsartikel 10 Centraal apparaat)?

Wanneer zich substantiële wijzigingen voordoen in de huisvestingsplannen van de MIVD, zal ik de Kamer daarover separaat informeren.

79

Kunt u bij de regio Utrecht bij de volgende rapportage ook het project rond de MatlogCo in Leusden (exploitatiekosten/investeringskosten) meenemen?

Zoals ik u in mijn brief van 28 oktober 2015 (Kamerstuk 33 763 nr. 90) over dit onderwerp heb gemeld, wordt de eerste fase van dit project begin 2016 voltooid. De aanbesteding voor de tweede fase moet nog beginnen. Ik zal u via de voortgangsrapportage vastgoed op de hoogte houden van de ontwikkelingen.

80

Kunt u al iets concreets zeggen over tijdelijke commerciële exploitatie van het Marine Etablissement Amsterdam (MEA)? Hebben partijen reeds interesse getoond? Zo ja, graag een toelichting.

Op 1 januari 2015 heeft Defensie het eerste deel van het Marine Etablissement Amsterdam aan het Rijksvastgoedbedrijf in beheer overgedragen en beschikbaar gesteld voor tijdelijke commerciële exploitatie. Er is veel interesse bij partijen om hier ruimte te huren. De gebouwen zijn nagenoeg volledig verhuurd. Per 4 januari 2016 is een tweede deel van het Marine Etablissement beschikbaar gesteld voor tijdelijke commerciële exploitatie. Ook voor deze gebouwen is veel interesse in de markt.

81

Kunt u aangeven op welke locaties anders dan het MEA u nog meer kijkt naar commerciële mogelijkheden, alsmede naar maatschappelijke mogelijkheden? Welke afspraken heeft u hierover met het RVB gemaakt ten aanzien van bestaande af te stoten voorraad en voor de eventueel nieuw af te stoten voorraad?

Het MEA leent zich voor tijdelijke commerciële exploitatie, omdat het vertrek van Defensie zich over een aantal jaren uitstrekt en er belangstelling in de markt is. Op andere defensielocaties is wel sprake van civiel medegebruik, ook door marktpartijen, maar niet van commerciële exploitatie zoals in Amsterdam. De meeste defensielocaties zijn niet openbaar toegankelijk en daarom hiervoor niet geschikt. Met het Rijksvastgoedbedrijf zijn hierover geen vaste afspraken gemaakt. De mogelijkheid van civiel medegebruik wordt per geval bekeken.

82

Wat zijn de kosten voor de verbouwing van het KMar-gebouw voor de huisvesting van Dienstencentrum Werving en Selectie (DCWS)? Wat is de planning voor deze verbouwing?

Dit project bestaat uit twee delen. Omdat niet alle functionaliteiten van het Dienstencentrum Werving en Selectie op een doelmatige manier in het KMar-gebouw kunnen worden verwezenlijkt, komt er naast dit pand nog een dienstengebouw. Inclusief ontwerpkosten zijn de totale kosten van dit project geraamd onder de € 25 miljoen. Omdat de aanbesteding van dit project nog moet beginnen, kan het geraamde bedrag niet worden genoemd. De aanpassing van het KMar-gebouw wordt in 2018 uitgevoerd. De oplevering staat voor begin 2019 gepland. Het dienstengebouw wordt eind 2018 opgeleverd.

83

Wanneer is het bijgestelde plan voor de project(en) in Den Helder precies klaar?

Volgens de planning is het herbeleggingsplan voor de Nieuwe Haven nog dit jaar gereed.

84

Wat zijn voor Defensie de financiële gevolgen voor het inzetten van de Van Hornekazerne als asielzoekerscentrum, voor de komende vijf jaar?

Defensie heeft de Van Hornekazerne, voordat de kazerne als asielzoekerscentrum werd ingezet, in beheer overgedragen aan het Rijksvastgoedbedrijf. Het gebruik van de kazerne als asielzoekerscentrum heeft voor Defensie geen financiële gevolgen.

85

Wanneer moet de reorganisatie bij de DGO voltooid zijn?

De oprichting van de laatste organisatiedelen staat gepland voor 2016, met voltooiing daarvan in 2017. Volledige realisatie van de gerelateerde vastgoedbehoeften is voorzien voor 2022.

87

Wordt met de nieuwe indeling van de DGO (met 30 vestigingsplaatsen) de gewenste raming/besparing gehaald?

De gewenste besparing wordt naar verwachting gehaald.

88

Kunt u een overzicht geven van al uw huurlocaties, het gebruik van deze locaties en uw plannen met betrekking tot deze locaties, daar u spreekt van het afstoten van een huurlocatie bij de herbelegging KMAR-brigade Noord-Holland?

De totale huurportefeuille van Defensie bestaat momenteel uit zo’n 270 contracten. Een groot deel daarvan betreft technische locaties, zoals opstelplaatsen voor aanvlieg- en obstakelverlichting, antennes, maar er zijn ook aanlegplaatsen, oefen- en schietterreinen. Deze zijn vrijwel altijd direct verbonden aan de operationele taakuitoefening en komen niet voor contractbeëindiging in aanmerking. Voor het terugdringen van de huur van huisvesting gaat de aandacht vooral uit naar kantoorlocaties. Er wordt geprobeerd om voor kantoorruimte zoveel mogelijk gebruik te maken van het defensievastgoed. Defensie heeft nu nog ongeveer 60 contracten voor kantoorruimte. Dit aantal zal in de komende vijf jaar met ongeveer 30 procent gaan afnemen. Defensie heeft in de vastgoedplannen een overzicht van splinter- en huurlocaties opgenomen dat als uitgangspunt geldt voor deze reductie. De KMar-locatie van de brigade Noord-Holland in IJmuiden die nu wordt afgestoten, staat niet in dit overzicht vermeld, omdat het een eigendomslocatie betreft. Abusievelijk is in de voortgangsrapportage vermeld dat het om een huurlocatie gaat.

89

Kunt u concreter toelichten wat het verplaatsen van de luchtgevechtsleiding specifiek complex maakt?

Dit heeft te maken met het command & control systeem waarvan de luchtgevechtsleiding gebruik maakt. De aanleg van de hardware van dit systeem is dusdanig complex dat het systeem niet eenvoudig verplaatsbaar is.

90

Wanneer gaat het concept-reorganisatieplan van de KMar over in een definitief reorganisatieplan?

Voor de reorganisatie ten behoeve van het Landelijk Tactisch Commando (als onderdeel van IGO KMAR) is voor midden 2016 een definitief reorganisatieplan voorzien. Deze planning is mede afhankelijk van het overleg met de centrales van overheidspersoneel.

91

Hoeveel later wordt de Seeligkazerne afgestoten en klopt het dat dit niet terug te zien is in het schema van bijlage 2?

De afstoting van de Seeligkazerne maakt deel uit van de maatregel «Belegging objecten Breda». De vertraging bedroeg een jaar en is verwerkt in de vastgoedrapportage van 26 augustus 2014 (Kamerstuk 33 763, nr. 53). De laatste rapportage laat op dit punt geen verdere wijzigingen meer zien.

Naar boven