Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 33567 nr. 4 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 33567 nr. 4 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 juni 2015
Zoals in het WGO van 25 juni jl. toegezegd ga ik in deze brief in op het VWS-aandeel in de opbrengsten en kosten van de verkoop van het Antonie van Leeuwenhoekterrein. Ik doe dit mede namens de Minister voor Wonen en Rijksdienst die verantwoordelijk is voor het Rijksvastgoedbedrijf. Verder informeer ik u in deze brief over de ontwikkeling van het Antonie van Leeuwenhoekterrein en de uitwerking van mijn plannen met Intravacc (www.intravacc.nl).
Context en voorgeschiedenis
Het project Antonie van Leeuwenhoek terrein kent een lange geschiedenis en is een bijzonder proces. Op verschillende momenten hebben mijn voorgangers en ikzelf uw Kamer geïnformeerd. Gezien de actuele vragen en ontwikkelingen schets ik om te beginnen de voorgeschiedenis op hoofdlijnen.
Het project startte feitelijk met de brief van de Minister van VWS van 10 februari 20091 waarin het voornemen werd gemeld om de zwaar verliesgevende productietaken en -diensten van het Nederlands Vaccin Instituut af te stoten.
In brieven daarna en antwoorden op door u gestelde vragen werd dit voornemen nader uitgewerkt. In 2009 werd besloten de productiefaciliteiten te verkopen aan een private partij met borging van de in het geding zijnde publieke belangen.2 3
Op 12 juni 2012 bereikte de Staat overeenstemming over de verkoop van zijn belang van 100% in Bilthoven Biologicals BV. De aandelen zijn gekocht door het Serum Institute of India, ’s werelds grootste producent van mazelen- en DTP-vaccins, gevestigd in India (Kamerstuk 32 589, nr. 5). De verkoopopbrengst van de aandelen bedroeg € 32 miljoen en de werkgelegenheid is voor 200 medewerkers behouden. Tevens betekende de verkoop het einde van een structureel verliesgevende activiteit. In de jaren vóór de verkoop bedroeg het jaarlijks verlies € 20 tot € 25 miljoen.
Parallel aan de discussie over de toekomst van het Nederlands Vaccin Instituut speelde de besluitvorming over de verhuizing van het RIVM naar de nieuwbouw in Utrecht. Hiervoor waren in de kern twee redenen. De noodzakelijke investeringen in het Antonie van Leeuwenhoek terrein en de positionering van het RIVM als kenniscentrum op het Utrechts Sciences Park. Samen met de Rijksgebouwendienst werd geconcludeerd dat er omvangrijke investeringen noodzakelijk waren om het RIVM in de toekomst adequaat te blijven huisvesten op het Antonie van Leeuwenhoekterrein en dat een nieuwe compacte huisvesting op het Utrechts Sciences Park tot belangrijke besparingen zou kunnen leiden. Bovendien biedt huisvesting van het RIVM op het Utrechts Sciences Park (dicht bij andere kennispartners) veel voordelen.
Naar aanleiding daarvan werd een scenario uitgewerkt om het Antonie van Leeuwenhoekterrein af te stoten en te herontwikkelen voor woningbouw.
Door het besluit om de productie activiteiten van het Nederlands Vaccin Instituut te verkopen is het scenario herontwikkeling voor woningbouw verlaten.
Voor de nieuwe huisvesting van RIVM is indertijd een uitgebreide businesscase gemaakt. In 2010 is berekend dat de exploitatielasten (rente en afschrijving gebouw(en), onderhoud en facilitaire dienstverlening) voor de nieuwbouw € 7 miljoen per jaar lager uit zou vallen dan het kostenniveau van 2010.
Achtergrond, kosten en opbrengsten verkoop Antonie van Leeuwenhoekterrein
Bij de verkoop van de productiefaciliteiten van het voormalig Nederlands Vaccin Instituut is met Bilthoven Biologicals (eigenaar Serum Instituut India) een optie op koop van een deel (ruim de helft) van het terrein overeengekomen. Tot mijn tevredenheid is het gelukt om in 2014 uiteindelijk het gehele terrein te verkopen aan Bilthoven Biologicals waarmee langdurige leegstand op dit bedrijventerrein is voorkomen en werkgelegenheid behouden is gebleven.
Op 12 december 2013 is er een koopovereenkomst gesloten tussen de Staat en Bilthoven Biologicals B.V. (www.bilthovenbiologicals.nl) over het Antonie van Leeuwenhoekterrein. Op 14 februari 2014 is het terrein opgeleverd door de Rijksgebouwendienst (nu Rijksvastgoedbedrijf) en is Bilthoven Biologicals voor € 48,3 miljoen eigenaar geworden van het Antonie van Leeuwenhoekterrein. Door deze verkoop kan het Antonie van Leeuwenhoekterrein zich verder ontwikkelen tot een volwaardig Science Park. Het RIVM huurt tot het vertrek naar de nieuwbouw in de Uithof, voorzien in 2018, de gebouwen en faciliteiten van Bilthoven Biologicals. Ook het Planbureau voor de Leefomgeving, het Facilitair bedrijf Antonie van Leeuwenhoekterrein (tot 2015) en Intravacc (onderdeel van de projectdirectie Antonie van Leeuwenhoekterrein) huren sindsdien van Bilthoven Biologicals. De huur -en verkoopprijs van het terrein zijn marktconform vastgesteld.
Het bedrag van € 48,3 miljoen is in 2014 naar de begroting van het agentschap Rijksgebouwendienst, nu Rijksvastgoedbedrijf (RVB), onderdeel van het begrotingshoofdstuk 18 Wonen en Rijksdienst, overgemaakt. Samengevat kan gesteld worden dat de af te dekken posten bij de verkoop € 98 miljoen bedroegen (het grootste deel daarvan betrof de boekwaarde van € 81,4 miljoen). Na aftrek van de verkoopopbrengst van € 48,3 miljoen resteerde een verschil € 49,7 miljoen, waarvan het Rijksvastgoedbedrijf € 13 miljoen heeft betaald en VWS € 36,7 miljoen. Deze verdeling op grond van het vigerende huisvestingsstelsel en aanvullende afspraken tussen VWS en het Rijksvastgoedbedrijf. Zie onderstaande tabel:
Kosten en baten verkoop Antonie van Leeuwenhoekterrein
Boekwaarde, kosten leasecontracten en kosten onderhanden werk |
€ 98,0 |
Opbrengst verkoop |
€ 48,3 |
Verschil kosten en baten |
€ 49,7 |
wv. dekking verschil door RVB |
€ 13,0 |
wv. dekking verschil door VWS |
€ 36,7 |
Bedragen in miljoen euro
Naast de opbrengst van de verkoop is er sprake van verschillende kostenposten. In de tweede suppletoire begroting 2013 van VWS (Kamerstuk 33 805 XVI, nr. 2) is aangegeven dat er een reservering van € 50 miljoen was gemaakt voor het VWS-deel van het verwachte boekwaardeverlies bij de verkoop van het Antonie van Leeuwenhoekterrein. In het jaarverslag 2013 van VWS (Kamerstuk 33 930 XVI, nr. 1) is vervolgens gemeld dat VWS € 49,9 miljoen heeft betaald aan de Rijksgebouwendienst (nu Rijksvastgoedbedrijf) en dat het daarbij ging om het VWS-aandeel in het verschil tussen de opbrengst van het terrein en de boekwaarde van het terrein, inclusief egalisatievordering en de kosten voor de vervroegde afkoop van op acht gebouwen rustende leasecontracten. Deze kosten, inclusief de projectkosten Rijksvastgoedbedrijf en de afkoop apparaatskosten Rijksvastgoedbedrijf, staan in de onderstaande tabel:
Kosten VWS verkoop Antonie van Leeuwenhoekterrein
Dekking boekwaardeverlies VWS |
€ 36,7 |
Egalisatievordering RVB |
€ 12,6 |
Betaling saldo projectkosten RVB |
€ 0,4 |
Eénmalige afkoop apparaatskosten RVB |
€ 0,4 |
Terugbetaling RVB |
– € 0,2 |
Totaal kosten VWS |
€ 49,9 |
Bedragen in miljoen euro
In de bijlage 1 staat een overzicht met het VWS-aandeel in het verschil tussen de opbrengst van het terrein en de boekwaarde van het terrein, inclusief egalisatievordering, onderhanden werk en de kosten voor vervroegde afkoop van op een acht gebouwen rustende leasecontracten. De verschillende posten van de eindafrekening tussen VWS en het Rijksvastgoedbedrijf staan in de bijlage beschreven4.
Voorts wil ik nog melden dat er tussen de koper en het Rijksvastgoedbedrijf nog een discussie gaande is over mogelijk achterstallig onderhoud.
Ontwikkeling en Toekomst Antonie van Leeuwenhoek-terrein
In mijn brief van 4 juli 2013 (Kamerstuk 33 567, nr. 2) heb ik u geïnformeerd over de ontwikkeling van het Antonie van Leeuwenhoekterrein in Bilthoven en over mijn voornemen Intravacc per 1 januari 2015 te privatiseren of te verzelfstandigen. Dit voornemen is ook opgenomen in de geactualiseerde lijst voorgenomen privatiseringen en verzelfstandigingen die door de Minister voor Wonen en Rijksdienst aan uw Kamer is verzonden (Kamerstuk C, P). Op 22 december 2014 (Tweede Kamer, stand van zaken moties en toezeggingen, Kamerstuk 34 000 XVI, nr. 97) heb ik u geïnformeerd over de verkoop van het Antonie van Leeuwenhoek terrein en het verder uitwerken van de verzelfstandiging van Intravacc.
In deze brief informeer ik u over de ontwikkeling van het Antonie van Leeuwenhoekterrein en de uitwerking van mijn plannen met Intravacc (www.intravacc.nl).
In mijn brief van 4 juli 2013 heb ik u geïnformeerd over de resultaten van de verkenning die ik samen met de gemeente De Bilt, de Provincie Utrecht en het Utrecht Science Park heb gedaan naar de mogelijkheden om het Antonie van Leeuwenhoekterrein, op weg naar het vertrek van het RIVM in 2018, te ontwikkelen tot Science Park. De conclusie was dat het Antonie van Leeuwenhoekterrein een unieke infrastructuur kent met alles wat nodig is voor vaccinproductie en -ontwikkeling, maar dat het ook aantrekkelijk is voor bedrijven op het gebied van monoclonals en life sciences in het algemeen. De eerste stappen op dit pad zijn inmiddels met succes gezet.
Het eerste nieuwe bedrijf heeft zich eind 2013 op het Antonie van Leeuwenhoekterrein gevestigd. Het betreft Micreos (www.micreos.com). Inmiddels heeft het bedrijf Cipla (www.cipla.com) zich begin 2015 op het terrein gevestigd. Bij deze bedrijven gaat de kerntaak om een combinatie van research en productie. Met een aantal andere bedrijven lopen vergaande gesprekken over vestiging op het Antonie van Leeuwenhoekterrein.
Bilthoven Biologicals – voortgekomen uit de verkoop van de productiefaciliteiten van het Nederlands Vaccin Instituut en eigenaar en hoofdgebruiker van het Antonie van Leeuwenhoekterrein – ontwikkelt zich bovendien in hoog tempo waardoor zij het Antonie van Leeuwenhoekterrein intensiever gebruikt.
Door de koop van het Antonie van Leeuwenhoekterrein is Bilthoven Biologicals verantwoordelijk geworden voor het beheer en onderhoud van het terrein. Bij de koop is afgesproken dat Bilthoven Biologicals ook het Facilitair bedrijf Antonie van Leeuwenhoekterrein (voormalige facilitair bedrijf van het RIVM) overneemt. Na een periode van zorgvuldige voorbereiding, waarbij overeenstemming is bereikt met personeel/OR, de vakbonden en de koper Bilthoven Biologicals over de voorwaarden van deze overgang, heeft de overdracht op 31 december 2014 plaatsgevonden. Hiermee is de werkgelegenheid van de ruim 50 medewerkers van het Facilitair bedrijf Antonie van Leeuwenhoekterrein veilig gesteld.
De werkgelegenheid op het Antonie van Leeuwenhoekterrein is door alle ontwikkelingen sinds 1 januari 2013 gegroeid met ruim 230 medewerkers. Daarnaast worden door de nieuwe gebruikers van het Antonie van Leeuwenhoekterrein forse investeringen (tien tallen miljoenen euro's) gedaan op het Antonie van Leeuwenhoekterrein, vooral in de productiefaciliteiten van Bilthoven Biologicals.
Het Antonie van Leeuwenhoekterrein ontwikkelt zich tot een hoogwaardige locatie voor ontwikkeling en productie van vaccins en daarmee blijft ons land voorloper op dit gebied.
Verzelfstandiging Intravacc
Mijn voornemen om Intravacc te verzelfstandigen sluit aan bij de ontwikkelingen op het Antonie van Leeuwenhoekterrein. Hierbij treft u de uitwerking van mijn eerdere voornemen aan.
De aanleiding van mijn voornemen
Op 1 januari 2011 zijn de taken van het Nederlands Vaccin Instituut opgesplitst. De productietaken zijn ondergebracht bij Bilthoven Biologicals, de overige taken zijn naar het RIVM gegaan. Vanwege het toenemend besef dat de combinatie van verschillende vaccintaken in één organisatieonderdeel van de Staat het risico geeft dat er een beeld ontstaat van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling, is in 2012 besloten de taken van het RIVM verder op te splitsen. De taken op het gebied van Onderzoek en Ontwikkeling zijn daarom, per 1 januari 2013, verdeeld over het RIVM en Intravacc. De publieke adviserende taken zijn ondergebracht bij het RIVM. Het ontwikkelen van nieuwe en verbeterde vaccins en alternatieve toedieningsvormen, het translationeel onderzoek en de technology transfer zijn bij Intravacc ondergebracht.
De werkzaamheden van Intravacc vinden plaats op het raakvlak van en in samenwerking met de industrie. De huidige positionering van Intravacc, als onderdeel van VWS, past daar niet bij. Immers, Intravacc verricht economische activiteiten binnen de geldende regels, zowel in opdracht van de overheid als ten behoeve van commerciële partijen. Daarbij zijn de werkzaamheden van Intravacc, zolang zij volledig onderdeel van de Staat is, onderworpen aan de kaders van de Wet Markt en Overheid en zal de bedrijfsvoering van Intravacc daarop moeten worden ingericht.
Daarnaast spelen er andere zaken een rol bij de keuze voor verzelfstandiging. Hierbij kan gedacht worden aan objectieve zaken voortvloeiend uit de huidige positie als onderdeel van de Staat, zoals beperking in slagvaardigheid als gevolg van aanbestedingsregels, beperkte mogelijkheden om extra of nieuwe investeringen te doen als gevolg van een terugtredende overheid en het kasstelsel, en regulering die niet bij de markt past. Ook subjectieve zaken spelen een rol: voor private stakeholders in deze markt is het onderbrengen van commerciële opdrachten bij de overheid minder aantrekkelijk.
Tot slot heeft Intravacc (evenals zijn voorgangers), vanwege de strikte keuzes die gemaakt moesten worden in deze economisch zware tijden, te maken gehad met afwegingen rond de inzet van schaarse publieke middelen bij het Rijk. De minimale omvang van fte’s maar vooral ook van de brede kennisbasis, alsook benodigde investeringen om alle noodzakelijke taken goed te kunnen vervullen komen daarmee in zicht. Verzelfstandiging, met borging van de publieke belangen, biedt voor Intravacc ruimte voor ontwikkeling.
Ten slotte speelt Intravacc zowel in ons land als in Europa een voortrekkersrol bij de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven. Intravacc draagt hieraan bij door het doen van onderzoek gericht op vervanging, vermindering en verfijning van dierproeven (Tweede Kamer, vergaderjaar 2012–2013, 32 336, nr. 11).
In overleg met de Staatssecretaris van Economische Zaken, die verantwoordelijk is voor het proefdierbeleid, zal bezien worden hoe ontwikkeling van alternatieven voor proefdieren op het gebied van vaccins en alternatieve toedieningsvormen, inclusief het translationeel onderzoek, voor nu en voor de verdere toekomst het best geborgd kan worden.
Intravacc heeft op dit moment hoogwaardige proefdierfaciliteiten. Deze faciliteiten zijn cruciaal voor het werk van Intravacc en andere partijen op het Antonie van Leeuwenhoekterrein, met name ook voor de vaccinproductie van Bilthoven Biologicals.
Het beleid om het aantal dierproeven waar mogelijk te beperken is succesvol. Door de gestage afname van dierproeven is er sprake van overcapaciteit, zowel bij Intravacc als breder in de omgeving van Utrecht. Ik ben met verschillende partijen in gesprek om te komen tot concentratie en reductie van deze faciliteiten.
Bij het proces voor de uitwerking neem ik het «Besliskader; Verbinding verbroken?» (Kamerstuk C, B) als uitgangspunt ten behoeve van een gedegen besluitvorming. Belangrijke onderdelen daarbij zijn, zoals gezegd, de borging van de publieke belangen maar ook de business case van Intravacc. Na de zomer kunt u de uitwerking van de relevante stappen van het besliskader (voornemen en ontwerp) tegemoet zien. Het is mijn intentie om het proces van verzelfstandiging in 2015 te doorlopen, maar ik hecht aan een zorgvuldig proces boven snelheid.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers
brief Nieuwe koers Nederlands Vaccin Instituut (NVI) 10 februari 2009 Kamerstuk 22 894, nr. 213.
brief Voorgenomen besluiten t.a.v. Nederlands Vaccin Instituut (NVI) 14 januari 2010, Kamerstuk 22 894, nr. 254.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33567-4.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.