3 Hervorming beschikbaarheidbijdrage academische zorg (BBAZ) vanaf 2020

Aan de orde is het VSO Hervorming van de beschikbaarheidbijdrage academische zorg (BBAZ) vanaf 2020 (32864, nr. 7).

De voorzitter:

Aan de orde is het VSO Hervorming van de beschikbaarheidsbijdrage academische zorg (BBAZ) vanaf 2020 (32864, nr. 7). Ik heet de minister voor Medische Zorg welkom. Ik heet ook de aanwezige Kamerleden hartelijk welkom en de mensen die dit korte debat volgen, hier in de zaal dan wel op een andere manier thuis. Ik geef graag als eerste het woord aan mevrouw Van den Berg voor haar inbreng. Mevrouw Van den Berg spreekt namens het CDA. Gaat uw gang.

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank u wel, voorzitter. Het CDA heeft meerdere malen aangegeven dat zorg ook in de regio goed bereikbaar moet zijn. We zijn blij dat er in ieder geval bestuurlijke afspraken zijn gemaakt met de universitaire ziekenhuizen, zodat patiënten worden verwezen naar algemene ziekenhuizen. Daarover gaat met name mijn motie.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat zorg beschikbaar, betaalbaar en bereikbaar moet blijven, ook in de regio;

van mening dat regionale algemene ziekenhuizen uitstekend basiszorg kunnen verlenen;

overwegende dat het uitgangspunt daarom moet zijn dat patiënten voor basiszorg in beginsel verwezen worden naar een algemeen ziekenhuis;

constaterende dat in het bestuurlijk overleg is afgesproken dat umc's zich ervoor gaan inspannen dat basiszorgpatiënten in een umc worden verwezen naar een ander (algemeen) ziekenhuis;

constaterende dat de minister tijdens de behandeling van de initiatiefnota van het CDA over zorg in de regio heeft toegezegd deze afspraak te zullen monitoren;

verzoekt de regering om de Kamer jaarlijks te informeren over de uitkomsten van de monitoring en aan te geven bij welke uitkomsten welke maatregelen door de minister zullen worden genomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 8 (32864).

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank u wel. Ik heb nog één andere motie, over de samenwerking tussen universitaire ziekenhuizen.

Motie

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het gedeelte van de beschikbaarheidsbijdrage academische zorg voor ontwikkeling en innovatie aan de hand van acht kostencategorieën verantwoord moet worden;

constaterende dat de databankfunctie en bigdataontwikkeling een van deze categorieën is;

van mening dat het onwenselijk is als meerdere zorginstellingen van publiek geld dezelfde databanken en big data ontwikkelen en dat daarom zo nodig samenwerking afgedwongen moet kunnen worden;

verzoekt de regering te onderzoeken op welke wijze samenwerking op het gebied van de databankfunctie en de ontwikkeling van big data tussen de umc's nu plaatsvindt, of deze nog verder uitgebouwd dient te worden en wat daarvoor nodig is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door het lid Van den Berg. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 9 (32864).

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu graag het woord aan mevrouw Ellemeet. Mevrouw Ellemeet ziet af van haar spreektijd. Dan zijn we aan het einde gekomen van de inbreng van de zijde van de Kamer. Ik kijk in de richting van de minister. Hij kan gelijk een reactie geven op de ingediende moties. Het woord is aan de minister. Gaat uw gang.

Minister Bruins:

Voorzitter. Dank voor het debat dat wij afgelopen maandag hebben gehad over zorg in de regio. Dat was zeker niet het laatste debat dat wij zullen hebben over de verschuivingen in het zorglandschap, die wij allemaal zien. Of iets praktischer gezegd: de ontwikkeling om minder zorg in ziekenhuizen te organiseren en de opdracht om die zorg bijvoorbeeld bij huisartsen of misschien vaker thuis te organiseren. Als je dat beredeneert vanuit de patiënt, kan dat heel voordelig zijn. In het debat van maandag kwam het voorbeeld aan bod van telemonitoring of beeldbellen. Als je als patiënt thuis gebruik kunt maken van een instrument als beeldbellen, dan ben je altijd connected, verbonden, met zorg. Dan kun je de goede kwaliteit van zorg behouden zonder dat mensen in een ziekenhuis hoeven te zijn. Ik vond dat een heel interessant debat. De beide moties die zijn ingediend door mevrouw Van den Berg hebben een raakvlak met het debat van maandag.

In de eerste motie wordt de regering verzocht om de Kamer jaarlijks te informeren over de uitkomsten van de monitoring. Dat gaat over het verwijzen, niet zozeer van ziekenhuis naar huisarts maar van umc naar een algemeen ander ziekenhuis. Ik was dat van plan en ik denk dat we dat maandag ook hebben gewisseld. Ik zal de NZa vragen die monitoring voor haar rekening te nemen. Dan worden het onafhankelijke cijfers. Ik denk ook dat dit goed kan. Inzicht bieden door monitoring zou moeten kunnen lukken, omdat we jaarlijks iets terughoren van de NZa over contracteringsafspraken. Ik zie dus inderdaad kans om dat te doen. Om die reden zou ik de motie op stuk nr. 8 oordeel Kamer willen geven.

De voorzitter:

Dank u wel. De motie op stuk nr. 8: oordeel Kamer.

Minister Bruins:

In de motie op stuk nr. 9 wordt de regering verzocht om te onderzoeken op welke wijze de samenwerking op het gebied van de databankfunctie en de ontwikkeling van big data tussen umc's nu plaatsvindt, of deze nog verder uitgebouwd dient te worden en wat daarvoor nodig is. Dat is een interessante motie. Toen ik luisterde naar mevrouw Van den Berg dacht ik eerst: het is niet zo dat wij een gezamenlijke databank moeten samenstellen omdat het een gezamenlijke databank moet zijn, als een soort holistisch begrip. Maar ik kan me wel goed voorstellen dat als er een bepaalde vorm van darmkankeronderzoek in Groningen wordt gedaan en weer een andere vorm in Utrecht, je wilt dat die gegevens bij elkaar worden gebracht en die wetenschappers op die manier van elkaar kunnen leren, maar wel zo dat het patiëntveilig blijft. Dan is het de vraag of je een werkwijze kunt bedenken waarbij de gegevens bij de bron beschikbaar blijven maar daar waar wetenschappers kunnen leren van elkaar, er een vorm van delen is van databankgegevens. Er wordt al veel samengewerkt. Daar kan echt nog wel een tandje bij. Straks hebben we een apart debat over gegevensuitwisseling in de zorg. Maar met deze motie kan ik goed uit de voeten, voorzitter. Wat mij betreft krijgt ook deze motie dus oordeel Kamer.

De voorzitter:

Dank u wel. De motie op stuk nr. 9 krijgt ook oordeel Kamer.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:

Ik dank de minister voor de toelichting op de moties en de gegeven oordelen. We stemmen pas dinsdag 24 september over deze moties in verband met Prinsjesdag volgende week. We stemmen dus een week later dan gebruikelijk is. Dan zijn we aan het einde van de beraadslaging gekomen. Ik dank de minister en de ondersteuning voor hun bijdrage.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Naar boven