33 567 Oprichting Stichting Antonie van Leeuwenhoek-terrein (Stichting AL-terrein)

Nr. 8 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 december 2016

In mijn brieven van 4 juli 2013 (Kamerstuk 33 567, nr. 2) en 30 juni 2015 (Kamerstuk 33 567, nr. 4) heb ik u geïnformeerd over de ontwikkeling van het Antonie van Leeuwenhoek terrein in Bilthoven en over mijn voornemen Intravacc te verzelfstandigen. Dit voornemen is ook opgenomen in de geactualiseerde lijsten voorgenomen privatiseringen en verzelfstandigingen die in 2015 en 2016 door de Minister voor Wonen en Rijksdienst aan uw Kamer zijn verzonden (Bijlage bij Kamerstuk 25 268, nr. 113 en Kamerstuk C, AG).

In deze brief informeer ik u over de uitwerking van mijn plannen met Intravacc (www.intravacc.nl).

Het kabinet volgt het «Besliskader; Verbinding verbroken?» (Kamerstuk C, B)1. Dit besliskader beoogt een verbetering van de besluitvorming over privatisering en verzelfstandiging. Het kader onderscheidt vijf stappen: het voornemen tot privatisering of verzelfstandiging, het ontwerp van het besluit, het nemen van het besluit, het uitvoeren van het besluit en de opvolging daarvan na afloop. Ik werk met deze brief de stappen 1 «voornemen» en 2 «ontwerp» van dat besliskader uit.

De aanleiding van mijn voornemen

Vermijden belangenverstrengeling

Nadat de productiefaciliteiten van het Nederlands Vaccin Instituut (NVI) medio 2012 zijn verkocht aan Bilthoven Biologicals (Bbio) zijn de voormalige taken van het NVI op het gebied van Onderzoek en Ontwikkeling, na de opheffing van het agentschap NVI per 1 januari 2013, verdeeld over het RIVM en Intravacc.

Deze taken zijn behouden vanwege de daaraan voor het Rijk verbonden publieke belangen, maar moesten worden gescheiden om belangenverstrengeling tussen de taken te vermijden.2 De publieke (adviserende) taken zijn ondergebracht bij het RIVM. Het leveren van een bijdrage aan het ontwikkelen van nieuwe en verbeterde vaccins en van alternatieve toedieningsvormen is bij Intravacc belegd.

Intravacc verricht daarvoor met name translationeel onderzoek en ondersteunt technology transfer. Dit betreft een risicovolle en kostbare fase die door de farmaceutische industrie om strategische redenen niet altijd wordt opgepakt (marktfalen). Mede daardoor draagt Intravacc bij aan de vermindering van de kosten en risico’s van vaccinontwikkeling. Intravacc acteert daarbij op het gebied van bacteriële vaccintechnologie, virale vaccintechnologie, innovatieve (synthetische en therapeutische) vaccins en alternatieve toedieningsvormen.

Het translationeel onderzoek van Intravacc voorziet in lacunes tussen enerzijds fundamenteel onderzoek en anderzijds commerciële productie. Door translationeel onderzoek wordt het resultaat van (fundamenteel) onderzoek doorontwikkeld naar een «proof of concept». Voor dat onderzoek werkt Intravacc veelvuldig samen met zowel andere (internationale) onderzoeksinstituten als ook farmaceutische bedrijven. De resultaten van het translationeel onderzoek maken het voor marktpartijen aantrekkelijk om te investeren in verdere productontwikkeling en opschaling.

Ten behoeve van technology transfer zet Intravacc zijn beschikbare kennis op het gebied van vaccinontwikkeling en -productie in om een bijdrage te leveren aan de wereldwijde laagdrempelige toegankelijkheid tot vaccintechnologie. Dat doet het in nauwe samenwerking met diverse internationale partners, zoals de World Health Organisation (WHO) en de Bill & Melinda Gates Foundation (BMGF). Daarbij vindt er afstemming plaats met andere initiatieven in binnen- en buitenland.

Meer ruimte voor ondernemen en efficiënt borgen van de publieke belangen

De werkzaamheden van Intravacc vinden plaats zowel in samenwerking met de industrie als met publieke organisaties. Samenwerking met publieke én private partijen is vanwege de continue ontwikkeling van de stand der techniek, steeds veranderende en nieuwe infectieziekten en een in toenemende mate internationale aanpak nodig om de noodzakelijke kennis en kunde te kunnen blijven ontwikkelen en om zich daaraan aan te passen. De huidige positionering3 van Intravacc, als onderdeel van VWS, past daar niet bij. Deze positionering is, op weg naar verzelfstandiging, ook gezien als een tijdelijke. VWS heeft ook geen ambtelijke onderzoeksinstituten voor antibiotica, nieuwe kankermedicijnen etc.

Het toekomstperspectief van Intravacc als instituut is dat het economische activiteiten verricht binnen de geldende regels, zowel in opdracht van de overheid als ten behoeve van commerciële partijen. Daarnaast spelen andere zaken een rol bij de keuze voor verzelfstandiging. Hierbij kan gedacht worden aan beperking in slagvaardigheid als gevolg van aanbestedingsregels, beperkte mogelijkheden om extra of nieuwe investeringen te doen als gevolg van een terugtredende overheid en het kasstelsel en regulering die niet bij de markt past.

Tot slot heeft Intravacc te maken gehad met afwegingen rond de inzet van schaarse publieke middelen bij het Rijk. De minimale omvang van fte’s maar vooral ook van de brede kennisbasis, alsook benodigde investeringen om alle noodzakelijke taken goed te kunnen vervullen, komen daarmee in zicht.

Ook uit de conclusies van het Eindrapport Toekomst Vaccintaken4 spreekt dat het voor Intravacc het beste is om gepositioneerd te worden buiten het Rijk met als voordelen:

  • Intravacc kan dezelfde diensten blijven leveren, tegen waarschijnlijk lagere kosten;

  • Intravacc heeft meer vrijheid bij het aangaan van partnerships;

  • Intravacc kan gemakkelijker andere inkomstenbronnen aanboren;

  • Intravacc heeft een (onafhankelijke) positie buiten het Rijk. Daarmee wordt de schijn van belangenverstrengeling in verband met door het Rijk te voeren beleid en in dat kader te nemen beslissingen tegengegaan.

Om bovengenoemde redenen heb ik besloten Intravacc te verzelfstandigen.

Voorbereiding verzelfstandiging en Stakeholders

Vanaf 2014 is door het departement en in samenwerking met de relevante collega-departementen (Economische Zaken, Buitenlandse Zaken en Financiën) over de positionering van Intravacc gesproken en is de verzelfstandiging van Intravacc voorbereid. Bij Intravacc is een nieuw managementteam met ervaring met de markt aangesteld. Ook wordt gewerkt aan een cultuuromslag; van een overheid gefinancierde naar een meer bedrijfsmatige en marktconform opererende organisatie. Dat heeft nu al geleid tot meer vertrouwen en opdrachten vanuit de markt en overigens ook van de WHO en de BMGF. De medewerkers van Intravacc ondersteunen de verzelfstandiging naar een meer solide verdienmodel.

Er is in 2014 uitgebreid gesproken met de nationale en internationale stakeholders van Intravacc met het oog op de voorgenomen verzelfstandiging.

De belangrijkste stakeholders zijn:

  • Universiteiten en startups binnen de topsector Life Sciences & Health;

  • De rijksoverheid (naast het Ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport zelf), met name de ministeries van Economische Zaken en Buitenlandse Zaken en het RIVM;

  • Strategische partners: in het bijzonder de WHO en de BMGF;

  • Andere marktpartijen, waaronder de farmaceutische industrie.

Uit deze contacten kwam het volgende beeld naar voren:

Intravacc is qua kennis een uniek instituut en vormt de schakel tussen universiteiten, startups en de vaccinindustrie. Vanouds heeft Nederland een bijzondere positie bij het ontwikkelen van vaccins. Nog steeds zijn meer dan een derde van de vaccins in de wereld gebaseerd op vindingen van Intravacc en zijn voorgangers.

Intravacc, speelt ook vandaag de dag nog een grote rol bij de ontwikkeling van nieuwe of verbeterde vaccins, en alternatieve toedieningsvormen.

Universiteiten en startups ontwikkelen een fors aantal innovatieve concepten. Het daadwerkelijk naar de markt brengen van deze vindingen blijft een uitdaging. Bij vaccins gaat het om een jarenlang, hooggespecialiseerd en vooral ook kostbaar proces.

Stakeholders zien Intravacc als een instituut dat de schakel vormt tussen «ontdekking» en «commercieel op de markt brengen». Wereldwijd zijn er maar enkele vergelijkbare instituten die de keten tussen ontdekking («concept»), «proof of concept» en «commercieel op de markt brengen» overzien en afdekken.

Het meer bedrijfsmatig werken «at armslength» van de overheid wordt vrijwel zonder uitzondering als een voordeel gezien door de diverse stakeholders. Met name marktpartijen zien hier veel voordeel in en een reden om in de toekomst met Intravacc te gaan samenwerken of de bestaande samenwerking uit te breiden. We zijn met de WHO in gesprek over de toekomstige samenwerking. We zijn positief dat we, met het borgen van de publieke belangen, ook tegemoet kunnen komen aan de voorwaarden die de WHO stelt aan samenwerking met niet-overheidspartijen. De BMGF ziet de voorgestelde verzelfstandiging van Intravacc als een kans en wil daaraan zijn bijdrage leveren. Wel benadrukt de BMGF de noodzaak om Intravacc voldoende onafhankelijk van dominante marktpartijen te positioneren.

De publieke belangen

In de publieke gezondheidszorg is het bestrijden en voorkomen van infectieziekten onder meer door ontwikkeling en verbetering van vaccins een algemeen erkend publiek belang5. Mede als gevolg van de globalisering, migratie, klimaatveranderingen, verstedelijking en vooral in Nederland ook doordat mens en dier op een relatief klein oppervlakte samen leven, neemt de kans op (nieuwe) infectieziekten toe. Het nemen van maatregelen om uitbraken en verspreiding van infectieziekten te voorkomen is een overheidstaak. Vaccins spelen bij de preventie van infectieziekten een belangrijke rol. Vaccineren is een beproefde methode die kosteneffectieve gezondheidswinst oplevert en die een belangrijke bijdrage levert aan het voorkomen van uitbraken en verspreiding van infectieziekten. De ontwikkeling en productie van vaccins, maar ook van «emergency» vaccins zal daarbij steeds belangrijker worden. Ook doordat in toenemende mate optreden van epidemieën door nieuwe virussen (bijvoorbeeld influenza, SARs, MERs), uitbraken van pathogene bacteriën (enterohemorragische E.coli (EHEC)) en infectiehaarden in medische faciliteiten van antibioticaresistente bacteriën (bijvoorbeeld Staphylococcus aureus (MRSA), Klebsiella pneumoniae, Clostridium difficile (CDAD), Acinetobacter baumannii, Burkholderia cepacia, Clostridium difficile, Enterobacteriaceae, Enterococci).

In relatie tot de verzelfstandiging van Intravacc gaat het voor de overheid ook de komende jaren om vier speerpunten. Deze speerpunten zijn: het leveren van een bijdrage aan vaccinontwikkeling en vaccinverbetering, een bijdrage aan vaccinontwikkeling in geval van calamiteiten, wereldwijde toegang tot goede en betaalbare vaccins en vermindering c.q. vervanging van dierproeven.

Het eerste speerpunt ziet op het leveren van een bijdrage aan het ontwikkelen van waardevolle vaccins tegen nieuwe of opnieuw opkomende infectieziekten, alsook het verbeteren van bestaande vaccins en het ontwikkelen van waardevolle vaccins inclusief alternatieve toedieningsvormen6. Dit belang komt vooral tot haar recht bij die vaccins waar de industrie vanwege commerciële overwegingen niet of onvoldoende geïnteresseerd is (marktfalen). In samenwerking met het AMC werkt Intravacc bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van een vaccin tegen de ziekte van Lyme. De overheid draagt bij aan de ontwikkeling van het RSV vaccin en het verbeterd Kinkhoestvaccin.

Het tweede speerpunt is gericht op de ontwikkeling van vaccins in geval van calamiteiten. Op nationaal niveau is het RIVM, in nauw overleg met de WHO en het European Centre for Disease Prevention and Health Control («ECDC») belast met de calamiteitenfunctie waarbij zij de overheid voorzien van adviezen. In bepaalde gevallen van dreigingen kan het evenwel noodzakelijk zijn om met voorrang een nieuw vaccin te ontwikkelen of te verbeteren en proefproducties te doen (2e lijnfunctie). Het is dus relevant dat de overheid toegang heeft tot de noodzakelijke faciliteiten teneinde adequaat te kunnen reageren op dreigingen.

Het derde speerpunt betreft de wereldwijde toegankelijkheid tot goede en betaalbare vaccins. Hierbij onderscheid ik twee aspecten. Het eerste aspect houdt verband met het snel verspreiden van infectieziekten als gevolg van migratie en toerisme. Recente voorbeelden zijn het Zika en het Ebola virus die zich steeds sneller en wereldwijd verspreiden. Het tweede aspect van die toegankelijkheid ziet op het beleidsdoel om ook Nederlandse technologie en kennis wereldwijd ter beschikking te stellen ten einde goede en betaalbare vaccins toegankelijk te maken7. Deze punten passen beleidsmatig onder de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties, zoals die door Nederland zijn onderschreven in het Aid en Trade beleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken8.

Tot slot speelt Nederland een voortrekkersrol bij de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven (vierde speerpunt). Ik verwijs naar het plan van aanpak dierproeven en alternatieven van mijn collega, de Minister van Economische Zaken dat op 28 februari 2014 naar de Tweede Kamer gestuurd.9 Hierin wordt aangegeven dat borging van het dierenwelzijn en een respectvolle omgang met dieren onderdeel is van het overheidsbeleid en dat er wordt gestreefd naar zo min mogelijk dierproeven en waar ze onvermijdelijk zijn naar optimale verfijning, vervanging en vermindering (de 3V’s).

Borging publieke belangen: nu

De uitvoering van activiteiten die bij de vier hierboven specifiek genoemde speerpunten horen, zijn nu door middel van opdrachten succesvol ondergebracht bij onder andere de overheidsdienst Intravacc.

Zo heeft Intravacc door de jaren op waardevolle wijze bijgedragen aan de ontwikkeling van diverse vaccins en alternatieve toedieningsvormen die niet door de farmaceutische sector werden opgepakt (eerste speerpunt). De lopende ontwikkeling van de verschillende poliovaccins, een verbeterd kinkhoestvaccin, een RSV vaccin en het vaccin tegen de ziekte van Lyme zijn daar getuige van.

Voorts vervult Intravacc vanwege de beschikking over de platformtechnologie en faciliteiten een waardevolle rol bij de ontwikkeling van benodigde vaccins bij calamiteiten (tweede speerpunt). De platformtechnologie van Intravacc maakt het namelijk mogelijk om bij nieuwe dreigingen met voorrang, al dan niet in samenwerking met de farmaceutische industrie, een nieuw vaccin te ontwikkelen en proefproducties te doen.

Ten aanzien van de toegankelijkheid van wereldwijde vaccins (derde speerpunt) erkennen zowel de WHO als de BMGF dat Intravacc voor hen een cruciale speler is en verlenen zij uit dien hoofde, veelal samen met het Rijk, opdrachten aan Intravacc. Dat geldt voor meerdere activiteiten van Intravacc, maar vooral ook voor de polio-eradicatie doelstelling («polio de wereld uit»). Op dit punt speelt Intravacc een rol bij het, in opdracht van de WHO en in samenwerking met een aantal private bedrijven, ontwikkelen van een verbeterd poliovaccin (Sabin10).

Daarnaast heeft Nederland in het recente verleden een belangrijke rol gespeeld bij het toegankelijk maken van conjugaatvaccin technologie waardoor vele miljoenen kinderen in ontwikkelingslanden nu kunnen worden gevaccineerd tegen Haemophilus influenzae b. En ook op het gebied van influenza heeft Intravacc in opdracht van de WHO meegeholpen aan het wereldwijd toegankelijk maken van vaccinproductiekennis. Groot belang wordt ook gehecht aan «Technology Transfer», waarbij Intravacc in opdracht van deze gouvernementele organisaties haar kennis en ervaring deelt met de ontwikkelingslanden. Hiermee voldoet Intravacc aan de wens van de overheid om Nederland als kennisland te profileren.

Tot slot werkt Intravacc actief aan alternatieven voor dierproeven door het doen van onderzoek gericht op vervanging, vermindering en verfijning van dierproeven, innovaties en het beschermingsniveau voor proefdieren11 (vierde speerpunt). Nederland speelt een voortrekkersrol bij de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven. In haar brief aan de Tweede Kamer spreekt de Staatssecretaris van Economische Zaken de wens uit Nederland nog sterker te profileren in de discussie over bruikbare alternatieven. Dit beleid houdt in dat er wordt gestreefd naar zo min mogelijk dierproeven en waar ze onvermijdelijk zijn naar optimale verfijning, vervanging en vermindering (3V). De activiteiten van Intravacc passen goed in dit 3V-beleid van de overheid. Door het doen van innovatief onderzoek gericht op vervanging, verfijning en vermindering van proefdieren kan Nederland de koploperspositie in Europa behouden en verstevigen en het proefdierwelzijn.

Borging publieke belangen: na verzelfstandiging

Na goed overleg met het management van Intravacc concludeer ik dat Intravacc ook na de toekomstige positionering een bijdrage aan de publieke belangen kan blijven leveren. In mijn overweging heeft het feit dat veel van de lopende projecten een looptijd van meerdere jaren kent een rol gespeeld. Ik kies er voor om deze bijdrage aan de publieke belangen, zoals hierboven omschreven en zoals nu door Intravacc uitgevoerd, in de vorm van contractuele afspraken voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van privatisering bij Intravacc onder te brengen. Hierover zal ik goede contractuele afspraken met de toekomstige koper van Intravacc maken. Deze afspraken, die de vorm van voorwaarden kunnen krijgen, zullen mede betrekking hebben op de toekomst van Intravacc en haar personeel.

Ik hecht er evenwel aan te benadrukken dat de contractuele afspraken met Intravacc beperkt zijn tot de huidige opdrachten en voor een periode van vijf jaar. Het staat de overheid dus vrij om andere c.q. nieuwe opdrachten bij andere derde organisaties onder te brengen. Dergelijke opdrachten zullen in overeenstemming met de aanbestedingsregels worden uitgevoerd. Intravacc kan meedingen al dan niet samen met andere partijen (consortium).

De verzelfstandiging zal na een periode van vier jaar worden geëvalueerd, zoals die in het beleidskader verzelfstandigingen en privatiseringen wordt voorgeschreven.

Toekomstige positionering Intravacc

Alle vormen van privatisering en verzelfstandiging, zoals vermeld in bijlage 1 van het besliskader, zijn doorgenomen en geanalyseerd.

Ik heb u al aangegeven dat een positionering buiten het Rijk voor Intravacc noodzakelijk is om de mogelijke schijn van belangenverstrengeling te voorkomen, als ook om Intravacc meer ruimte te bieden om haar activiteiten efficiënter uit te kunnen voeren en om meer opdrachten van buiten het Rijk aan te kunnen trekken. Een goede positionering en versterking van de positie van Intravacc waarbij zij eenvoudig partnerships kan aangaan met private partijen past ook in de doelstellingen van Nederland kennisland.

Er komen in geval van positionering buiten het Rijk drie vormen in aanmerking bij een verzelfstandiging van Intravacc: (1) verzelfstandiging in een door het Rijk op te richten stichting of besloten vennootschap (B.V.), (2) een door het Rijk op te richten stichting als aandeelhouder van een besloten vennootschap waarin Intravacc wordt verzelfstandigd of (3) overname van Intravacc door een derde partij. In alle genoemde gevallen kan een situatie gecreëerd worden waarin de publieke belangen voldoende worden geborgd.

Verzelfstandiging in een door het Rijk op te richten stichting waarin Intravacc wordt ondergebracht, past minder goed bij het voor de Staat geldende stichtingenkader en is niet passend bij Intravacc als onderneming in een internationale markt.

Wat betreft een door het Rijk op te richten stichting als aandeelhouder van een besloten vennootschap waarin Intravacc wordt verzelfstandigd, geldt dat daarvoor naar huidig inzicht geen zwaarwegende argumenten zijn die de borging van de publieke belangen via een staatsdeelneming rechtvaardigen, zoals verlangd wordt door de Nota Deelnemingenbeleid rijksoverheid 2013.

Op basis van zojuist gestelde heb ik besloten dat een overname door een private partij met borging van de publieke belangen voor Intravacc via contractuele afspraken, het meest opportuun is. Ik zal deze optie verder laten uitwerken. Een belangrijke voorwaarde is dat de private partij een goede reputatie heeft ten aanzien van de publieke belangen en dat hij aanvaardbaar is als partner voor een breed scala van opdrachtgevers als overheden, niet-gouvernementele organisaties (NGO's) en farmaceutische bedrijven.

Uit een recent gehouden marktverkenning blijkt dat er voldoende partijen daadwerkelijk interesse hebben in een overname van Intravacc met behoud van de onafhankelijke positie als onderzoeksinstituut en met borging van de publieke belangen12. Daarbij is de vorm van het oprichten van een B.V. en de verkoop van de aandelen de meest gerede optie.

Op korte termijn zal een verkoop worden voorbereid en ingezet.

Uiteraard zal het verkoopproces de gebruikelijke procesgang, die bij dergelijke transacties gelden, doorlopen. De op te richten B.V. wordt eerst operationeel nadat zekerheid is over de verkoop aan een gerede marktpartij13. Verder zal bij de verzelfstandiging worden voldaan aan de van toepassing zijnde regels met betrekking tot aanbesteding, het verbod op staatssteun, het van overheidswege (doen) oprichten van rechtspersonen en de parlementaire betrokkenheid daarbij. Het eindresultaat zal een bindend bod zijn, waarbij de koper instemt met het koopcontract en de statuten van Intravacc. In de volgende brief zal ik u hier verder over informeren, evenals over de kosten van de verzelfstandiging en de effecten voor de rijksbegroting.

Voorbereiden besluit

Met het voorgaande heb ik de stappen 1 (voornemen) en 2 (ontwerp) uit het besliskader afgerond.

De volgende stap is het nemen van een besluit over de wijze waarop ik Intravacc zal verzelfstandigen. In de eerste helft van 2017 zal ik u informeren over het genomen besluit (stap 3) en dat in voorhang aan u voorleggen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers


X Noot
1

Zie ook brief van de Minister van Rijksdienst en Wonen van 21 januari 2015, Kamerstuk C, Y

X Noot
2

Eindrapport Toekomst Vaccintaken, VWS 21 mei 2012, raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Intravacc is bij de splitsing voorlopig ondergebracht bij de tijdelijke projectdirectie Antonie van Leeuwenhoek terrein (PD Alt)

X Noot
4

Zie voetnoot 2.

X Noot
5

Rapport en conclusies over de nationale publieke belangen bij vaccinonderzoek, Ir. Hans de Goeij, 21 augustus 2015, raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
6

Intravacc is intensief betrokken bij de ontwikkeling van de Bioneedle (Nationaal Icoon 2014)

X Noot
7

Kabinetsreactie IOB evaluatie: «Betaalbare, toegankelijke en beschikbare geneesmiddelen, waaronder ook vaccins, diagnostica en producten als anticonceptie ten behoeve van seksuele en reproductieve gezondheid, zijn een prioriteit voor Nederland in binnen- en buitenland. Te dure middelen, gebrek aan innovatie en weinig keuzemogelijkheden zijn niet langer alleen een probleem voor landen met een laag- of middeninkomen, maar in toenemende mate ook voor rijkere landen. De ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Buitenlandse Zaken pleiten gezamenlijk voor een gecoördineerde aanpak op wereldschaal voor onderzoek en ontwikkeling van medicijnen die de markt niet of niet tegen betaalbare prijzen levert.» Kamerstuk 33 625, nr. 229)

X Noot
8

Beleidsnota «wat de wereld verdient: Een nieuwe agenda voor hulp, handel en investeringen» Kamerstuk 33 625, nr. 1

X Noot
9

Brief van 28 februari 2014, betreffende het plan van aanpak dierproeven en alternatieven, Kamerstuk 32 336, nr. 27

X Noot
10

Een geïnactiveerd poliovaccin dat ook in niet Westerse landen geproduceerd kan worden.

X Noot
11

Kamerstuk 32 336, nr. 27.

X Noot
12

Verkoop aan een partij die uitsluitend interesse heeft in de commerciële mogelijkheden die de activa van Intravacc bieden, kan daarmee worden uitgesloten.

X Noot
13

Deze procedure heb ik eerder en met succes gevolgd bij de verkoop van de productiefaciliteiten van het NVI.

Naar boven