33 400 J Vaststelling van de begrotingsstaat van het Deltafonds voor het jaar 2013

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt, omdat het zonder meer instemmend luidt/uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 26, vijfde lid, van de Wet op de Raad van State).

Inhoudsopgave

A.

ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE WETSARTIKELEN

2

     
 

Wetsartikel 1

2

     

B.

BEGROTINGSTOELICHTING

3

A. ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 1, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2001 elk jaar afzonderlijk bij de wet vastgesteld. Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M. H. Schultz van Haegen

B. BEGROTINGSTOELICHTING

Inhoud

1.

LEESWIJZER

4

2.

AGENDA DELTAPROGRAMMA

6

3.

DE PRODUCTARTIKELEN

9

4.

DE BIJLAGEN

44

a.

Conversietabel

44

b.

Lijst met afkortingen

46

c.

Paragraaf 4a uit de Deltawet (Het Deltafonds)

47

d.

Overzicht Budgetten Deltafonds 2013–2028

49

1. LEESWIJZER

Het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) stelt een beleidsbegroting op, hoofdstuk XII van de rijksbegroting (Begroting hoofdstuk XII), en een begroting van het Infrastructuurfonds en het Deltafonds.

Voor u ligt de eerste Deltafonds begroting.

In de Waterwet is opgenomen dat er een Deltafonds wordt ingesteld met als doel de bekostiging van maatregelen, voorzieningen en onderzoeken op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening. De uitgaven die ten laste van het Deltafonds mogen worden gebracht zijn opgenomen in artikel 7.22a t/m 7.22d van de Deltawet (zie bijlage 4c) en komen in 2012 nog ten laste van het Infrastructuurfonds.

Uitgaande van de Waterwet zijn de artikelen 11 Hoofdwatersystemen en 16 (alle Megaprojecten niet Verkeer en Vervoer, met uitzondering van Project Mainportontwikkeling Rotterdam) van het Infrastructuurfonds, geconverteerd naar het Deltafonds en HXII. In bijlage 4a is een conversietabel opgenomen met de doorgevoerde omzettingen. Maatregelen op het gebied van waterkwaliteit die niet verbonden zijn met waterveiligheid en zoetwatervoorziening, zijn door de bij de behandeling van het wetvoorstel Deltawet aangenomen amendement Lucas (Kamerstukken II 2010/11, 32 304, nr. 29) niet in het Deltafonds opgenomen en worden verantwoord op de Begroting van hoofdstuk XII, artikel 12 Waterkwaliteit.

De begroting van het Deltafonds is gerelateerd aan artikel 11 Waterkwantiteit op de Begroting hoofdstuk XII. De doelstelling van dit beleidsartikel is het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, waardoor Nederland droge voeten houdt.

Waar het Deltafonds met name gericht is op de uitvoering in de komende 15 jaar – het fonds kent dezelfde looptijd als het Infrastructuurfonds – wil het kabinet via het Deltaprogramma ervoor zorgen dat er zowel over de korte als de lange termijn (2050 en verder) voorbereidingen worden getroffen om ons land nu en in de (verre) toekomst adequaat te beschermen tegen hoog water en van voldoende zoet water te blijven voorzien.

Een nadere toelichting op het lopende programma, zoals beschreven in onderstaande productartikelen, is opgenomen in het MIRT-projectenboek, dat jaarlijks als bijstuk bij de begroting van het Infrastructuurfonds wordt verzonden. Voor opname in het MIRT-projectenboek is gekozen, omdat het MIRT projectenboek tevens een integraal overzicht van de ruimtelijke opgaven, programma’s en projecten van nationaal belang biedt. Integraal omdat het gaat over opgaven en projecten op de gebieden van ruimtelijke ordening, wonen, werken, mobiliteit, bedrijvigheid, natuur, landschap en water.

De rapportage van het Deltaprogramma is het jaarlijkse bijstuk bij de Deltafondsbegroting. Het biedt een overzicht van alle maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening en daarmee van alle projecten die geheel of gedeeltelijk uit het Deltafonds worden gefinancierd. Ook gaat het Deltaprogramma in op de middellange en lange termijn strategieën op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening en komen hierin de lopende uitvoeringsprogramma’s aan bod. In de periode tot en met 2014 wordt in het Deltaprogramma in jaarlijkse stappen gewerkt aan de voorbereiding van hoofdkeuzes op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening (de deltabeslissingen) en de maatregelen die daar uit voortvloeien.

Het verkeersmanagement en beheer en onderhoud van de hoofdwatersystemen (artikel 3 van het Deltafonds) wordt door Rijkswaterstaat uitgevoerd op basis van met de beleidsdiensten gemaakte prestatieafspraken. Voor de periode 2013–2016 zijn met Rijkswaterstaat nieuwe prestatieafspraken gemaakt. Tevens zijn er nieuwe indicatoren opgesteld. Deze nieuwe indicatoren sluiten beter aan op de beleidsdoelen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de indicatoren zoals opgenomen bij de genoemde artikelen.

2. AGENDA DELTAPROGRAMMA

Het Deltaprogramma heeft als doel ons land nu en in de toekomst te beschermen tegen hoog water en de zoetwatervoorziening op orde te houden. Het financieel fundament onder het Deltaprogramma is het Deltafonds.

Werken aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening vraagt continu inspanningen en investeringen. Het aantal mensen en de waarde van het te beschermen goed veranderen onder invloed van economische en demografische ontwikkelingen. Ook water en bodem veranderen in de loop van de tijd: de zeespiegel stijgt en de bodem daalt. Daarbij verandert het klimaat, waardoor het warmer wordt en rivierafvoeren en regenval grotere extremen zullen vertonen. Het Deltaprogramma is het nationale programma waarin Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen samenwerken om Nederland veilig en aantrekkelijk te houden.

Op het gebied van zoetwatervoorziening is het beleid erop gericht om – onder normale omstandigheden – zoveel mogelijk aan de behoeften van gebruikers te voldoen. In periodes van watertekort (in droge zomers) wordt water verdeeld op basis van de verdringingsreeks, waarmee de verschillende belangen worden afgewogen.

In het Deltafonds worden projecten verantwoord die bijdragen aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening. Het doel van het waterveiligheidsbeleid is te komen tot een duurzame beheersing van overstromingsrisico’s op een maatschappelijk aanvaardbaar niveau. Ingezet wordt op een meerlaagsveiligheid, opgebouwd uit 3 lagen:

  • Preventie als primaire pijler van het beleid

  • Ingrepen in de duurzame ruimtelijke inrichting om de gevolgen van overstroming te beperken

  • Rampenbeheersing op orde krijgen en houden

De lijn die in het Nationaal Waterplan is uitgezet, is de huidige veiligheid op orde krijgen en voorbereiden op de toekomst. Dit gebeurt via de lopende uitvoeringsprogramma’s die onderdeel zijn van het Deltaprogramma. Dit zijn de grote projecten HWBP-2 (waaronder Zwakke Schakels Kust), Ruimte voor de Rivier, Maaswerken alsmede de deelprogramma’s waarin de deltabeslissingen worden voorbereid. Een nadere toelichting op deze programma’s is te vinden in het MIRT-projectenboek 2013 alsmede het Deltaprogramma 2013 waarin wordt ingegaan op het voorbereiden van maatregelen en voorzieningen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening.

Mijlpalen en resultaten 2013

Aanleg

In 2013 wordt voortvarend gewerkt aan het verbeteren van de waterveiligheid, onder andere aan de grote projecten HWBP-2, Ruimte voor de Rivier en Maaswerken. Voor het HWBP-2 is de verwachting dat er zes projecten (waaronder de Lekdijk en de Zwakke Schakels Noord-Holland) in realisatie gaan. Voor het programma Maaswerken zijn ondertussen 20 projecten afgerond en de overige in realisatie met het doel om de hoogwaterdoelstellingen van de deelprogramma’s Zandmaas en de Grensmaas in 2015 respectievelijk 2017 te realiseren. De prioritaire kaden in kader van de sluitstukkaden van het programma Maaswerken worden voor eind 2020 gerealiseerd.

Ook het programma Ruimte voor de Rivier blijft in 2013 volop in uitvoering. Verwachting is dat voor de uiterwaardvergravingen langs de Rijn, dijkverleggingen bij Zutphen en de Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld in 2013 de feitelijke uitvoering van het werk (spade in de grond) van start gaat.

Voor een nadere toelichting over de stand van zaken voor het lopende programma wordt verwezen naar de toelichting op de productartikelen en naar het MIRT Projectenboek 2013.

Beheer en onderhoud

In 2012 zijn voor het Beheer en Onderhoud voor de periode 2013 en volgende jaren prestatieafspraken gemaakt voor het watermanagement, beheer en onderhoud waterveiligheid, waar onder kustlijnhandhaving met zandsuppleties, stormvloedkeringen en rijkswaterkeringen zoals dijken, dammen en duinen. Deze prestatieafspraken zijn nader toegelicht in artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging van deze Deltafondsbegroting. Hiervoor zijn nieuwe indicatoren opgesteld die beter aansluiten bij de doelstelling van het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, waardoor Nederland droge voeten houdt.

Technische verwerking Begrotingsakkoord

In de begroting van Hoofdstuk XII is aangegeven hoe de taakstelling Begrotingsakkoord is toegerekend. In onderstaande tabel is aangegeven hoe de taakstelling is doorvertaald naar de verschillende productartikelen.

In de Deltafondsbegroting is het aandeel in de taakstelling voor het jaar 2013 verwerkt. Dit kan onder andere gevolgen hebben voor het uitvoeringstempo van het programma Ruimte voor de Rivier.

Over de feitelijke invulling van de taakstelling voor 2014 en volgende jaren heeft nog geen besluitvorming plaatsgevonden. Dat is aan het nieuwe kabinet. In deze begroting zijn de taakstellingen cijfermatig verwerkt op artikel 1.02.01 Verkenningen en planuitwerkingsprogramma overige aanlegprojecten Waterveiligheid.

Invulling taakstelling Deltafonds Begrotingdakkoord (x € 1 000)
   

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

1

Waterveiligheid

– 9 312

– 59 638

– 62 380

– 42 370

– 33 613

– 25 022

– 11 549

– 14 436

2

Zoetwatervoorz.

– 8 000

8 000

           

3

Beheer, onderhoud & verv.

0

– 3 379

– 3 710

– 3 329

– 3 406

– 3 415

– 3 406

– 3 398

5

Overige uitgaven

0

– 358

– 402

– 335

– 357

– 357

– 357

– 357

Totaal Deltafonds

– 17 312

– 55 375

– 66 492

– 46 034

– 37 377

– 28 793

– 15 312

– 18 191

(vervolg) Invulling taakstelling Deltafonds Begrotingdakkoord (x € 1 000)

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Som

– 36 316

– 34 613

– 34 857

0

0

0

0

0

– 364 106

               

0

– 3 398

– 3 398

– 3 398

0

0

0

0

0

– 34 238

– 357

– 357

– 357

– 40 115

– 40 889

– 40 600

– 40 589

– 40 600

– 206 387

– 40 071

– 38 369

– 38 612

– 40 115

– 40 889

– 40 600

– 40 589

– 40 600

– 604 731

Begroting op hoofdlijnen

Onderstaande tabel geeft de belangrijkste wijzigingen in de uitgaven en inkomsten aan ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2012.

   

art

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Stand ontwerp-begroting 2012

   

0

0

0

0

0

Mutaties 1e suppletoire wet 2012

             

Stand Voorjaarsnota 2012

   

0

0

0

0

0

Belangrijkste mutaties Deltafonds

             

1

Bijdrage uit hoofdstuk XII aan Deltafonds

Alle

 

882 371

1 062 153

1 059 295

1 186 408

939 214

2

Bijdrage van derden aan Deltafonds

1 en 2

 

90 189

142 239

198 561

181 000

181 000

Totale mutaties

   

972 560

1 204 392

1 257 856

1 367 408

1 120 214

Stand ontwerp-begroting 2012

   

972 560

1 204 392

1 257 856

1 367 408

1 120 214

Ad 1. Dit betreft de bijdrage uit hoofdstuk XII ten behoeve van het Deltafonds.

Ad 2. Dit betreft de bijdrage van derden, met name Waterschappen, ten behoeve van het Deltafonds.

3. DE PRODUCTARTIKELEN

Artikel 1 Investeren in waterveiligheid

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Om te voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij de waterschappen en het Rijk en een bijdrage te leveren aan het beheer van de rijkswateren.

Het artikel waterveiligheid is gerelateerd aan beleidsartikel 11 (Waterkwantiteit) op de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 1 Investeren in waterveiligheid (in € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

 

 

672 709

739 417

468 394

856 566

970 940

Uitgaven

0

0

536 712

796 004

840 338

952 385

737 913

Waarvan juridisch verplicht

   

90%

       

1.01 Grote projecten waterveiligheid

0

0

361 406

667 725

688 790

723 260

480 459

1.01.01 Programma HWBP-2 Waterschapsprojecten

   

171 857

285 298

290 993

416 096

177 732

1.01.02 Programma HWBP-2 Rijksprojecten

   

13 340

15 000

8 413

33 500

73 500

1.01.03 Ruimte voor de rivier

   

157 724

333 925

349 884

234 166

205 788

1.01.04 Maaswerken

   

18 485

33 502

39 500

39 498

23 439

               

1.02 Overige aanlegprojecten Waterveiligheid

0

0

163 299

121 736

149 871

227 731

257 104

1.02.01 Verkenningen en planuitwerkingsprogramma

   

44 170

29 208

6 675

182 098

249 659

1.02.02 Realisatieprogramma

   

119 129

92 528

143 196

45 633

7 445

               

1.03 Studiekosten

0

0

12 007

6 543

1 677

1 394

350

1.03.01 Studie en onderzoekskosten

   

9 007

6 543

1 677

1 394

350

1.03.02 Overige studiekosten

   

3 000

0

0

0

0

               

1.04 GIV/PPS

             

Ontvangsten

0

0

87 689

142 239

198 561

181 000

181 000

1.09 Ontvangsten Investeren in waterveiligheid

0

0

87 689

142 239

198 561

181 000

181 000

1.09.01 Ontvangsten waterschappen HWBP-2

   

79 450

124 450

171 000

148 550

155 077

1.09.02 Overige aanleg ontvangsten

   

8 239

17 789

27 561

32 450

25 923

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Bedragen x € 1 000

Artikel

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

1

Investeren in Waterveiligheid

536 712

796 004

840 338

952 385

737 913

617 153

452 228

512 821

795 132

530 054

450 769

417 104

417 104

417 104

417 104

417 022

1.01

Grote projecten waterveiligheid

361 406

667 725

688 790

723 260

480 459

378 258

195 555

277 547

211 893

0

0

0

0

0

0

0

1.02

Overige aanlegprojecten

163 299

121 736

149 871

227 731

257 104

237 945

254 427

234 026

583 239

530 054

450 769

417 104

417 104

417 104

417 104

417 022

1.03

Studiekosten

12 007

6 543

1 677

1 394

350

950

2 246

1 248

0

0

0

0

0

0

0

0

1.09

Ontvangsten

87 689

142 239

198 561

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

449 023

653 765

641 777

771 385

556 913

436 153

271 228

331 821

614 132

349 054

269 769

236 104

236 104

236 104

236 104

236 022

1.01 Grote projecten waterveiligheid

Motivering

Deze projecten, die door de Tweede Kamer de status van groot project zijn toegekend, dragen bij aan de waterveiligheid in Nederland.

Tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP-2)

Producten

Onder dit programma vallen de verbetermaatregelen die zijn voortgekomen uit de periodieke toetsing conform de Waterwet. Uit de resultaten van de eerste (2001) en tweede (2006) toetsing op veiligheid van de primaire waterkeringen blijkt dat een deel van deze keringen niet voldoet aan de wettelijke norm (Kamerstukken II, 2007/08, 27 625 en 18 106, nr. 103). Verder bleek uit een toets in 2003 door Rijkswaterstaat (RWS) en de keringbeheerders dat de zeeweringen langs de Noordzeekust op een aantal locaties op een termijn van twintig jaar niet meer aan de geldende veiligheidsnorm zouden voldoen. Deze locaties zijn aangemerkt als Zwakke Schakels. Op negen van deze locaties ligt tevens een opgave tot verbetering van de ruimtelijke kwaliteit, de zogenaamde prioritaire zwakke schakels kust. Vanuit HWBP-2 worden subsidies verstrekt aan de waterschappen ten behoeve van de uitvoering van de vereiste verbetermaatregelen en de maatregelen aan de rijkskeringen betaald.

Met het afsluiten van het bestuursakkoord Water dragen de waterschappen bij aan de financiering van het HWBP-2.

De procedureregeling grote projecten is op 22 maart 2011 op het HWBP-2 van toepassing verklaard. Op basis van de uitgangspuntennotitie van de Tweede Kamer is een basisrapportage opgesteld (Kamerstukken II, 2011/12, 27 625, nr. 237). Het HWBP-2 bestaat uit 89 versterkingsprojecten, inclusief de Zwakke Schakels. Ten opzichte van de vorige begroting is een drietal projecten samengevoegd.

Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder half jaar een voortgangsrapportrage: vóór 1 april 2013 (Voortgangsrapportage 3) en vóór 1 oktober 2013 (Voortgangsrapportage 4).

Het HWBP-2 is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.

2e Hoogwaterbeschermingsprogramma

Meetbare gegevens

Het HWBP-2 bestaat uit 89 projecten. Eind 2011 voldeden 47 projecten aan de norm. In de basisrapportage is aangegeven dat de overgrote meerderheid van de projecten in 2017 is afgerond en dat enkele projecten een geprognosticeerde einddatum van na 2017 laten zien.

Projectoverzicht tweede Hoogwaterbeschermingsprogramma; planuitwerking
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

later

huidig

vorig

Project HWBP-2

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2020

2020

Projecten Nationaal

                       

HWBP-2 Rijksprojecten

199

72

3

11

8

10

5

30

70

63

   

HWBP-2 Waterschapsprojecten

2 910

3 071

614

109

172

285

291

416

178

845

   

Overige projectkosten

43

43

8

5

6

6

4

4

4

8

   

Totaal

3 151

 

625

124

185

300

299

450

251

917

   

Begroting (DF 01.01.01/02)

       

185

300

299

450

251

     

Ruimte voor de Rivier

Producten

In 2006 hebben de Tweede Kamer en Eerste Kamer de Planologische Kernbeslissing (PKB) unaniem aanvaard.

Met de PKB wil het kabinet twee doelstellingen bereiken:

  • 1. Het op het vereiste niveau brengen van de bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen. Dit houdt in dat de veiligheid langs de Rijntakken en het benedenstroomse deel van de bedijkte Maas (vanaf Hedikhuizen) uiterlijk in 2015 in overeenstemming wordt gebracht met de wettelijke vereiste norm.

  • 2. Een bijdrage leveren aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied, wat het rivierengebied economisch, ecologisch en landschappelijk versterkt.

Het programma Ruimte voor de Rivier is op 15 mei 2001 door de Tweede Kamer aangewezen als «Groot Project». De PKB bevat een besluit over het uiterlijk eind 2015 uit te voeren basispakket van 39 maatregelen en de plaats waar deze getroffen worden. Het PKB geeft bovendien een doorkijk naar de lange termijnopgave voor waterveiligheid. Om flexibiliteit in te bouwen is gekozen voor een programmatische aanpak. Het programmabudget bedraagt € 2,18 miljard. Conform de Regeling Grote Projecten ontvangt de Tweede Kamer ieder half jaar een voortgangsrapportrage: vóór 1 april 2013 (Voortgangsrapportage 21) en vóór 1 oktober 2013 (Voortgangsrapportage 22).

De stand van zaken per 31 december 2013 is naar verwachting:

  • 5 van de 39 maatregelen zijn geschrapt. Voor het bereiken van de waterveiligheidsdoelstelling bleken ze niet nodig;

  • Voor 98 procent van het realisatiebudget is de projectbeslissing genomen. 32 Van de 34 maatregelen zijn in uitvoering dan wel uitgevoerd. De 2 maatregelen waarbij dit nog niet is gebeurd worden, onder regie van Ruimte voor de Rivier, binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma uitgevoerd.

De verwachting is dat de waterveiligheid van het programma Ruimte voor de Rivier eind 2015 wordt gehaald, met uitzondering van acht projecten waarover de kamer reeds is geïnformeerd met Kamerstukken II, 2011/12, 30 080, nr. 58.

Ruimte voor de Rivier is onderdeel van het Deltaprogramma met behoud van eigen besturing, organisatie en financiering.

Projectoverzicht Ruimte voor de Rivier; realisatie
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

later

huidig

vorig

Project RvdR

                       

Projecten Nationaal

                       

Projectbudget Ruimte voor de Rivier

2 180

2 158

686

155

158

334

350

234

206

58

2015

2015

Totaal

2 180

 

686

155

158

334

350

234

206

58

 

 

Begroting (DF 01.01.03)

       

158

334

350

234

206

     

Maaswerken

Producten

Op dit onderdeel worden de uitgaven van de deelprogramma’s Zandmaas en Grensmaas van het programma Maaswerken verantwoord. Maaswerken is voortgekomen uit het Deltaplan Grote Rivieren dat na de twee hoogwaters in de Rijn en de Maas in december 1993 en januari 1995 tot stand kwam. Belangrijkste doelstelling van de deelprogramma’s Zandmaas en Grensmaas is het verbeteren van de bescherming van inwoners van Limburg en Noord-Brabant tegen hoog water van de Maas.

Sinds 2003 valt Maaswerken (deelprogramma’s Grensmaas en Zandmaas) als zelfstandig groot project onder de procedureregeling uitvoering grote projecten en ontvangt de Tweede Kamer ieder halfjaar een voortgangsrapportage (voor 1 mei 2013 voortgangsrapportage 23 en voor 1 november 2013 voortgangsrapportage 24).

Voor de Zandmaas (oplevering 2015) ligt de focus in 2013 op continuering van de zomerbedverdieping Grave en Sambeek en tevens het opzetten van het peil, de aanleg van de hoogwatergeulen in Well Aijen en Lomm en het retentiegebied Lateraalkanaal-West. Voor de Grensmaas ligt de nadruk op de realisatie van de elf locaties. Bij de uitvoering van het deelprogramma Grensmaas zijn problemen ontstaan doordat ten gevolge van de economische crisis de vraag naar zand en grind is afgenomen (zie de 21E Voortgangsrapportage Zandmaas en Grensmaas: Kamerstukken II, 2011/12, 18106). Inmiddels is overeenstemming bereikt over het benodigde oplossingenpakket. Hiermee kan de hoogwaterdoelstelling voor de Grensmaas (te behalen in 2017) overeind blijven. Binnen de deelprogramma’s Zandmaas en Grensmaas wordt ook het maatregelenpakket van de prioritaire sluitstukkaden uitgevoerd. Deze moeten uiterlijk in het jaar 2020 gerealiseerd zijn.

Met de uitvoering van de deelprogramma’s Zandmaas en Grensmaas zou oorspronkelijk bescherming tot een waterstand met een overschrijdingskans van 1/250e gerealiseerd moeten worden. In de loop der jaren is echter duidelijk geworden dat er nog aanvullende maatregelen nodig zijn om het beschermingsniveau van 1/250e per jaar te bereiken.

Het oplossingenpakket voor de Grensmaas is een onderdeel van de aanpak van het waterveiligheidsvraagstuk in het Maasdal zoals vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Waterveiligheid Maas (10 november 2011). Daarin zijn verder afspraken gemaakt over de aanvullende werkzaamheden die nodig zijn om een wettelijk beschermingsniveau van 1/250e per jaar te bereiken en over de gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum.

Meetbare gegevens

Indicator

Zandmaas

Grensmaas

Hoogwaterbeschermingsprogramma

70% in 2008 / 100% in 2015

100% in 2017

Natuurontwikkeling

556 ha (plus 60 ha compensatie)

ten minste 1 000 ha

Delfstoffen

ten minste 35 miljoen ton

Projectoverzicht Maaswerken; realisatie
 

Totaal

Budget in € mln

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

later

huidig

vorig

Project Maaswerken

                       

Projecten Limburg

                       

Grensmaas

146

72

28

38

3

14

19

19

3

23

2017/2024

2022

Zandmaas

397

397

220

15

15

20

21

21

20

65

2017/20201

2017/20201

Totaal

543

 

248

52

18

34

40

40

23

88

   

Begroting (DF 01.01.04)

     

52

18

34

40

40

23

     
X Noot
1

De feitelijke oplevering wordt voorzien in de periode 20017/2020. Het bereiken van de hoogwaterdoelstellingen wordt in 2015 gehaald. 2020 betreft de oplevering van de sluitstukkades.

Toelichting:

  • Het taakstellend budget van Maaswerken (Grensmaas) is met € 74,2 mln. opgehoogd door de afspraken over het oplossingenpakket Maaswerken.

  • Zandmaas: De feitelijke oplevering wordt voorzien in de periode 2017/2020, het bereiken van de hoogwaterdoelstellingen in 2015.

1.02 Overige aanlegprojecten

Motivering

Naast de grote projecten op het gebied van waterveiligheid zijn hieronder de overige aanlegprojecten beschreven.

Verkenningen en planuitwerkingsprogramma

Producten

Het verkenningen- en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde op het gebied van Waterbeheer te verkennen en om daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering.

Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma’s verantwoord die zich in de MIRT-verkenningen en planuitwerkingsfase bevinden.

Projectoverzicht Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma (bedragen in € mln)

Bedrag in € mln

Budget

Raming kosten

 

Planning

           

Projectomschrijving

taakstellend

min.

max.

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018–2028

Verplicht

                   

Projecten Nationaal

                   

nHWBP

3 489

                 

Projecten Noordwest-Nederland

                   

Ambitie Afsluitdijk

20

                 

EPK Planuitw. en verkenningen Waterveiligheid (mn Afsluitdijk)

25

                 

Versterking Afsluitdijk

577

         

pb/uo

   

ug

Projecten Oost-Nederland

                   

Hoogwatergeul Kampen

51

                 

Gebonden

                 

 

Projecten Nationaal

                   

nHWBP: Rijksprojecten

541

                 

Projecten Noordwest-Nederland

                   

Extra Spuicapaciteit Afsluitdijk

203

     

pb/uo

         

Projecten Limburg

                   

Ooijen-Wanssum

125

               

ug

Projecten Oost-Nederland

                   

IJsseldelta Kampen

119

               

pb/uo/ug

IJsselsprong Zutphen

20

                 

Projecten Noord-Nederland

                   

Integrale verkenning Legger Vlieland en Terschelling

10

                 

Bestemd

68

                 

Projecten in voorbereiding:

                   

Projecten Nationaal

                   

Beheer, Onderhoud en Vervanging nieuwe aanleg (LCC)

                   

Steenbestortingen

                   

Projecten Zuidwestelijke Delta

                   

– Grevelingen

                   

– Volkerak Zoommeer

 

pm

480

             

– Zandhonger Oosterschelde

                   
                     

– Overige projecten in voorbereiding

                   

Gesignaleerde risico's:

                   

Totaal programma planuitwerking en verkenning

5 248

                 

Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling Aanleg uhv BA

– 347

                 

Begroting DF 1.02.01

4 901

                 

Art. 3: Nog niet met maatregelen belegde Taakstelling BenO uhv BA

– 38

                 
                     

Legenda

                   

pb projectbesluit

                   

uo uitvoeringsopdracht (beschikking)

                   

ug uitvoering gereed

                   

uhv BA uit hoofde van Begrotingsakkoord

                   

De belangrijkste mutaties zijn:

  • Nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma (nHWBP): Op basis van de derde ronde toetsing op veiligheid wordt in 2013 gewerkt aan het voorbereiden van de programmering van hoogwaterbeschermingsmaatregelen. Dit zal in 2014 leiden tot de start van de eerste verkenningen en planuitwerkingen. Met het Bestuursakkoord Water wordt het nHWBP gezamenlijk gefinancierd door Rijk en Waterschappen. Binnen het Deltaprogramma nemen de maatregelen van het nHWPB formeel-juridisch een aparte positie in, omdat voor de Waterschapskeringen er een wettelijk recht op subsidie ontstaat wanneer een kering niet meer aan de wettelijke norm voldoet. De Rijkskeringen worden volledig door het Rijk gefinancierd.

  • Versterking Afsluitdijk: Eind 2011 is met de ondertekening van de bestuursovereenkomst de verkenning afgerond. In 2012 is de planuitwerking en voorbereiding van de realisatie gestart, waarvoor een separaat budget beschikbaar is van € 23 miljoen Met het beschikbare budget voor de uitvoering van € 577 miljoen komt het totaal beschikbare budget voor de versterking van de Afsluitdijk, waarvan de afronding is voorzien in 2020, uit op € 600 miljoen.

  • Ambities Afsluitdijk: Op 23 december 2011 is aan de regio € 20 miljoen toegezegd voor het verwezenlijken van de ambities rond de Afsluitdijk. Dit onder de voorwaarde van een gelijke bijdrage vanuit de regionale partijen.

  • IJsseldelta Kampen: De aanleg van de bypass bij Kampen wordt in twee fasen uitgevoerd. De eerste fase is onderdeel van de PKB-maatregel Ruimte voor de Rivier: verkorte zomerbedverlaging en de integrale gebiedsontwikkeling IJsseldelta Zuid. De reservering bedraagt € 51 miljoen. De tweede fase betreft het in gebruik nemen van de bypass en het verplaatsen van de Roggebotssluis waarmee de afvoercapaciteit van de bypass wordt vergroot na 2020. Hiervoor is een reservering ad € 119 mln voorzien. In de tweede helft van 2012 is een projectbeslissing over de beperkte bypass voorzien.

  • IJsselsprong Zutphen: Sinds 2009 is onderzocht om in het kader van het Plan IJsselsprong de twee dijkverleggingen uit de PKB Ruimte voor de Rivier te combineren met een geul in de Tichelbeeksewaard. In 2011 is besloten de geul nu niet aan te leggen, aangezien de geul nu niet nodig is voor de veiligheid en er geen sprake is van synergievoordelen of regionale bijdragen. Dit betekent een neerwaartse bijstelling van bijna € 10 mln van het budget voor IJsselsprong. Wel wordt nader bezien of – met inachtneming van de bijbehorende procedures – het vastgestelde nota Ruimtebudget (€ 20 mln) doelmatig kan worden benut voor het plan IJsselsprong.

  • Opname Rijksstructuurvisie Grevelingen en Volkerak-Zoommeer: Besluitvorming over de samenhangende ontwikkeling van de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer wordt verwacht in 2014–2015, aan de hand van een Rijksstructuurvisie en in samenhang met deltabeslissingen. De Rijksstructuurvisie is een doorstart van de MIRT-verkenning Grevelingen en de Planuitwerking Volkerak-Zoommeer.

  • Ooijen-Wanssum: Ooijen-Wanssum is een gebiedsontwikkeling waarin een aantal doelen wordt gecombineerd. Het project geeft invulling aan de lange termijn waterveiligheidsdoelstelling van het noordelijke Maasdal. Om te voorkomen dat de Maas tussen de dorpen Ooijen en Wanssum in Noord Limburg opstuwt tijdens hoogwater wordt een tien kilometer lange oude Maasarm gereactiveerd, worden dijken verlegd en twee nevengeulen gegraven. De regio voert de verkenning uit onder leiding van de Provincie Limburg.

Om invulling te geven aan de toezegging (naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2012 om meer inzicht in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028 per modaliteit te verstrekken), is hieronder de budgetflexibiliteit voor de periode 2012–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen.

Planuitwerking/verk. Waterkwantiteit (Periode 2012–2028)

Planuitwerking/verk. Waterkwantiteit (Periode 2012–2028)

Realisatieprogramma

Om een bijdrage te leveren aan het voldoen aan de wettelijke normen van de primaire waterkeringen in beheer bij het rijk én een bijdrage te leveren aan het beheer van de rijkswateren.

Rivierverruiming, niet zijnde Ruimte voor de Rivier

Langs de Maas, de Rijn, de Waal en de Lek worden rivierverruimingsprojecten uitgevoerd om een grotere waterafvoer te kunnen opvangen, de zogeheten NURG (Nadere Uitwerking Rivieren Gebied) projecten. Het NURG-programma wordt samen met het ministerie van ELenI uitgevoerd en draagt naast veiligheid ook bij aan de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied (nieuwe natuur). Een aantal NURG-projecten zijn ook van belang voor het realiseren van de waterveiligheidsdoelstellingen van de PKB Ruimte voor de Rivier. De verwachting is dat de realisatie uiterlijk 2015 is afgerond. Voorbeelden zijn de projecten Afferdense en Deestse waarden, Heesseltsche uiterwaarden en Rijnwaardense uiterwaarden.

Herstel steenbekleding

Het herstel van de steenbekledingen in Zeeland wordt in 2015 opgeleverd. In totaal zal dan langs de Wester- en Oosterschelde 321 kilometer steenbekleding zijn vervangen.

Projectenoverzicht Realisatieprogramma
 

Totaal

Budget in € mln

Openstelling

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

later

huidig

vorig

Projecten Waterveiligheid

                       

Projecten Nationaal

                       

Deltafaciliteit Deltares

26

26

17

5

3

         

2013

2013

Dijkversterking en Herstel steenbekleding

904

1 011

559

61

68

56

126

34

   

2015

2015

Maatregelen i.r.t. rivierverruiming

188

187

125

7

20

13

11

7

4

 

2015

2015

Overige onderzoeken en kleine projecten

1 159

337

1 071

21

28

24

6

5

3

1

   

Totaal

2 276

 

1 773

94

119

93

143

46

7

1

   

Begroting (DF 01.02.02)

 

 

 

 

119

93

143

46

7

 

   
1.03 Studiekosten

Motivering

Dit betreft enerzijds studie en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT Onderzoeken) en daarnaast de overige studiekosten op het gebied van waterveiligheid.

Studie en onderzoekskosten Deltaprogramma

Producten

Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten ten behoeve van het Deltaprogramma (MIRT Onderzoeken). Het Deltaprogramma is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de middellange en lange termijn waterveiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland. Binnen het Deltaprogramma wordt gewerkt met 9 deelprogramma’s1 (drie generieke en zes gebiedsgerichte deelprogramma’s), waarvan de onderstaande betrekking hebben op waterveiligheid.

Op dit onderdeel worden het Deltamodel en de Deelprogramma’s Kust, Veiligheid en Rivieren verantwoord.

  • Deltamodel: Dit is een geïntegreerde set van modellen waarmee het waterhuishoudkundig systeem van Nederland kan worden doorgerekend voor het Deltaprogramma. Het Deltaprogramma heeft daarmee een instrument om de effecten van maatregelen op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening te berekenen. Eind 2012 is naar verwachting het Deltamodel opgeleverd door Deltares. In 2013 gaat het Deltamodel de toepassings- en beheersfase in.

  • Veiligheid: actualisering nieuwe normen voor waterveiligheid, buitendijks beleid, deltadijken en gebiedspilots; gebiedsgerichte veiligheidsstrategieën.

  • Rivieren: In verband met verwachte hogere rivierafvoeren van Maas en Rijntakken wordt het rivierengebied een integrale lange termijn opgave opgesteld met een te ontwikkelen strategie, die wordt uitgewerkt vanuit veiligheid, natuurdoelen, ruimtelijke kwaliteit en ruimtelijke ontwikkelingen en die wordt verbonden met de korte termijn opgaven, zoals de derde toetsingsopgave.

  • Kust: Onderzoek naar een duurzame veiligheidsstrategie voor de kust voortbouwend op het Nationaal kader kust.

1.04 GIV/PPS

Bij infrastructuurprojecten waarbij sprake is van publiek-private samenwerking bestaat de betaling uit een geïntegreerd bedrag voor aanleg, onderhoud én financiering gedurende een langdurige periode. De meest toegepaste vorm is Design, Build, Finance, Maintain (DBFM) waarbij de overheid pas na oplevering betaalt voor een dienst (beschikbaarheid) in plaats van mijlpalen voor een product tijdens de bouwfase. Deze contractvorm garandeert een efficiënte en effectieve beschikbaarheid van de noodzakelijke capaciteit om, rekening houdend met de aspecten veiligheid en leefomgeving, een betrouwbaar netwerk te realiseren. In de brief van 14 juni 2011 (Kamerstukken II, 2010/11, 32 500 A, nr. 83; Prioritering Investeringen Mobiliteit en Water) is een lijst van in totaal 32 potentiële DBFM-projecten opgenomen. Op dit moment zijn er nog geen geïntegreerde projecten bij de hoofdwatersystemen afgerond zodat er op dit artikel nog geen uitgaven hoeven te worden verantwoord.

In de uitwerking van het Project Afsluitdijk wordt voorgesorteerd op een DBFM-contract. Omdat besloten is om de projecten Volkerak Zoommeer en Verkenning Grevelingen samen te voegen en één Rijksstructuurvisie voor het gebied op te stellen, wordt een Public Private Comparator (PPC) hierover aangehouden.

1.09 Ontvangsten

Ontvangsten waterschapsprojecten

Met het sluiten van het Bestuursakkoord dragen de waterschappen conform de spoedwet vanaf 2011 € 81 miljoen per jaar bij aan het HWBP. Deze bijdrage van de waterschappen wordt conform het regeerakkoord en Bestuursakkoord Water aangevuld tot € 131 mln in 2014 en vanaf 2015 € 181 mln per jaar. De middelen van de waterschappen worden eerst ingezet voor de waterschapsprojecten van het HWBP-2 en vervolgens voor het nHWBP. De aanvullende ontvangsten vanaf 2014 kunnen alleen gerealiseerd worden als het daartoe strekkende wetsvoorstel tijdig in werking treedt. Dit wetsvoorstel ligt momenteel voor advies bij de Raad van State en regelt dat de waterschappen en het rijk elk de helft van de kosten van het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (nHWBP) gaan betalen.

Bedragen x € 1 mln.
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Ontvangsten Waterschappen HWBP-2

17

143

79

124

171

149

155

Ontvangsten Waterschappen nHWBP

0

2

2

7

10

32

26

Totaal

17

145

81

131

181

181

181

Artikel 2 Investeren in zoetwatervoorziening

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op het gebied van zoetwatervoorziening is het beleid er op dit moment op gericht om – onder normale omstandigheden – zoveel mogelijk aan de behoeften van gebruikers te voldoen. In periodes van watertekort (in droge zomers) wordt water verdeeld op basis van een verdringingsreeks.2

Op dit artikel worden de producten op het gebied van zoetwatervoorziening verantwoord. Het gaat in grote mate om het integrale waterbeheer. Het advies dat het Deltaprogramma Zoetwater opstelt op basis van kansrijke strategieën, gaat in op de rol en verantwoordelijkheden van het rijk. Dit wordt nader uitgewerkt in een uitvoeringsagenda inclusief investeringsagenda. Deze agenda gaat in op de inzet (bijdrage) van het rijk voor de korte en lange termijn. Op basis daarvan kunnen de budgetten in onderstaande tabel nader worden ingevuld. De waterkwaliteitmaatregelen die niet verbonden zijn aan waterveiligheid en zoetwatervoorziening zijn hier niet opgenomen maar worden op Hoofdstuk XII (artikel 12 Waterkwaliteit) verantwoord. Binnen het artikel wordt conform het MIRT-spelregelkader onderscheid gemaakt naar verkenning, planuitwerking en realisatie. Het watersysteem is het samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken zoals bruggen en spuien.

Dit artikel is gerelateerd aan beleidsartikel 11 Waterkwantiteit op de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 2 Investeren in zoetwatervoorziening(in € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

 

 

7 249

10 811

8 571

2 143

2 142

Uitgaven

0

0

32 117

4 606

2 187

8 568

8 567

Waarvan juridisch verplicht

   

79%

       

2.01 Aanleg waterkwantiteit

0

0

0

0

0

0

0

2.01.01 Verkenningen en planuitwerking waterkwantiteit

   

0

0

0

0

0

2.01.02 Realisatieprogramma waterkwantiteit

   

0

0

0

0

0

               

2.02 Overige waterinvesteringen zoetwatervoorziening

   

27 917

2 146

2 146

8 568

8 567

2.02.01 Verkenningen en planuitwerking zoetwatervoorziening

   

2 397

2 146

2 146

8 568

8 567

2.02.02 Realisatieprogramma zoetwatervoorziening

   

25 520

0

0

0

0

               

2.03 Studiekosten

0

0

4 200

2 460

41

0

0

2.03.01 Studie en onderzoekskosten Deltaprogramma

   

4 200

2 460

41

0

0

2.03.02 Overige studiekosten

   

0

0

0

0

0

Ontvangsten

0

0

2 500

0

0

0

0

2.09 Ontvangsten Investeren in Waterkwantiteit en zoetwatervoorziening

   

2 500

       

2.09.01 Ontvangsten zoetwatervoorzieningen

   

2 500

0

0

0

0

2.09.02 Overige ontvangsten

             

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Bedragen x € 1 000

Artikel

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2

Investeren in zoetwatervoorziening

32 117

4 606

2 187

8 568

8 567

2 142

2 143

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2.02

Ov. waterinvest. zoetwatervoorz.

27 917

2 146

2 146

8 568

8 567

2 142

2 143

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2.03

Studiekosten

4 200

2 460

41

                         

2.09

Ontvangsten

2 500

                             

Op het gebied van zoetwatervoorziening is het beleid er op dit moment op gericht om – onder normale omstandigheden – zoveel mogelijk aan de behoeften van gebruikers te voldoen. In periodes van watertekort (in droge zomers) wordt water verdeeld op basis van een verdringingsreeks, die is opgezet om prioriteiten te kunnen geven aan de verschillende watervragers.

2.01 Aanleg waterkwantiteit

Motivering

Dit zijn maatregelen en voorzieningen van nationaal belang ter voorkoming en waar nodig beperking van wateroverlast en waterschaarste. Ook ter bescherming of verbetering van de chemische of ecologische kwaliteit van watersystemen, alleen voor zover deze onderdeel uitmaken van opgaven op het gebied van waterveiligheid, waterkwantiteit en zoetwatervoorziening.

Producten

Er zijn geen aanlegprojecten ten behoeve van de waterkwantiteit.

2.02 Overige waterinvesteringen Zoetwatervoorziening

Motivering

Het betreft projecten die de zoetwatervoorziening bevorderen en de kwaliteit waarborgen.

Verkenningen en Planuitwerkingsprogramma

Producten

Het verkenningen en planuitwerkingsprogramma dient om een probleem of een initiatief met een maatschappelijke meerwaarde op het gebied van Waterbeheer te verkennen en om daarna, indien nodig, uit alternatieven de beste oplossing voor het probleem te zoeken en voor te bereiden voor de uitvoering. Op dit artikelonderdeel worden diverse projecten en programma’s verantwoord die zich in de MIRT-verkenningen en planuitwerkingsfase bevinden.

Projectoverzicht Verkenningen- en planuitwerkingsprogramma

Projectoverzicht Verkenningen- en planuitwerkingenprogramma

Bedrag in € mln

Budget

Raming kosten

 

Planning

           

Projectomschrijving

taakstellend

min.

max.

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018–2028

Verplicht

                   

TBES Markermeer

14

                 

Gebonden

                   

-

                   

Bestemd

38

                 

Projecten in voorbereiding:

                   

– EPK Planuitwerking en verkenningen Zoetwatervoorziening

                   

– Overige projecten in voorbereiding

                   

Totaal programma planuitwerking en verkenning

51

                 

Begroting DF 2.02.01

51

                 
  • TBES Markermeer: Verkenning Hoornse Hop: Het Integraal Afsprakenkader (IAK) bevat de wederzijdse werkafspraken tussen het Rijk, de gemeente Almere en provincie Flevoland voor de Schaalsprong Almere. Eén van de kernwerkzaamheden is het komen tot een pakket met waterkwantiteitsmaatregelen in het Markermeer-IJmeer om een ToekomstBestendig Ecologisch Systeem (TBES) te realiseren, zoals vastgelegd in de RRAAM-brief. Eén van deze projecten onder dit pakket is een verkenning aanleg van luwtemaatregelen in de Hoornse Hop. Daartoe wordt op korte termijn een MIRT-verkenning gestart onder leiding van IenM. In de Rijk- en regioprogramma Amsterdam Almere Markermeer (RRAAM)-brief is nadere besluitvorming in 2012 aangekondigd over onder meer de (TBES-onderdelen in de) rijksstructuurvisie RRAAM.

Om invulling te geven aan de toezegging (naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2012 om meer inzicht in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2028 per modaliteit te verstrekken), is hieronder de budgetflexibiliteit voor de periode 2012–2028 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen.

Realisatieprogramma Zoetwatervoorziening

Producten

Onderstaande projecten bevinden zich aan het eind van de realisatie. Gezien de fase waarin deze projecten zich bevinden, is ervoor gekozen om ook de afronding van de realisatie te verantwoorden binnen het Deltafonds. De andere waterkwaliteitsprojecten worden verantwoord op Begroting hoofdstuk XII (artikel 12 Waterkwaliteit).

Planuitwerking/verk. Zoetwatervoorziening (Periode 2012–2028)

Planuitwerking/verk. Zoetwatervoorziening (Periode 2012–2028)

Innovatieprogramma Kaderrichtlijn Water

Er is € 75 miljoen beschikbaar gesteld voor de bevordering van innovaties bij de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water. Dit geld is verdeeld over twee tenderregelingen. Van de ruim 160 ingediende innovatievoorstellen krijgen 64 een financiële bijdrage. De resultaten worden in 2012 opgeleverd. In 2013 volgen nog enkele nabetalingen.

Integrale inrichting Veluwe Randmeren

Het Integraal Inrichtingsplan Veluwerandmeren (IIVR) bevat een samenhangend pakket van 36 maatregelen met als doel een duurzame inrichting en een duurzaam gebruik van de Veluwerandmeren en de directe omgeving. De realisatie van de maatregelen was ultimo 2011 voor driekwart gereed: de resterende inrichting is per 2012 overgedragen aan het Natuur- en Recreatieschap Veluwerandmeren, waarmee de bemoeienis van het Rijk met dit project is beëindigd. In 2013 volgen nog enkele nabetalingen.

Natte natuurprojecten IJsselmeergebied

Doel van het totaal aan projecten is het realiseren van circa 3 000 ha (830 ha van Natuurontwikkeling IJsselmonding hierin begrepen) grootschalige kenmerkende natte natuur in en langs de grote wateren van het IJsselmeergebied. Het laatste project wordt in 2012 opgeleverd. Het gehele programma wordt in 2012 afgesloten. In 2013 volgen nog enkele nabetalingen.

Projectoverzicht Realisatieprogramma
 

Totaal

Budget in € mln

Openstelling

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

later

huidig

vorig

Projecten Zoetwatervoorziening

                       

Projecten Nationaal

                       

Innovatie KRW

76

76

39

25

12

         

2012

2012

Projecten Noordwest-Nederland

                       

Natte natuurprojecten IJsselmeergebied

35

35

25

1

10

         

2011

2011

Projecten Oost-Nederland

                       

Integrale Inrichting Veluwe Randmeer (IIVR)

43

43

38

1

4

         

2012

2012

Kleine en afgeronde projecten

110

97

106

4

0

0

0

0

0

0

   

Totaal

264

 

208

31

26

0

0

0

0

0

   

Begroting (DF 02.02.02)

       

26

0

0

0

0

     
2.03 Studiekosten

Motivering

Dit betreft enerzijds studie en onderzoekskosten voor het Deltaprogramma (MIRT-onderzoeken) en daarnaast de overige studiekosten op het gebied van zoetwatervoorziening.

Studie en onderzoekskosten Deltaprogramma

Producten

Hieronder vallen studie- en onderzoekskosten t.b.v. het Deltaprogramma (MIRT Onderzoeken). Het Deltaprogramma is een programma van maatregelen, voorzieningen, onderzoeken en ambities gericht op de lange termijn veiligheid en zoetwatervoorziening van Nederland. Binnen het Deltaprogramma wordt gewerkt met 9 deelprogramma’s (drie generieke en zes gebiedsgerichte deelprogramma’s), waarvan de onderstaande vooral betrekking hebben zoetwatervoorziening.

  • Zoetwatervoorziening: In verband met klimaatverandering en de ontwikkeling in de zoetwatervraag ontwikkelen van een lange termijn strategie voor de beschikbaarheid van zoetwater.

  • Rijnmond-Drechtsteden: In verband met de verwachting van een hogere zeespiegel en toenemende extreme rivierafvoeren worden oplossingsrichtingen voor waterveiligheid en zoetwatervoorziening op lange termijn ontwikkeld in synergie met een duurzame en vitale ruimtelijke ontwikkeling van het gebied, waarbij de verbinding wordt gelegd met de opgaven die op korte termijn spelen, zoals de derde toetsingsopgave.

  • IJsselmeergebied: In verband met klimaatverandering en een veranderende zoetwatervraag ontwikkelen van een integrale korte- en lange termijn strategie voor het peilbeheer van het IJsselmeer en de overige meren (zoals Markermeer/IJmeer en Randmeren).

Artikel 3 Beheer, Onderhoud en vervanging

Omschrijving van de samenhang in beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van beheer en onderhoud verantwoord. Dit betreft het watermanagement, het regulier beheer en onderhoud en vervanging en renovatie. Daarmee wordt een duurzaam watersysteem op orde gehouden zodat aan de wettelijke normen kan worden voldaan.

Dit artikel is gerelateerd aan beleidsartikelen 11 Waterkwantiteit en 12 Waterkwaliteit op de Begroting hoofdstuk XII. De doelstelling van dit artikel is het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, zodat Nederland droge voeten heeft.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 3 Beheer, onderhoud en vervanging (in € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

   

155 124

220 741

175 258

170 685

147 888

Uitgaven

   

156 150

170 376

190 488

187 375

157 756

Waarvan juridisch verplicht

   

100%

       

3.01 Watermanagement

   

11 794

10 685

11 010

10 263

10 261

3.01.01 Watermanagement

   

11 794

10 685

11 010

10 263

10 261

               

3.02 Beheer en Onderhoud

   

144 356

159 691

179 478

177 112

147 495

3.02.01 Waterveiligheid

   

110 300

121 201

115 691

108 757

108 738

3.02.02 Zoetwatervoorziening

   

23 056

18 917

18 787

18 758

18 757

3.02.03 Vervanging

   

11 000

19 573

45 000

49 597

20 000

Ontvangsten

             

3.09 Ontvangsten

             

3.09.01 Ontvangsten

             

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Bedragen x € 1 000

Artikel

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

3

Beheer, onderhoud en vervanging

156 150

170 376

190 488

187 375

157 756

147 722

147 925

141 551

225 687

234 268

230 268

236 996

236 996

234 496

234 496

241 090

3.01

Watermanagement

11 794

10 685

11 010

10 263

10 261

10 261

10 261

10 261

10 261

10 261

10 261

10 284

10 284

10 284

10 284

10 284

3.02

Beheer en Onderhoud

144 356

159 691

179 478

177 112

147 495

137 461

137 664

131 290

215 426

224 007

220 007

226 712

226 712

224 212

224 212

230 806

3.01 Watermanagement

Motivering

Met Watermanagement streeft IenM naar:

  • Het goed voorbereid zijn op crisissituaties door te zorgen voor een robuuste informatievoorziening.

  • Het reguleren van de hoeveelheid water in het hoofdwatersysteem onder normale omstandigheden en bij zowel (extreem) hoogwater als laagwater.

  • Een duurzaam watersysteem, met zowel een goede chemische als ecologische kwaliteit,dat voorziet in de beschikbaarheid van voldoende water van goede kwaliteit voor de gebruiker.

Voor de periode 2013–2016 zijn nieuwe prestatie afspraken gemaakt. Hiervoor zijn ook nieuwe indicatoren opgesteld. Deze indicatoren sluiten beter aan bij de doelstelling van het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.

Watermanagement

Producten

Binnen het watermanagement worden de volgende activiteiten uitgevoerd:

  • Monitoring en informatievoorziening;

  • Crisisbeheersing en -preventie;

  • Regulering gebruik door vergunningverlening en handhaving;

  • Bestuurlijke afspraken waterverdeling en gebruik (onder andere in waterakkoorden);

  • Regulering waterverdeling (operationele modellen en bediening stuwen, spuien).

De doelstellingen voor het waterkwantiteitsbeheer van de rijkswateren zijn:

  • Het op orde brengen en houden van de samenhang tussen het regionaal- en het hoofdwatersysteem, zodat zowel wateroverlast als watertekort wordt bestreden;

  • Het kunnen beschikken over voldoende water in de rijkswateren, zodat kan worden voldaan aan de behoeften die voortvloeien uit de gebruiksfuncties. Om dat te realiseren worden peilbesluiten nageleefd en de waterakkoorden geactualiseerd en nageleefd. Het waterpeil is zoveel mogelijk afgestemd op de gebruiksfuncties.

Daarnaast wordt zorg gedragen voor een adequate informatievoorziening over de reguliere waterkwantiteit en waterkwaliteit. Dit houdt de vergaring en beschikbaarstelling in van interne- en externe informatie over het watersysteem. Het gaat daarbij om de dagelijkse informatie voor de verschillende gebruikers (waaronder scheepvaart, drinkwaterbedrijven, zwemwaterkwaliteit/provincies en recreatie) en om berichtgeving bij uitzonderlijke situaties over hoog- en laagwater, naderende stormvloeden, verontreinigingen en ijsvorming.

watermanagement

Meetbare gegevens

Omvang areaal

Basispakket

Areaaleenheid

 

omvang

   
     

2011

2012

2013

Watermanagement

Km2 water

 

90 042

90 042

90 278

Toelichting:

De geringe toename van het areaal met 0,3 procent wordt veroorzaakt door aanpassingen van het areaal in het Eems Dollard gebied.

Indicatoren
     

realisatie

streefwaarde

streefwaarde

Basispakket

Indicator

Eenheid

2011

2012

2013

Watermanagement

RWS participeert minimaal tien keer per jaar in een multidisciplinaire oefening, evalueert opgetreden grote calamiteiten en oefeningen en voert afgesproken verbeteracties uit op het gebied van waterkwaliteit, -overlast en -tekort.

%

95%

80%

80%

           
 

RWS verstrekt informatie binnen afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit bij maatschappelijk vitale processen.

%

94%

90%

95%

           
 

Beschikbaarheid streefpeilen voor Noordzeekanaal/Amsterdam-Rijnkanaal, IJsselmeer en Haringvliet

%

n.v.t.

n.v.t.

90%

Toelichting:

De indicatoren voor de uitvoering van de Rijkswaterstaatstaken op het gebied van watermanagement zijn geënt op het optreden onder normale omstandigheden, in bijzondere omstandigheden en het leveren van snelle en betrouwbare informatie. Voor bijzondere omstandigheden zijn er twee indicatoren:

  • De eerste indicator betreft het op orde hebben van de calamiteitenorganisatie. De waarden voor deze indicator worden berekend op basis van de scores op drie prestatiekenmerken (participatie, afhandeling en verbeteracties).

  • De tweede indicator betreft de informatievoorziening voor maatschappelijk vitale processen ten tijde van hoogwater, laagwater, ijsgang of calamiteuze lozingen. Rijkswaterstaat verstrekt dan informatie binnen afgesproken termijn en van voldoende kwaliteit over ijsberichtgeving, berichtgeving over hoogwater, laagwater, stormvloed en berichten over verontreinigingen. De indicator is met ingang van 2013 verhoogd naar 95 procent.

  • In de voorgaande begrotingen was bij Beheer en Onderhoud als indicator de beschikbaarheid van stuwen en spuien opgenomen. De nieuwe indicator «beschikbaarheid streefpeilen» geeft aan of de streefpeilen van drie belangrijke watersystemen (het IJsselmeer, Amsterdam-Rijnkanaal/ Noordzeekanaal en het Haringvliet) op het afgesproken niveau worden gehouden, wat het beleidsdoel is. Stuwen en spuien/gemalen zijn nodig om dit peil te sturen.

Beheer en Onderhoud

Motivering

Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als voor de zoetwatervoorziening wordt vervuld.

Voor de periode vanaf 2013 zijn nieuwe prestatie afspraken gemaakt. Hiervoor zijn ook nieuwe indicatoren opgesteld. Deze indicatoren sluiten beter aan bij de doelstelling van het op orde krijgen en houden van een duurzaam watersysteem tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.

Producten

In de begroting van 2012 (bijlage 4.2) is aangegeven dat onafhankelijk onderzoek heeft bevestigd dat de beschikbare middelen voor beheer en onderhoud en vervanging onvoldoende waren. Dat heeft in de begroting 2012 geresulteerd in een oplossing van de problematiek door een verhoging van het budget, efficiencymaatregelen en versoberingen van het onderhoudsniveau. In 2012 zijn deze versoberingen verder uitgewerkt. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar bijlage 5 van het Infrastructuurfonds.

Voor wat betreft de vervanging voert Rijkswaterstaat nader onderzoek uit waarmee steeds concreter wordt wanneer kunstwerken in aanmerking komen voor vervanging of renovatie en wat de precieze omvang van de problematiek is.

Voor de volledigheid wordt ook verwezen naar artikel 18.12 van het Infrastructuurfonds, waaronder ondermeer de middelen voor Beheer en Onderhoud zijn bestemd, die nog niet aan netwerken kunnen worden toebedeeld

3.02.01 Waterveiligheid

Waterveiligheid bevat:

  • 1. Kustlijnhandhaving (conform de herziene basiskustlijn 2001).

  • 2. Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen (conform de Waterwet).

  • 3. Beheer en Onderhoud uiterwaarden

Binnen waterveiligheid wordt onderscheid gemaakt tussen het beheer en onderhoud van de kustlijnhandhaving, beheer en onderhoud van primaire waterkeringen en stormvloedkeringen en onderhoud van de uiterwaarden. Het rijk (Rijkswaterstaat) heeft wettelijk de zorg voor de primaire waterkeringen en de stormvloedkeringen en voor de handhaving van de basiskustlijn (nota Kustlijnzorg 1990 en Nationaal Waterplan). De handhaving van de basiskustlijn gaat afslag van strand en duinen tegen (veiligheid) en houdt Nederland (het strand) op zijn plaats (economie). Het zijn voornamelijk de waterschappen die de primaire waterkeringen (dijken en duinen) beheren, ook die langs de Nederlandse kustlijn. Het weergegeven areaal betreft alleen het areaal dat in beheer is bij Rijkswaterstaat.

ad 1. Kustlijnhandhaving

Het handhaven van de kustlijn wordt gerealiseerd door het suppleren van zand op het strand of in de vooroever (onder water). Het Nederlandse kustsysteem kent een continu verlies aan zand dat jaarlijks moet worden gecompenseerd. Vanaf 2001 wordt er ook zand gesuppleerd om de zandverliezen op dieper water (kustfundament) te compenseren. Daarmee wordt de zandhoeveelheid in het kustfundament op peil gehouden en wordt het effect van de zeespiegelstijging tenietgedaan. Daarnaast zijn er lokale maatregelen zoals onderhoud van dammen en strandhoofden, om structurele kusterosie te bestrijden.

ad 2. Beheer en Onderhoud Rijkswaterkeringen en stormvloedkeringen

  • Rijkswaterkeringen

Rijkswaterstaat beheert en onderhoudt 249 kilometer primaire waterkeringen. Er wordt vast onderhoud gepleegd, bijvoorbeeld het maaien van dijken. Daarnaast wordt er variabel onderhoud gepleegd. Dat betekent dat de waterkeringen periodiek worden geïnspecteerd en dat zo nodig tekortkomingen worden verholpen.

Primaire waterkeringen zijn waterkeringen die onder de Waterwet vallen omdat ze bescherming bieden tegen het buitenwater3. Het gaat met name om enkele zeedijken op de Waddeneilanden, de Afsluitdijk, de Houtribdijk, de dijk van Marken en dammen in Zeeland en Zuid-Holland. In 2011 is de derde landelijke toetsing van primaire waterkeringen afgerond. Keringen die bij deze inspectie zijn afgekeurd worden meegenomen in het kader van het nHWBP. Naast deze primaire waterkeringen beheert en onderhoudt Rijkswaterstaat ook 545 kilometer niet-primaire waterkeringen (dijken en duinen).

De normen voor deze regionale keringen worden door de provincies vastgesteld. Deze hoeven geen bescherming te bieden tegen het buitenwater. Ze bieden bescherming tegen het binnenwater.

  • Stormvloedkeringen

Om ons land tegen de zee te beveiligen is een aantal stormvloedkeringen aangelegd, die bij hoogwater gesloten kunnen worden. Deze stormvloedkeringen zijn ook primaire waterkeringen (welke vallen onder de Waterwet). Het Rijk heeft vier stormvloedkeringen in beheer: de Oosterscheldekering, de Maeslantkering, de Hartelkering en de Hollandsche IJsselkering. Het onderhoud aan de keringen betreft voornamelijk het conserveren van de schuiven en de overige constructiedelen, het onderhoud aan werktuigbouwkundige en elektronische onderdelen en het onderhoud aan het besturingssysteem. Naast deze onderhoudsactiviteiten vindt de bediening van deze objecten plaats en worden er periodiek inspecties uitgevoerd.

Ad 3. Uiterwaarden

Onder het beheer en onderhoud zijn ook de maatregelen opgenomen, die gericht zijn op het op

orde houden van de vegetatie in de uiterwaarden teneinde hoogwater effectief te kunnen afvoeren. Dit

betreft een reguliere Beheer en Onderhoud taak die losstaat van de inhaalslag stroomlijn die

verantwoord wordt onder onderdeel 3.02.3 Vervanging.

3.02.02 Zoetwatervoorziening

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn om het hoofdwatersysteem zodanig te onderhouden dat de beoogde functies voor waterverdeling conform de vigerende regelgeving en waterakkoorden kunnen worden vervuld. Dit betreft ondermeer het beheer en onderhoud van:

  • Rijkswateren voor Maatgevend HoogWater (MHW);

  • Stuwende en spuiende kunstwerken;

  • Natuurvriendelijke oevers, implementatie Kader Richtlijn Water (KRW), implementatie Waterwet en Natura 2000.

Onder zoetwatervoorziening valt ook de uitwerking van respectievelijk Waterbeheer 21e Eeuw (WB21) en de implementatie van de KRW, alsmede de maatregelen in het kader van Natura 2000. Zowel de KRW als Natura 2000 streven naar het beschermen van gezonde watersystemen die een duurzaam gebruik mogelijk maken. Voor de KRW zijn stroomgebiedbeheersplannen in uitvoering, die bepalen welke maatregelen op het terrein van beheer en onderhoud genomen worden om aan de KRW te blijven voldoen.

Beheer en Onderhoud

Meetbare gegevens

In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten over dijken, dammen en duinen, over stormvloedkeringen, over kunstwerken, over kustlijnzorg en over vergunningen. Deze percentages zijn gebaseerd op een meerjarig gemiddelde: van jaar tot jaar kan het actueel uitgegeven percentage fluctueren.

Waterveiligheid

Areaal

Eenheid

Omvang2013

Budget 2013 x € 1 mln.

Kustlijn

km

292

44,3

Stormvloedkeringen

aantal

4

34,6

Dammen, dijken en duinen, uiterwaarden w.o.:

   

31,4

– Dijken, dammen en duinen, primaire waterkeringen

km

249

 

– Niet primaire waterkeringen/duinen

km

545

 

– uiterwaarden in beheer Rijk

ha

5 532

 

Totaal

   

110,3

Toelichting:

In 2010 is het areaal van niet-primaire waterkeringen opnieuw in kaart gebracht. Met de daaruit voortgekomen inzichten is ook de areaalomvang opnieuw vastgesteld. In de begroting 2012 betrof het gepresenteerde areaal van niet-primaire keringen de totale omvang van de oevers van het hoofdwatersysteem (829 kilometer)4. In deze begroting is de omvang van de oevers van het hoofdwatersysteem met een waterkerende functie gepresenteerd (545 kilometer = 429 kilometer niet primaire waterkeringen en 116 kilometer duinen).

Indicatoren
 

Indicator

Eenheid

2011

2012

2013

BenO Waterveiligheid

De basiskustlijn is voldoende op zijn plaats gebleven (minstens 90% van de meetlocaties ligt zeewaarts van de afgesproken kustlijn).

%

n.v.t.

90%

90%

 

De 4 stormvloedkeringen zijn steeds beschikbaar om hoogwater te keren en voldoen aan de veiligheidsnormen uit de Waterwet. Indicator is het percentage van de stormvloedkeringen dat voldoet aan de afgesproken faalkanseis.

%

n.v.t.

n.v.t.

100%

Toelichting:

  • 1. De eerste indicator geeft aan of de basiskustlijn niet verder landinwaarts is verschoven dan in 1990 is afgesproken (en in 2001 is herijkt). Kleine verschuivingen zijn normaal en toegestaan, en worden door middel van het kustsuppletieprogramma gecorrigeerd. De mogelijke kleine verschuivingen komen tot uitdrukking in de streefwaarde dat 90 procent van de BKL op zijn plaats blijft.

  • 2. De tweede indicator is er op gericht dat de 4 stormvloedkeringen te allen tijde (in het stormseizoen) voldoen aan de afgesproken faalkanseis.

Jaarlijkse hoeveelheden zandsuppleties en percentages raaien waarin de Basiskustlijn (BKL) is overschreden.

Jaarlijkse hoeveelheden zandsuppleties en percentages raaien waarin de Basiskustlijn (BKL) is overschreden.

Bron: Rijkswaterstaat, 2012

Toelichting

Het aantal raaien waarin de BKL overschreden wordt mag maximaal 15 procent zijn; het streven is om het aantal BKL-overschrijdingen rond de 10 procent te houden.

Suppleren voor kustlijnzorg

Om de BKL en het kustfundament te kunnen handhaven wordt jaarlijks gemiddeld 12 miljoen m3 zand gesuppleerd. Hiertoe wordt jaarlijks een suppletieprogramma vastgesteld. Inhoud en omvang van dit programma kan jaarlijks variëren naargelang specifieke behoefte en budgettaire mogelijkheden. Bij de aanbesteding van de suppletieprogramma’s hebben de aannemers de vrijheid om de suppletiewerkzaamheden over meerdere jaren te spreiden. De afgelopen periode is gewerkt met tweejaarlijkse uitvoeringstermijnen voor de aannemers. Om te bereiken dat voor het beschikbare budget de maximale hoeveelheid zand wordt gesuppleerd is vanaf 2012 een nieuwe marktbenadering gekozen met contracten voor een periode van 4 jaar. Het nieuwe suppletieprogramma 2012–2015 zal bestaan uit een basis van (gemiddeld) acht miljoen m3 zand per jaar ten behoeve van het in stand houden van de Basiskustlijn (BKL) en een meer flexibele hoeveelheid van gemiddeld vier miljoen m3 zand per jaar dat wordt ingezet voor BKL onderhoud ten gevolge van niet voorspelde erosie en ten behoeve van het op orde houden kustfundament.

Realisatie en prognose kustsuppleties.
 

realisatie

 

prognose

Jaar

2009

2010

2011

2012–2015

Handhaven basiskustlijn en kustfundament

14 600

8 206

11 437

48 000

Toelichting

In bovenstaande tabel zijn de uitgevoerde suppleties opgenomen van de programma’s 2009 tot en met 2011. Het suppletievolume over de periode 2012–2015 zal ca. 48 miljoen m3 bedragen; uitloop van een klein deel van de suppleties in 2016 is vanwege de gekozen contractvorm toegestaan.

Zoetwatervoorziening

Areaal

Eenheid

Omvang2013

Budget 2013 x € 1 mln.

binnenwateren en daarin gelegen kunstwerken (spui-, uitwateringskolken, stuwen en gemalen)

km2

3 056

 
 

stuks

122

 

Totaal

   

23,1

Toelichting

Het areaal binnenwateren omvat alle door Rijkswaterstaat beheerde wateren (ondermeer rivieren, kanalen en IJsselmeer) maar is exclusief Noordzee, water in Caribisch Nederland, Waddenzee en Westerschelde. In de verantwoording waren alleen de spui- uitwateringskolken en stuwen opgenomen. Hier zijn de gemalen aan toegevoegd. De spui-, uitwateringskolken, stuwen en gemalen zijn middelen om het streefpeil en de waterverdeling in Nederland te kunnen realiseren. De beschikbaarheid van streefpeilen is een indicator bij watermanagement, het onderhoud aan de spui-, uitwateringskolken, stuwen en gemalen draagt hier aan bij.

3.02.03 Vervanging

Motivering

Het zodanig in conditie houden van het hoofdwatersysteem dat de primaire functie voor zowel waterveiligheid als zoetwatervoorziening vervuld kan worden.

Producten

Onder de categorie Vervanging vallen uitgaven ten behoeve van werkzaamheden die betrekking hebben op renovatie- en vervangingsinvesteringen. Door de veroudering van de infrastructuur en het veel intensievere gebruik dan bij ontwerp voorzien zal er geïnvesteerd moeten worden in de vervanging dan wel renovatie hiervan.

Het budget dat op dit artikelonderdeel in de huidige begrotingsperiode is opgenomen, is bestemd voor de werkzaamheden ten behoeve van de stuwen Nederrijn Lek en Inhaalslag stroomlijn en vegetatiebeheer uiterwaarden.

Toelichting

Meetbare gegevens

  • 1. Na de afgebroken aanbesteding bij het project Stuwen Nederrijn Lek, vanwege het feit dat de biedingen hoger waren dan het beschikbare budget, zie Begroting Infrastructuurfonds 2010, pag. 33, is dit project in 2009 doorgestart. De renovatie wordt nu in twee fases uitgevoerd. In 2010 is met de uitvoering van de urgente maatregelen en de voorbereiding van fase twee (levensduur verlengend onderhoud) gestart. Het project loopt uiterlijk door tot en met 2019.

  • 2. Begroeiing langs de rivier heeft op sommige plekken een negatief effect op de maatregelen die worden genomen voor de waterveiligheid. De komende tijd wordt onderzocht hoe de begroeiing het beste kan worden aangepakt. Het project Stroomlijn brengt in kaart waar de vegetatie moet worden aangepast en zorgt er voor dat de vegetatie in de uiterwaarden onderhouden en waar nodig verwijderd wordt. Uitvoering van het programma gebeurt in samenwerking met de eigenaren van de gebieden en in afstemming met de lopende waterveiligheidsprogramma’s. Voor de feitelijke uitvoering is € 75 miljoen gereserveerd.

Artikel 4 Experimenteren cf. art. III Deltawet

Omschrijving van de samenhang in beleid

De Waterwet voorziet in een zogenaamde experimenteerbepaling die het mogelijk maakt om uit het Deltafonds uitgaven te doen voor maatregelen en voorzieningen op andere beleidsterreinen zoals bijvoorbeeld natuur, milieu, economische ontwikkeling. Voorwaarde is wel dat deze maatregelen samenhangen met maatregelen ten behoeve van waterveiligheid of zoetwatervoorziening en dat er sprake is van additionele financiering in de vorm van het toevoegen van extra middelen aan het fonds afkomstig van andere begrotingen van het Rijk of derden. Dit artikel dient hiertoe.

Als het voornemen bestaat om een investering te doen vanwege de waterveiligheid, en daarbij tevens maatregelen te treffen ter bescherming van de natuur, moeten de kosten die gepaard gaan met de aspecten die geen betrekking hebben op waterveiligheid gedekt worden door bijdragen uit een of meer andere hoofdstukken van de rijksbegroting of van eventuele derden. In dit voorbeeld ligt een bijdrage uit de begroting van het ministerie van ELenI voor de hand. Zodra er concrete projectvoorstellen met bijdragen van andere partijen zijn om via het experimenteerartikel te realiseren, kan nadere uitwerking worden gegeven aan toepassing van dit experimenteer artikel, zoals wordt verzocht in de motie Jacobi (Kamerstukken II, 2011/12, 27 625, nr 261).

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 4 Experimenteren cf art III Deltawet (in € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

   

0

0

0

0

0

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

Waarvan juridisch verplicht

             

04.01 Experimenteerprojecten

0

0

0

0

0

0

0

04.01.01 Experimenteerprojecten

   

0

0

0

0

0

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

4.09 Ontvangsten experimenteerartikel

0

0

0

0

0

0

0

4.09.01 Ontvangsten experimenteerartikel

   

0

0

0

0

0

4.01 Experimenteerprojecten

Motivering

Het experimenteerartikel staat ten dienste van een integrale uitvoering van het Deltaprogramma en biedt de mogelijkheid tot integrale bekostiging.

Producten

In de voorliggende begroting zijn daarvoor geen middelen beschikbaar gesteld vanuit andere begrotingen.

Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven

Omschrijving van de samenhang in beleid

Op dit artikel worden de apparaatskosten van Rijkswaterstaat en de Deltacommissaris geraamd alsmede overige netwerkgebonden uitgaven van Rijkswaterstaat en programma-uitgaven van de Deltacommissaris die niet direct aan de afzonderlijke projecten uit dit Deltafonds zijn toe te wijzen.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art.5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven (in € 1 000)
 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

   

247 184

233 405

224 888

219 076

215 980

Uitgaven

   

247 581

233 406

224 843

219 080

215 978

Waarvan juridisch verplicht

   

99%

 

 

 

 

5.01 Apparaat

   

198 231

186 152

177 675

172 771

170 590

5.01.01 Staf Deltacommissaris

   

2 022

1 830

1 717

1 694

1 668

5.01.02 Apparaatskosten RWS

   

196 209

184 322

175 958

171 077

168 922

               

5.02 Overige uitgaven

   

49 350

47 254

47 168

46 309

45 388

5.02.01 Overige netwerkgebonden uitgaven

   

47 425

45 329

45 284

44 384

43 463

5.02.02 Programma-uitgaven DC

   

1 925

1 925

1 884

1 925

1 925

5.02.03 Overige uitgaven

   

0

0

0

0

0

               

5.03 Investeringsruimte

             

05.03.01 Programmeerruimte

             

05.03.02 Beleidsruimte

             

Ontvangsten

   

0

0

0

0

0

5.09 Netwerkgebonden kosten en overige ontvangsten

   

0

0

0

0

0

5.09.01 Overige ontvangsten

             

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Bedragen x € 1 000

Artikel

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

5

Netwerkgeb. kosten & ov. uitgaven

247 581

233 406

224 843

219 080

215 978

222 620

222 485

221 145

249 232

258 232

341 260

460 192

459 418

459 707

459 718

459 789

5.01

Apparaat

198 231

186 152

177 675

172 771

170 590

177 234

177 097

175 757

177 918

177 918

177 918

177 948

177 948

177 948

177 948

177 948

5.02

Overige uitgaven

49 350

47 254

47 168

46 309

45 388

45 386

45 388

45 388

43 463

43 463

43 463

43 790

43 790

43 790

43 790

43 790

5.03

Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

0

27 851

36 851

119 879

238 454

237 680

237 969

237 980

238 051

5.01 Apparaat

Motivering

In uitzondering op de systematiek van Verantwoord Begroten worden op deze begroting ook de apparaatskosten van de Deltacommissaris en Rijkswaterstaat gepresenteerd.

Staf Deltacommissaris

Producten

De Deltacommissaris moet, conform de Waterwet, de totstandkoming en uitvoering van het Deltaprogramma bevorderen. Hij voert overleg met betrokken partijen en bewaakt de voortgang van de uitvoering van het Deltaprogramma.

In de Memorie van Toelichting op de Waterwet, paragraaf 4, artikel 7.22d, is opgenomen dat de Deltacommissaris een eigen bureau ter ondersteuning van zijn werkzaamheden heeft en een budget dat toereikend is voor de hem toebedeelde taken.

Op dit artikel worden de personele en materiële kosten verantwoord, die nodig zijn om de ondersteunende taken van de staf Deltacommissaris te kunnen uitvoeren.

Apparaatskosten Rijkswaterstaat

Dit betreft de apparaatskosten voor de grote projecten Ruimte voor de Rivier, Maaswerken, HWBP-2, overige aanlegprojecten, verkenningen en planuitwerkingen, watermanagement, Beheer en Onderhoud, de uitvoering van landelijke taken en inhuur.

5.02 Overige Uitgaven

Overige netwerkgebonden uitgaven

Producten

Onder overige kosten zijn de externe kosten opgenomen die niet direct toewijsbaar zijn aan de producten van het Deltafonds. Hiertoe behoren externe kosten voor basisinformatie, sectorspecifieke ICT, kennisontwikkeling en innovatie en landelijke taken op het gebied van aanleg.

Programmauitgaven Deltacommissaris

Deze uitgaven worden gedaan ten behoeve van het Deltaprogramma en de hoofdtaken van de Deltacommissaris.

5.03 Investeringsruimte

Op dit artikel wordt de voor het Deltafonds beschikbare investeringsruimte tot en met 2028 verantwoord. Deze investeringsruimte is in 2011 gecreëerd voor het totale Infrastructuurfonds (zie Voorjaarsnota 2011, Bijlage 3, «Beoordelingskader Infrastructuurfonds 2021–2028»). Met de oprichting van het Deltafonds is een deel van deze ruimte verschoven naar het Deltafonds (zie ook artikel 18.11 Investeringsruimte van de begroting van het Infrastructuurfonds).

De Investeringsruimte van in totaal € 1,4 miljard tot en met 2028 betreft «beleidsruimte», waarvan de concrete aanwending wordt overgelaten aan toekomstige kabinetten; de programmaruimte is eerder ingezet ter dekking van de maatregelen uit de brief «stand van zaken Waterveiligheid» (Kamerstukken, vergaderjaar 2010/11, nr. XX). De structurele doorwerking van het Begrotingsakkoord na 2023 is naar rato ten laste is gebracht van de Beleidsruimte (€ 0,2 mld).

Artikel 6 Bijdragen ten laste van andere begrotingen van het Rijk

Omschrijving van de samenhang in beleid

Op dit artikel worden de ontvangen bijdragen verantwoord die ten laste van de begroting van IenM komen. De doelstelling van het onderliggend beleid zijn terug te vinden in de Begroting hoofdstuk XII.

Het productartikel is gerelateerd aan artikel 26 Bijdragen aan de Investeringsfondsen op de Begroting hoofdstuk XII.

Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 6 Bijdragen ten laste van begroting hoofdstuk XII (in € 1 000)

 

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

             

Uitgaven

             
               

Ontvangsten

0

0

882 371

1 062 153

1 059 295

1 186 408

939 214

6.09 Bijdragen ten laste van begroting Hoofdstuk XII

   

882 371

1 062 153

1 059 295

1 186 408

939 214

6.09.01 Bijdragen ten laste van begroting Hoofdstuk XII

   

882 371

1 062 153

1 059 295

1 186 408

939 214

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten na de begrotingsperiode tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Bijdragen ten laste van begroting Hoofdstuk XII

Dit artikel is technisch van aard.

Bedragen x € 1 000

Artikel

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

6

Bijdragen andere begrotingen Rijk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.09

Ontvangsten

882 371

1 062 153

1 059 295

1 186 408

939 214

808 637

643 781

696 659

1 091 193

843 696

843 439

935 434

934 660

932 449

932 460

939 043

4. DE BIJLAGEN

a. Conversietabel van Infrastructuurfonds naar Deltafonds

Het gaat om het omzetten van Infrastructuurfonds artikelen 11 Hoofdwatersystemen en 16 Mega-projecten niet Verkeer en Vervoer naar onderstaande artikelen Deltafonds.

  • Artikel 1 Investeren in Waterveiligheid

  • Artikel 2 Investeren in Zoetwatervoorziening

  • Artikel 3 Beheer, Onderhoud en Vervanging

  • Artikel 5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven

NB. Deltafonds artikel 4 is bestemd voor experimenteerprojecten en Deltafonds artikel 6 technisch van aard. De bedragen zijn terug te vinden in de «Tabellen Budgettaire gevolgen van de uitvoering».

Bedragen x € 1 000

DF artikel

 

Uit IF artikel

2013

2014

2015

2016

2017

1 Investeren in Waterveiligheid

           

6501u0101

Programma HWBP waterschapsprojecten

5516u0501

171 859

285 298

290 987

416 095

177 728

6501u0102

Programma HWBP rijksprojecten

5516u0501

13 340

15 000

8 413

33 500

73 500

6501u0103

Ruimte voor de Rivier

5516u0202

157 724

333 924

349 889

234 166

205 792

6501u0104

Maaswerken

5516u0301

18 485

33 502

39 500

39 498

23 439

6501u0201

Verk. en planstudieprogr. waterveiligheid

5511u03

37 371

54 423

45 392

99 129

175 445

   

5511u05

6 798

– 15 996

– 29 162

89 406

79 119

   

5516u02

 

– 4 790

– 5 168

– 3 136

– 2 612

   

5516u03

 

– 3 431

– 3 519

– 2 409

– 1 833

   

5516u05

 

– 996

– 867

– 891

– 460

6501u0202

Realisatieprogramma waterveiligheid

5511u0301

119 128

92 527

143 196

45 633

7 445

6501u0301

Studie en onderzoekskosten DP (MIRT-onderz.)

5511u0501

7 327

4 317

350

350

350

   

5511u0502

1 680

2 226

1 327

1 044

0

6501u0302

Overige studiekosten

5511u0301

3 000

0

0

0

0

Totaal artikel 1

 

536 712

796 004

840 338

952 385

737 913

2 Investeren in zoetwatervoorziening

           

6502u0201

Verkenningen en planstudies zoetwatervoorziening

5511u0503

2 397

2 146

2 146

8 568

8 567

6502u0202

Realisatieprogramma zoetwatervoorziening

5511u0302

25 520

0

0

0

0

6502u0301

Studie en onderzoekskosten DP (MIRT-onderz.)

5511u0501

4 200

2 460

41

0

0

Totaal artikel 2

 

32 117

4 606

2 187

8 568

8 567

3 Investeren in Beheer en onderhoud

           

6503u0101

Watermanagement

5511u01

– 0

– 21

– 25

– 21

– 23

   

5511u0101

11 794

10 706

11 035

10 284

10 284

6503u0201

Waterveiligheid

5511u02

0

– 3 358

– 3 685

– 3 308

– 3 383

   

5511u0201

110 300

124 559

119 376

112 065

112 121

6503u0202

Integraal waterkwaliteit

5511u0205

23 056

18 917

18 787

18 758

18 757

6503u0301

Vervanging en renovatie

5511u0208

11 000

19 573

45 000

49 597

20 000

Totaal artikel 3

 

156 150

170 376

190 488

187 375

157 756

5 Netwerkgebonden kosten en overige uitgaven

           

6505u0101

Staf Deltacommissaris

5511u0601

0

– 8

– 10

– 8

– 9

   

HXIIu

2 022

1 830

1 717

1 694

1 668

6505u0102

Apparaatskosten RWS

5511u0701

177 517

166 199

159 665

158 095

156 749

   

5516u04

 

– 28

– 30

– 20

– 21

   

5516u0401

18 692

18 159

16 333

13 011

12 203

6505u0201

Overige netwerkgebonden uitgaven

5511u0702

47 425

45 329

45 284

44 384

43 463

6505u0202

Staf Deltacommissaris

5511u0601

1 925

1 925

1 884

1 925

1 925

Totaal artikel 5

 

247 581

233 406

224 843

219 080

215 978

b. Lijst met afkortingen

BenO

Beheer en Onderhoud

BKL

Basiskustlijn

ESA

Extra spuicapaciteit Afsluitdijk

HWBP

Hoogwaterbeschermingsprogramma

IBO

Interdepartementaal Beleidsonderzoek

IenM

Infrastructuur en Milieu

IIVR

Integraal Inrichtingsplan Veluwerandmeren

IF

Infrastructuurfonds

KRW

Kader Richtlijn Water

MHW

Maatgevend Hoog Water

MIRT

Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport

NURG

Nadere Uitwerking Rivieren Gebied

NWP

Nationaal Waterplan

PB

Projectbesluit

PKB

Planologische Kernbeslissing

PPC

Public Private Comparator

PPS

Publiek Private Samenwerking

RRAAM

Rijk- en regioprogramma Amsterdam Almere Markermeer

RINK

Risico Inventarisatie Natte Kunstwerken

RWS

Rijkswaterstaat

SBW

Sterkte, Belastingen Waterkeringen

TBES

Toekomstbestendig Ecologisch Systeem

UO

Uitvoeringsopdracht (beschikking)

VGR

Voortgangsrapportage

VNK

Veiligheid Nederland in Kaart

WB21

Waterbeheer 21e eeuw

Wtw

Waterwet

WTI

Wettelijk toetsinstrumentarium

c. Paragraaf 4a uit de Waterwet (Het Deltafonds)

§ 4a. Het deltafonds

Artikel 7.22a

  • 1. Er is een deltafonds.

  • 2. Het deltafonds heeft ten doel de financiering en bekostiging van:

    • a. maatregelen en voorzieningen in verband met de opgaven op het gebied van waterveiligheid en zoetwatervoorziening, bedoeld in artikel 4.9, tweede lid;

    • b. het inwinnen, bewerken en verspreiden van met onderdeel a samenhangende gegevens en het verrichten van met onderdeel a samenhangende onderzoeken.

Artikel 7.22b

  • 1. Het deltafonds is een begrotingsfonds als bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001.

  • 2. Onze Minister beheert het deltafonds.

Artikel 7.22c

  • 1. De ontvangsten van het deltafonds zijn:

    • a. een bijdrage ten laste van de begroting van het ministerie van Verkeer en Waterstaat;

    • b. bijdragen ten laste van andere begrotingen van het Rijk;

    • c. bijdragen van derden;

    • d. andere ontvangsten in het kader van het bereiken van de doelen van het deltafonds.

  • 2. Ten gunste van de begroting van het deltafonds van enig jaar wordt het batige saldo van dat fonds van het voorafgaande jaar gebracht.

Artikel 7.22d

  • 1. Ten laste van het deltafonds komen in verband met de opgaven, bedoeld in artikel 4.9, tweede lid, de uitgaven ten behoeve van:

    • a. aanleg, verbetering, beheer, onderhoud en bediening van waterstaatswerken die bij het Rijk in beheer zijn of zullen zijn, ter voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen en waterschaarste;

    • b. maatregelen en voorzieningen ter bescherming of verbetering van de chemische of ecologische kwaliteit van watersystemen, voor zover deze onderdeel uitmaken van de opgaven, bedoeld in artikel 4.9, tweede lid, onderdeel a, en;

    • c. het inwinnen, bewerken en verspreiden van met de onderdelen a en b samenhangende gegevens;

    • d. met de onderdelen a en b samenhangende onderzoeken.

  • 2. Onze Minister kan in verband met de opgaven, bedoeld in artikel 4.9, tweede lid, uit het deltafonds subsidies vertrekken ten behoeve van:

    • a. aanleg, verbetering, beheer, onderhoud en bediening van waterstaatswerken die niet bij het Rijk in beheer zijn of zullen zijn, ter voorkoming en waar nodig beperking van overstromingen en waterschaarste;

    • b. maatregelen en voorzieningen ter bescherming of verbetering van de chemische of ecologische kwaliteit van watersystemen, voor zover deze onderdeel uitmaken van de opgaven, bedoeld in artikel 4.9, tweede lid, onderdeel a;

    • c. met de onderdelen a en b samenhangende onderzoeken.

  • 3. Op subsidies die ten laste komen van het deltafonds zijn de artikelen 3 tot en met 6 van de Kaderwet subsidies Verkeer en Waterstaat van toepassing.

  • 4. Subsidies als bedoeld in het tweede lid die worden verleend ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, worden verleend onder de voorwaarde, bedoeld in artikel 4:34, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 5. Ten laste van het deltafonds kunnen eveneens uitgaven worden gebracht ten behoeve van maatregelen en voorzieningen als bedoeld in artikel 7.22a, tweede lid, onderdeel a, alsmede ten behoeve van het inwinnen, verspreiden en bewerken van gegevens en het doen van onderzoek als bedoeld in artikel 7.22a, tweede lid, onderdeel b, met betrekking tot buiten het Nederlandse grondgebied gelegen delen van de stroomgebieddistricten Eems, Maas, Rijn en Schelde.

  • 6. Ten laste van het deltafonds komen tevens uitgaven ten behoeve van het bureau ter ondersteuning van de werkzaamheden van de deltacommissaris, de huisvestingskosten van het bureau en verdere aan de taakvervulling van de deltacommissaris verbonden uitgaven.

  • 7. Ten laste van het deltafonds komen voorts andere uitgaven in het kader van het bereiken van de doelen van dat fonds.

  • 8. Ten laste van de begroting van enig jaar wordt het nadelige saldo van het deltafonds van het voorafgaande jaar gebracht.

d. Budgetten Deltafonds 2013–2028 op artikelonderdeel

Onderstaand zijn de beschikbare budgetten voor het Deltafonds tot en met 2028 jaar op jaar gepresenteerd op artikelonderdeelniveau. De mutaties zijn in de verdiepingsbijlage bij de begroting op dit zelfde detailniveau tot en met 2028 toegelicht.

Tevens is de voeding van het fonds inzichtelijk gemaakt door de relatie met het bijdrage-artikel HXII (art. 26) en de ontvangsten van derden aan te geven.

Bedragen x € 1 000

Artikel

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

1

Investeren in Waterveiligheid

536 712

796 004

840 338

952 385

737 913

617 153

452 228

512 821

795 132

530 054

450 769

417 104

417 104

417 104

417 104

417 022

1.01

Grote projecten waterveiligheid

361 406

667 725

688 790

723 260

480 459

378 258

195 555

277 547

211 893

0

0

0

0

0

0

0

1.02

Overige aanlegprojecten

163 299

121 736

149 871

227 731

257 104

237 945

254 427

234 026

583 239

530 054

450 769

417 104

417 104

417 104

417 104

417 022

1.03

Studiekosten

12 007

6 543

1 677

1 394

350

950

2 246

1 248

0

0

0

0

0

0

0

0

                                   

1.09

Ontvangsten

87 689

142 239

198 561

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

449 023

653 765

641 777

771 385

556 913

436 153

271 228

331 821

614 132

349 054

269 769

236 104

236 104

236 104

236 104

236 022

                                   

Artikel

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2

Investeren in zoetwatervoorziening

32 117

4 606

2 187

8 568

8 567

2 142

2 143

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2.02

Ov.waterinvest.zoetwatervoorz.

27 917

2 146

2 146

8 568

8 567

2 142

2 143

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2.03

Studiekosten

4 200

2 460

41

                         
                                   

2.09

Ontvangsten

2 500

                             
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

29 617

4 606

2 187

8 568

8 567

2 142

2 143

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

2 142

                                   

Artikel

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

3

Beheer, onderhoud en vervanging

156 150

170 376

190 488

187 375

157 756

147 722

147 925

141 551

225 687

234 268

230 268

236 996

236 996

234 496

234 496

241 090

3.01

Watermanagement

11 794

10 685

11 010

10 263

10 261

10 261

10 261

10 261

10 261

10 261

10 261

10 284

10 284

10 284

10 284

10 284

3.02

Beheer en Onderhoud

144 356

159 691

179 478

177 112

147 495

137 461

137 664

131 290

215 426

224 007

220 007

226 712

226 712

224 212

224 212

230 806

                                   
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

156 150

170 376

190 488

187 375

157 756

147 722

147 925

141 551

225 687

234 268

230 268

236 996

236 996

234 496

234 496

241 090

                                   

Artikel

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

5

Netwerkgeb. kosten & ov. uitgaven

247 581

233 406

224 843

219 080

215 978

222 620

222 485

221 145

249 232

258 232

341 260

460 192

459 418

459 707

459 718

459 789

5.01

Apparaat

198 231

186 152

177 675

172 771

170 590

177 234

177 097

175 757

177 918

177 918

177 918

177 948

177 948

177 948

177 948

177 948

5.02

Overige uitgaven

49 350

47 254

47 168

46 309

45 388

45 386

45 388

45 388

43 463

43 463

43 463

43 790

43 790

43 790

43 790

43 790

5.03

Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

0

27 851

36 851

119 879

238 454

237 680

237 969

237 980

238 051

                                   
 

Bijdrage van hfdst XII (art 26)

247 581

233 406

224 843

219 080

215 978

222 620

222 485

221 145

249 232

258 232

341 260

460 192

459 418

459 707

459 718

459 789

                                   

Artikel

 

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

6

Bijdragen andere begrotingen Rijk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

6.09

Ontvangsten

882 371

1 062 153

1 059 295

1 186 408

939 214

808 637

643 781

696 659

1 091 193

843 696

843 439

935 434

934 660

932 449

932 460

939 043

                                   

Voeding: ontvangsten

90 189

142 239

198 561

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

181 000

Voeding: bijdrage HXII (art. 26)

882 371

1 062 153

1 059 295

1 186 408

939 214

808 637

643 781

696 659

1 091 193

843 696

843 439

935 434

934 660

932 449

932 460

939 043

Totaal uitgaven

972 560

1 204 392

1 257 856

1 367 408

1 120 214

989 637

824 781

877 659

1 272 193

1 024 696

1 024 439

1 116 434

1 115 660

1 113 449

1 113 460

1 120 043


X Noot
1

Twee van de deelprogramma’s worden uitgevoerd door het Ministerie van ELenI. Dit zijn de programma’s Wadden en Zuid-Westelijkde Delta. Een van de programma’s wordt verantwoord op HXII, artikel 13: Deelprogramma nieuwbouw en herstructurering.

X Noot
2

Op het gebied van zoetwatervoorziening is het beleid er op dit moment op gericht om – onder normale omstandigheden – zoveel mogelijk aan de behoeften van gebruikers te voldoen. In periodes van watertekort (in droge zomers) wordt water verdeeld op basis van een verdringingsreeks, die is opgezet om prioriteiten te kunnen geven aan de verschillende watervragers.

X Noot
3

Onder Buitenwater valt volgens de waterwet: water van een oppervlaktewaterlichaam waarvan de waterstand direct invloed ondergaat bij hoge stormvloed, bij hoog opperwater van een van de grote rivieren, bij hoog water van het IJsselmeer of het Markermeer, dan wel bij een combinatie daarvan.

X Noot
4

De bijstelling van 829 kilometer naar 545 kilometer wordt verklaard doordat aanvankelijk 529 kilometer als regionale kering is aangemerkt. 300 kilometer is geen kering maar betreft ingegraven kanalen waar het maaiveld hoger ligt dan het kanaalpeil. Deze oevers zijn dus wel relevant voor instandhouding van de vaarweg maar vervullen geen hoogwaterveiligheidsfunctie naar het regionaal achterland. Inmiddels is er een actueel GIS-bestand opgeleverd over de in RWS-beheer zijnde regionale keringen. Dat levert een neerwaartse bijstelling tot 429 kilometer regionale kering voor dijken en dammen. Tezamen met 116 kilometer duinen die deel uitmaken van de niet-primaire waterkeringen en in beheer zijn bij RWS, telt dit op tot 545 kilometer.

Naar boven