Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 33400-J nr. 2 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 33400-J nr. 2 |
Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).
A. |
ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE WETSARTIKELEN |
2 |
---|---|---|
Wetsartikel 1 |
2 |
|
B. |
BEGROTINGSTOELICHTING |
3 |
Wetsartikel 1
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk jaar afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.
Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.
Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen
Inhoud
1. |
LEESWIJZER |
4 |
---|---|---|
2. |
AGENDA DELTAPROGRAMMA |
6 |
3. |
DE PRODUCTARTIKELEN |
9 |
4. |
DE BIJLAGEN |
44 |
a. |
Conversietabel |
44 |
b. |
Lijst met afkortingen |
46 |
c. |
Paragraaf 4a uit de Deltawet (Het Deltafonds) |
47 |
d. |
Overzicht Budgetten Deltafonds 2013–2028 |
49 |
Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) stelt een beleidsbegroting op, hoofdstuk XII van de rijksbegroting (Begroting hoofdstuk XII), en een begroting van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.
Voor u ligt de eerste Deltafonds begroting.
In de Waterwet is opgenomen dat er een Deltafonds wordt ingesteld met als doel de bekostiging van maatregelen, voorzieningen en onderzoeken op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening. De uitgaven die ten laste van het Deltafonds mogen worden gebracht zijn opgenomen in artikel 7.22a t/m 7.22d van de Deltawet (zie bijlage 4c) en komen in 2012 nog ten laste van het Infrastructuurfonds.
Uitgaande van de Waterwet zijn de artikelen 11 Hoofdwatersystemen en 16 (alle Megaprojecten niet Verkeer en Vervoer, met uitzondering van Project Mainportontwikkeling Rotterdam) van het Infrastructuurfonds, geconverteerd naar het Deltafonds en HXII. In bijlage 4a is een conversietabel opgenomen met de doorgevoerde omzettingen. Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit die niet verbonden zijn met waterveiligheid en zoetwatervoorziening, zijn door de bij de behandeling van het wetvoorstel Deltawet aangenomen amendement Lucas (Kamerstukken II 2010/11, 32 304, nr. 29) niet in het Deltafonds opgenomen en worden verantwoord op de Begroting van hoofdstuk XII, artikel 12 Waterkwaliteit.
De begroting van het Deltafonds is gerelateerd aan artikel 11 Waterkwantiteit op de Begroting hoofdstuk XII. De doelstelling van dit beleidsartikel is het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, waardoor Nederland droge voeten houdt.
Waar het Deltafonds met name gericht is op de uitvoering in de komende 15 jaar – het fonds kent dezelfde looptijd als het Infrastructuurfonds – wil het kabinet via het Deltaprogramma ervoor zorgen dat er zowel over de korte als de lange termijn (2050 en verder) voorbereidingen worden getroffen om ons land nu en in de (verre) toekomst adequaat te beschermen tegen hoog water en van voldoende zoet water te blijven voorzien.
Een nadere toelichting op het lopende programma, zoals beschreven in onderstaande productartikelen, is opgenomen in het MIRT-projectenboek, dat jaarlijks als bijstuk bij de begroting van het Infrastructuurfonds wordt verzonden. Voor opname in het MIRT-projectenboek is gekozen, omdat het MIRT projectenboek tevens een integraal overzicht van de ruimtelijke opgaven, programma’s en projecten van nationaal belang biedt. Integraal omdat het gaat over opgaven en projecten op de gebieden van ruimtelijke ordening, wonen, werken, mobiliteit, bedrijvigheid, natuur, landschap en water.
De rapportage van het Deltaprogramma is het jaarlijkse bijstuk bij de Deltafondsbegroting. Het biedt een overzicht van alle maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening en daarmee van alle projecten die geheel of gedeeltelijk uit het Deltafonds worden gefinancierd. Ook gaat het Deltaprogramma in op de middellange en lange termijn strategieën op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening en komen hierin de lopende uitvoeringsprogramma’s aan bod. In de periode tot en met 2014 wordt in het Deltaprogramma in jaarlijkse stappen gewerkt aan de voorbereiding van hoofdkeuzes op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening (de deltabeslissingen) en de maatregelen die daar uit voortvloeien.
Het verkeersmanagement en beheer en onderhoud van de hoofdwatersystemen (artikel 3 van het Deltafonds) wordt door Rijkswaterstaat uitgevoerd op basis van met de beleidsdiensten gemaakte prestatieafspraken. Voor de periode 2013–2016 zijn met Rijkswaterstaat nieuwe prestatieafspraken gemaakt. Tevens zijn er nieuwe indicatoren opgesteld. Deze nieuwe indicatoren sluiten beter aan op de beleidsdoelen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de indicatoren zoals opgenomen bij de genoemde artikelen.
Het Deltaprogramma heeft als doel ons land nu en in de toekomst te beschermen tegen hoog water en de zoetwatervoorziening op orde te houden. Het financieel fundament onder het Deltaprogramma is het Deltafonds.
Werken aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening vraagt continu inspanningen en investeringen. Het aantal mensen en de waarde van het te beschermen goed veranderen onder invloed van economische en demografische ontwikkelingen. Ook water en bodem veranderen in de loop van de tijd: de zeespiegel stijgt en de bodem daalt. Daarbij verandert het klimaat, waardoor het warmer wordt en rivierafvoeren en regenval grotere extremen zullen vertonen. Het Deltaprogramma is het nationale programma waarin Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen samenwerken om Nederland veilig en aantrekkelijk te houden.
Op het gebied van zoetwatervoorziening is het beleid erop gericht om – onder normale omstandigheden – zoveel mogelijk aan de behoeften van gebruikers te voldoen. In periodes van watertekort (in droge zomers) wordt water verdeeld op basis van de verdringingsreeks, waarmee de verschillende belangen worden afgewogen.
In het Deltafonds worden projecten verantwoord die bijdragen aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Het doel van het waterveiligheidsbeleid is te komen tot een duurzame beheersing van overstromingsrisico’s op een maatschappelijk aanvaardbaar niveau. Ingezet wordt op een meerlaagsveiligheid, opgebouwd uit 3 lagen:
• Preventie als primaire pijler van het beleid
• Ingrepen in de duurzame ruimtelijke inrichting om de gevolgen van overstroming te beperken
• Rampenbeheersing op orde krijgen en houden
De lijn die in het Nationaal Waterplan is uitgezet, is de huidige veiligheid op orde krijgen en voorbereiden op de toekomst. Dit gebeurt via de lopende uitvoeringsprogramma’s die onderdeel zijn van het Deltaprogramma. Dit zijn de grote projecten HWBP-2 (waaronder Zwakke Schakels Kust), Ruimte voor de Rivier, Maaswerken alsmede de deelprogramma’s waarin de deltabeslissingen worden voorbereid. Een nadere toelichting op deze programma’s is te vinden in het MIRT-projectenboek 2013 alsmede het Deltaprogramma 2013 waarin wordt ingegaan op het voorbereiden van maatregelen en voorzieningen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening.
Mijlpalen en resultaten 2013
Aanleg
In 2013 wordt voortvarend gewerkt aan het verbeteren van de waterveiligheid, onder andere aan de grote projecten HWBP-2, Ruimte voor de Rivier en Maaswerken. Voor het HWBP-2 is de verwachting dat er zes projecten (waaronder de Lekdijk en de Zwakke Schakels Noord-Holland) in realisatie gaan. Voor het programma Maaswerken zijn ondertussen 20 projecten afgerond en de overige in realisatie met het doel om de hoogwaterdoelstellingen van de deelprogramma’s Zandmaas en de Grensmaas in 2015 respectievelijk 2017 te realiseren. De prioritaire kaden in kader van de sluitstukkaden van het programma Maaswerken worden voor eind 2020 gerealiseerd.
Ook het programma Ruimte voor de Rivier blijft in 2013 volop in uitvoering. Verwachting is dat voor de uiterwaardvergravingen langs de Rijn, dijkverleggingen bij Zutphen en de Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld in 2013 de feitelijke uitvoering van het werk (spade in de grond) van start gaat.
Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor het lopende programma wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIRT Projectenboek 2013.
Beheer en onderhoud
In 2012 zijn voor het Beheer en Onderhoud voor de periode 2013 en volgende jaren prestatieafspraken gemaakt voor het watermanagement, beheer en onderhoud waterveiligheid, waar onder kustlijnhandhaving met zandsuppleties, stormvloedkeringen en rijkswaterkeringen zoals dijken, dammen en duinen. Deze prestatieafspraken zijn nader toegelicht in artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging van deze Deltafondsbegroting. Hiervoor zijn nieuwe indicatoren opgesteld die beter aansluiten bij de doelstelling van het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, waardoor Nederland droge voeten houdt.
Technische verwerking Begrotingsakkoord
In de begroting van Hoofdstuk XII is aangegeven hoe de taakstelling Begrotingsakkoord is toegerekend. In onderstaande tabel is aangegeven hoe de taakstelling is doorvertaald naar de verschillende productartikelen.
In de Deltafondsbegroting is het aandeel in de taakstelling voor het jaar 2013 verwerkt. Dit kan onder andere gevolgen hebben voor het uitvoeringstempo van het programma Ruimte voor de Rivier.
Over de feitelijke invulling van de taakstelling voor 2014 en volgende jaren heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden. Dat is aan het nieuwe kabinet. In deze begroting zijn de taakstellingen cijfermatig verwerkt op artikel 1.02.01 Verkenningen en planuitwerkingsprogramma overige aanlegprojecten Waterveiligheid.
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 |
Waterveiligheid |
– 9 312 |
– 59 638 |
– 62 380 |
– 42 370 |
– 33 613 |
– 25 022 |
– 11 549 |
– 14 436 |
2 |
Zoetwatervoorz. |
– 8 000 |
8 000 |
||||||
3 |
Beheer, onderhoud & verv. |
0 |
– 3 379 |
– 3 710 |
– 3 329 |
– 3 406 |
– 3 415 |
– 3 406 |
– 3 398 |
5 |
Overige uitgaven |
0 |
– 358 |
– 402 |
– 335 |
– 357 |
– 357 |
– 357 |
– 357 |
Totaal Deltafonds |
– 17 312 |
– 55 375 |
– 66 492 |
– 46 034 |
– 37 377 |
– 28 793 |
– 15 312 |
– 18 191 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
Som |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
– 36 316 |
– 34 613 |
– 34 857 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 364 106 |
0 |
||||||||
– 3 398 |
– 3 398 |
– 3 398 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
– 34 238 |
– 357 |
– 357 |
– 357 |
– 40 115 |
– 40 889 |
– 40 600 |
– 40 589 |
– 40 600 |
– 206 387 |
– 40 071 |
– 38 369 |
– 38 612 |
– 40 115 |
– 40 889 |
– 40 600 |
– 40 589 |
– 40 600 |
– 604 731 |
Begroting op hoofdlijnen
Onderstaande tabel geeft de belangrijkste wijzigingen in de uitgaven en inkomsten aan ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2012.
art |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Stand ontwerp-begroting 2012 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Mutaties 1e suppletoire wet 2012 |
||||||||
Stand Voorjaarsnota 2012 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Belangrijkste mutaties Deltafonds |
||||||||
1 |
Bijdrage uit hoofdstuk XII aan Deltafonds |
Alle |
882 371 |
1 062 153 |
1 059 295 |
1 186 408 |
939 214 |
|
2 |
Bijdrage van derden aan Deltafonds |
1 en 2 |
90 189 |
142 239 |
198 561 |
181 000 |
181 000 |
|
Totale mutaties |
972 560 |
1 204 392 |
1 257 856 |
1 367 408 |
1 120 214 |
|||
Stand ontwerp-begroting 2012 |
972 560 |
1 204 392 |
1 257 856 |
1 367 408 |
1 120 214 |
Ad 1. Dit betreft de bijdrage uit hoofdstuk XII ten behoeve van het Deltafonds.
Ad 2. Dit betreft de bijdrage van derden, met name Waterschappen, ten behoeve van het Deltafonds.
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Om te voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij de waterschappen en het Rijk en een bijdrage te leveren aan het beheer van de rijkswateren.
Het artikel waterveiligheid is gerelateerd aan beleidsartikel 11 (Waterkwantiteit) op de Begroting hoofdstuk XII.
Budgettaire gevolgen van de uitvoering
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
|
672 709 |
739 417 |
468 394 |
856 566 |
970 940 |
|
Uitgaven |
0 |
0 |
536 712 |
796 004 |
840 338 |
952 385 |
737 913 |
Waarvan juridisch verplicht |
90% |
||||||
1.01 Grote projecten waterveiligheid |
0 |
0 |
361 406 |
667 725 |
688 790 |
723 260 |
480 459 |
1.01.01 Programma HWBP-2 Waterschapsprojecten |
171 857 |
285 298 |
290 993 |
416 096 |
177 732 |
||
1.01.02 Programma HWBP-2 Rijksprojecten |
13 340 |
15 000 |
8 413 |
33 500 |
73 500 |
||
1.01.03 Ruimte voor de rivier |
157 724 |
333 925 |
349 884 |
234 166 |
205 788 |
||
1.01.04 Maaswerken |
18 485 |
33 502 |
39 500 |
39 498 |
23 439 |
||
1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid |
0 |
0 |
163 299 |
121 736 |
149 871 |
227 731 |
257 104 |
1.02.01 Verkenningen en planuitwerkingsprogramma |
44 170 |
29 208 |
6 675 |
182 098 |
249 659 |
||
1.02.02 Realisatieprogramma |
119 129 |
92 528 |
143 196 |
45 633 |
7 445 |
||
1.03 Studiekosten |
0 |
0 |
12 007 |
6 543 |
1 677 |
1 394 |
350 |
1.03.01 Studie en onderzoekskosten |
9 007 |
6 543 |
1 677 |
1 394 |
350 |
||
1.03.02 Overige studiekosten |
3 000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
1.04 GIV/PPS |
|||||||
Ontvangsten |
0 |
0 |
87 689 |
142 239 |
198 561 |
181 000 |
181 000 |
1.09 Ontvangsten Investeren in waterveiligheid |
0 |
0 |
87 689 |
142 239 |
198 561 |
181 000 |
181 000 |
1.09.01 Ontvangsten waterschappen HWBP-2 |
79 450 |
124 450 |
171 000 |
148 550 |
155 077 |
||
1.09.02 Overige aanleg ontvangsten |
8 239 |
17 789 |
27 561 |
32 450 |
25 923 |
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
Artikel |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 |
Investeren in Waterveiligheid |
536 712 |
796 004 |
840 338 |
952 385 |
737 913 |
617 153 |
452 228 |
512 821 |
795 132 |
530 054 |
450 769 |
417 104 |
417 104 |
417 104 |
417 104 |
417 022 |
1.01 |
Grote projecten waterveiligheid |
361 406 |
667 725 |
688 790 |
723 260 |
480 459 |
378 258 |
195 555 |
277 547 |
211 893 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
1.02 |
Overige aanlegprojecten |
163 299 |
121 736 |
149 871 |
227 731 |
257 104 |
237 945 |
254 427 |
234 026 |
583 239 |
530 054 |
450 769 |
417 104 |
417 104 |
417 104 |
417 104 |
417 022 |
1.03 |
Studiekosten |
12 007 |
6 543 |
1 677 |
1 394 |
350 |
950 |
2 246 |
1 248 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
1.09 |
Ontvangsten |
87 689 |
142 239 |
198 561 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
Bijdrage van hfdst XII (art 26) |
449 023 |
653 765 |
641 777 |
771 385 |
556 913 |
436 153 |
271 228 |
331 821 |
614 132 |
349 054 |
269 769 |
236 104 |
236 104 |
236 104 |
236 104 |
236 022 |
Motivering
Deze projecten, die door de Tweede Kamer de status van groot project zijn toegekend, dragen bij aan de waterveiligheid in Nederland.
Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)
Producten
Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die zijn voortgekomen uit de periodieke toetsing conform de Waterwet. Uit de resultaten van de eerste (2001) en tweede (2006) toetsing op veiligheid van de primaire waterkeringen blijkt dat een deel van deze keringen niet voldoet aan de wettelijke norm (Kamerstukken II, 2007/08, 27 625 en 18 106, nr. 103). Verder bleek uit een toets in 2003 door Rijkswaterstaat (RWS) en de keringbeheerders dat de zeeweringen langs de Noordzeekust op een aantal locaties op een termijn van twintig jaar niet meer aan de geldende veiligheidsnorm zouden voldoen. Deze locaties zijn aangemerkt als Zwakke Schakels. Op negen van deze locaties ligt tevens een opgave tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, de zogenaamde prioritaire zwakke schakels kust. Vanuit HWBP-2 worden subsidies verstrekt aan de waterschappen ten behoeve van de uitvoering van de vereiste verbetermaatregelen en de maatregelen aan de rijkskeringen betaald.
Met het afsluiten van het bestuursakkoord Water dragen de waterschappen bij aan de financiering van het HWBP-2.
De procedureregeling grote projecten is op 22 maart 2011 op het HWBP-2 van toepassing verklaard. Op basis van de uitgangspuntennotitie van de Tweede Kamer is een basisrapportage opgesteld (Kamerstukken II, 2011/12, 27 625, nr. 237). Het HWBP-2 bestaat uit 89 versterkingsprojecten, inclusief de Zwakke Schakels. Ten opzichte van de vorige begroting is een drietal projecten samengevoegd.
Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder half jaar een voortgangsrapportrage: vóór 1 april 2013 (Voortgangsrapportage 3) en vóór 1 oktober 2013 (Voortgangsrapportage 4).
Het HWBP-2 is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.
2e Hoogwaterbeschermingsprogramma
Meetbare gegevens
Het HWBP-2 bestaat uit 89 projecten. Eind 2011 voldeden 47 projecten aan de norm. In de basisrapportage is aangegeven dat de overgrote meerderheid van de projecten in 2017 is afgerond en dat enkele projecten een geprognosticeerde einddatum van na 2017 laten zien.
Totaal |
Budget in € mln |
Oplevering |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
later |
huidig |
vorig |
Project HWBP-2 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
2020 |
2020 |
Projecten Nationaal |
||||||||||||
HWBP-2 Rijksprojecten |
199 |
72 |
3 |
11 |
8 |
10 |
5 |
30 |
70 |
63 |
||
HWBP-2 Waterschapsprojecten |
2 910 |
3 071 |
614 |
109 |
172 |
285 |
291 |
416 |
178 |
845 |
||
Overige projectkosten |
43 |
43 |
8 |
5 |
6 |
6 |
4 |
4 |
4 |
8 |
||
Totaal |
3 151 |
|
625 |
124 |
185 |
300 |
299 |
450 |
251 |
917 |
||
Begroting (DF 01.01.01/02) |
185 |
300 |
299 |
450 |
251 |
Ruimte voor de Rivier
Producten
In 2006 hebben de Tweede Kamer en Eerste Kamer de Planologische Kernbeslissing (PKB) unaniem aanvaard.
Met de PKB wil het kabinet twee doelstellingen bereiken:
1. Het op het vereiste niveau brengen van de bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen. Dit houdt in dat de veiligheid langs de Rijntakken en het benedenstroomse deel van de bedijkte Maas (vanaf Hedikhuizen) uiterlijk in 2015 in overeenstemming wordt gebracht met de wettelijke vereiste norm.
2. Een bijdrage leveren aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied, wat het rivierengebied economisch, ecologisch en landschappelijk versterkt.
Het programma Ruimte voor de Rivier is op 15 mei 2001 door de Tweede Kamer aangewezen als «Groot Project». De PKB bevat een besluit over het uiterlijk eind 2015 uit te voeren basispakket van 39 maatregelen en de plaats waar deze getroffen worden. Het PKB geeft bovendien een doorkijk naar de lange termijnopgave voor waterveiligheid. Om flexibiliteit in te bouwen is gekozen voor een programmatische aanpak. Het programmabudget bedraagt € 2,18 miljard. Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder half jaar een voortgangsrapportrage: vóór 1 april 2013 (Voortgangsrapportage 21) en vóór 1 oktober 2013 (Voortgangsrapportage 22).
De stand van zaken per 31 december 2013 is naar verwachting:
• 5 van de 39 maatregelen zijn geschrapt. Voor het bereiken van de waterveiligheidsdoelstelling bleken ze niet nodig;
• Voor 98 procent van het realisatiebudget is de projectbeslissing genomen. 32 Van de 34 maatregelen zijn in uitvoering dan wel uitgevoerd. De 2 maatregelen waarbij dit nog niet is gebeurd worden, onder regie van Ruimte voor de Rivier, binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma uitgevoerd.
De verwachting is dat de waterveiligheid van het programma Ruimte voor de Rivier eind 2015 wordt gehaald, met uitzondering van acht projecten waarover de kamer reeds is geïnformeerd met Kamerstukken II, 2011/12, 30 080, nr. 58.
Ruimte voor de Rivier is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.
Totaal |
Budget in € mln |
Oplevering |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
later |
huidig |
vorig |
Project RvdR |
||||||||||||
Projecten Nationaal |
||||||||||||
Projectbudget Ruimte voor de Rivier |
2 180 |
2 158 |
686 |
155 |
158 |
334 |
350 |
234 |
206 |
58 |
2015 |
2015 |
Totaal |
2 180 |
|
686 |
155 |
158 |
334 |
350 |
234 |
206 |
58 |
|
|
Begroting (DF 01.01.03) |
158 |
334 |
350 |
234 |
206 |
Maaswerken
Producten
Op dit onderdeel worden de uitgaven van de deelprogramma’s Zandmaas en Grensmaas van het programma Maaswerken verantwoord. Maaswerken is voortgekomen uit het Deltaplan Grote Rivieren dat na de twee hoogwaters in de Rijn en de Maas in december 1993 en januari 1995 tot stand kwam. Belangrijkste doelstelling van de deelprogramma’s Zandmaas en Grensmaas is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord-Brabant tegen hoog water van de Maas.
Sinds 2003 valt Maaswerken (deelprogramma’s Grensmaas en Zandmaas) als zelfstandig groot project onder de procedureregeling uitvoering grote projecten en ontvangt de Tweede Kamer ieder halfjaar een voortgangsrapportage (voor 1 mei 2013 voortgangsrapportage 23 en voor 1 november 2013 voortgangsrapportage 24).
Voor de Zandmaas (oplevering 2015) ligt de focus in 2013 op continuering van de zomerbedverdieping Grave en Sambeek en tevens het opzetten van het peil, de aanleg van de hoogwatergeulen in Well Aijen en Lomm en het retentiegebied Lateraalkanaal-West. Voor de Grensmaas ligt de nadruk op de realisatie van de elf locaties. Bij de uitvoering van het deelprogramma Grensmaas zijn problemen ontstaan doordat ten gevolge van de economische crisis de vraag naar zand en grind is afgenomen (zie de 21E Voortgangsrapportage Zandmaas en Grensmaas: Kamerstukken II, 2011/12, 18106). Inmiddels is overeenstemming bereikt over het benodigde oplossingenpakket. Hiermee kan de hoogwaterdoelstelling voor de Grensmaas (te behalen in 2017) overeind blijven. Binnen de deelprogramma’s Zandmaas en Grensmaas wordt ook het maatregelenpakket van de prioritaire sluitstukkaden uitgevoerd. Deze moeten uiterlijk in het jaar 2020 gerealiseerd zijn.
Met de uitvoering van de deelprogramma’s Zandmaas en Grensmaas zou oorspronkelijk bescherming tot een waterstand met een overschrijdingskans van 1/250e gerealiseerd moeten worden. In de loop der jaren is echter duidelijk geworden dat er nog aanvullende maatregelen nodig zijn om het beschermingsniveau van 1/250e per jaar te bereiken.
Het oplossingenpakket voor de Grensmaas is een onderdeel van de aanpak van het waterveiligheidsvraagstuk in het Maasdal zoals vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Waterveiligheid Maas (10 november 2011). Daarin zijn verder afspraken gemaakt over de aanvullende werkzaamheden die nodig zijn om een wettelijk beschermingsniveau van 1/250e per jaar te bereiken en over de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum.
Meetbare gegevens
Indicator |
Zandmaas |
Grensmaas |
---|---|---|
Hoogwaterbeschermingsprogramma |
70% in 2008 / 100% in 2015 |
100% in 2017 |
Natuurontwikkeling |
556 ha (plus 60 ha compensatie) |
ten minste 1 000 ha |
Delfstoffen |
– |
ten minste 35 miljoen ton |
Totaal |
Budget in € mln |
Oplevering |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
later |
huidig |
vorig |
Project Maaswerken |
||||||||||||
Projecten Limburg |
||||||||||||
Grensmaas |
146 |
72 |
28 |
38 |
3 |
14 |
19 |
19 |
3 |
23 |
2017/2024 |
2022 |
Zandmaas |
397 |
397 |
220 |
15 |
15 |
20 |
21 |
21 |
20 |
65 |
2017/20201 |
2017/20201 |
Totaal |
543 |
248 |
52 |
18 |
34 |
40 |
40 |
23 |
88 |
|||
Begroting (DF 01.01.04) |
52 |
18 |
34 |
40 |
40 |
23 |
De feitelijke oplevering wordt voorzien in de periode 20017/2020. Het bereiken van de hoogwaterdoelstellingen wordt in 2015 gehaald. 2020 betreft de oplevering van de sluitstukkades.
Toelichting:
– Het taakstellend budget van Maaswerken (Grensmaas) is met € 74,2 mln. opgehoogd door de afspraken over het oplossingenpakket Maaswerken.
– Zandmaas: De feitelijke oplevering wordt voorzien in de periode 2017/2020, het bereiken van de hoogwaterdoelstellingen in 2015.
Motivering
Naast de grote projecten op het gebied van waterveiligheid zijn hieronder de overige aanlegprojecten beschreven.
Verkenningen en planuitwerkingsprogramma
Producten
Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde op het gebied van Waterbeheer te verkennen en om daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.
Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma’s verantwoord die zich in de MIRT-verkenningen en planuitwerkingsfase bevinden.
Bedrag in € mln |
Budget |
Raming kosten |
Planning |
|||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
taakstellend |
min. |
max. |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018–2028 |
Verplicht |
||||||||||
Projecten Nationaal |
||||||||||
nHWBP |
3 489 |
|||||||||
Projecten Noordwest-Nederland |
||||||||||
Ambitie Afsluitdijk |
20 |
|||||||||
EPK Planuitw. en verkenningen Waterveiligheid (mn Afsluitdijk) |
25 |
|||||||||
Versterking Afsluitdijk |
577 |
pb/uo |
ug |
|||||||
Projecten Oost-Nederland |
||||||||||
Hoogwatergeul Kampen |
51 |
|||||||||
Gebonden |
|
|||||||||
Projecten Nationaal |
||||||||||
nHWBP: Rijksprojecten |
541 |
|||||||||
Projecten Noordwest-Nederland |
||||||||||
Extra Spuicapaciteit Afsluitdijk |
203 |
pb/uo |
||||||||
Projecten Limburg |
||||||||||
Ooijen-Wanssum |
125 |
ug |
||||||||
Projecten Oost-Nederland |
||||||||||
IJsseldelta Kampen |
119 |
pb/uo/ug |
||||||||
IJsselsprong Zutphen |
20 |
|||||||||
Projecten Noord-Nederland |
||||||||||
Integrale verkenning Legger Vlieland en Terschelling |
10 |
|||||||||
Bestemd |
68 |
|||||||||
Projecten in voorbereiding: |
||||||||||
Projecten Nationaal |
||||||||||
Beheer, Onderhoud en Vervanging nieuwe aanleg (LCC) |
||||||||||
Steenbestortingen |
||||||||||
Projecten Zuidwestelijke Delta |
||||||||||
– Grevelingen |
||||||||||
– Volkerak Zoommeer |
pm |
480 |
||||||||
– Zandhonger Oosterschelde |
||||||||||
– Overige projecten in voorbereiding |
||||||||||
Gesignaleerde risico's: |
||||||||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning |
5 248 |
|||||||||
Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling Aanleg uhv BA |
– 347 |
|||||||||
Begroting DF 1.02.01 |
4 901 |
|||||||||
Art. 3: Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling BenO uhv BA |
– 38 |
|||||||||
Legenda |
||||||||||
pb projectbesluit |
||||||||||
uo uitvoeringsopdracht (beschikking) |
||||||||||
ug uitvoering gereed |
||||||||||
uhv BA uit hoofde van Begrotingsakkoord |
De belangrijkste mutaties zijn:
– Nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma (nHWBP): Op basis van de derde ronde toetsing op veiligheid wordt in 2013 gewerkt aan het voorbereiden van de programmering van hoogwaterbeschermingsmaatregelen. Dit zal in 2014 leiden tot de start van de eerste verkenningen en planuitwerkingen. Met het Bestuursakkoord Water wordt het nHWBP gezamenlijk gefinancierd door Rijk en Waterschappen. Binnen het Deltaprogramma nemen de maatregelen van het nHWPB formeel-juridisch een aparte positie in, omdat voor de Waterschapskeringen er een wettelijk recht op subsidie ontstaat wanneer een kering niet meer aan de wettelijke norm voldoet. De Rijkskeringen worden volledig door het Rijk gefinancierd.
– Versterking Afsluitdijk: Eind 2011 is met de ondertekening van de bestuursovereenkomst de verkenning afgerond. In 2012 is de planuitwerking en voorbereiding van de realisatie gestart, waarvoor een separaat budget beschikbaar is van € 23 miljoen Met het beschikbare budget voor de uitvoering van € 577 miljoen komt het totaal beschikbare budget voor de versterking van de Afsluitdijk, waarvan de afronding is voorzien in 2020, uit op € 600 miljoen.
– Ambities Afsluitdijk: Op 23 december 2011 is aan de regio € 20 miljoen toegezegd voor het verwezenlijken van de ambities rond de Afsluitdijk. Dit onder de voorwaarde van een gelijke bijdrage vanuit de regionale partijen.
– IJsseldelta Kampen: De aanleg van de bypass bij Kampen wordt in twee fasen uitgevoerd. De eerste fase is onderdeel van de PKB-maatregel Ruimte voor de Rivier: verkorte zomerbedverlaging en de integrale gebiedsontwikkeling IJsseldelta Zuid. De reservering bedraagt € 51 miljoen. De tweede fase betreft het in gebruik nemen van de bypass en het verplaatsen van de Roggebotssluis waarmee de afvoercapaciteit van de bypass wordt vergroot na 2020. Hiervoor is een reservering ad € 119 mln voorzien. In de tweede helft van 2012 is een projectbeslissing over de beperkte bypass voorzien.
– IJsselsprong Zutphen: Sinds 2009 is onderzocht om in het kader van het Plan IJsselsprong de twee dijkverleggingen uit de PKB Ruimte voor de Rivier te combineren met een geul in de Tichelbeeksewaard. In 2011 is besloten de geul nu niet aan te leggen, aangezien de geul nu niet nodig is voor de veiligheid en er geen sprake is van synergievoordelen of regionale bijdragen. Dit betekent een neerwaartse bijstelling van bijna € 10 mln van het budget voor IJsselsprong. Wel wordt nader bezien of – met inachtneming van de bijbehorende procedures – het vastgestelde nota Ruimtebudget (€ 20 mln) doelmatig kan worden benut voor het plan IJsselsprong.
– Opname Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer: Besluitvorming over de samenhangende ontwikkeling van de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer wordt verwacht in 2014–2015, aan de hand van een Rijksstructuurvisie en in samenhang met deltabeslissingen. De Rijksstructuurvisie is een doorstart van de MIRT-verkenning Grevelingen en de Planuitwerking Volkerak-Zoommeer.
– Ooijen-Wanssum: Ooijen-Wanssum is een gebiedsontwikkeling waarin een aantal doelen wordt gecombineerd. Het project geeft invulling aan de lange termijn waterveiligheidsdoelstelling van het noordelijke Maasdal. Om te voorkomen dat de Maas tussen de dorpen Ooijen en Wanssum in Noord Limburg opstuwt tijdens hoogwater wordt een tien kilometer lange oude Maasarm gereactiveerd, worden dijken verlegd en twee nevengeulen gegraven. De regio voert de verkenning uit onder leiding van de Provincie Limburg.
Om invulling te geven aan de toezegging (naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2012 om meer inzicht in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028 per modaliteit te verstrekken), is hieronder de budgetflexibiliteit voor de periode 2012–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen.
Planuitwerking/verk. Waterkwantiteit (Periode 2012–2028)
Realisatieprogramma
Om een bijdrage te leveren aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij het rijk én een bijdrage te leveren aan het beheer van de rijkswateren.
Rivierverruiming, niet zijnde Ruimte voor de Rivier
Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek worden rivierverruimingsprojecten uitgevoerd om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen, de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. Het NURG-programma wordt samen met het ministerie van ELenI uitgevoerd en draagt naast veiligheid ook bij aan de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied (nieuwe natuur). Een aantal NURG-projecten zijn ook van belang voor het realiseren van de waterveiligheidsdoelstellingen van de PKB Ruimte voor de Rivier. De verwachting is dat de realisatie uiterlijk 2015 is afgerond. Voorbeelden zijn de projecten Afferdense en Deestse waarden, Heesseltsche uiterwaarden en Rijnwaardense uiterwaarden.
Herstel steenbekleding
Het herstel van de steenbekledingen in Zeeland wordt in 2015 opgeleverd. In totaal zal dan langs de Wester- en Oosterschelde 321 kilometer steenbekleding zijn vervangen.
Totaal |
Budget in € mln |
Openstelling |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
later |
huidig |
vorig |
Projecten Waterveiligheid |
||||||||||||
Projecten Nationaal |
||||||||||||
Deltafaciliteit Deltares |
26 |
26 |
17 |
5 |
3 |
2013 |
2013 |
|||||
Dijkversterking en Herstel steenbekleding |
904 |
1 011 |
559 |
61 |
68 |
56 |
126 |
34 |
2015 |
2015 |
||
Maatregelen i.r.t. rivierverruiming |
188 |
187 |
125 |
7 |
20 |
13 |
11 |
7 |
4 |
2015 |
2015 |
|
Overige onderzoeken en kleine projecten |
1 159 |
337 |
1 071 |
21 |
28 |
24 |
6 |
5 |
3 |
1 |
||
Totaal |
2 276 |
|
1 773 |
94 |
119 |
93 |
143 |
46 |
7 |
1 |
||
Begroting (DF 01.02.02) |
|
|
|
119 |
93 |
143 |
46 |
7 |
|
Motivering
Dit betreft enerzijds studie en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT Onderzoeken) en daarnaast de overige studiekosten op het gebied van waterveiligheid.
Studie en onderzoekskosten Deltaprogramma
Producten
Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten ten behoeve van het Deltaprogramma (MIRT Onderzoeken). Het Deltaprogramma is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de middellange en lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland. Binnen het Deltaprogramma wordt gewerkt met 9 deelprogramma’s1 (drie generieke en zes gebiedsgerichte deelprogramma’s), waarvan de onderstaande betrekking hebben op waterveiligheid.
Op dit onderdeel worden het Deltamodel en de Deelprogramma’s Kust, Veiligheid en Rivieren verantwoord.
• Deltamodel: Dit is een geïntegreerde set van modellen waarmee het waterhuishoudkundig systeem van Nederland kan worden doorgerekend voor het Deltaprogramma. Het Deltaprogramma heeft daarmee een instrument om de effecten van maatregelen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening te berekenen. Eind 2012 is naar verwachting het Deltamodel opgeleverd door Deltares. In 2013 gaat het Deltamodel de toepassings- en beheersfase in.
• Veiligheid: actualisering nieuwe normen voor waterveiligheid, buitendijks beleid, deltadijken en gebiedspilots; gebiedsgerichte veiligheidsstrategieën.
• Rivieren: In verband met verwachte hogere rivierafvoeren van Maas en Rijntakken wordt het rivierengebied een integrale lange termijn opgave opgesteld met een te ontwikkelen strategie, die wordt uitgewerkt vanuit veiligheid, natuurdoelen, ruimtelijke kwaliteit en ruimtelijke ontwikkelingen en die wordt verbonden met de korte termijn opgaven, zoals de derde toetsingsopgave.
• Kust: Onderzoek naar een duurzame veiligheidsstrategie voor de kust voortbouwend op het Nationaal kader kust.
Bij infrastructuurprojecten waarbij sprake is van publiek-private samenwerking bestaat de betaling uit een geïntegreerd bedrag voor aanleg, onderhoud én financiering gedurende een langdurige periode. De meest toegepaste vorm is Design, Build, Finance, Maintain (DBFM) waarbij de overheid pas na oplevering betaalt voor een dienst (beschikbaarheid) in plaats van mijlpalen voor een product tijdens de bouwfase. Deze contractvorm garandeert een efficiënte en effectieve beschikbaarheid van de noodzakelijke capaciteit om, rekening houdend met de aspecten veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar netwerk te realiseren. In de brief van 14 juni 2011 (Kamerstukken II, 2010/11, 32 500 A, nr. 83; Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water) is een lijst van in totaal 32 potentiële DBFM-projecten opgenomen. Op dit moment zijn er nog geen geïntegreerde projecten bij de hoofdwatersystemen afgerond zodat er op dit artikel nog geen uitgaven hoeven te worden verantwoord.
In de uitwerking van het Project Afsluitdijk wordt voorgesorteerd op een DBFM-contract. Omdat besloten is om de projecten Volkerak Zoommeer en Verkenning Grevelingen samen te voegen en één Rijksstructuurvisie voor het gebied op te stellen, wordt een Public Private Comparator (PPC) hierover aangehouden.
Ontvangsten waterschapsprojecten
Met het sluiten van het Bestuursakkoord dragen de waterschappen conform de spoedwet vanaf 2011 € 81 miljoen per jaar bij aan het HWBP. Deze bijdrage van de waterschappen wordt conform het regeerakkoord en Bestuursakkoord Water aangevuld tot € 131 mln in 2014 en vanaf 2015 € 181 mln per jaar. De middelen van de waterschappen worden eerst ingezet voor de waterschapsprojecten van het HWBP-2 en vervolgens voor het nHWBP. De aanvullende ontvangsten vanaf 2014 kunnen alleen gerealiseerd worden als het daartoe strekkende wetsvoorstel tijdig in werking treedt. Dit wetsvoorstel ligt momenteel voor advies bij de Raad van State en regelt dat de waterschappen en het rijk elk de helft van de kosten van het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (nHWBP) gaan betalen.
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Ontvangsten Waterschappen HWBP-2 |
17 |
143 |
79 |
124 |
171 |
149 |
155 |
Ontvangsten Waterschappen nHWBP |
0 |
2 |
2 |
7 |
10 |
32 |
26 |
Totaal |
17 |
145 |
81 |
131 |
181 |
181 |
181 |
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op het gebied van zoetwatervoorziening is het beleid er op dit moment op gericht om – onder normale omstandigheden – zoveel mogelijk aan de behoeften van gebruikers te voldoen. In periodes van watertekort (in droge zomers) wordt water verdeeld op basis van een verdringingsreeks.2
Op dit artikel worden de producten op het gebied van zoetwatervoorziening verantwoord. Het gaat in grote mate om het integrale waterbeheer. Het advies dat het Deltaprogramma Zoetwater opstelt op basis van kansrijke strategieën, gaat in op de rol en verantwoordelijkheden van het rijk. Dit wordt nader uitgewerkt in een uitvoeringsagenda inclusief investeringsagenda. Deze agenda gaat in op de inzet (bijdrage) van het rijk voor de korte en lange termijn. Op basis daarvan kunnen de budgetten in onderstaande tabel nader worden ingevuld. De waterkwaliteitmaatregelen die niet verbonden zijn aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening zijn hier niet opgenomen maar worden op Hoofdstuk XII (artikel 12 Waterkwaliteit) verantwoord. Binnen het artikel wordt conform het MIRT-spelregelkader onderscheid gemaakt naar verkenning, planuitwerking en realisatie. Het watersysteem is het samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken zoals bruggen en spuien.
Dit artikel is gerelateerd aan beleidsartikel 11 Waterkwantiteit op de Begroting hoofdstuk XII.
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
|
7 249 |
10 811 |
8 571 |
2 143 |
2 142 |
|
Uitgaven |
0 |
0 |
32 117 |
4 606 |
2 187 |
8 568 |
8 567 |
Waarvan juridisch verplicht |
79% |
||||||
2.01 Aanleg waterkwantiteit |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2.01.01 Verkenningen en planuitwerking waterkwantiteit |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
2.01.02 Realisatieprogramma waterkwantiteit |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
2.02 Overige waterinvesteringen zoetwatervoorziening |
27 917 |
2 146 |
2 146 |
8 568 |
8 567 |
||
2.02.01 Verkenningen en planuitwerking zoetwatervoorziening |
2 397 |
2 146 |
2 146 |
8 568 |
8 567 |
||
2.02.02 Realisatieprogramma zoetwatervoorziening |
25 520 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
2.03 Studiekosten |
0 |
0 |
4 200 |
2 460 |
41 |
0 |
0 |
2.03.01 Studie en onderzoekskosten Deltaprogramma |
4 200 |
2 460 |
41 |
0 |
0 |
||
2.03.02 Overige studiekosten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Ontvangsten |
0 |
0 |
2 500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
2.09 Ontvangsten Investeren in Waterkwantiteit en zoetwatervoorziening |
2 500 |
||||||
2.09.01 Ontvangsten zoetwatervoorzieningen |
2 500 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
2.09.02 Overige ontvangsten |
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
Artikel |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2 |
Investeren in zoetwatervoorziening |
32 117 |
4 606 |
2 187 |
8 568 |
8 567 |
2 142 |
2 143 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2.02 |
Ov. waterinvest. zoetwatervoorz. |
27 917 |
2 146 |
2 146 |
8 568 |
8 567 |
2 142 |
2 143 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2.03 |
Studiekosten |
4 200 |
2 460 |
41 |
|||||||||||||
2.09 |
Ontvangsten |
2 500 |
Op het gebied van zoetwatervoorziening is het beleid er op dit moment op gericht om – onder normale omstandigheden – zoveel mogelijk aan de behoeften van gebruikers te voldoen. In periodes van watertekort (in droge zomers) wordt water verdeeld op basis van een verdringingsreeks, die is opgezet om prioriteiten te kunnen geven aan de verschillende watervragers.
Motivering
Dit zijn maatregelen en voorzieningen van nationaal belang ter voorkoming en waar nodig beperking van wateroverlast en waterschaarste. Ook ter bescherming of verbetering van de chemische of ecologische kwaliteit van watersystemen, alleen voor zover deze onderdeel uitmaken van opgaven op het gebied van waterveiligheid, waterkwantiteit en zoetwatervoorziening.
Producten
Er zijn geen aanlegprojecten ten behoeve van de waterkwantiteit.
Motivering
Het betreft projecten die de zoetwatervoorziening bevorderen en de kwaliteit waarborgen.
Verkenningen en Planuitwerkingsprogramma
Producten
Het verkenningen en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde op het gebied van Waterbeheer te verkennen en om daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering. Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma’s verantwoord die zich in de MIRT-verkenningen en planuitwerkingsfase bevinden.
Projectoverzicht Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma
Bedrag in € mln |
Budget |
Raming kosten |
Planning |
|||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
taakstellend |
min. |
max. |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018–2028 |
Verplicht |
||||||||||
TBES Markermeer |
14 |
|||||||||
Gebonden |
||||||||||
- |
||||||||||
Bestemd |
38 |
|||||||||
Projecten in voorbereiding: |
||||||||||
– EPK Planuitwerking en verkenningen Zoetwatervoorziening |
||||||||||
– Overige projecten in voorbereiding |
||||||||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning |
51 |
|||||||||
Begroting DF 2.02.01 |
51 |
– TBES Markermeer: Verkenning Hoornse Hop: Het Integraal Afsprakenkader (IAK) bevat de wederzijdse werkafspraken tussen het Rijk, de gemeente Almere en provincie Flevoland voor de Schaalsprong Almere. Eén van de kernwerkzaamheden is het komen tot een pakket met waterkwantiteitsmaatregelen in het Markermeer-IJmeer om een ToekomstBestendig Ecologisch Systeem (TBES) te realiseren, zoals vastgelegd in de RRAAM-brief. Eén van deze projecten onder dit pakket is een verkenning aanleg van luwtemaatregelen in de Hoornse Hop. Daartoe wordt op korte termijn een MIRT-verkenning gestart onder leiding van IenM. In de Rijk- en regioprogramma Amsterdam Almere Markermeer (RRAAM)-brief is nadere besluitvorming in 2012 aangekondigd over onder meer de (TBES-onderdelen in de) rijksstructuurvisie RRAAM.
Om invulling te geven aan de toezegging (naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2012 om meer inzicht in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028 per modaliteit te verstrekken), is hieronder de budgetflexibiliteit voor de periode 2012–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen.
Realisatieprogramma Zoetwatervoorziening
Producten
Onderstaande projecten bevinden zich aan het eind van de realisatie. Gezien de fase waarin deze projecten zich bevinden, is ervoor gekozen om ook de afronding van de realisatie te verantwoorden binnen het Deltafonds. De andere waterkwaliteitsprojecten worden verantwoord op Begroting hoofdstuk XII (artikel 12 Waterkwaliteit).
Planuitwerking/verk. Zoetwatervoorziening (Periode 2012–2028)
Innovatieprogramma Kaderrichtlijn Water
Er is € 75 miljoen beschikbaar gesteld voor de bevordering van innovaties bij de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water. Dit geld is verdeeld over twee tenderregelingen. Van de ruim 160 ingediende innovatievoorstellen krijgen 64 een financiële bijdrage. De resultaten worden in 2012 opgeleverd. In 2013 volgen nog enkele nabetalingen.
Integrale inrichting Veluwe Randmeren
Het Integraal Inrichtingsplan Veluwerandmeren (IIVR) bevat een samenhangend pakket van 36 maatregelen met als doel een duurzame inrichting en een duurzaam gebruik van de Veluwerandmeren en de directe omgeving. De realisatie van de maatregelen was ultimo 2011 voor driekwart gereed: de resterende inrichting is per 2012 overgedragen aan het Natuur- en Recreatieschap Veluwerandmeren, waarmee de bemoeienis van het Rijk met dit project is beëindigd. In 2013 volgen nog enkele nabetalingen.
Natte natuurprojecten IJsselmeergebied
Doel van het totaal aan projecten is het realiseren van circa 3 000 ha (830 ha van Natuurontwikkeling IJsselmonding hierin begrepen) grootschalige kenmerkende natte natuur in en langs de grote wateren van het IJsselmeergebied. Het laatste project wordt in 2012 opgeleverd. Het gehele programma wordt in 2012 afgesloten. In 2013 volgen nog enkele nabetalingen.
Totaal |
Budget in € mln |
Openstelling |
||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving |
huidig |
vorig |
t/m 2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
later |
huidig |
vorig |
Projecten Zoetwatervoorziening |
||||||||||||
Projecten Nationaal |
||||||||||||
Innovatie KRW |
76 |
76 |
39 |
25 |
12 |
2012 |
2012 |
|||||
Projecten Noordwest-Nederland |
||||||||||||
Natte natuurprojecten IJsselmeergebied |
35 |
35 |
25 |
1 |
10 |
2011 |
2011 |
|||||
Projecten Oost-Nederland |
||||||||||||
Integrale Inrichting Veluwe Randmeer (IIVR) |
43 |
43 |
38 |
1 |
4 |
2012 |
2012 |
|||||
Kleine en afgeronde projecten |
110 |
97 |
106 |
4 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Totaal |
264 |
208 |
31 |
26 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
|||
Begroting (DF 02.02.02) |
26 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Motivering
Dit betreft enerzijds studie en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en daarnaast de overige studiekosten op het gebied van zoetwatervoorziening.
Studie en onderzoekskosten Deltaprogramma
Producten
Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten t.b.v. het Deltaprogramma (MIRT Onderzoeken). Het Deltaprogramma is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de lange termijn veiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland. Binnen het Deltaprogramma wordt gewerkt met 9 deelprogramma’s (drie generieke en zes gebiedsgerichte deelprogramma’s), waarvan de onderstaande vooral betrekking hebben zoetwatervoorziening.
• Zoetwatervoorziening: In verband met klimaatverandering en de ontwikkeling in de zoetwatervraag ontwikkelen van een lange termijn strategie voor de beschikbaarheid van zoetwater.
• Rijnmond-Drechtsteden: In verband met de verwachting van een hogere zeespiegel en toenemende extreme rivierafvoeren worden oplossingsrichtingen voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening op lange termijn ontwikkeld in synergie met een duurzame en vitale ruimtelijke ontwikkeling van het gebied, waarbij de verbinding wordt gelegd met de opgaven die op korte termijn spelen, zoals de derde toetsingsopgave.
• IJsselmeergebied: In verband met klimaatverandering en een veranderende zoetwatervraag ontwikkelen van een integrale korte- en lange termijn strategie voor het peilbeheer van het IJsselmeer en de overige meren (zoals Markermeer/IJmeer en Randmeren).
Omschrijving van de samenhang in beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van beheer en onderhoud verantwoord. Dit betreft het watermanagement, het regulier beheer en onderhoud en vervanging en renovatie. Daarmee wordt een duurzaam watersysteem op orde gehouden zodat aan de wettelijke normen kan worden voldaan.
Dit artikel is gerelateerd aan beleidsartikelen 11 Waterkwantiteit en 12 Waterkwaliteit op de Begroting hoofdstuk XII. De doelstelling van dit artikel is het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, zodat Nederland droge voeten heeft.
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
155 124 |
220 741 |
175 258 |
170 685 |
147 888 |
||
Uitgaven |
156 150 |
170 376 |
190 488 |
187 375 |
157 756 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
100% |
||||||
3.01 Watermanagement |
11 794 |
10 685 |
11 010 |
10 263 |
10 261 |
||
3.01.01 Watermanagement |
11 794 |
10 685 |
11 010 |
10 263 |
10 261 |
||
3.02 Beheer en Onderhoud |
144 356 |
159 691 |
179 478 |
177 112 |
147 495 |
||
3.02.01 Waterveiligheid |
110 300 |
121 201 |
115 691 |
108 757 |
108 738 |
||
3.02.02 Zoetwatervoorziening |
23 056 |
18 917 |
18 787 |
18 758 |
18 757 |
||
3.02.03 Vervanging |
11 000 |
19 573 |
45 000 |
49 597 |
20 000 |
||
Ontvangsten |
|||||||
3.09 Ontvangsten |
|||||||
3.09.01 Ontvangsten |
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
Artikel |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
3 |
Beheer, onderhoud en vervanging |
156 150 |
170 376 |
190 488 |
187 375 |
157 756 |
147 722 |
147 925 |
141 551 |
225 687 |
234 268 |
230 268 |
236 996 |
236 996 |
234 496 |
234 496 |
241 090 |
3.01 |
Watermanagement |
11 794 |
10 685 |
11 010 |
10 263 |
10 261 |
10 261 |
10 261 |
10 261 |
10 261 |
10 261 |
10 261 |
10 284 |
10 284 |
10 284 |
10 284 |
10 284 |
3.02 |
Beheer en Onderhoud |
144 356 |
159 691 |
179 478 |
177 112 |
147 495 |
137 461 |
137 664 |
131 290 |
215 426 |
224 007 |
220 007 |
226 712 |
226 712 |
224 212 |
224 212 |
230 806 |
Motivering
Met Watermanagement streeft IenM naar:
– Het goed voorbereid zijn op crisissituaties door te zorgen voor een robuuste informatievoorziening.
– Het reguleren van de hoeveelheid water in het hoofdwatersysteem onder normale omstandigheden en bij zowel (extreem) hoogwater als laagwater.
– Een duurzaam watersysteem, met zowel een goede chemische als ecologische kwaliteit,dat voorziet in de beschikbaarheid van voldoende water van goede kwaliteit voor de gebruiker.
Voor de periode 2013–2016 zijn nieuwe prestatie afspraken gemaakt. Hiervoor zijn ook nieuwe indicatoren opgesteld. Deze indicatoren sluiten beter aan bij de doelstelling van het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
Watermanagement
Producten
Binnen het watermanagement worden de volgende activiteiten uitgevoerd:
– Monitoring en informatievoorziening;
– Crisisbeheersing en -preventie;
– Regulering gebruik door vergunningverlening en handhaving;
– Bestuurlijke afspraken waterverdeling en gebruik (onder andere in waterakkoorden);
– Regulering waterverdeling (operationele modellen en bediening stuwen, spuien).
De doelstellingen voor het waterkwantiteitsbeheer van de rijkswateren zijn:
– Het op orde brengen en houden van de samenhang tussen het regionaal- en het hoofdwatersysteem, zodat zowel wateroverlast als watertekort wordt bestreden;
– Het kunnen beschikken over voldoende water in de rijkswateren, zodat kan worden voldaan aan de behoeften die voortvloeien uit de gebruiksfuncties. Om dat te realiseren worden peilbesluiten nageleefd en de waterakkoorden geactualiseerd en nageleefd. Het waterpeil is zoveel mogelijk afgestemd op de gebruiksfuncties.
Daarnaast wordt zorg gedragen voor een adequate informatievoorziening over de reguliere waterkwantiteit en waterkwaliteit. Dit houdt de vergaring en beschikbaarstelling in van interne- en externe informatie over het watersysteem. Het gaat daarbij om de dagelijkse informatie voor de verschillende gebruikers (waaronder scheepvaart, drinkwaterbedrijven, zwemwaterkwaliteit/provincies en recreatie) en om berichtgeving bij uitzonderlijke situaties over hoog- en laagwater, naderende stormvloeden, verontreinigingen en ijsvorming.
watermanagement
Meetbare gegevens
Basispakket |
Areaaleenheid |
omvang |
|||
---|---|---|---|---|---|
2011 |
2012 |
2013 |
|||
Watermanagement |
Km2 water |
90 042 |
90 042 |
90 278 |
Toelichting:
De geringe toename van het areaal met 0,3 procent wordt veroorzaakt door aanpassingen van het areaal in het Eems Dollard gebied.
realisatie |
streefwaarde |
streefwaarde |
|||
---|---|---|---|---|---|
Basispakket |
Indicator |
Eenheid |
2011 |
2012 |
2013 |
Watermanagement |
RWS participeert minimaal tien keer per jaar in een multidisciplinaire oefening, evalueert opgetreden grote calamiteiten en oefeningen en voert afgesproken verbeteracties uit op het gebied van waterkwaliteit, -overlast en -tekort. |
% |
95% |
80% |
80% |
RWS verstrekt informatie binnen afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit bij maatschappelijk vitale processen. |
% |
94% |
90% |
95% |
|
Beschikbaarheid streefpeilen voor Noordzeekanaal/Amsterdam-Rijnkanaal, IJsselmeer en Haringvliet |
% |
n.v.t. |
n.v.t. |
90% |
Toelichting:
De indicatoren voor de uitvoering van de Rijkswaterstaatstaken op het gebied van watermanagement zijn geënt op het optreden onder normale omstandigheden, in bijzondere omstandigheden en het leveren van snelle en betrouwbare informatie. Voor bijzondere omstandigheden zijn er twee indicatoren:
– De eerste indicator betreft het op orde hebben van de calamiteitenorganisatie. De waarden voor deze indicator worden berekend op basis van de scores op drie prestatiekenmerken (participatie, afhandeling en verbeteracties).
– De tweede indicator betreft de informatievoorziening voor maatschappelijk vitale processen ten tijde van hoogwater, laagwater, ijsgang of calamiteuze lozingen. Rijkswaterstaat verstrekt dan informatie binnen afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit over ijsberichtgeving, berichtgeving over hoogwater, laagwater, stormvloed en berichten over verontreinigingen. De indicator is met ingang van 2013 verhoogd naar 95 procent.
– In de voorgaande begrotingen was bij Beheer en Onderhoud als indicator de beschikbaarheid van stuwen en spuien opgenomen. De nieuwe indicator «beschikbaarheid streefpeilen» geeft aan of de streefpeilen van drie belangrijke watersystemen (het IJsselmeer, Amsterdam-Rijnkanaal/ Noordzeekanaal en het Haringvliet) op het afgesproken niveau worden gehouden, wat het beleidsdoel is. Stuwen en spuien/gemalen zijn nodig om dit peil te sturen.
Beheer en Onderhoud
Motivering
Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als voor de zoetwatervoorziening wordt vervuld.
Voor de periode vanaf 2013 zijn nieuwe prestatie afspraken gemaakt. Hiervoor zijn ook nieuwe indicatoren opgesteld. Deze indicatoren sluiten beter aan bij de doelstelling van het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
Producten
In de begroting van 2012 (bijlage 4.2) is aangegeven dat onafhankelijk onderzoek heeft bevestigd dat de beschikbare middelen voor beheer en onderhoud en vervanging onvoldoende waren. Dat heeft in de begroting 2012 geresulteerd in een oplossing van de problematiek door een verhoging van het budget, efficiencymaatregelen en versoberingen van het onderhoudsniveau. In 2012 zijn deze versoberingen verder uitgewerkt. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 5 van het Infrastructuurfonds.
Voor wat betreft de vervanging voert Rijkswaterstaat nader onderzoek uit waarmee steeds concreter wordt wanneer kunstwerken in aanmerking komen voor vervanging of renovatie en wat de precieze omvang van de problematiek is.
Voor de volledigheid wordt ook verwezen naar artikel 18.12 van het Infrastructuurfonds, waaronder ondermeer de middelen voor Beheer en Onderhoud zijn bestemd, die nog niet aan netwerken kunnen worden toebedeeld
Waterveiligheid bevat:
1. Kustlijnhandhaving (conform de herziene basiskustlijn 2001).
2. Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen (conform de Waterwet).
3. Beheer en Onderhoud uiterwaarden
Binnen waterveiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen het beheer en onderhoud van de kustlijnhandhaving, beheer en onderhoud van primaire waterkeringen en stormvloedkeringen en onderhoud van de uiterwaarden. Het rijk (Rijkswaterstaat) heeft wettelijk de zorg voor de primaire waterkeringen en de stormvloedkeringen en voor de handhaving van de basiskustlijn (nota Kustlijnzorg 1990 en Nationaal Waterplan). De handhaving van de basiskustlijn gaat afslag van strand en duinen tegen (veiligheid) en houdt Nederland (het strand) op zijn plaats (economie). Het zijn voornamelijk de waterschappen die de primaire waterkeringen (dijken en duinen) beheren, ook die langs de Nederlandse kustlijn. Het weergegeven areaal betreft alleen het areaal dat in beheer is bij Rijkswaterstaat.
ad 1. Kustlijnhandhaving
Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand of in de vooroever (onder water). Het Nederlandse kustsysteem kent een continu verlies aan zand dat jaarlijks moet worden gecompenseerd. Vanaf 2001 wordt er ook zand gesuppleerd om de zandverliezen op dieper water (kustfundament) te compenseren. Daarmee wordt de zandhoeveelheid in het kustfundament op peil gehouden en wordt het effect van de zeespiegelstijging tenietgedaan. Daarnaast zijn er lokale maatregelen zoals onderhoud van dammen en strandhoofden, om structurele kusterosie te bestrijden.
ad 2. Beheer en Onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen
• Rijkswaterkeringen
Rijkswaterstaat beheert en onderhoudt 249 kilometer primaire waterkeringen. Er wordt vast onderhoud gepleegd, bijvoorbeeld het maaien van dijken. Daarnaast wordt er variabel onderhoud gepleegd. Dat betekent dat de waterkeringen periodiek worden geïnspecteerd en dat zo nodig tekortkomingen worden verholpen.
Primaire waterkeringen zijn waterkeringen die onder de Waterwet vallen omdat ze bescherming bieden tegen het buitenwater3. Het gaat met name om enkele zeedijken op de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de Houtribdijk, de dijk van Marken en dammen in Zeeland en Zuid-Holland. In 2011 is de derde landelijke toetsing van primaire waterkeringen afgerond. Keringen die bij deze inspectie zijn afgekeurd worden meegenomen in het kader van het nHWBP. Naast deze primaire waterkeringen beheert en onderhoudt Rijkswaterstaat ook 545 kilometer niet-primaire waterkeringen (dijken en duinen).
De normen voor deze regionale keringen worden door de provincies vastgesteld. Deze hoeven geen bescherming te bieden tegen het buitenwater. Ze bieden bescherming tegen het binnenwater.
• Stormvloedkeringen
Om ons land tegen de zee te beveiligen is een aantal stormvloedkeringen aangelegd, die bij hoogwater gesloten kunnen worden. Deze stormvloedkeringen zijn ook primaire waterkeringen (welke vallen onder de Waterwet). Het Rijk heeft vier stormvloedkeringen in beheer: de Oosterscheldekering, de Maeslantkering, de Hartelkering en de Hollandsche IJsselkering. Het onderhoud aan de keringen betreft voornamelijk het conserveren van de schuiven en de overige constructiedelen, het onderhoud aan werktuigbouwkundige en elektronische onderdelen en het onderhoud aan het besturingssysteem. Naast deze onderhoudsactiviteiten vindt de bediening van deze objecten plaats en worden er periodiek inspecties uitgevoerd.
Ad 3. Uiterwaarden
Onder het beheer en onderhoud zijn ook de maatregelen opgenomen, die gericht zijn op het op
orde houden van de vegetatie in de uiterwaarden teneinde hoogwater effectief te kunnen afvoeren. Dit
betreft een reguliere Beheer en Onderhoud taak die losstaat van de inhaalslag stroomlijn die
verantwoord wordt onder onderdeel 3.02.3 Vervanging.
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem zodanig te onderhouden dat de beoogde functies voor waterverdeling conform de vigerende regelgeving en waterakkoorden kunnen worden vervuld. Dit betreft ondermeer het beheer en onderhoud van:
– Rijkswateren voor Maatgevend HoogWater (MHW);
– Stuwende en spuiende kunstwerken;
– Natuurvriendelijke oevers, implementatie Kader Richtlijn Water (KRW), implementatie Waterwet en Natura 2000.
Onder zoetwatervoorziening valt ook de uitwerking van respectievelijk Waterbeheer 21e Eeuw (WB21) en de implementatie van de KRW, alsmede de maatregelen in het kader van Natura 2000. Zowel de KRW als Natura 2000 streven naar het beschermen van gezonde watersystemen die een duurzaam gebruik mogelijk maken. Voor de KRW zijn stroomgebiedbeheersplannen in uitvoering, die bepalen welke maatregelen op het terrein van beheer en onderhoud genomen worden om aan de KRW te blijven voldoen.
Beheer en Onderhoud
Meetbare gegevens
In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten over dijken, dammen en duinen, over stormvloedkeringen, over kunstwerken, over kustlijnzorg en over vergunningen. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde: van jaar tot jaar kan het actueel uitgegeven percentage fluctueren.
Waterveiligheid
Areaal |
Eenheid |
Omvang2013 |
Budget 2013 x € 1 mln. |
---|---|---|---|
Kustlijn |
km |
292 |
44,3 |
Stormvloedkeringen |
aantal |
4 |
34,6 |
Dammen, dijken en duinen, uiterwaarden w.o.: |
31,4 |
||
– Dijken, dammen en duinen, primaire waterkeringen |
km |
249 |
|
– Niet primaire waterkeringen/duinen |
km |
545 |
|
– uiterwaarden in beheer Rijk |
ha |
5 532 |
|
Totaal |
110,3 |
Toelichting:
In 2010 is het areaal van niet-primaire waterkeringen opnieuw in kaart gebracht. Met de daaruit voortgekomen inzichten is ook de areaalomvang opnieuw vastgesteld. In de begroting 2012 betrof het gepresenteerde areaal van niet-primaire keringen de totale omvang van de oevers van het hoofdwatersysteem (829 kilometer)4. In deze begroting is de omvang van de oevers van het hoofdwatersysteem met een waterkerende functie gepresenteerd (545 kilometer = 429 kilometer niet primaire waterkeringen en 116 kilometer duinen).
Indicator |
Eenheid |
2011 |
2012 |
2013 |
|
---|---|---|---|---|---|
BenO Waterveiligheid |
De basiskustlijn is voldoende op zijn plaats gebleven (minstens 90% van de meetlocaties ligt zeewaarts van de afgesproken kustlijn). |
% |
n.v.t. |
90% |
90% |
De 4 stormvloedkeringen zijn steeds beschikbaar om hoogwater te keren en voldoen aan de veiligheidsnormen uit de Waterwet. Indicator is het percentage van de stormvloedkeringen dat voldoet aan de afgesproken faalkanseis. |
% |
n.v.t. |
n.v.t. |
100% |
Toelichting:
1. De eerste indicator geeft aan of de basiskustlijn niet verder landinwaarts is verschoven dan in 1990 is afgesproken (en in 2001 is herijkt). Kleine verschuivingen zijn normaal en toegestaan, en worden door middel van het kustsuppletieprogramma gecorrigeerd. De mogelijke kleine verschuivingen komen tot uitdrukking in de streefwaarde dat 90 procent van de BKL op zijn plaats blijft.
2. De tweede indicator is er op gericht dat de 4 stormvloedkeringen te allen tijde (in het stormseizoen) voldoen aan de afgesproken faalkanseis.
Jaarlijkse hoeveelheden zandsuppleties en percentages raaien waarin de Basiskustlijn (BKL) is overschreden.
Bron: Rijkswaterstaat, 2012
Toelichting
Het aantal raaien waarin de BKL overschreden wordt mag maximaal 15 procent zijn; het streven is om het aantal BKL-overschrijdingen rond de 10 procent te houden.
Suppleren voor kustlijnzorg
Om de BKL en het kustfundament te kunnen handhaven wordt jaarlijks gemiddeld 12 miljoen m3 zand gesuppleerd. Hiertoe wordt jaarlijks een suppletieprogramma vastgesteld. Inhoud en omvang van dit programma kan jaarlijks variëren naargelang specifieke behoefte en budgettaire mogelijkheden. Bij de aanbesteding van de suppletieprogramma’s hebben de aannemers de vrijheid om de suppletiewerkzaamheden over meerdere jaren te spreiden. De afgelopen periode is gewerkt met tweejaarlijkse uitvoeringstermijnen voor de aannemers. Om te bereiken dat voor het beschikbare budget de maximale hoeveelheid zand wordt gesuppleerd is vanaf 2012 een nieuwe marktbenadering gekozen met contracten voor een periode van 4 jaar. Het nieuwe suppletieprogramma 2012–2015 zal bestaan uit een basis van (gemiddeld) acht miljoen m3 zand per jaar ten behoeve van het in stand houden van de Basiskustlijn (BKL) en een meer flexibele hoeveelheid van gemiddeld vier miljoen m3 zand per jaar dat wordt ingezet voor BKL onderhoud ten gevolge van niet voorspelde erosie en ten behoeve van het op orde houden kustfundament.
realisatie |
prognose |
|||
---|---|---|---|---|
Jaar |
2009 |
2010 |
2011 |
2012–2015 |
Handhaven basiskustlijn en kustfundament |
14 600 |
8 206 |
11 437 |
48 000 |
Toelichting
In bovenstaande tabel zijn de uitgevoerde suppleties opgenomen van de programma’s 2009 tot en met 2011. Het suppletievolume over de periode 2012–2015 zal ca. 48 miljoen m3 bedragen; uitloop van een klein deel van de suppleties in 2016 is vanwege de gekozen contractvorm toegestaan.
Areaal |
Eenheid |
Omvang2013 |
Budget 2013 x € 1 mln. |
---|---|---|---|
binnenwateren en daarin gelegen kunstwerken (spui-, uitwateringskolken, stuwen en gemalen) |
km2 |
3 056 |
|
stuks |
122 |
||
Totaal |
23,1 |
Toelichting
Het areaal binnenwateren omvat alle door Rijkswaterstaat beheerde wateren (ondermeer rivieren, kanalen en IJsselmeer) maar is exclusief Noordzee, water in Caribisch Nederland, Waddenzee en Westerschelde. In de verantwoording waren alleen de spui- uitwateringskolken en stuwen opgenomen. Hier zijn de gemalen aan toegevoegd. De spui-, uitwateringskolken, stuwen en gemalen zijn middelen om het streefpeil en de waterverdeling in Nederland te kunnen realiseren. De beschikbaarheid van streefpeilen is een indicator bij watermanagement, het onderhoud aan de spui-, uitwateringskolken, stuwen en gemalen draagt hier aan bij.
Motivering
Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als zoetwatervoorziening vervuld kan worden.
Producten
Onder de categorie Vervanging vallen uitgaven ten behoeve van werkzaamheden die betrekking hebben op renovatie- en vervangingsinvesteringen. Door de veroudering van de infrastructuur en het veel intensievere gebruik dan bij ontwerp voorzien zal er geïnvesteerd moeten worden in de vervanging dan wel renovatie hiervan.
Het budget dat op dit artikelonderdeel in de huidige begrotingsperiode is opgenomen, is bestemd voor de werkzaamheden ten behoeve van de stuwen Nederrijn Lek en Inhaalslag stroomlijn en vegetatiebeheer uiterwaarden.
Toelichting
Meetbare gegevens
1. Na de afgebroken aanbesteding bij het project Stuwen Nederrijn Lek, vanwege het feit dat de biedingen hoger waren dan het beschikbare budget, zie Begroting Infrastructuurfonds 2010, pag. 33, is dit project in 2009 doorgestart. De renovatie wordt nu in twee fases uitgevoerd. In 2010 is met de uitvoering van de urgente maatregelen en de voorbereiding van fase twee (levensduur verlengend onderhoud) gestart. Het project loopt uiterlijk door tot en met 2019.
2. Begroeiing langs de rivier heeft op sommige plekken een negatief effect op de maatregelen die worden genomen voor de waterveiligheid. De komende tijd wordt onderzocht hoe de begroeiing het beste kan worden aangepakt. Het project Stroomlijn brengt in kaart waar de vegetatie moet worden aangepast en zorgt er voor dat de vegetatie in de uiterwaarden onderhouden en waar nodig verwijderd wordt. Uitvoering van het programma gebeurt in samenwerking met de eigenaren van de gebieden en in afstemming met de lopende waterveiligheidsprogramma’s. Voor de feitelijke uitvoering is € 75 miljoen gereserveerd.
Omschrijving van de samenhang in beleid
De Waterwet voorziet in een zogenaamde experimenteerbepaling die het mogelijk maakt om uit het Deltafonds uitgaven te doen voor maatregelen en voorzieningen op andere beleidsterreinen zoals bijvoorbeeld natuur, milieu, economische ontwikkeling. Voorwaarde is wel dat deze maatregelen samenhangen met maatregelen ten behoeve van waterveiligheid of zoetwatervoorziening en dat er sprake is van additionele financiering in de vorm van het toevoegen van extra middelen aan het fonds afkomstig van andere begrotingen van het Rijk of derden. Dit artikel dient hiertoe.
Als het voornemen bestaat om een investering te doen vanwege de waterveiligheid, en daarbij tevens maatregelen te treffen ter bescherming van de natuur, moeten de kosten die gepaard gaan met de aspecten die geen betrekking hebben op waterveiligheid gedekt worden door bijdragen uit een of meer andere hoofdstukken van de rijksbegroting of van eventuele derden. In dit voorbeeld ligt een bijdrage uit de begroting van het ministerie van ELenI voor de hand. Zodra er concrete projectvoorstellen met bijdragen van andere partijen zijn om via het experimenteerartikel te realiseren, kan nadere uitwerking worden gegeven aan toepassing van dit experimenteer artikel, zoals wordt verzocht in de motie Jacobi (Kamerstukken II, 2011/12, 27 625, nr 261).
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Uitgaven |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Waarvan juridisch verplicht |
|||||||
04.01 Experimenteerprojecten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
04.01.01 Experimenteerprojecten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
4.09 Ontvangsten experimenteerartikel |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
4.09.01 Ontvangsten experimenteerartikel |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Motivering
Het experimenteerartikel staat ten dienste van een integrale uitvoering van het Deltaprogramma en biedt de mogelijkheid tot integrale bekostiging.
Producten
In de voorliggende begroting zijn daarvoor geen middelen beschikbaar gesteld vanuit andere begrotingen.
Omschrijving van de samenhang in beleid
Op dit artikel worden de apparaatskosten van Rijkswaterstaat en de Deltacommissaris geraamd alsmede overige netwerkgebonden uitgaven van Rijkswaterstaat en programma-uitgaven van de Deltacommissaris die niet direct aan de afzonderlijke projecten uit dit Deltafonds zijn toe te wijzen.
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
247 184 |
233 405 |
224 888 |
219 076 |
215 980 |
||
Uitgaven |
247 581 |
233 406 |
224 843 |
219 080 |
215 978 |
||
Waarvan juridisch verplicht |
99% |
|
|
|
|
||
5.01 Apparaat |
198 231 |
186 152 |
177 675 |
172 771 |
170 590 |
||
5.01.01 Staf Deltacommissaris |
2 022 |
1 830 |
1 717 |
1 694 |
1 668 |
||
5.01.02 Apparaatskosten RWS |
196 209 |
184 322 |
175 958 |
171 077 |
168 922 |
||
5.02 Overige uitgaven |
49 350 |
47 254 |
47 168 |
46 309 |
45 388 |
||
5.02.01 Overige netwerkgebonden uitgaven |
47 425 |
45 329 |
45 284 |
44 384 |
43 463 |
||
5.02.02 Programma-uitgaven DC |
1 925 |
1 925 |
1 884 |
1 925 |
1 925 |
||
5.02.03 Overige uitgaven |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
5.03 Investeringsruimte |
|||||||
05.03.01 Programmeerruimte |
|||||||
05.03.02 Beleidsruimte |
|||||||
Ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
5.09 Netwerkgebonden kosten en overige ontvangsten |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
||
5.09.01 Overige ontvangsten |
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
Artikel |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
5 |
Netwerkgeb. kosten & ov. uitgaven |
247 581 |
233 406 |
224 843 |
219 080 |
215 978 |
222 620 |
222 485 |
221 145 |
249 232 |
258 232 |
341 260 |
460 192 |
459 418 |
459 707 |
459 718 |
459 789 |
5.01 |
Apparaat |
198 231 |
186 152 |
177 675 |
172 771 |
170 590 |
177 234 |
177 097 |
175 757 |
177 918 |
177 918 |
177 918 |
177 948 |
177 948 |
177 948 |
177 948 |
177 948 |
5.02 |
Overige uitgaven |
49 350 |
47 254 |
47 168 |
46 309 |
45 388 |
45 386 |
45 388 |
45 388 |
43 463 |
43 463 |
43 463 |
43 790 |
43 790 |
43 790 |
43 790 |
43 790 |
5.03 |
Investeringsruimte |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
27 851 |
36 851 |
119 879 |
238 454 |
237 680 |
237 969 |
237 980 |
238 051 |
Motivering
In uitzondering op de systematiek van Verantwoord Begroten worden op deze begroting ook de apparaatskosten van de Deltacommissaris en Rijkswaterstaat gepresenteerd.
Staf Deltacommissaris
Producten
De Deltacommissaris moet, conform de Waterwet, de totstandkoming en uitvoering van het Deltaprogramma bevorderen. Hij voert overleg met betrokken partijen en bewaakt de voortgang van de uitvoering van het Deltaprogramma.
In de Memorie van Toelichting op de Waterwet, paragraaf 4, artikel 7.22d, is opgenomen dat de Deltacommissaris een eigen bureau ter ondersteuning van zijn werkzaamheden heeft en een budget dat toereikend is voor de hem toebedeelde taken.
Op dit artikel worden de personele en materiële kosten verantwoord, die nodig zijn om de ondersteunende taken van de staf Deltacommissaris te kunnen uitvoeren.
Apparaatskosten Rijkswaterstaat
Dit betreft de apparaatskosten voor de grote projecten Ruimte voor de Rivier, Maaswerken, HWBP-2, overige aanlegprojecten, verkenningen en planuitwerkingen, watermanagement, Beheer en Onderhoud, de uitvoering van landelijke taken en inhuur.
Overige netwerkgebonden uitgaven
Producten
Onder overige kosten zijn de externe kosten opgenomen die niet direct toewijsbaar zijn aan de producten van het Deltafonds. Hiertoe behoren externe kosten voor basisinformatie, sectorspecifieke ICT, kennisontwikkeling en innovatie en landelijke taken op het gebied van aanleg.
Programmauitgaven Deltacommissaris
Deze uitgaven worden gedaan ten behoeve van het Deltaprogramma en de hoofdtaken van de Deltacommissaris.
Op dit artikel wordt de voor het Deltafonds beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord. Deze investeringsruimte is in 2011 gecreëerd voor het totale Infrastructuurfonds (zie Voorjaarsnota 2011, Bijlage 3, «Beoordelingskader Infrastructuurfonds 2021–2028»). Met de oprichting van het Deltafonds is een deel van deze ruimte verschoven naar het Deltafonds (zie ook artikel 18.11 Investeringsruimte van de begroting van het Infrastructuurfonds).
De Investeringsruimte van in totaal € 1,4 miljard tot en met 2028 betreft «beleidsruimte», waarvan de concrete aanwending wordt overgelaten aan toekomstige kabinetten; de programmaruimte is eerder ingezet ter dekking van de maatregelen uit de brief «stand van zaken Waterveiligheid» (Kamerstukken, vergaderjaar 2010/11, nr. XX). De structurele doorwerking van het Begrotingsakkoord na 2023 is naar rato ten laste is gebracht van de Beleidsruimte (€ 0,2 mld).
Omschrijving van de samenhang in beleid
Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord die ten laste van de begroting van IenM komen. De doelstelling van het onderliggend beleid zijn terug te vinden in de Begroting hoofdstuk XII.
Het productartikel is gerelateerd aan artikel 26 Bijdragen aan de Investeringsfondsen op de Begroting hoofdstuk XII.
Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 6 Bijdragen ten laste van begroting hoofdstuk XII (in € 1 000)
2011 |
2012 |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen |
|||||||
Uitgaven |
|||||||
Ontvangsten |
0 |
0 |
882 371 |
1 062 153 |
1 059 295 |
1 186 408 |
939 214 |
6.09 Bijdragen ten laste van begroting Hoofdstuk XII |
882 371 |
1 062 153 |
1 059 295 |
1 186 408 |
939 214 |
||
6.09.01 Bijdragen ten laste van begroting Hoofdstuk XII |
882 371 |
1 062 153 |
1 059 295 |
1 186 408 |
939 214 |
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
Bijdragen ten laste van begroting Hoofdstuk XII
Dit artikel is technisch van aard.
Artikel |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
6 |
Bijdragen andere begrotingen Rijk |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6.09 |
Ontvangsten |
882 371 |
1 062 153 |
1 059 295 |
1 186 408 |
939 214 |
808 637 |
643 781 |
696 659 |
1 091 193 |
843 696 |
843 439 |
935 434 |
934 660 |
932 449 |
932 460 |
939 043 |
Het gaat om het omzetten van Infrastructuurfonds artikelen 11 Hoofdwatersystemen en 16 Mega-projecten niet Verkeer en Vervoer naar onderstaande artikelen Deltafonds.
• Artikel 1 Investeren in Waterveiligheid
• Artikel 2 Investeren in Zoetwatervoorziening
• Artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging
• Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven
NB. Deltafonds artikel 4 is bestemd voor experimenteerprojecten en Deltafonds artikel 6 technisch van aard. De bedragen zijn terug te vinden in de «Tabellen Budgettaire gevolgen van de uitvoering».
DF artikel |
Uit IF artikel |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 Investeren in Waterveiligheid |
|||||||
6501u0101 |
Programma HWBP waterschapsprojecten |
5516u0501 |
171 859 |
285 298 |
290 987 |
416 095 |
177 728 |
6501u0102 |
Programma HWBP rijksprojecten |
5516u0501 |
13 340 |
15 000 |
8 413 |
33 500 |
73 500 |
6501u0103 |
Ruimte voor de Rivier |
5516u0202 |
157 724 |
333 924 |
349 889 |
234 166 |
205 792 |
6501u0104 |
Maaswerken |
5516u0301 |
18 485 |
33 502 |
39 500 |
39 498 |
23 439 |
6501u0201 |
Verk. en planstudieprogr. waterveiligheid |
5511u03 |
37 371 |
54 423 |
45 392 |
99 129 |
175 445 |
5511u05 |
6 798 |
– 15 996 |
– 29 162 |
89 406 |
79 119 |
||
5516u02 |
– 4 790 |
– 5 168 |
– 3 136 |
– 2 612 |
|||
5516u03 |
– 3 431 |
– 3 519 |
– 2 409 |
– 1 833 |
|||
5516u05 |
– 996 |
– 867 |
– 891 |
– 460 |
|||
6501u0202 |
Realisatieprogramma waterveiligheid |
5511u0301 |
119 128 |
92 527 |
143 196 |
45 633 |
7 445 |
6501u0301 |
Studie en onderzoekskosten DP (MIRT-onderz.) |
5511u0501 |
7 327 |
4 317 |
350 |
350 |
350 |
5511u0502 |
1 680 |
2 226 |
1 327 |
1 044 |
0 |
||
6501u0302 |
Overige studiekosten |
5511u0301 |
3 000 |
0 |
0 |
0 |
0 |
Totaal artikel 1 |
536 712 |
796 004 |
840 338 |
952 385 |
737 913 |
||
2 Investeren in zoetwatervoorziening |
|||||||
6502u0201 |
Verkenningen en planstudies zoetwatervoorziening |
5511u0503 |
2 397 |
2 146 |
2 146 |
8 568 |
8 567 |
6502u0202 |
Realisatieprogramma zoetwatervoorziening |
5511u0302 |
25 520 |
0 |
0 |
0 |
0 |
6502u0301 |
Studie en onderzoekskosten DP (MIRT-onderz.) |
5511u0501 |
4 200 |
2 460 |
41 |
0 |
0 |
Totaal artikel 2 |
32 117 |
4 606 |
2 187 |
8 568 |
8 567 |
||
3 Investeren in Beheer en onderhoud |
|||||||
6503u0101 |
Watermanagement |
5511u01 |
– 0 |
– 21 |
– 25 |
– 21 |
– 23 |
5511u0101 |
11 794 |
10 706 |
11 035 |
10 284 |
10 284 |
||
6503u0201 |
Waterveiligheid |
5511u02 |
0 |
– 3 358 |
– 3 685 |
– 3 308 |
– 3 383 |
5511u0201 |
110 300 |
124 559 |
119 376 |
112 065 |
112 121 |
||
6503u0202 |
Integraal waterkwaliteit |
5511u0205 |
23 056 |
18 917 |
18 787 |
18 758 |
18 757 |
6503u0301 |
Vervanging en renovatie |
5511u0208 |
11 000 |
19 573 |
45 000 |
49 597 |
20 000 |
Totaal artikel 3 |
156 150 |
170 376 |
190 488 |
187 375 |
157 756 |
||
5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven |
|||||||
6505u0101 |
Staf Deltacommissaris |
5511u0601 |
0 |
– 8 |
– 10 |
– 8 |
– 9 |
HXIIu |
2 022 |
1 830 |
1 717 |
1 694 |
1 668 |
||
6505u0102 |
Apparaatskosten RWS |
5511u0701 |
177 517 |
166 199 |
159 665 |
158 095 |
156 749 |
5516u04 |
– 28 |
– 30 |
– 20 |
– 21 |
|||
5516u0401 |
18 692 |
18 159 |
16 333 |
13 011 |
12 203 |
||
6505u0201 |
Overige netwerkgebonden uitgaven |
5511u0702 |
47 425 |
45 329 |
45 284 |
44 384 |
43 463 |
6505u0202 |
Staf Deltacommissaris |
5511u0601 |
1 925 |
1 925 |
1 884 |
1 925 |
1 925 |
Totaal artikel 5 |
247 581 |
233 406 |
224 843 |
219 080 |
215 978 |
BenO |
Beheer en Onderhoud |
---|---|
BKL |
Basiskustlijn |
ESA |
Extra spuicapaciteit Afsluitdijk |
HWBP |
Hoogwaterbeschermingsprogramma |
IBO |
Interdepartementaal Beleidsonderzoek |
IenM |
Infrastructuur en Milieu |
IIVR |
Integraal Inrichtingsplan Veluwerandmeren |
IF |
Infrastructuurfonds |
KRW |
Kader Richtlijn Water |
MHW |
Maatgevend Hoog Water |
MIRT |
Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport |
NURG |
Nadere Uitwerking Rivieren Gebied |
NWP |
Nationaal Waterplan |
PB |
Projectbesluit |
PKB |
Planologische Kernbeslissing |
PPC |
Public Private Comparator |
PPS |
Publiek Private Samenwerking |
RRAAM |
Rijk- en regioprogramma Amsterdam Almere Markermeer |
RINK |
Risico Inventarisatie Natte Kunstwerken |
RWS |
Rijkswaterstaat |
SBW |
Sterkte, Belastingen Waterkeringen |
TBES |
Toekomstbestendig Ecologisch Systeem |
UO |
Uitvoeringsopdracht (beschikking) |
VGR |
Voortgangsrapportage |
VNK |
Veiligheid Nederland in Kaart |
WB21 |
Waterbeheer 21e eeuw |
Wtw |
Waterwet |
WTI |
Wettelijk toetsinstrumentarium |
§ 4a. Het deltafonds
Artikel 7.22a
1. Er is een deltafonds.
2. Het deltafonds heeft ten doel de financiering en bekostiging van:
a. maatregelen en voorzieningen in verband met de opgaven op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening, bedoeld in artikel 4.9, tweede lid;
b. het inwinnen, bewerken en verspreiden van met onderdeel a samenhangende gegevens en het verrichten van met onderdeel a samenhangende onderzoeken.
Artikel 7.22b
1. Het deltafonds is een begrotingsfonds als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001.
2. Onze Minister beheert het deltafonds.
Artikel 7.22c
1. De ontvangsten van het deltafonds zijn:
a. een bijdrage ten laste van de begroting van het ministerie van Verkeer en Waterstaat;
b. bijdragen ten laste van andere begrotingen van het Rijk;
c. bijdragen van derden;
d. andere ontvangsten in het kader van het bereiken van de doelen van het deltafonds.
2. Ten gunste van de begroting van het deltafonds van enig jaar wordt het batige saldo van dat fonds van het voorafgaande jaar gebracht.
Artikel 7.22d
1. Ten laste van het deltafonds komen in verband met de opgaven, bedoeld in artikel 4.9, tweede lid, de uitgaven ten behoeve van:
a. aanleg, verbetering, beheer, onderhoud en bediening van waterstaatswerken die bij het Rijk in beheer zijn of zullen zijn, ter voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen en waterschaarste;
b. maatregelen en voorzieningen ter bescherming of verbetering van de chemische of ecologische kwaliteit van watersystemen, voor zover deze onderdeel uitmaken van de opgaven, bedoeld in artikel 4.9, tweede lid, onderdeel a, en;
c. het inwinnen, bewerken en verspreiden van met de onderdelen a en b samenhangende gegevens;
d. met de onderdelen a en b samenhangende onderzoeken.
2. Onze Minister kan in verband met de opgaven, bedoeld in artikel 4.9, tweede lid, uit het deltafonds subsidies vertrekken ten behoeve van:
a. aanleg, verbetering, beheer, onderhoud en bediening van waterstaatswerken die niet bij het Rijk in beheer zijn of zullen zijn, ter voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen en waterschaarste;
b. maatregelen en voorzieningen ter bescherming of verbetering van de chemische of ecologische kwaliteit van watersystemen, voor zover deze onderdeel uitmaken van de opgaven, bedoeld in artikel 4.9, tweede lid, onderdeel a;
c. met de onderdelen a en b samenhangende onderzoeken.
3. Op subsidies die ten laste komen van het deltafonds zijn de artikelen 3 tot en met 6 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat van toepassing.
4. Subsidies als bedoeld in het tweede lid die worden verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, worden verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
5. Ten laste van het deltafonds kunnen eveneens uitgaven worden gebracht ten behoeve van maatregelen en voorzieningen als bedoeld in artikel 7.22a, tweede lid, onderdeel a, alsmede ten behoeve van het inwinnen, verspreiden en bewerken van gegevens en het doen van onderzoek als bedoeld in artikel 7.22a, tweede lid, onderdeel b, met betrekking tot buiten het Nederlandse grondgebied gelegen delen van de stroomgebieddistricten Eems, Maas, Rijn en Schelde.
6. Ten laste van het deltafonds komen tevens uitgaven ten behoeve van het bureau ter ondersteuning van de werkzaamheden van de deltacommissaris, de huisvestingskosten van het bureau en verdere aan de taakvervulling van de deltacommissaris verbonden uitgaven.
7. Ten laste van het deltafonds komen voorts andere uitgaven in het kader van het bereiken van de doelen van dat fonds.
8. Ten laste van de begroting van enig jaar wordt het nadelige saldo van het deltafonds van het voorafgaande jaar gebracht.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten voor het Deltafonds tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.
Tevens is de voeding van het fonds inzichtelijk gemaakt door de relatie met het bijdrage-artikel HXII (art. 26) en de ontvangsten van derden aan te geven.
Artikel |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
|
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 |
Investeren in Waterveiligheid |
536 712 |
796 004 |
840 338 |
952 385 |
737 913 |
617 153 |
452 228 |
512 821 |
795 132 |
530 054 |
450 769 |
417 104 |
417 104 |
417 104 |
417 104 |
417 022 |
1.01 |
Grote projecten waterveiligheid |
361 406 |
667 725 |
688 790 |
723 260 |
480 459 |
378 258 |
195 555 |
277 547 |
211 893 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
1.02 |
Overige aanlegprojecten |
163 299 |
121 736 |
149 871 |
227 731 |
257 104 |
237 945 |
254 427 |
234 026 |
583 239 |
530 054 |
450 769 |
417 104 |
417 104 |
417 104 |
417 104 |
417 022 |
1.03 |
Studiekosten |
12 007 |
6 543 |
1 677 |
1 394 |
350 |
950 |
2 246 |
1 248 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
1.09 |
Ontvangsten |
87 689 |
142 239 |
198 561 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
Bijdrage van hfdst XII (art 26) |
449 023 |
653 765 |
641 777 |
771 385 |
556 913 |
436 153 |
271 228 |
331 821 |
614 132 |
349 054 |
269 769 |
236 104 |
236 104 |
236 104 |
236 104 |
236 022 |
|
Artikel |
|
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
2 |
Investeren in zoetwatervoorziening |
32 117 |
4 606 |
2 187 |
8 568 |
8 567 |
2 142 |
2 143 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2.02 |
Ov.waterinvest.zoetwatervoorz. |
27 917 |
2 146 |
2 146 |
8 568 |
8 567 |
2 142 |
2 143 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2.03 |
Studiekosten |
4 200 |
2 460 |
41 |
|||||||||||||
2.09 |
Ontvangsten |
2 500 |
|||||||||||||||
Bijdrage van hfdst XII (art 26) |
29 617 |
4 606 |
2 187 |
8 568 |
8 567 |
2 142 |
2 143 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
2 142 |
|
Artikel |
|
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
3 |
Beheer, onderhoud en vervanging |
156 150 |
170 376 |
190 488 |
187 375 |
157 756 |
147 722 |
147 925 |
141 551 |
225 687 |
234 268 |
230 268 |
236 996 |
236 996 |
234 496 |
234 496 |
241 090 |
3.01 |
Watermanagement |
11 794 |
10 685 |
11 010 |
10 263 |
10 261 |
10 261 |
10 261 |
10 261 |
10 261 |
10 261 |
10 261 |
10 284 |
10 284 |
10 284 |
10 284 |
10 284 |
3.02 |
Beheer en Onderhoud |
144 356 |
159 691 |
179 478 |
177 112 |
147 495 |
137 461 |
137 664 |
131 290 |
215 426 |
224 007 |
220 007 |
226 712 |
226 712 |
224 212 |
224 212 |
230 806 |
Bijdrage van hfdst XII (art 26) |
156 150 |
170 376 |
190 488 |
187 375 |
157 756 |
147 722 |
147 925 |
141 551 |
225 687 |
234 268 |
230 268 |
236 996 |
236 996 |
234 496 |
234 496 |
241 090 |
|
Artikel |
|
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
5 |
Netwerkgeb. kosten & ov. uitgaven |
247 581 |
233 406 |
224 843 |
219 080 |
215 978 |
222 620 |
222 485 |
221 145 |
249 232 |
258 232 |
341 260 |
460 192 |
459 418 |
459 707 |
459 718 |
459 789 |
5.01 |
Apparaat |
198 231 |
186 152 |
177 675 |
172 771 |
170 590 |
177 234 |
177 097 |
175 757 |
177 918 |
177 918 |
177 918 |
177 948 |
177 948 |
177 948 |
177 948 |
177 948 |
5.02 |
Overige uitgaven |
49 350 |
47 254 |
47 168 |
46 309 |
45 388 |
45 386 |
45 388 |
45 388 |
43 463 |
43 463 |
43 463 |
43 790 |
43 790 |
43 790 |
43 790 |
43 790 |
5.03 |
Investeringsruimte |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
0 |
27 851 |
36 851 |
119 879 |
238 454 |
237 680 |
237 969 |
237 980 |
238 051 |
Bijdrage van hfdst XII (art 26) |
247 581 |
233 406 |
224 843 |
219 080 |
215 978 |
222 620 |
222 485 |
221 145 |
249 232 |
258 232 |
341 260 |
460 192 |
459 418 |
459 707 |
459 718 |
459 789 |
|
Artikel |
|
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
2026 |
2027 |
2028 |
6 |
Bijdragen andere begrotingen Rijk |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
6.09 |
Ontvangsten |
882 371 |
1 062 153 |
1 059 295 |
1 186 408 |
939 214 |
808 637 |
643 781 |
696 659 |
1 091 193 |
843 696 |
843 439 |
935 434 |
934 660 |
932 449 |
932 460 |
939 043 |
Voeding: ontvangsten |
90 189 |
142 239 |
198 561 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
181 000 |
|
Voeding: bijdrage HXII (art. 26) |
882 371 |
1 062 153 |
1 059 295 |
1 186 408 |
939 214 |
808 637 |
643 781 |
696 659 |
1 091 193 |
843 696 |
843 439 |
935 434 |
934 660 |
932 449 |
932 460 |
939 043 |
|
Totaal uitgaven |
972 560 |
1 204 392 |
1 257 856 |
1 367 408 |
1 120 214 |
989 637 |
824 781 |
877 659 |
1 272 193 |
1 024 696 |
1 024 439 |
1 116 434 |
1 115 660 |
1 113 449 |
1 113 460 |
1 120 043 |
Twee van de deelprogramma’s worden uitgevoerd door het Ministerie van ELenI. Dit zijn de programma’s Wadden en Zuid-Westelijkde Delta. Een van de programma’s wordt verantwoord op HXII, artikel 13: Deelprogramma nieuwbouw en herstructurering.
Op het gebied van zoetwatervoorziening is het beleid er op dit moment op gericht om – onder normale omstandigheden – zoveel mogelijk aan de behoeften van gebruikers te voldoen. In periodes van watertekort (in droge zomers) wordt water verdeeld op basis van een verdringingsreeks, die is opgezet om prioriteiten te kunnen geven aan de verschillende watervragers.
Onder Buitenwater valt volgens de waterwet: water van een oppervlaktewaterlichaam waarvan de waterstand direct invloed ondergaat bij hoge stormvloed, bij hoog opperwater van een van de grote rivieren, bij hoog water van het IJsselmeer of het Markermeer, dan wel bij een combinatie daarvan.
De bijstelling van 829 kilometer naar 545 kilometer wordt verklaard doordat aanvankelijk 529 kilometer als regionale kering is aangemerkt. 300 kilometer is geen kering maar betreft ingegraven kanalen waar het maaiveld hoger ligt dan het kanaalpeil. Deze oevers zijn dus wel relevant voor instandhouding van de vaarweg maar vervullen geen hoogwaterveiligheidsfunctie naar het regionaal achterland. Inmiddels is er een actueel GIS-bestand opgeleverd over de in RWS-beheer zijnde regionale keringen. Dat levert een neerwaartse bijstelling tot 429 kilometer regionale kering voor dijken en dammen. Tezamen met 116 kilometer duinen die deel uitmaken van de niet-primaire waterkeringen en in beheer zijn bij RWS, telt dit op tot 545 kilometer.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33400-J-2.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.