Handeling
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | nr. 18, item 9 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Vergadernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | nr. 18, item 9 |
Aan de orde is de behandeling van:
- het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2018 ( 34775 ).
De voorzitter:
Ik heet de staatssecretaris van harte welkom. Ook heet ik van harte welkom de gevolmachtigd minister van Aruba, de heer Yrausquin, en zijn medewerker de heer Kock. Zij zitten in de Voorzittersloge.
De algemene beraadslaging wordt geopend.
De voorzitter:
Ik geef de heer De Graaf namens de PVV als eerste spreker het woord.
De heer De Graaf (PVV):
Voorzitter. Allereerst wens ik de nieuwe staatssecretaris, de heer Knops — ik mag voor één keer zijn naam noemen — zegen en bewaring op zijn nieuwe post. Het worden natuurlijk heel wat vlieguren, dus dat zal hij hard nodig hebben vanaf deze kant.
Om dat aantal vlieguren te verminderen, breng ik meteen maar naar voren dat het standpunt van de PVV aangaande de overige landen in het Koninkrijk niet gewijzigd is, ook al zit er een nieuw kabinet. Wij willen eigenlijk gewoon nog steeds zo snel mogelijk van de andere landen af. De redenen zijn nog steeds hetzelfde, net als in de begrotingen die mijn collega Fritsma de afgelopen jaren hier heeft bediscussieerd. Op de eilanden heerst nog steeds veel corruptie, er gaat nog steeds veel te veel geld heen uit Nederland en we hebben ons verleden ondertussen toch wel een keertje afgekocht?
Het moeilijke van dat verhaal is dat het VN-Handvest in de weg zit. Dat Handvest is discriminerend voor Nederland en haar burgers. Nederland mag niet zelfstandig beslissen of de andere landen uit het Koninkrijk moeten. Nee, alleen de andere landen in het Koninkrijk kunnen dat voor zichzelf beslissen. Aangezien Nederland steeds maar weer voor gekke Henkie speelt, door te blijven doneren, schulden over te nemen, bij te springen met bestuurlijke deugdelijkheidsadviezen, et cetera, et cetera, zullen de andere landen natuurlijk nooit uit het Koninkrijk willen. Het in stand houden van corruptie en slecht bestuur wordt hiermee via, via gefaciliteerd door de VN en Nederland houdt steeds het nakijken.
Kan de staatssecretaris zijn visie geven op de verhoudingen binnen het Koninkrijk en kan hij aangeven of hij bereid is iets aan deze oneerlijke en ondemocratische situatie te veranderen? Met die situatie bedoel ik dat Nederland niet kan beslissen en de andere landen wel over erin of eruit. Kan de staatssecretaris dan ook de zorgplicht die wij hebben nog goedpraten en zo ja, met welke argumenten? Wij kunnen die als PVV namelijk amper nog verzinnen. Is de staatssecretaris bereid ons te verlossen van die zorgplicht en Nederland te verlossen van artikel 73 van het VN-Handvest?
De actualiteit drukt ons met de neus op de feiten. Orkaan Irma heeft de Cariben en ook Sint-Maarten als onderdeel van de Cariben aangedaan en daar een spoor van vernieling achtergelaten. Nederland is op basis van het Handvest, maar uiteindelijk ook op basis van het Statuut, zo goed als verplicht om de boel daar weer op te bouwen. Je gunt natuurlijk ook alle gewone mensen die daar hard werken een normaal functionerend land. Alleen, met het bestuur wil het niet lukken, want dat is steeds corrupt. Dat opbouwen is ook gebeurd bij de laatste grote verwoesting, een jaar of twintig terug, door een orkaan.
Premier Marlin is ondertussen gestruikeld. Hij weigerde de voorwaarden voor hulp te accepteren. Hij viel daarover met zijn kabinet en de chaos is daar nu compleet. Hoe ver gaat de staatssecretaris als de noodhulp die ondertussen is gegeven op is? Op basis van het huidige Statuut kan Nederland natuurlijk heel ver gaan. Zelfs het bestuur kan worden overgenomen. Wat ons betreft is dit ook een oproep aan de bevolking, de gouverneur en iedereen die daar nog een bestuurlijke functie heeft: laat Sint-Maarten deze noodsituatie nou eens aangrijpen om met de gehele bevolking daar deze klap te boven te komen. Nu is het tijd voor verandering. Een beter moment voor verandering is er niet, hoe wrang het ook is en hoe erg het ook is om zo'n ramp te ondergaan. Laat de bewoners zelf de verandering zijn die ze willen zien. Het eiland is ook heel veel geholpen door de Italiaanse gok-/drugsmaffia aldaar de definitieve slag toe te brengen. Daarmee is dan inderdaad de gewone man daar het meest geholpen.
Maar in het regeerakkoord lezen we weinig over de overzeese Koninkrijksdelen. Het vorige kabinet wilde bijvoorbeeld nog vestigingseisen stellen aan de bewoners van Curaçao, Sint -Maarten en Aruba. Die moesten bij verblijf in Nederland aan voorwaarden voldoen. Dat is allemaal niet doorgegaan, we kennen de afloop van die initiatieven, maar wat gaat het nieuwe kabinet daarop inzetten? Wat gaat er met dat idee gebeuren? Of is het inderdaad een stille dood gestorven en blijft dat zo? Worden de eilanden inderdaad, als het een stille dood blijft met die initiatieven, dan beloond voor hun trainerende en schofferende gedrag richting Nederland uit de vorige kabinetsperiode? En worden zij dan inderdaad beloond door het kabinet dat er nu zit? Graag een heldere uitleg over die situatie.
Voorzitter, mijn laatste onderwerp voor deze begroting is Bonaire. Bonaire is op dit moment eigenlijk de uitzondering die de regel van de overzeese Koninkrijksdelen bevestigt. Er zijn krachten op Bonaire die echt vooruit willen, krachten die het wegennet en de vitale infrastructuur willen aanpakken zodat het eiland een sprong kan maken naar een veel betere economie en daardoor natuurlijk minder afhankelijkheid van Nederland. Die krachten zijn gebundeld in de persoon van gezaghebber Rijna. Ik heb gesproken met deze man en het is voor het eerst dat ik iemand uit die hoek van het Koninkrijk om een strengere aanpak heb horen vragen. Iemand wil strenger behandeld worden; dat is toch prachtig? Dat is wat ons betreft bijzonder genoeg om eens verder te kijken naar de situatie.
Ik benadruk in dit kader het voorbeeld van het wegennet, want daar gaat het ons het meest om, omdat je daarmee het toerisme het beste kunt stimuleren. Om het voorbeeld van het wegennet erbij te pakken: actiegroepen hebben de afgelopen tijd zelfs bloemen in alle gaten van het wegendek geplaatst om aandacht te vragen voor de verwaarlozing van het wegennet. Verwaarlozing van het wegennet op de manier waarop het op Bonaire gebeurt, is eigenlijk verwaarlozing van bestuur. Om nog een voorbeeld te geven: het gaten vullen in de wegen is op dit moment duurder op Bonaire dan normaal onderhoud van gezonde wegen. Dat is natuurlijk een slechte situatie. Is de staatssecretaris bereid om, wanneer de besluitvorming zoals in dit geval al veel en veel te lang duurt zodat je over verwaarlozing kunt spreken, de gezaghebber tijdelijk wat meer bevoegdheden te geven zodat de plannen die hij heeft om het wegennet snel op te knappen, kunnen worden uitgevoerd? Die plannen liggen er. Ik krijg hierop graag een reactie van de staatssecretaris.
Daarmee ben ik meteen aan het eind, voorzitter. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Wat zegt u, mijnheer Kuzu?
De heer Kuzu (DENK):
Ik zou graag een vraag willen stellen aan de heer De Graaf. Ik zit een beetje achterin, dus ik moet altijd naar voren en ik wilde het aan het einde van zijn inbreng doen.
De voorzitter:
Maar u hebt sterke en jonge benen.
De heer Kuzu (DENK):
Ik weet het, voorzitter. Dan kom ik bij mijn vraag. Er schijnen mensen met een Antilliaanse achtergrond te zijn die op de PVV stemmen. Het betoog van de heer De Graaf is heel helder. Hij geeft aan dat we de bewoners van Sint-Maarten eigenlijk moeten laten stikken omdat het bestuur niet deugt. Hoe gaat hij dat verhaal uitleggen aan de mensen die de PVV een warm hart toedragen?
De heer De Graaf (PVV):
Voorzitter, dan heeft de heer Kuzu niet goed geluisterd. Ik heb een gloedvol betoog gehouden, waarin ik opkwam voor de gewone man van Sint-Maarten en juist afgaf op het bestuur van Sint-Maarten. Ik heb ze gevraagd om met zijn allen de schouders eronder te zetten om juist van dit moment een moment van verandering te maken, om het eiland te decorruptiseren. Dat is een heel raar woord, maar dat zou ik eigenlijk willen.
De heer Kuzu (DENK):
Over de bestrijding van corruptie zijn we het eens, maar beseft de heer De Graaf het volgende? Als je op dit moment de handen aftrekt van Sint-Maarten, pak je daarmee keihard de mensen die nu hulp en ondersteuning nodig hebben bij de wederopbouw van Sint-Maarten na een vreselijk drama als Irma.
De heer De Graaf (PVV):
Ik heb gezegd wat ik heb gezegd, en dat is niet de lijn die de heer Kuzu hier aanhoudt. Ik heb juist vragen gesteld aan de staatssecretaris. In tweede termijn of bij de antwoorden van de staatssecretaris kunnen we daar verder op ingaan, want heel veel is nog onduidelijk. Er is op dit moment geen regering. De premier is met zijn regering gevallen. De gouverneur moet nu zaken oplossen. De staatssecretaris is aan zet. Zoals ik net al zei, heb ik een gloedvol betoog gehouden voor de gewone man.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Kuzu (DENK):
En die gewone man is gebaat bij een stukje hulp en ondersteuning. Dan vraag ik het even heel helder en duidelijk: vindt de PVV dat we op dit moment onze handen moeten aftrekken van Sint-Maarten of dat we de bevolking en het land op dit moment moeten ondersteunen en helpen?
De heer De Graaf (PVV):
Zolang het Statuut is zoals het Statuut is, kunnen we niet anders. Het is natuurlijk al decennia zo. Natuurlijk hebben we sinds 10-10-10 een ander Statuut, toen is het veranderd, maar zoals het nu is, is het nu. Dat kunnen we niet per morgen veranderen. Wij hebben geen hekel aan de gewone man. Wij zeggen niet: stik morgen maar. Dat doen we niet, …
De voorzitter:
Dank u.
De heer De Graaf (PVV):
… maar we willen het Statuut wel zodanig veranderen dat op termijn datgene gebeurt wat ik in mijn betoog heb verteld. Dat hoef ik niet te herhalen.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Bosman namens de VVD.
De heer Bosman (VVD):
Voorzitter. Dit is de eerste begrotingsbehandeling met een eigen bewindspersoon op Koninkrijksrelaties sinds 2012. Ik wil allereerst de staatssecretaris van harte feliciteren en succes wensen met deze heel mooie en verantwoordelijke functie. Ik wens hem een Caribisch warm hart toe en een Hollands koel hoofd, want er is nog een hoop te doen op de Caribische eilanden.
De orkaan Irma heeft een ramp veroorzaakt op Sint-Maarten. Ook op Saba en Sint-Eustatius is er schade, maar het herstel daar is snel ter hand genomen. Op Sint-Maarten is er sprake van stilstand. Het kabinet-Marlin doet er alles aan om Nederland onder druk te zetten. Minister-president Marlin schuwt het onthouden van steun aan de bevolking zelfs niet. Want laat duidelijk zijn, vooral voor Sint-Maarten, dat Nederland klaarstaat met hulp en hulpgeld. Maar wij willen wel zeker weten dat het geld op de goede plek terechtkomt. We hebben de plicht om onze Koninkrijksgenoten daar te helpen waar nodig is, maar we hebben ook de plicht om verantwoordelijk met het geld van de Nederlandse belastingbetaler om te gaan. Daarom is de VVD van mening dat er zonder goed toezicht geen wederopbouwgeld naar Sint-Maarten kan gaan.
De integriteitskamer is al afgesproken in het protocol tussen Nederland en Sint-Maarten; het protocol strekkende tot samenwerking door middel van een onderlinge regeling op grond van artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, in verband met de instelling, inrichting, het functioneren en de bekostiging van een Integriteitkamer op Sint-Maarten. Dit is een afspraak van 24 mei 2015. Ja voorzitter, 2015. De integriteitskamer is niet opeens een onderdeel van de eisen van Nederland om te zorgen dat het geld op de goede plek terechtkomt. Dit is iets waar de bestuurders van Sint-Maarten zelf mee hebben ingestemd. Diezelfde bestuurders van Sint-Maarten hebben er alles aan gedaan om die integriteitskamer maar niet in te voeren. Dat zegt alles over die bestuurders. Zelfs op het voorstel om de integriteitskamer in werking te laten treden als voorwaarde voor het hulpgeld vanuit Nederland is door minister-president William Marlin afwijzend gereageerd. Nee, toezicht van Nederland kon wel gehouden worden op het geld dat vanuit Nederland kwam, maar de integriteitskamer was niet nodig. Hoe bizar. Men weet dus dat het toezicht goed moet zijn op al het geld dat uit Nederland komt, maar men wil geen goede toets voor het lokale geld. Wat zegt dat over de bestuurders op Sint-Maarten?
De VVD heeft er in ieder geval geen vertrouwen in. En het goede nieuws, voorzitter, de Staten van Sint-Maarten ook niet. Door een motie van wantrouwen is het kabinet-Marlin weggestuurd. Nu heeft deze bestuurder die kennelijk helemaal niets geeft om de zorgen van de bevolking van Sint-Maarten nieuwe verkiezingen uitgeschreven. Onvoorstelbaar. Een groot deel van de bevolking heeft nog geen dak boven het hoofd en nog geen adres waar de stemkaarten naartoe moeten. Moeten er nu binnen drie maanden verkiezingen komen? Daarmee blijft de onzekerheid voor de inwoners van Sint-Maarten en al die mensen die getroffen zijn door de orkaan Irma. Zolang niet duidelijk is welk bestuur invulling gaat geven aan de integriteitskamer en de grenscontrole gaat er, wat de VVD betreft, nog geen geld voor wederopbouw naar Sint-Maarten.
De voorzitter:
Mevrouw Van Tongeren.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Ik hoorde de heer Bosman met hetzelfde verhaal vanmorgen op de radio. Ik begrijp iets niet. Hij zegt terecht dat er een motie van wantrouwen is gekomen. In een opgroeiende, zich ontwikkelende democratie wil je heel graag dat het parlement de regering controleert en als het te erg wordt naar huis stuurt. Dat gebeurt hier. Ik zou verwachten dat de vlag — de Nederlandse of de vlag van Sint-Maarten — bij de VVD uitgaat op het moment dat het parlement voor het eerst echt zijn ruggengraat vond en zei: de regering moet naar huis. Maar wat hoor ik nu? De VVD zegt: nee hoor, Nederland gaat gewoon ingrijpen op Sint-Maarten en gaat eisen dat de verkiezingen daar uitgesteld worden. Is dat nu echt de positie van de VVD?
De voorzitter:
De heer Bosman.
De heer Bosman (VVD):
Er zijn twee verschillende dingen. Natuurlijk was de VVD ontzettend blij dat de Staten van Sint-Maarten ingegrepen hebben. Daar ben ik heel duidelijk over geweest. Daar heb ik open over gecommuniceerd. Sterker nog, ik heb met heel veel Statenleden van Sint-Maarten gesproken over welke opties en welke kansen er zijn. Ik ben heel blij dat de Staten hebben ingegrepen en dat het een volwassener democratie aan het worden is. Daar ben ik alleen maar ontzettend blij mee.
Maar het volgende punt is echt wezenlijk anders. Er worden verkiezingen uitgeschreven. Ik noemde net twee dingen, maar ik kan er nog veel meer noemen. Het pand van het kiescollege is gewoon stuk. De adressen zijn niet bekend. We weten niet waar die mensen allemaal zijn. Mensen zijn vertrokken. Het adressenbestand is niet duidelijk. Daarnaast moet er een mogelijkheid zijn voor nieuwe partijen om zich aan te melden. Ook dat kan niet. U zegt nu dat dit democratische verkiezingen zijn op Sint-Maarten waarbij iedereen alle mogelijkheden heeft gehad. Dat is niet waar. We kunnen zeggen dat we die verkiezingen koste wat het kost moeten houden, maar ik vind dat onverstandig. Mijn inschatting, met een natte vinger, is dat 90% van de bevolking niet zit te wachten op verkiezingen. Die zit te wachten op hulpgeld. Die zit te wachten op een spa in de grond, een dak boven het hoofd, een school die werkt, werk en inkomen, toeristen die weer komen, gewoon het normale leven. Ik zeg niet "geen verkiezingen" — ik kom daar straks nog op terug — maar pleit voor uitstel van een jaar. Dat geeft iedereen prima de tijd om zich daarop voor te bereiden.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Nemen we een ander land serieus, dan gaan zij over hun eigen besluiten en hun eigen keuze wanneer ze verkiezingen uitschrijven en hoe ze die houden. De heer Bosman noemt een aantal dingen die daar ontbreken. Wij zouden dan aan alle kanten steun en hulp kunnen aanbieden om die verkiezingen mogelijk te maken. Besluiten zij zelf na overleg met ons dat ze dat liever drie maanden of zes maanden later doen, dan is dat uitstekend. Maar je kan toch niet zelfstandig democratisch gekozen land gaan beïnvloeden door te zeggen: wij weten wanneer het voor jullie goed is om verkiezingen te houden? Dat doen we toch met geen enkel ander land? Nederland zou het toch ook niet accepteren als een buitenland tegen ons zei: het duurt allemaal veel te lang met die demissionaire regering, wij gaan eens even druk uitoefenen op de Nederlandse demissionaire regering om eens een beetje op te schieten? Waarom ondersteunen wij dat proces niet in plaats van het nu weer de kop in te duwen?
De heer Bosman (VVD):
Er is toch een verschil. Er wordt gesproken over een buitenland. Dat is best wel een beetje schandalig, want Aruba, Curaçao en Sint-Maarten zijn geen buitenland. Het zijn geen buitenlandse landen. Ze zijn onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. Ze hebben allemaal een Nederlands paspoort. Ze zijn een autonoom land. Ik kom dan op het punt van mevrouw Van Tongeren. Natuurlijk hebben zij het volste recht om te kiezen wat ze willen kiezen, maar dat geeft mij niet de verplichting om dan te leveren wat zij willen. Dan heb ik het recht om te zeggen: ik ben volksvertegenwoordiger van Nederland, van de Nederlandse belastingbetaler; op het moment dat u geen zekerheid kan geven over hoe u uw toezicht gaat regelen, wat ik als voorwaarde zie, hoef ik dat geld niet te leveren. Het kan niet zo zijn dat Sint-Maarten mag kiezen wat ze willen en dat wij ondertussen maar moeten leveren. Dat stukje is helemaal gereguleerd in het Statuut.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Van Tongeren.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Tot slot. Ik hoor dus dat Nederland met een zak geld in de hand zegt: stel jullie verkiezingen maar uit, want anders komt dat geld niet.
De heer Bosman (VVD):
Nee. Veel belangrijker is dat we de randvoorwaarden hebben benoemd. Ik heb al eerder gezegd dat die randvoorwaarden niet zomaar komen aanwaaien. Die zijn er al sinds 2015. Dat vond Sint-Maarten zelf ook belangrijk. Sterker nog, je wilt niet weten hoeveel rapporten er zijn over de zorgen over het openbaar bestuur en de verwevenheid van de onderwereld en de bovenwereld. Al die zorgen zijn genoteerd. We kunnen nu zeggen dat er heel veel Nederlands geld komt zonder dat we ook maar enige vorm van toezicht hebben, maar dan weten we allemaal wat er gaat gebeuren. Sterker nog, heel veel mensen op Sint-Maarten zeggen: geef dat geld niet aan de overheid. Dat zeggen ze gewoon.
De heer Kuzu (DENK):
Dat is een andere discussie. De heer Bosman heeft mij en DENK helemaal aan zijn zijde op het moment dat hij zegt dat er een vorm van toezicht moet zijn waardoor het geld niet in verkeerde handen, maar bij de bevolking terechtkomt. Daarover geen discussie. Vervolgens hebben we het over het instrumentarium dat de VVD wil hanteren. Zoals de heer Bosman terecht zegt, is het een autonoom land. Hij zegt: we stellen de verkiezingen een jaar lang uit en we gaan dat ene jaar zelf het eiland besturen. Ik las in De Telegraaf: dat ene jaar nemen we het bestuur over, ook in het kader van het instrumentarium dat we hebben.
De heer Bosman (VVD):
Nee, dat hebt u verkeerd gelezen.
De heer Kuzu (DENK):
Ik las dat in De Telegraaf. Graag een toelichting van de heer Bosman op dat punt.
De heer Bosman (VVD):
Even voor de duidelijkheid: het is goed dat mensen het goed lezen, want dat staat er namelijk niet. Als alles mislukt en het land echt ten onder gaat aan z'n eigen zorgen, zou je uiteindelijk artikel 51 kunnen gebruiken. Ik heb ook helemaal niet gezegd dat wij dat bestuur gaan overnemen. Nogmaals, ik ben heel blij met de nieuwe meerderheid in het parlement. Dat nieuwe parlement heeft volgens het landsbesluit alle recht om een interim-regering te plaatsen. Die keuze is gewoon aan het land. Dat vind ik heel goed en steun ik. Ik steun ook om dat gelijk te doen, en dan niet voor drie maanden, waarbij je weer nieuwe verkiezingen krijgt en er dus een interim-regering van drie maanden is die niks in gang kan zetten maar alleen verkiezingen kan uitschrijven, waarvan we met zijn allen weten — echt hoor, dan moeten we elkaar even aankijken — dat die helemaal niks worden. Echt, dat wordt een fysieke puinhoop, omdat we de adressen gewoon niet hebben, om daar maar mee te beginnen. Dus geef de interim-regering met een nieuwe meerderheid in het parlement een jaar de tijd. Dat jaar komt niet uit de lucht vallen, hè. Dat is al een keer eerder gedaan op Sint-Maarten. Dat is niks bijzonders.
De heer Kuzu (DENK):
Het is tamelijk bijzonder, ook gezien de historische context, dat mensen op Sint-Maarten ook het gevoel hebben: wat gebeurt hier nou; dit is eigenlijk VOC-tijd en past niet in 2017. Op het moment dat de VVD al de maatregel benoemt dat we zouden kunnen overgaan tot één jaar interim-bestuur zoals ook in het verleden is gebeurd, geef je een signaal af. Je zou ook een ander signaal kunnen afgeven. Je zou kunnen vragen hoe we ervoor kunnen zorgen dat er democratische verkiezingen worden georganiseerd in afzienbare tijd in plaats van zeggen: nee joh, het wordt alleen maar een puinhoop. Zouden we daar niet met elkaar een stap in kunnen zetten, in hoe we ervoor kunnen zorgen dat we ze helpen bij het organiseren van democratische verkiezingen?
De heer Bosman (VVD):
De heer Kuzu framet mij nu negatief en komt met hetzelfde verhaal als ik net gehouden heb. Dat vind ik heel bijzonder. Dat is namelijk exact hetzelfde als wat ik net gezegd heb, exact hetzelfde. Het gaat er namelijk om dat je in alle zorgvuldigheid moet kijken of je die verkiezingen kan regelen. We weten allemaal dat dat niet in drie maanden gaat lukken. Natuurlijk krijgen ze dan ondersteuning om dat te gaan regelen. Dan moet je dus gaan nadenken over wanneer die verkiezingen wel gehouden kunnen worden. Dan praat je wat mij betreft over een jaar. Dat jaar komt niet uit de lucht vallen. Het is in het verleden al een keer eerder gebeurd op Sint-Maarten. Het is dus geen probleem. In dat jaar hebben we alle tijd om een parlementaire meerderheid een interim-regering te laten vormen. Dat kunnen ze allemaal zelf regelen, allemaal zelf doen. De ondersteuning die ze nodig hebben, krijgen ze. Dat hebben we ook altijd gezegd. Dus dat de heer Kuzu mij nu negatief framet, vind ik ongepast. Het is ook niet nodig, want volgens mij willen we uiteindelijk hetzelfde.
De voorzitter:
Tot slot.
De heer Kuzu (DENK):
Wanneer het gaat over dat ene jaar dat nodig zou zijn om verkiezingen te organiseren, dan vraag ik toch echt aan de heer Bosman waar hij die informatie vandaan haalt. Hoe komt hij tot de wijsheid dat we niet de mogelijkheid hebben om binnen een kortere periode democratische verkiezingen te organiseren in dat land?
Het tweede punt: houding luistert hierbij heel nauw. Ik spreek ook heel veel mensen uit Sint-Maarten. Die zeggen: nou, de houding waarmee de VVD heeft uitgehaald in De Telegraaf, doet niet denken aan de VVD maar aan de VOC.
De heer Bosman (VVD):
Nou, dan mag meneer Kuzu mij een lijstje geven met welke mensen van Sint-Maarten hij gesproken heeft, want ik kan een heel lijstje geven van mensen waar ik gewoon dagelijks contact mee heb, op ieder moment, ongeacht waar ze zitten. Dit is echt niet waar, echt niet waar. Dat weet collega Van Raak ook. Als wij op Sint-Maarten zijn, lopen wij rustig door de grootste achterstandswijken. Zonder problemen praten we met iedereen en kunnen we daar gewoon zijn, omdat we weten wat de zorgen zijn en dat we volledig aan de kant van de mensen staan. Ik vind het jammer dat we dan denken de discussie te kunnen gaan voeren door elkaar een beetje in een negatief daglicht te zetten. Dat is niet nodig. Uiteindelijk, als we dan toch praten over waarom een jaar, zou ik zeggen: denk eens na over wat er op Sint-Maarten is gebeurd, over wat de schade is. 90% van de huizen is beschadigd. Het pand van het kiescollege zelf is kapot. Adressen zijn niet bekend. En u gaat mij vertellen: in drie maanden vanaf nu verkiezingen? Met alle respect, ik denk dat we dat in Nederland niet eens gaan redden.
Mevrouw Van den Berg (CDA):
Ik wil toch graag weten waar dit van de heer Bosman vandaan komt. We hebben weken met elkaar het debat gehad en er is de eis dat Sint-Maarten aan de twee voorwaarden gaat voldoen. Mede onder druk van de eigen bevolking is men uiteindelijk tot dat besluit gekomen. En in aansluiting op wat mevrouw Van Tongeren net naar voren brengt: men heeft het besluit genomen om verkiezingen te willen uitschrijven. Dat had men niet hoeven te doen. Men had ook een ander besluit kunnen nemen. We vinden als CDA in ieder geval belangrijk dat die eisen blijven bestaan en dat eraan wordt voldaan, maar ook dat we daar met een missionaire regering afspraken over kunnen maken. Ik zou van meneer Bosman het volgende willen weten. De regering kan ook zelf nog komen tot wat ik voortschrijdend inzicht noem. Maar ik vind wel dat we het aan de burgers van Sint-Maarten moeten laten om over hun eigen land te besluiten en het te besturen.
De heer Bosman (VVD):
Eens. Het probleem is nu alleen dat deze keuze voor verkiezingen genomen is door een regering die is weggestuurd omdat ze niet de belangen van het volk steunde. Daar is een meerderheid van het parlement toe in actie gekomen. U zegt nu dat u zaken wilt gaan doen met een missionair kabinet dat volgens de meerderheid van het parlement aantoonbaar heeft laten zien dat het niet voor de bevolking opkomt, en dat weer verkiezingen gaat uitschrijven. Daarvan zegt iedereen: dat moeten we niet willen, want dat redden we niet in de tijd. We kunnen nu volharden en zeggen: ja, prima. Maar het CDA is het met de VVD eens dat aan de voorwaarden voldaan moet worden. Dan krijgen we een hele lastige periode, want we weten niet of we dan zaken doen met dit kabinet, met een interim-kabinet of met wat er na de verkiezingen komt. U bouwt dus een onzekerheid in. Ik vraag mij af: moet het Nederlandse kabinet daar wel zaken mee doen?
Mevrouw Van den Berg (CDA):
Nee, duidelijk. Wij willen zaken doen met een missionair kabinet, niet met een demissionair kabinet. Daarom geef ik aan dat het besluit is genomen. Men wil die verkiezingen houden. Daar kan men misschien ook nog voortschrijdend inzicht over hebben, maar het is aan de burgers en de regering van Sint-Maarten om dat te besluiten. We hebben al deze weken onmiddellijk noodhulp gegeven. Het CDA gaat er in ieder geval van uit dat die noodhulp nu niet binnen 24 uur wordt dichtgedraaid. Het is aan de staatssecretaris om daarop te reageren.
De voorzitter:
Een korte reactie, mijnheer Bosman.
De heer Bosman (VVD):
Dan ben ik wel heel benieuwd waar het CDA het geld vandaan haalt, want dat is wel belangrijk. Kennelijk wordt daar nu een gedeelte van het geld neergelegd, waarbij de hele periode gewoon geld wordt uitgegeven. Dan zeg ik: wacht even, volgens mij waren daar voorwaarden aan verbonden. Is het nu noodhulp of wederopbouw? Dat vind ik wel een belangrijk punt. Het gaat om het waarborgen van goed bestuur, maar ook van de rechten van de mensen die daar wonen. Ik herhaal het nog maar eens: als we niet eens weten waar die mensen wonen, als we geen adressen hebben, hoe kunnen er dan verkiezingen worden gehouden? Je doet mensen dan gewoon tekort. Je doet mensen democratisch tekort, omdat ze niet in staat zijn om gebruik te maken van dat stemrecht. Zelfs nieuwe partijen kunnen zich niet melden om op de lijst te komen. Je ontzegt nieuwe partijen dus het recht om mee te doen aan de verkiezingen.
De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Van den Berg.
Mevrouw Van den Berg (CDA):
Ja, want anders vervallen we in herhaling. Ik denk toch nog steeds dat het aan de burgers en de regering van Sint-Maarten is om tot dat voortschrijdend inzicht te komen als het gaat om de beste manier om snel hulp te krijgen.
De heer Bisschop (SGP):
Collega Kuzu maakte zojuist melding van het feit dat hij met heel veel mensen op Sint-Maarten heeft gesproken en dat die hem hebben laten weten dat de houding van de VVD hen vooral herinnerde aan de VOC. Ik vermoed dat dat een verspreking is en dat hij de WIC bedoelt, want de VOC werkte aan de andere kant van de wereld. Maar dat even terzijde. De ondertoon die hieruit spreekt, is die van een zekere vrees voor een soort kolonialistische houding. Misschien kan collega Bosman dit punt nog wat verder toelichten. Wat drijft hem om op deze wijze op te komen voor de bevolking van Sint-Maarten? Is dat dat bevoogdende, zoals we dat vanuit het imperialisme kennen? Of heeft het andere motieven? Ik denk dat dat de zaak kan verhelderen.
De heer Bosman (VVD):
Dank voor deze mogelijkheid. Natuurlijk gaat het om de mensen van Sint-Maarten. Ik vind democratie heel belangrijk. Ik vind dat je daar ook geen spelletjes mee moet spelen. En dat zien we nu gebeuren op Sint-Maarten. Dat is mijn grote zorg. Ik kan nog een keer helemaal herhalen wat er allemaal misgaat op dit moment, maar dat heb ik al gezegd. We weten allemaal dat het niet gaat werken. Ik vind dus twee dingen belangrijk. Goede verkiezingen zijn cruciaal. Ik ben ook geen voorstander van dat shipjumpen; daar kom ik zo meteen ook nog op. Dat moet je niet belonen. Dan moet je gewoon verkiezingen houden. Maar er zijn op dit moment zo veel problemen op dat eiland, dat we eigenlijk door moeten gaan. Je ziet dat er een parlementaire meerderheid ontstaat die dat ook wil, die zegt: wij willen door; wij willen met Nederland aan de slag. Dan moet je je afvragen of verkiezingen op dit moment de beste oplossing zijn voor de bevolking van Sint-Maarten. Daar heb ik grote zorgen over.
De heer Bisschop (SGP):
En hoe zit het dan met de termijn van uitstel van die verkiezingen? U noemt een jaar, maar hoe moet ik dat zien?
De heer Bosman (VVD):
Een jaar is arbitrair. Ik zal heel eerlijk zijn: dat is arbitrair. Maar het geeft genoeg tijd om een goede start te maken met de wederopbouw, te zorgen dat mensen weer tot rust komen, het kiescollege in stelling te brengen, alles voor te bereiden, een census te houden en te kijken waar iedereen woont. Maar als het eerder kan, heb ik daar ook geen moeite mee. Dat jaar komt voort uit wat wij al een keer eerder op Sint-Maarten hebben gezien, namelijk dat verkiezingen gewoon een jaar zijn uitgesteld toen op dezelfde manier een parlementaire meerderheid was verloren.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Ik maak mij ook zorgen over de praktische uitvoerbaarheid van verkiezingen op korte termijn. Desalniettemin vind ik dat het ook de verantwoordelijkheid is van Sint-Maarten om daar zelf verstandig over te beslissen, ook door controle van hun eigen parlement. Maar dan heb ik de volgende vraag. Of wij nou op korte of langere termijn verkiezingen hebben, wij hebben altijd te maken met een kabinet dat demissionair zijn werk zal doen. Erkent de collega van de VVD dat?
De heer Bosman (VVD):
Jazeker.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Mijn vraag is dan concreet wat wij in de demissionaire fase gaan doen. Kunnen wij in ieder geval kijken of wij met Sint-Maarten, met dat demissionaire kabinet afspraken kunnen maken over dat geld, dat heel hard nodig is om de wederopbouw van huizen, voedselvoorziening en infrastructuur mogelijk te maken? Dat vond ik het meest vervelende in het politieke gekrakeel, dat ook aan deze kant van het Koninkrijk ontstond omdat er onhelderheid ontstond over wat het nu eigenlijk betekende voor de inwoners van Sint-Maarten zelf.
De heer Bosman (VVD):
Zij hebben een demissionair kabinet, maar de Staten hebben het recht om een interim-kabinet te vormen. Die hebben gewoon het recht om dat te vormen. Dat is gewoon in het landsbesluit vastgelegd. Dus die zijn daarmee bezig. Het zou mij niets verbazen als er op korte termijn een interim-kabinet komt gebaseerd op een meerderheid van de Staten. Wij kunnen zeggen dat wij nu zaken gaan doen met het demissionaire kabinet van William Marlin, die echt heeft laten zien dat hij helemaal niets heeft met de samenleving en de bevolking van Sint-Maarten. Of wij geven een interim-kabinet gebaseerd op een meerderheid van de Staten dat er zo meteen komt de tijd en de ruimte om de benodigde stappen te zetten.
De voorzitter:
Tot slot.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Dank, maar ik had geen behoefte aan een lesje staatsrecht. Ik had behoefte aan de simpele vraag of de VVD bereid is in een interim-fase, in een demissionaire fase, te kijken of ze zich aan de voorwaarden willen houden en tot afspraken willen komen. Dat was mijn simpele vraag.
De heer Bosman (VVD):
Dan toch dat lesje staatsrecht, want dat is wezenlijk verschillend. Dat is wezenlijk verschillend! Dan helpt het wel een beetje als je het Statuut kent, als je het Landsbesluit een beetje kent. Dan helpt het gewoon als je weet hoe dat werkt.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Voorzitter …
De voorzitter:
Nou, tot slot, mevrouw Kuiken.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Nee, voorzitter. Dit is …
De heer Bosman (VVD):
Voorzitter, ik ben gewoon aan het woord!
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Nee, maar voorzitter …
De heer Bosman (VVD):
Nee, dit vind ik niet gepast! Ik heb het recht om antwoord te geven. Er is een vraag gesteld. Ik heb het recht om een antwoord te geven.
De voorzitter:
Mijnheer Bosman, u maakte een opmerking over de vraag van mevrouw Kuiken. Daarom krijgt zij de gelegenheid om even haar vraag toe te lichten.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Ik heb geen behoefte aan arrogantie. Ik stel een keurige vraag, want u pleit voor minimaal een jaar uitstel. Dat betekent dat er niets gebeurt voor de inwoners van Sint-Maarten. Ik vraag u simpel: bent u bereid om te kijken wat er in dat jaar kan gebeuren, uiteraard langs de voorwaarden die wij met elkaar hebben gesteld? Een simpel ja of nee volstaat. Dank u wel.
De heer Bosman (VVD):
Arrogantie? Er werd hier niet gezegd: ik heb geen behoefte aan een lesje staatsrecht. Als je praat over arrogantie, ligt de bal bij mevrouw Kuiken. Ik heb gewoon antwoord gegeven op de manier waarop ik dat heb gedaan. Het is juist van belang om te weten hoe het zit. Want als wij nu zaken gaan doen met een demissionair kabinet dat over twee weken, vier weken, zes weken weg is, wat zijn die afspraken dan waard?
De voorzitter:
Nee, mevrouw Kuiken. Een vraag telt niet mee als u niet in de interruptiemicrofoon spreekt.
De heer Bosman (VVD):
Dan zal ik toch nog maar een keer herhalen wat het staatsrecht inhoudt: dan komt er dus een interim-regering gebaseerd op de meerderheid van de Staten van Sint-Maarten, die dus het recht heeft om de regering te kiezen. Daar kan je uitstekend zaken mee doen. Dat zeg ik de hele tijd. Daar kan je uitstekend zaken mee doen. Maar als die over drie maanden na de verkiezingen weer vertrokken is, wat voor zaken doe je dan? Dat is de kern van de zaak. Dat is het probleem. We creëren, of "we" … Sint-Maarten creëert onzekerheid ten aanzien van alle mogelijke regeringsvormen.
Mevrouw Diertens (D66):
Even uitgaande van allerlei suggesties die hier gedaan worden en informatie die voor mij niet altijd even transparant is in die zin dat er met mensen gesproken is en dergelijke — er zijn heel veel verschillende verhalen — wil ik de heer Bosman vragen: als het praktisch mogelijk is, wilt u dan wel die verkiezingen ondersteunen? Want het zal misschien mogelijk zijn, vraag ik de staatssecretaris ook maar, om wel heel snel tot verkiezingen te komen.
De voorzitter:
Een korte reactie. De heer Bosman.
De heer Bosman (VVD):
Kijk naar wat de mensen van het kiescollege zeggen. Ze zijn zelfs verrast door de keuze om verkiezingen uit te schrijven. Ze zijn zelf nog niet klaar. Al die zaken daarbij zijn een probleem. Ik heb niet gezegd dat er geen verkiezingen moeten komen. Ik steun verkiezingen. Ze krijgen daarbij alle steun en ondersteuning, maar er is nu alle belang bij duidelijkheid. Er komt zo meteen een interim-regering gebaseerd op een meerderheid in de Staten. Daar ben ik echt van overtuigd. Daar kunnen we absoluut zaken mee doen en daar kunnen we voor langere termijn zaken mee doen als we niet gelijk verkiezingen uitschrijven. Als je dat perspectief op verkiezingen op een jaar zet, heeft de interim-regering alle mogelijkheid om aan de slag te gaan, zonder dat er gelijk een wolk van verkiezingen boven hangt en iedereen bezig is met verkiezingen in plaats van een dak boven het hoofd, een school gerepareerd, een weg gemaakt.
Mevrouw Diertens (D66):
Ik wil heel graag gewoon een concreet antwoord. Misschien is het ook aan de staatssecretaris om dat antwoord te geven …
De voorzitter:
Dat kunt u straks vragen in uw eigen bijdrage.
Mevrouw Diertens (D66):
Ja. De omstandigheden zijn extreem, dus misschien kunnen we heel snel handelen tot de verkiezingen. Misschien is het wel mogelijk. Die informatie zou ik graag hebben. Stel dat dat zo is, zou u dan die verkiezingen kunnen steunen?
De heer Bosman (VVD):
Ik denk, met alle respect voor iedereen, dat het onverstandig is om nu te beginnen met verkiezingen. Gisteren hoorden we minister van Financiën Gibson. De tekorten van Sint-Maarten de komende tijd zijn gigantisch. Wat er nodig is, is zo snel mogelijk de economie repareren, zo snel mogelijk aan de slag met die economie. Als je zegt "over drie maanden gaan we verkiezingen houden", ligt dat stil, gaat er niks gebeuren omdat mensen bezig zijn met verkiezingen. Natuurlijk, Sint-Maarten bepaalt zelf, geen probleem. Alleen, daar zit wel een consequentie aan vast. De keuze van Sint-Maarten geeft mij niet de verplichting om het wederopbouwgeld te leveren als het toezicht er niet is. Dus dat zijn de keuzes die er zijn.
De voorzitter:
Mevrouw Diertens, tot slot.
Mevrouw Diertens (D66):
Vindt de heer Bosman ook niet dat in het geval van een land dat zo ernstig getroffen is, de wederopbouw van de bestuurlijke situatie ook onderdeel is van het land weer in de benen krijgen?
De heer Bosman (VVD):
Ja. Dat vind ik ook prima keuzes. Die mogen ze allemaal zelf maken. Alleen, het Statuut is zoals het is. Daar kom ik zo meteen nog op, want daar ben ik ook niet helemaal happy mee. U zegt: het is een autonoom land en ze moeten dat zelf regelen. Dat vind ik prima. Dat moeten ze ook zelf doen. Ze moeten het allemaal zelf regelen en daar kunnen ze nog ondersteuning bij krijgen ook. Maar de vraag is of het houden van verkiezingen op dit moment in the best interest is van, ten goede komt aan de bevolking van Sint-Maarten. Dan kunnen we hier een beetje academisch praten, in de zin dat het heel belangrijk is voor de staatsvorming, maar het gaat erom dat die mensen een dak boven hun hoofd moeten hebben. Daar gaat het volgens mij om.
De voorzitter:
We vervallen steeds in herhaling, het spijt me zeer.
De heer Bosman (VVD):
Ik kan het nog een keer herhalen.
De voorzitter:
Nee. Ik ga nu naar de heer Van Raak. Ik zie ook mevrouw Van Tongeren en mevrouw Van den Berg, maar jullie hebben al een paar vragen gesteld over hetzelfde onderwerp. De heer Van Raak.
De heer Van Raak (SP):
Ik volg deze discussie met toenemende verbazing. Ik moet denken aan al die gezinnen die nu op Sint-Maarten zitten, zonder dak, letterlijk, zonder baan, zonder inkomen. Deze mensen zien ons hier discussiëren over verkiezingen en wanneer die gehouden moeten worden. De mensen zijn het politieke gekrakeel meer dan zat. Het interesseert de mensen niet of er verkiezingen worden gehouden, wanneer ze worden gehouden. Mensen op Sint-Maarten interesseert maar één ding: het land moet worden opgebouwd. En dat moet nu. Dat is een taak die wij hebben. Ik wil oproepen om met dit soort politieke spelletjes en gekrakeel op te houden en te gaan kijken hoe wij met de wederopbouw kunnen beginnen.
Daarover heb ik een vraag aan de heer Bosman. Het geld is gereserveerd, de plannen zijn volgens mij gemaakt — die wil ik straks nog wel zien — maar hoe kunnen we die uitvoeren? Ik vraag de heer Bosman, en ik zal het straks de anderen ook vragen: welke opties zijn er op dit moment om nu met de wederopbouw te beginnen? Heeft de heer Bosman er vertrouwen in om harde afspraken te maken met de heer Marlin, die er nog zit? Ziet de heer Bosman mogelijkheden om goede afspraken te maken met een eventuele nieuwe interim-regering, hoelang die er ook zit? Of ziet de heer Bosman die mogelijkheden niet? Welke mogelijkheden heeft Nederland dan? Ik hoop dat we in dit debat kunnen nadenken over de vraag hoe we de mensen kunnen helpen. Ik vraag de heer Bosman welke mogelijkheden hij ziet.
De voorzitter:
Ik vraag de heer Bosman of hij deze punten ook in zijn betoog heeft. Dan wil ik hem namelijk het woord geven.
De heer Bosman (VVD):
Nee, deze punten zitten niet in mijn betoog.
De voorzitter:
Deze punten niet? Dan mag u erop reageren.
De heer Bosman (VVD):
Mijn voorkeur zou zijn om zaken te doen met een kabinet dat langere tijd zal zitten. Ik ben niet enthousiast over William Marlin — dat zeg ik heel beschaafd — maar volgens mij werd dat wel duidelijk uit mijn tekst. Toen we de evaluatie deden van alle ondersteuningsgelden van de afgelopen 30 jaar aan de Antillen, hebben we geconstateerd dat niet altijd duidelijk was hoe dat geld was besteed. Ik vind het dus cruciaal — dan kijk ik ook even naar de staatssecretaris — om als we plannen maken, dat projectmatig te doen, met een helder doel en met een heldere omschrijving. De daarvoor bestemde gelden moeten ook geoormerkt zijn. Het moet zo glashelder zijn als het maar zijn kan. Ik heb geen behoefte aan een begroting met daarin 10 miljoen die dan opeens weg is en dat we dan achteraf moeten constateren dat we 30% resultaat hebben geboekt. Daar heb ik niks mee. Als er een ziekenhuis gebouwd moet worden, dan gaat het om het ziekenhuis. Het gaat om wegen. Het gaat om het politiebureau. Het gaat om een school. Het gaat om huizen, of het nou sociale woningbouw is of het repareren van huizen.
De heer Van Raak (SP):
Ik heb ook niet veel vertrouwen in de heer Marlin. Ik heb ook niet zo heel veel vertrouwen in de heer Heyliger. Dat is wel een reëel probleem. Dat hebben de mensen op de eilanden trouwens ook niet. Zij hebben ook niet heel veel vertrouwen in de heer Marlin en ook niet in de heer Heyliger. Maar we zullen het ermee moeten doen. Ik denk dus dat we vandaag moeten gaan nadenken over het proces. Hoe kunnen we die wederopbouw gaan organiseren? Is de heer Bosman het met mij eens dat we heel goed moeten kijken wie die wederopbouw gaat uitvoeren? Ik ben er erg voor om dat zo veel mogelijk door lokale bedrijven, met lokale werknemers, te laten doen. Ik zie ook dat consultants, bijvoorbeeld van KPMG, alweer op de bok zijn gesprongen en proberen om zo veel mogelijk geld binnen te halen. Ik ben er zo bang voor dat er straks 200 miljoen of 300 miljoen euro wordt besteed en er heel veel in de zakken van de accountants en van de verkeerde politici verdwijnt, terwijl de mensen op Sint-Maarten achterblijven met een eiland dat niet wederopgebouwd is.
De voorzitter:
Dat was geen vraag, maar goed.
De heer Bosman (VVD):
Het is wel heel belangrijk.
De voorzitter:
Een korte reactie.
De heer Bosman (VVD):
Hoe we dat geld besteden, moet wel heel transparant zijn. Dat moet zo transparant mogelijk zijn. Consultants hebben we niet nodig, want iedereen op het eiland weet wat er moet gebeuren. Het volgende is wel belangrijk. Het is een klein eiland, dus een bouwbedrijf zou best weleens van de broer van degene die het aanbesteedt kunnen zijn. Dat is lastig. Ik heb daar niet zo'n moeite mee, als we maar allemaal weten dat het geld op die manier wordt besteed. Als we maar allemaal weten dat de keuze voor het familielid dan de allerbeste keuze is, omdat die de beste prijs-kwaliteitverhouding heeft en niet omdat-ie toevallig de broer is. Daar gaat het om. Het moet zo zuiver, helder en transparant mogelijk zijn. Het moet projectmatig zijn en daarmee afrekenbaar en toetsbaar zijn.
De voorzitter:
Dank. Ik hoor dat mevrouw Van Tongeren één simpele vraag heeft. Heeft u ook één vraag, mevrouw Van den Berg?
Mevrouw Van den Berg (CDA):
Ik luister even naar de vraag van mevrouw Van Tongeren. Misschien hoef ik mijn vraag dan niet meer te stellen.
De voorzitter:
Oké, mevrouw Van Tongeren dan.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Ik zou graag volstrekt helder willen weten van de VVD of zij het wederopbouwgeld alleen beschikbaar wil stellen als er een interim-regering komt.
De heer Bosman (VVD):
Nee. De zaak is zelfs sterker: er moet toezicht zijn. Er moet een duidelijke afspraak zijn dat er toezicht is. En niet alleen toezicht, maar ook grenscontrole. Dat zijn de twee voorwaarden die nodig zijn om dat opbouwfonds goed besteed te laten zijn.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Dus verkiezingen hebben er niks mee te maken of het wederopbouwgeld wel of niet vrijgegeven wordt.
De heer Bosman (VVD):
Dat is dan toch nog een vraag erbij, maar daar heb ik wel een antwoord op. Je ziet namelijk dat een William Marlin helemaal niets — niets! — heeft met een integriteitskamer. Hij doet er alles aan om die grenscontrole te dwarsbomen en op die manier frustreert hij wat er nodig is voor de bevolking van Sint-Maarten.
De voorzitter:
Ik stel voor dat u verdergaat.
De heer Bosman (VVD):
Dan kunt u zeggen van "nou ja, dat doen we gewoon op die manier", maar dan weten we allemaal dat het geld niet op de goede plek gaat komen. Dan ben ik het zeer eens met mijn collega van de SP.
De voorzitter:
Gaat u verder.
De heer Bosman (VVD):
Voorzitter. Ook de rol van de gouverneur van Sint-Maarten is een bijzondere. Juist hij zou als man boven de partijen moeten staan en het belang van de bevolking voorop moeten stellen. Verkiezingen en vertraging kunnen nooit dat belang dienen. Waarom heeft hij de verkiezingen niet gestopt, zo vraag ik de staatssecretaris. Waarom heeft het hij het landsbesluit voor verkiezingen niet ter vernietiging aangeboden aan de Rijksministerraad? Ik ben niet tegen verkiezingen, juist niet, maar waarom worden de verkiezingen niet tot januari 2019 uitgesteld? Wat is daarop tegen? Shipjumpen mag nooit beloond worden — daar ben ik echt van overtuigd — maar nu verkiezingen houden, is desastreus. Moeten we niet constateren dat hier sprake is van slecht bestuur? Zo ja, is daarmee de waarborgfunctie van de Rijksministerraad niet aan de orde?
Wat dit alles mij wel duidelijk maakt, is dat het Statuut en de huidige organisatie van het Koninkrijk niet meer van deze tijd zijn. Verantwoordelijkheden liggen niet op de plekken waar bestuurders ook verantwoording afleggen. Nederland mag zich nergens mee bemoeien, want de landen zijn autonoom. Totdat er een ramp plaatsvindt, want dan móét Nederland ingrijpen, terwijl we daar geen verantwoordelijkheid voor hebben. Kortom, het Statuut moet echt anders. Het is nu niet de tijd om dat in te gaan vullen, maar de VVD zal daar binnenkort wel mee aan de slag gaan.
Op Aruba is nu een nieuwe regering. Ik wil de nieuwe minister-president van Aruba, mevrouw Evelyn Wever-Croes, van harte geluk en succes toewensen met haar nieuwe ploeg. Ook op Aruba is er nog genoeg te doen. De financiën zijn nog steeds niet op orde. De hoeveelheid ambtenaren op de loonlijst van de overheid van Aruba is nog steeds volstrekt buiten proportie. De aanpassingen van de raffinaderij zijn nog een steeds een black box. De kosten zijn niet duidelijk en de opbrengsten al helemaal niet.
Ook op Curaçao gaat een nieuw kabinet aan de slag, maar ook daar zijn de uitdagingen groot. De oude Isla-raffinaderij zou met Chinese hulp helemaal vernieuwd worden, maar dat verhaal wordt steeds schimmiger en onduidelijker. Nederland heeft hulp aangeboden in de onderhandelingen met de Chinezen. Is daar gebruik van gemaakt, zo vraag ik de staatssecretaris.
Tot zover de landen waar we niet over gaan, voorzitter. Nu de eilanden die wél bij Nederland horen. Hierover moet mij echt iets van het hart. We hebben daar veel goeds gedaan met een nieuw belastingkantoor, een nieuwe brandweerkazerne en een nieuwe gevangenis, maar wat hebben we daar nu echt beter gemaakt voor de bevolking? De gezondheidszorg is beter en het onderwijs is op niveau aan het komen. Dat is goed en daar ben ik trots op. Maar economisch is het nog steeds niet geweldig. In 2010 hadden we afgesproken met de BES-eilanden dat we ze op een basisniveau zouden brengen qua infrastructuur en andere zaken, zodat ze die zelf verder konden onderhouden. Helaas is daar weinig van terechtgekomen. Ook de sociale woningbouw komt maar niet van de grond.
Natuurlijk moet er goede governance zijn bij de corporatie op Bonaire, maar dat moet toch te regelen zijn? Dat vraag ik aan de staatssecretaris. Zonder iemand tekort te doen, wil ik hier toch de oud-gedeputeerde van Bonaire, Nina den Heijer, noemen. Deze standvastige dame was echt dag en nacht bezig om het beter te maken voor de bevolking op Bonaire. Het niet van de grond komen van de sociale woningbouw was voor haar niet te verteren en de VVD is dat met haar eens. Ik wil de staatssecretaris vragen om hier met voorrang naar te kijken.
Goede huisvesting, ook voor de allerarmsten, is een stap uit de armoede, maar ook economische ontwikkeling, met name in de landbouw, verdient alle aandacht. Door zelf voedsel te verbouwen op Bonaire wordt het eten goedkoop en is er ook gelijk werk. Mocht daar nog technische ondersteuning voor nodig zijn, zoals energiezuinige kassen — vanuit mijn andere portefeuille weet ik dat er zelfs energieproducerende kassen zijn — dan moeten we kijken of we daar ook iets mee kunnen.
Ik kom even bij de heer De Graaf. Hij was heel enthousiast over Bonaire. Ik moet hem toch teleurstellen, want kijkend naar het rijtje van landen en eilanden die het goed voor elkaar hebben, kom ik toch bij Saba uit. Saba heeft het echt hartstikke goed voor elkaar. Er is een goed bestuur, er zijn goede bestuurders en het is — dat durf ik bijna te zeggen — hard op weg om het best geregelde land binnen het Koninkrijk te worden. We hebben echter ook altijd gezegd dat zij dan het recht verdienen om meer zeggenschap te krijgen: meer eigen bestuursinvulling en aanwending van de eigen gelden. Is de staatssecretaris dat met mij eens en hoe zou daar invulling aan gegeven kunnen worden?
En dan nog zorgenkind Statia. Er is daar sprake van een onbehoorlijke bestuurder — we weten wie dat is — en ook van onbehoorlijk bestuur, maar ik moet ook constateren dat wij hier in Nederland de regels van de Wet openbare lichamen BES niet altijd goed hebben toegepast. Misschien is dit een moment om de klokken op Statia eens gelijk te zetten en er samen voor te zorgen dat ook zij de financiën op orde gaan krijgen en een deugdelijk bestuur kunnen gaan vormen. Hoe ziet de staatssecretaris dit?
Ik rond af. In het regeerakkoord staat over de rol van de staatssecretaris: "Het ministerie van BZK krijgt een sterkere coördinerende taak inclusief bijbehorend budget." Hoe gaat de staatssecretaris deze coördinerende taak invullen en aan welke maatregelen denkt hij dan?
Er ligt echt genoeg op het bord van deze staatssecretaris en het is niet moeilijk om als Nederlander een heet hoofd te krijgen en een koud hart als je de problemen ziet. Daarom mijn herinnering aan de staatssecretaris: ik wens u een warm hart toe en een koel hoofd.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord nu aan mevrouw Van Tongeren, namens GroenLinks.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter. Ook ik heet de nieuwe staatssecretaris van harte welkom en kijk uit naar een goede samenwerking.
Ik zat te denken aan een gewone vrouw op Sint-Maarten en haar gezin, die een eettentje of een klein souvenirwinkeltje heeft, de orkaan over zich heen heeft zien komen, in het zomerseizoen misschien een illegale arbeider heeft om te helpen met de zware werkzaamheden in dat seizoen en nu probeert naar de toekomst voor haar en haar kinderen te kijken. Op die punten sluit ik mij aan bij de heer Bosman: hoe kan je zorgen dat gewone mensen op dat eiland — en in mindere mate is er natuurlijk ook op Saba en Sint-Eustatius behoorlijk wat verwoest — een goed toekomstperspectief krijgen? Ik denk dat dingen zoals dreigementen en powerplay vanuit Nederland en het uitoefenen van druk op de ontkiemende parlementaire democratie op de eilanden absoluut niet behulpzaam zijn. Wat wel behulpzaam is, is dealen met welke regering daar dan ook zit. Ook bij ons hebben we weleens een periode met een demissionair kabinet en ook bij ons kan een kabinet vallen. Je hebt maar afspraken te maken met de regeringen die daar zitten. Een stap terug, waarbij Nederland min of meer de macht op Sint-Maarten overneemt, lijkt mij voor helemaal niemand behulpzaam.
Wat wel behulpzaam kan zijn: als mensen verkiezingen willen, kunnen wij dan hulp aanbieden? Dat zou ik ook graag van de staatssecretaris willen weten. Zijn de dingen die de heer Bosman allemaal heeft opgesomd, dingen waar wij eventueel — als daarom gevraagd wordt — ondersteuning bij kunnen bieden? Wellicht ontdekken de mensen op Sint-Maarten dan in zo'n gesprek daarover dat ze het misschien toch maar beter drie maanden kunnen uitstellen. Dat lijkt me een veel productievere manier van samenwerken dan als een Nederlandse parlementariër vanuit hier roept: dat andere autonome land moet zijn verkiezingen maar eens een jaar uitstellen, want anders weet ik nog niet of dat hulpgeld er wel komt.
Deze kersverse staatssecretaris is dus niet te benijden. De verhoudingen waren al knap ingewikkeld en zijn nu nog een stuk ingewikkelder geworden, maar dat betekent ook dat hij kan schitteren door ervoor te zorgen dat de rust op de eilanden terugkomt en dat er op de eilanden ook weer voor iedereen mogelijkheden zijn om een goed leven op te bouwen.
Veel ingewikkelder wordt het om de unieke Caribische natuur, de mangrovebossen en de koraalriffen, en de havens weer schoon te krijgen. Die natuur heeft een intrinsieke waarde, maar zij vormt ook een grote bron van inkomsten vanwege de recreatie. Ik ben benieuwd of de staatssecretaris daar in de begroting ook ruimte voor ziet en of wij nog een nota van wijziging gaan krijgen, want ook voor de andere onderdelen van de wederopbouw zie ik in de begroting nog niet de bijbehorende posten.
We zijn ook benieuwd hoe de staatssecretaris de eilanden op een hoger groener niveau — dat noemde ik net al — maar ook op een hoger sociaal plan denkt te trekken. We voeren al sinds jaar en dag discussies over een aanvaardbaar sociaal minimum. Ik ben benieuwd hoe deze staatssecretaris daartegen aankijkt. Wij willen ervoor zorgen dat de tweedeling tussen arm en rijk op de Caribische eilanden, hoe die ook is ontstaan, eerder kleiner wordt dan groeit.
Verder heb ik in een procedurevergadering wat vragen gesteld over orkaangetroffenen uit Sint-Maarten die zowel op Curaçao als in mindere mate ook op Aruba en in Nederland aankomen. Daar zitten soms ook eindexamenkandidaten bij, die toch heel graag hun school willen afronden. Voor die groep zou ik speciaal aandacht willen vragen. Kunnen wij hen niet hier hun eindexamen van de middelbare school laten doen als dat, begrijpelijkerwijs, niet lukt op Sint-Maarten zelf, zodat deze jongvolwassenen, deze kids wel hun schoolcarrière kunnen voortzetten?
Wat kunnen we verder doen voor mensen die zonder inkomen of passende huisvesting deze kant opkomen? In de brief die ik heb gekregen, staat: iedereen is er zelf verantwoordelijk voor. Dat begrijp ik natuurlijk wel, maar als — we hopen dat dat nooit gebeurt — heel Rotterdam wordt weggevaagd door een grote explosie in de Botlek en alle Rotterdammers naar Amsterdam komen, dan zullen we ook echt wel wat gaan doen om ervoor te zorgen dat kinderen, als die erbij zitten, in elk geval naar school kunnen, dat er wat te eten is en dat er huisvesting is. Ik weet niet of het klopt, maar ik hoor van mensen dat er in de Bijlmer flats met echt zware dubbele bewoning zijn, dat het moeilijk is om ingeschreven te raken in Nederland en dat het vaak ook aan inkomsten ontbreekt.
Ik kom nu op een variatie op hetzelfde thema. De eilanden vangen op dit moment ook veel Venezolaanse vluchtelingen op. Ook die vluchtelingen krijgen in Nederland niet echt een warm welkom. Zodra ze naar de andere eilanden komen, noemen we ze "illegalen". Hoe kijkt de staatssecretaris aan tegen de verschillende asielprocedures op de eilanden? Als ik het goed heb begrepen, komen de meesten of op Curaçao of op Aruba terecht. Hoe lopen die procedures? Kunnen we daaraan bijdragen? Moeten die verbeterd worden? Wat kunnen we daarmee?
Voormalig minister Plasterk heeft aan mijn collega Bram van Ojik de toezegging gedaan dat bij de wederopbouw ook aandacht zou zijn voor verduurzaming. Als je orkaanbestendig gaat herbouwen, kun je kijken naar te gebruiken materialen en naar hoe de huisvesting is, zodat je straks niet een enorm vermogen kwijt bent met het al die gebouwen voorzien van airconditioning.
Er zijn forse sociale problemen. De kosten van levensonderhoud zijn aanzienlijk gestegen. Medische voorzieningen zijn niet hersteld. En de toeristeneconomie ligt stil. We hadden eerder een discussie over het sociaal minimum. Hoe kijkt de staatssecretaris daartegen aan?
En hoe gaan we verder met de uitvoering van het verdrag van Parijs voor het hele gebied? In Nederlandse gemeentes zijn er allerhande mogelijkheden voor individuele huiseigenaren maar ook voor de sociale woningbouw om te kijken naar verduurzaming. Er is een trits aan mogelijkheden, van energiecoöperaties tot ISDE+ en mogelijkheden om te salderen. Hoe gaat de staatssecretaris ervoor zorgen dat die mogelijkheden er ook in Caribisch Nederland zijn, dus in het hele Koninkrijk?
Zouden wij niet de rest van het Koninkrijk, dus het niet-continentale deel, moeten laten meeprofiteren van de gunstige economische ontwikkelingen? Jarenlang is de verhoging van de zogenaamde vrije uitkering tegengehouden, want we hadden crisis. Nu de economische omstandigheden zich ervoor lenen, lijkt het GroenLinks hoog tijd om de aanbevelingen op te volgen van de commissie-Spies, die de gevolgen van de gewijzigde staatkundige verhouding heeft onderzocht, en de BES-eilanden in staat te stellen om eindelijk meer werk te maken van wat zij nodig vinden, en de vrije uitkering naar boven toe aan te passen.
Ik wil ook aandacht vragen voor het volgende. Wereldwijd hebben we een heel grote campagne gehad met MeToo. Op eerdere werkbezoeken aan de eilanden hebben wij ook veel gehoord over seksueel geweld tegen vooral vrouwen en meisjes en in mindere mate ook jongens en mannen. Zowel de opvang als de positie van de vrouwen daar is kwetsbaar. Iedereen kent iedereen. Nog veel meer dan in Nederland worden zaken verzwegen en binnenskamers gehouden. Zou daar op een of andere manier toch weer aandacht voor kunnen komen vanuit Nederland? Er is iets van opvang op de verschillende eilanden, een soort blijf-van-mijn-lijfstructuur. Er is ook iets rond abortus en zorg. Maar ik heb begrepen dat dit echt niet op het niveau is dat wij graag zouden willen.
In gesprekken met vrouwelijke bestuurders op de eilanden heb ik ontdekt dat de vrouwen die daar nu bestuurder zijn, bijna allemaal één topklasje hebben gedaan dat, dacht ik, door Nederland is georganiseerd na 10-10-10. Zoals ook verschillende collega's zeggen, kan de bestuurlijke kwaliteit daar wel omhoog. Die kan in alle landen omhoog, ook in Nederland, maar ook daar. En wij kunnen daar mogelijk een bijdrage aan leveren door nog een keer te kijken of we aandacht kunnen geven aan het opkweken van goed vrouwelijk bestuurlijk toptalent.
Ik heb nog een laatste opmerking, een beetje in lijn met wat Marianne Thieme altijd zegt over de bio-industrie, over de rampenraffinaderij Isla. Ook dat grote probleem is nog steeds niet opgelost. Er liggen goede plannen. Ik hoop dat deze staatssecretaris zeker ook gaat spreken met GreenTown. Dat zijn ondernemers op Curaçao die stukje bij beetje proberen om de milieuramp te verminderen en weer bedrijvigheid te krijgen in de haven. De door Isla veroorzaakte overlast lijkt heel erg in de buurt te zitten van mensenrechtenschendingen. Ik hoop dat de staatssecretaris wil kijken naar de leefomstandigheden daar. Want wij hebben onze eigen militairen wel onder de rook van Isla weggehaald, maar de lokale bevolking zit er nog steeds onder.
Ik ben klaar met mijn betoog, voorzitter.
De voorzitter:
U bent wel door uw spreektijd heen.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Ik zie hier nog zeventien seconden op mijn klokje staan.
De voorzitter:
Ja, maar u hebt ook een tweede termijn. Maar het is aan u. Ik zeg het maar even.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Ik heb dus niet mijn spreektijd op mijn klokje gekregen?
De voorzitter:
Het staat er altijd. De heer Bosman heeft een interruptie.
De heer Bosman (VVD):
Misschien kunt u dit straks apart even regelen. Ik heb een vraag aan mevrouw Van Tongeren van GroenLinks over het geld voor het wederopbouwfonds. Vindt GroenLinks dat dat geld gewoon gegeven moet worden, ongeacht de situatie? Of is dat aan voorwaarden verbonden wat GroenLinks betreft?
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
De vraag stellen, is hem beantwoorden. Natuurlijk moet je nergens, waar dan ook, gewoon een zak geld neerzetten zonder afspraken en voorwaarden. Dat moet je ook niet in Geertruidenberg doen. Maar ik vind dat de voorwaarde niet moet zijn dat ze wel of geen verkiezingen mogen houden en niet zelf mogen bepalen of er een demissionaire regering, een missionaire regering of een interim-regering is. Dat vind ik geen terechte voorwaarde. Verder ben ik het volledig met de heer Van Raak eens dat er goed opgelet moet worden dat opdrachten lokaal gedaan worden, maar niet zo groot zijn dat er makkelijk veel aan de strijkstok blijft hangen. Ik ben er ook voor om te zorgen dat externe bureaus zo zuinig mogelijk ingezet worden.
De heer Bosman (VVD):
Daar ben ik ontzettend blij mee, maar dat betekent dus dat de voorwaarden die Nederland gesteld heeft, ook voor GroenLinks de voorwaarden zijn voor het leveren van het geld voor de wederopbouw.
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
De voorwaarden die tot nu toe gesteld zijn door de regering zeker. Maar ik kan me niet aansluiten bij al de voorwaarden waarbij "we" gezegd werd door de vertegenwoordiger van de VVD-fractie. In het betoog van mijn collega zaten meerdere voorwaarden, onder andere dat de verkiezingen niet binnen drie maanden gehouden moesten worden. Daar ben ik het niet mee eens.
Mevrouw Diertens (D66):
Ik heb een kleine verhelderingsvraag over het onderwijs. Ik ben erg begaan met de mensen en kinderen daar. Zij moeten hun school kunnen afmaken. Als het mogelijk is dat de kinderen op de eilanden geholpen worden en de leraren ontzorgd worden, is het dan zo dat daar uw voorkeur naar uitgaat?
Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):
Uiteraard, ja, mocht dat daar kunnen. Ik heb begrepen dat dit ook in een algemeen overleg over onderwijs aan de orde is geweest. Toen werd er gezegd dat het zo stressvol is en dat de huisvesting zo slecht is, dat het voor een eindexamenkandidaat ingewikkeld is. Ik weet nog dat ik zelf eindexamen deed en ook dat mijn zoon dat deed. Het is heel ingewikkeld om te proberen om je eindexamen te halen als de situatie om jou heen echt heel slecht is. Kan dat wel, dan heeft dat uiteraard de voorkeur. Wellicht kan het op een van de andere eilanden. Maar we moeten er in elk geval actief voor proberen te zorgen dat alle eindexamenkandidaten in een situatie zitten waarin zij zich goed kunnen voorbereiden op dat examen.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Tongeren. Dan ga ik nu naar mevrouw Van den Berg namens het CDA.
Mevrouw Van den Berg (CDA):
Voorzitter …
De voorzitter:
Ja, mevrouw Van den Berg. Er wordt onderhandeld over spreektijden. Dat geeft niet.
Mevrouw Van den Berg (CDA):
Maar ik begin nu wel, want mijn klokje begint te tikken.
De voorzitter:
Ja, dat houd ik in de gaten. U heeft het woord en we beginnen opnieuw. U heeft acht minuten voor de eerste termijn.
Mevrouw Van den Berg (CDA):
Oké. Voorzitter. Op de eerste plaats natuurlijk ook onze felicitaties voor de staatssecretaris. We wensen hem heel veel succes met deze portefeuille. De verbondenheid van Nederland met het Caribisch gebied staat voor het CDA buiten kijf. We hechten echt aan een constructieve samenwerking met Caribisch Nederland en met de autonome landen in het Koninkrijk.
Voorzitter. Mijn collega van de ChristenUnie, Stieneke van der Graaf, kan vandaag niet bij dit debat aanwezig zijn en daarom wil ik namens haar twee onderwerpen aan de orde stellen. Het eerste is de positie over het vraagstuk van mensenhandel. Wij weten uit verschillende onderzoeken dat mensenhandel op de eilanden een groot probleem is. Het heeft ook prioriteit bij het Openbaar Ministerie. Kan de staatssecretaris aangeven of er vorderingen zijn in de bestrijding van mensenhandel?
Het tweede punt is de positie van kinderen. Eén manier om uitdrukking te geven aan de waarde van de band met Caribisch Nederland, is het streven naar de verbetering van het welvaarts- en welzijnspeil. Wij kunnen er ons wat dat betreft niet bij neerleggen dat er een groot verschil is tussen de kinderen die opgroeien in Europees Nederland en in Caribisch Nederland. Wij vragen de staatssecretaris daarom hoe hij de komende jaren de duurzame verbetering van de situatie van de kinderen daar wil gaan bewerkstelligen. De bestedingen voor kinderrechten op basis van het amendement-Van Laar/Segers komen in deze begroting namelijk tot een einde. Dit was voor de ChristenUnie. Aansluitend zouden we als CDA willen vragen welke mogelijkheden de staatssecretaris ziet om bestedingen te doen voor de verbetering van de positie van kinderen. Ook willen wij vragen hoe de positie is van de kinderen bij alle materiële schade in Sint-Maarten. Daar is net ook al door collega Van Tongeren naar gevraagd. Gaan alle kinderen daar alweer naar school?
Alle goede dingen komen in drieën. We hebben dan ook drie thema's die we graag willen onderschrijven: organisatie, zelfvoorziening en de financiële impuls.
Organisatie als eerste. In het regeerakkoord is vastgelegd dat het ministerie van BZK een sterkere coördinerende taak krijgt, inclusief bijbehorend budget. Dat is dringend nodig wat ons betreft. De commissie-Spies wees al op de versnipperde en soms tegenstrijdige aanpak van Nederlandse zijde. De commissie stelt vast dat BZK geen bevoegdheden had van waaruit dit ministerie het Nederlandse beleid zou kunnen regisseren, laat staan dat BZK beleidsaanpassingen vanuit een integrale visie zou kunnen afdwingen. Kan de staatssecretaris uiteenzetten hoe de versterking van die coördinerende taak vorm zal krijgen en waar het zijns inziens nog ontbreekt aan bevoegdheden om die coördinerende taak adequaat te kunnen uitvoeren? Kan hij alvast een tipje van de sluier oplichten als het gaat om zijn integrale visie op Nederlands beleid voor de BES? Heeft de staatssecretaris dan ook aandacht voor natuur? Heeft herstel van natuur daar ook een plaats in?
Gecoördineerde inzet is nodig, bijvoorbeeld ook als het gaat om de ontwikkelingen in Venezuela. Kan de staatssecretaris de stand van zaken op dit moment schetsen? Wij zouden ook graag helderheid willen hebben over de gedetineerden uit Sint-Maarten die tijdelijk in Nederland verblijven. Wat zijn de afspraken daaromtrent? Kan de staatssecretaris aangeven wat de stand van zaken is met betrekking tot de geschillenregeling die nog overeengekomen zou worden?
De commissie-Spies constateert dat gegeven de kleine schaal en de beperkte aanwezige capaciteit het soms moeilijk is om kwaliteit van bestuur en de daarmee samenhangende ambtelijke organisatie te waarborgen. Het is een waar woord dat president Obama al eens aanhaalde: "If you think education is expensive, try ignorance." Wij lezen dat er op Bonaire een traineeprogramma is voor jonge ambtenaren. Is een stage in Nederland al een vast onderdeel daarvan? Zo nee, is de staatssecretaris bereid dat te realiseren en ook andere jonge ambtenaren mee te nemen in dit traineeprogramma?
Dan de financiële impuls. Het CDA maakt in het regeerakkoord middelen vrij voor de aanpak van regionale pijnpunten, onder andere op de BES-eilanden. Kan de staatssecretaris aangeven op welke wijze en onder welke voorwaarden de eilanden aanspraak kunnen maken op deze middelen? De BES-eilanden vissen vaak achter het net als er middelen zijn voor de gemeenten. Hebben de verschillende ministeries ook de BES-eilanden voor ogen, als zij aan gemeenten denken? Als er extra middelen zijn voor natuur en volk of cultuur, laten we ons dan ook voor de BES-eilanden sterk maken.
Dan thema drie: de zelfvoorziening. Het is bekend dat armoede nog steeds een groot probleem is op de eilanden. Een degelijke huisvesting is de basis om armoede te bestrijden. Net werd door collega Bosman al de naam van Nina den Heyer genoemd, als degene die zich sterk heeft gemaakt voor sociale woningbouw op Bonaire. Voor 500 woningen is een garantstelling nodig van 36 miljoen. Er wordt al jaren over gesproken. Ziet de staatssecretaris kansen om deze garantstelling nu te realiseren?
De kosten van levensonderhoud zijn nu zeer hoog, omdat er veel producten geïmporteerd moeten worden. Als de eilanden meer zelfvoorzienend zouden worden, zou een van de wortels van de armoede aangepakt kunnen worden. Mijn collega's Amhaouch en Geurts hebben daarover begin dit jaar al eens vragen gesteld. Is de staatssecretaris bereid de BES-eilanden en de universiteit van Wageningen bij elkaar te brengen om de eigen voedselvoorziening op de eilanden te realiseren? Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Raak, namens de SP.
De heer Van Raak (SP):
Wij leven al vele eeuwen samen, maar toch begrijpen wij elkaar vaak slecht. Wij zijn één koninkrijk, maar met twee inborsten, met twee mentaliteiten. Dat maakt onze cultuur heel rijk, maar onze politiek heel moeilijk.
Saba en Statia werden hard getroffen door de orkaan Irma, Sint-Maarten werd verwoest. Na deze verschrikkelijke ramp leek er even een nieuwe toekomst voor het Koninkrijk te zijn. Nederland probeerde te helpen waar het kon; met mensen en middelen, van militairen tot aan het Rode Kruis. Nederlanders zamelden geld in en organiseerden acties, omdat we onze koninkrijksgenoten wilden helpen.
Maar dit nieuwe gevoel van verbondenheid werd kapotgemaakt door een ziekmakende politiek. De regering van Sint-Maarten stapelde fout op fout, maar Nederland kreeg steeds de schuld. Nederlandse militairen die hulp boden, werden door premier Marlin verdacht gemaakt. De mensen op Sint-Maarten hebben hard hulp nodig; zij hebben nu hulp nodig en willen dat Nederland komt helpen.
De boosheid van de mensen kreeg ook een stem in het parlement, dat instemde met de voorwaarden en Marlin liet vallen, en dat is goed nieuws. Begin januari komen er nieuwe verkiezingen. Dat is in deze omstandigheden slecht nieuws voor al die mensen die de komende drie maanden geen politiek gekrakeel willen maar een dak op hun huis, een inkomen en een baan.
Op Sint-Maarten is op dit moment geen regering waar we goed zaken mee kunnen doen en waarmee we de wederopbouw echt kunnen beginnen. Ziet de staatssecretaris na het vertrek van Marlin onder de huidige omstandigheden mogelijkheden voor een nationale regering op het eiland die wel wil samenwerken? Dit mooie eiland moet namelijk worden opgebouwd. De economie moet weer op gang komen, want het toeristenseizoen staat voor de deur en het eiland kan zijn gasten op deze manier niet ontvangen. Wij staan voor een bijna onmogelijke taak. Ik wil de heer Knops dan ook van harte feliciteren met zijn benoeming tot staatssecretaris.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Ik heb een vraag aan de heer Van Raak. Zoals ik net in mijn interruptie op de heer Bosman al zei, maak ik me ook zorgen over de timing van de verkiezingen. De heer Bosman wil de verkiezingen minimaal een jaar vooruitschuiven en of er nu een interim-regering of een demissionaire regering zit, hij wil überhaupt geen afspraken maken. Het lijkt me onverstandig om die deur helemaal dicht te slaan als er wellicht wel afspraken mogelijk zijn, in het belang van de mensen die nu getroffen zijn op Sint-Maarten. Ik hoor graag van de heer Van Raak hoe hij daartegen aankijkt.
De heer Van Raak (SP):
Ik weet niet of de heer Bosman dat precies zei, maar dat kan hij straks zelf wel toelichten. De heer Marlin is weggegaan en heeft verkiezingen uitgeschreven. Hij heeft daarmee eigenlijk ook een streek geleverd. Er is nu een nieuwe meerderheid. Of ik in elke politicus evenveel vertrouwen heb, weet ik niet. Het is aan deze nieuwe coalitie om te bekijken of die verkiezingen georganiseerd moeten worden. Dank voor deze vraag, want ik vraag nu aan de staatssecretaris of er technisch ook mogelijkheden zijn om deze verkiezingen af te blazen. Of zijn die er niet meer? Als die er niet meer zijn, hebben we echt een probleem, namelijk dat de politici op het eiland de komende drie, vier maanden gaan krakelen, ruzie gaan maken, en met alles bezig zijn behalve met de wederopbouw en de mensen. Dan hebben we een probleem, omdat wij als Nederland, ik ook, die verantwoordelijkheid heel diep voelen om nu te starten met de wederopbouw. Dan moeten we in deze Kamer de discussie voeren over hoe we dat gaan doen. Mijn grote voorkeur heeft het om dat zo veel mogelijk samen te doen met de regering van Sint-Maarten. En het maakt me niet uit met welke regering dat is, of dat nu een interim-regering is, een rooie regering, een blauwe of een groene. Het maakt me niet uit. De enige voorwaarde die we hebben, is dat het een regering is waarmee we afspraken kunnen maken. Als het een regering is waarmee we geen afspraken kunnen maken, vind ik ook dat we met de wederopbouw moeten beginnen, maar dan moeten we kijken in hoeverre we in het kader van het Koninkrijk die verantwoordelijkheid zelf moeten nemen.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Dat ben ik met de heer Van Raak eens. Als je ervoor pleit om sowieso die verkiezingen naar achteren te verschuiven, vind ik dat je ook de bereidheid moet hebben om in ieder geval het gesprek aan te gaan met een interim-regering. Ik vroeg aan de VVD om een simpel ja- of nee-antwoord hierop en ik kreeg onduidelijkheid, maar ik dacht een nee. Ik hoor u toch duidelijk zeggen — dat is mijn conclusie — dat u wel vindt dat we het gesprek moeten aangaan met de staatssecretaris om te kijken of we ook in een demissionaire of interim-fase tot goede en harde afspraken kunnen komen.
De heer Van Raak (SP):
Wij kunnen een land niet helpen opbouwen zonder in gesprek te zijn met een regering, met welke regering dan ook. Maar het is niet België of Duitsland. Het is een autonoom land in ons Koninkrijk, waarbij wij een specifieke verantwoordelijkheid hebben voor goed bestuur. Daarom heeft het mijn overgrote voorkeur om dit in goed overleg, in goede samenwerking te doen met de regering. Met Marlin zal dit heel moeilijk worden, met Heyliger overigens ook. Ik hoop dus heel erg dat we afspraken kunnen maken met die regering. Dan zullen we die afspraken goed moeten controleren. Ik ben bang dat we in het kader van het Koninkrijk ook een aantal taken naar ons toe moeten trekken. Die discussie moeten we vandaag ook durven voeren. Anders zullen de mensen op Sint-Maarten straks in februari nog steeds zonder dak, zonder baan en zonder inkomen zitten.
De voorzitter:
Er was een vraag gesteld via de heer Van Raak aan de heer Bosman en ik zie dat de heer Bosman daar nu op wil reageren. Heel goed.
De heer Bosman (VVD):
Ja, want de weergave van mijn woorden is niet de juiste. Natuurlijk heb ik nooit gezegd dat we moeten wachten tot de verkiezingen zijn geweest om over een jaar pas zaken te doen. Het probleem is dat als je vroegtijdig verkiezingen houdt, het steeds onzekerder wordt met wie je zaken doet. En dan moet je dus afwachten met wie je uiteindelijk zaken gaat doen. Dat is eigenlijk hetzelfde als wat de heer Van Raak zegt. Dus ik heb nooit gezegd dat we een jaar moeten wachten omdat we niet weten met wie we zaken doen. We willen gewoon zaken doen.
De voorzitter:
Dat is duidelijk. Mevrouw Diertens.
Mevrouw Diertens (D66):
Ik ben heel blij met uw opmerking, mijnheer Van Raak, dat we de mensen heel graag willen helpen. Ook hebben we als Nederland de plicht op basis van de consensuswetgeving om samen met Curaçao en Aruba Sint-Maarten te helpen. U heeft het over de taken die we invullen. Kunt u aangeven om welke taken het dan gaat? Zonder dat we nu gelijk alles naar onszelf toetrekken, welke taken kunnen we samen met Curaçao en Aruba vormgeven?
De heer Van Raak (SP):
Ik ga de staatsecretaris zo meteen ook vragen of hij het met mij eens is dat dat de wederopbouw van Sint-Maarten niet kan wachten. Ik wil inzage hebben in de plannen en ook in de uitvoerders en wil ook weten of ze gescreend zijn. Ik zie namelijk een aantal zaken die echt een grote bedreiging zijn. William Marlin zei: stuur het geld maar naar mijn rekening, dan los ik het op. Dat gaan we dus niet doen.
De voorzitter:
Gaat u verder.
De heer Van Raak (SP):
Maar wat we wel gaan doen, is kijken met wie we kunnen samenwerken. Als het aan mij ligt, is dat zo veel mogelijk met bedrijven op het eiland zelf en zo veel mogelijk met de mensen op het eiland — daarom is die grensbewaking ook zo belangrijk — zodat we mensen ook aan het werk kunnen helpen en we banen en inkomens kunnen creëren. Waar ik op tegen ben, is dat bijvoorbeeld KPMG en andere consultants, die er al op aan het voorsorteren zijn, gaan zeggen: geef het geld maar aan mij.
De voorzitter:
Gaat u verder.
De heer Van Raak (SP):
Nederland stelt terecht eisen aan financieel toezicht en goede grensbewaking. Ik denk dat deze zaken echt in eigen hand moeten worden gehouden, omdat anders de kans levensgroot is dat het in verkeerde handen komt. Ik zei al dat KPMG klaarstaat. Ik vraag de staatssecretaris dan ook ervoor te zorgen dat KPMG niet betrokken wordt bij de uitvoering.
In het politiek zware weer over Sint-Maarten lijken we onze eigen eilanden soms te vergeten. Op Statia zagen we de allernaarste oude politiek toen Clyde van Putten uitriep dat militairen op het eiland zouden worden vermoord en brandend door de straten zouden worden gesleept. Maar we zagen ook hoop, omdat de mensen op Statia duidelijk lieten weten dat ze dit soort politiek niet meer accepteren, zoals de indrukwekkende petitie van de nog maar 18-jarige Lenaria Brown.
Op het trotse Saba hebben de mensen de schade zo veel als het kan zelf proberen te herstellen maar toch moet er nog veel gebeuren om het eiland op te bouwen en voor te bereiden op de toekomst en beter te beschermen tegen nieuwe orkanen. Want als deze eilanden om de zoveel jaren op deze manier worden verwoest, moeten we ook beseffen dat deze eilanden praktisch onbewoonbaar worden. Vooral mensen met een laag inkomen hebben grote klappen gekregen. Kan de staatssecretaris beloven dat er bij de wederopbouw van Saba en Statia vooral extra aandacht is voor mensen met een laag inkomen onder het bestaansminimum wier huis en werk kapot zijn?
De staatssecretaris heeft ook een brief gekregen van het bestuur van Saba. Het eiland laat al vele jaren zien dat het zaken zelf beter kan doen dan al die ministeries hier in Den Haag. Is de staatssecretaris bereid om snel in overleg te treden met Saba om voor dit mooie eiland meer autonomie mogelijk te maken?
Sint-Maarten moet niet alleen fysiek maar ook politiek opnieuw worden opgebouwd. In 2015 nam deze Kamer een motie aan van de SP en de VVD voor een groot onderzoek naar de verbondenheid tussen de onder- en de bovenwereld op de eilanden, vooral tussen de politiek en de gokindustrie. Dat onderzoek lijkt succesvol, ook gezien de veroordeling van oud-premier Schotte van Curaçao, de berechting van de Sint-Maartense maffiabaas Corallo in Italië maar ook de grote schoonmaak bij de centrale bank. Ik ben blij dat de staatssecretaris de komende vier jaar 48 miljoen euro beschikbaar stelt om dat onderzoek voort te zetten. Complimenten. Maar kan de staatssecretaris dan ook verzekeren dat in dit onderzoek de rol van Nederlandse banken en Nederlandse financiële adviseurs zal worden onderzocht, met name de rol van KPMG? Als we corrupte politici willen aanpakken, zullen we eerst hun financiers moeten oprollen.
Over de illegale gokindustrie vanaf Curaçao heb ik in het verleden vele tientallen vragen gesteld. Minister Plasterk heeft die doorgestuurd naar de regering van Curaçao, maar mijn vragen zijn nooit beantwoord. De heer Knops begrijpt dat ik zo mijn werk als Kamerlid niet kan doen. Is de staatssecretaris bereid om bij Curaçao aan te dringen op de beantwoording van die vragen? Het zijn er een stuk of 80, maar ze moeten wel beantwoord worden. Ik heb ook een taak in het Koninkrijk.
Lokale media hebben een grote rol bij het controleren van de macht op de eilanden. Ook die lokale media zijn door de orkaan getroffen. Op Sint-Maarten verdienen die nu onze steun. Ik begon ermee te zeggen dat we al vele eeuwen samenleven, maar elkaar toch vaak slecht begrijpen. Ik heb vandaag mijn verhaal hier verteld, maar ik wilde ook het verhaal van de andere kant vertellen. Ik heb daarom de cartoonist van de Daily Herald gevraagd om een spotprent te maken, die vandaag als advertentie in de krant is opgenomen als een soort steun aan de krant. Dit is 'm geworden, voorzitter. Dit is de visie van Annemiek, de cartoonist van de Daily Herald. We zien hier een bordje: reconstruction of Saint Martin. En we zien hier een wat kalende man, met een lange vinger wijzend naar Sint-Maarten. Hij is duidelijk nog niet op bezoek geweest, want deze man is vrij lang, dus dat kan bij het bezoek nog tegenvallen. Ik wil deze cartoon via de bode aan de staatssecretaris geven. Volgens mij is dit de tweede die over hem is verschenen in de krant.
Verder hoop ik op een goede samenwerking. Dank je, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Raak. Dan ga ik nu naar mevrouw Diertens namens D66.
Mevrouw Diertens (D66):
Voorzitter. Allereerst wil ik de nieuwe staatssecretaris graag van harte welkom heten en veel succes wensen met het uitvoeren van zijn functie. D66 heeft vaker benadrukt dat het belangrijk is dat één ministerie hoofdverantwoordelijk is om versnippering te voorkomen. Dat deze staatssecretaris een sterke coördinerende taak krijgt en hier ook een groot deel van zijn tijd aan kan wijden, moedig ik dan ook aan. Gezien de recente gebeurtenissen is dat bovendien extra relevant, maar dat is zonet al gebleken. Iedereen herinnert zich immers de indringende beelden van de enorme schade die orkaan Irma heeft aangericht en de verhalen van de mensen, die ons allemaal in het hart geraakt hebben. Sint-Maarten, maar ook Saba en Sint-Eustatius zijn zwaar getroffen. De afgelopen weken is er door onze militairen hard gewerkt om belangrijke gebouwen en infrastructuur te herstellen, wegen begaanbaar te maken en te helpen bij reparaties, zodat mensen weer een dak boven hun hoofd hebben.
Maar er is nog heel veel werk te doen. De huidige politieke situatie op Sint-Maarten zorgt voor extra onzekerheid. De staatssecretaris heeft laten weten dat hij hoopt dat als gevolg van deze situatie, het afzetten van premier Marlin, de wederopbouw geen vertraging oploopt. Ook ik hoop dat we die vertraging kunnen voorkomen. Een meerderheid van het parlement op Sint-Maarten wil de voorwaarden voor het herstelfonds immers accepteren. Vooral de bevolking zou hier niet de dupe van mogen worden. Kan de staatssecretaris ingaan op de huidige politieke situatie? Zijn er duidelijke aanspreekpartners op Sint-Maarten?
Voorwaarden voor financiële steun zijn dat een integriteitskamer wordt ingericht en dat de grensbewaking wordt aangescherpt. Afspraken over die integriteitskamer zijn niet nieuw. Hoe wordt gezorgd dat deze nu wel van de grond komen? De voorwaarden voor het waarborgen van het fonds moeten nog verder worden uitgewerkt. Hoe wordt bepaald welk bedrag noodzakelijk is? Wie krijgt de beschikking over dat geld? Hoe werkt de controle? Doel is immers ervoor te zorgen dat dat geld daar terechtkomt waar het het hardst nodig is. Graag een reactie hierop.
Voorzitter. De orkaan heeft een enorme impact gehad, maar grotendeels opnieuw beginnen biedt ook mogelijkheden om dingen te verbeteren. Hoe zorgen we ervoor dat een toekomstige orkaan minder verwoesting aanricht? In een artikel in Trouw kwamen vier experts aan het woord. Zij noemden relatief eenvoudige en goedkope oplossingen om huizen orkaanbestendig te maken. Ook hielden zij een pleidooi om het eiland zelfvoorzienend te maken. Kan de staatssecretaris hierop reageren? Uiteraard kan ik hem het artikel doen toekomen. Voor de eilanden Saba en Sint-Eustatius, onze bijzondere gemeenten, hebben we een andere verantwoordelijkheid. Hoe verloopt de wederopbouw daar?
Ook andere thema's zijn van belang voor de toekomst van het Caribisch deel van het Koninkrijk. Samen zijn we één koninkrijk, dus wat mij betreft: gelijke kansen en gelijke rechten. Dat moet vanzelfsprekend zijn. Tijdens deze begrotingsbehandeling wil ik graag aandacht besteden aan de onderwerpen economie, duurzaamheid, kinderrechten en onderwijs.
Voorzitter. Op de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba ligt de prioriteit bij het verbeteren van het economisch perspectief, onder meer door het versterken van de infrastructuur en het terugdringen van armoede, zo staat in ons regeerakkoord. Het zal u dan ook niet verbazen dat ik deze woorden van harte kan onderschrijven, maar ik hoor graag welke concrete maatregelen we de komende jaren kunnen verwachten. De kosten van levensonderhoud zijn hoog, waardoor veel mensen in armoede leven. Vers voedsel is duur door de afhankelijkheid van import. Door lokaal produceren zouden de kosten omlaag kunnen. Dat is goed voor de werkgelegenheid en de gezondheid. Bent u bereid om met uw collega en de eilandsraden te onderzoeken welke sectoren kansrijk zijn om lokaal en duurzaam te produceren?
Ook in de autonome landen kan de economie nog een zetje gebruiken. Een handelsmissie zou misschien een mooie aanjager kunnen zijn, een kans om kennis en kunde te delen en de contacten met Zuid-Amerika uit te bouwen. Een bewindspersoon zou met bedrijven en kennisinstellingen in het kielzog de eilanden kunnen bezoeken, met als doel de mogelijkheden van het Caribisch deel van het Koninkrijk als hub van Zuid-Amerika te onderzoeken. Graag hoor ik of de staatssecretaris deze mogelijkheden wil bekijken.
Voorzitter. Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten. De prachtige natuur, mooie stranden en koraal zijn redenen voor een bezoek. Experts waarschuwen dat het koraal wordt bedreigd. De diversiteit en de omvang nemen af. Er is gesproken over het instellen van een taskforce. Wat is hier de stand van zaken?
Ook op twee andere vlakken zijn er kansen voor duurzaamheid. Is de staatssecretaris het ermee eens dat de Isla-raffinaderij zo snel mogelijk aan de minimum-uitstooteisen moet voldoen? Wil de staatssecretaris zich hier hard voor maken, zodat wij weer met een schone lei kunnen beginnen? De eilanden hebben veel mogelijkheden om duurzame energie op te wekken. Zo kan er bij Saba bijvoorbeeld energie worden gehaald uit het verschil tussen warm en koud water. Is deze nieuwe staatssecretaris bereid om deze mogelijkheden te onderzoeken? De energierekening van eilandbewoners is door de schaalgrootte nu onevenredig hoog.
Voorzitter. Ik kom op mijn laatste en misschien wel allerbelangrijkste thema: kinderrechten en onderwijs. Met behulp van dataregistratie kunnen we monitoren hoe het met de kinderen gaat. Maar dat die registratie niet op orde is, werd pijnlijk duidelijk. Kinderen werden geëvacueerd terwijl niet duidelijk was waar ze werden ondergebracht en waar ze zijn gebleven. Een goede administratie ontbrak. De vorige minister heeft gezegd dat het essentieel is dat die dataregistratie op peil wordt gebracht. Graag krijg ik op dit punt een update.
Wil de staatssecretaris zijn rol als coördinerend bewindspersoon ook aanwenden om de kinderrechten te verbeteren? Tijdens de kinderrechtentour in Caribisch Nederland gaven kinderen en jongeren aan dat de kwaliteit van onderwijs onvoldoende is en dat mogelijkheden om door te groeien ontbreken. In de eerste plaats zouden kinderen niet met een achterstand naar school moeten gaan. Ik vraag de staatssecretaris om te bevestigen dat een deel van het bedrag dat in het regeerakkoord wordt vrijgemaakt voor vroeg- en voorschoolse educatie, ook beschikbaar komt voor kinderen in het Caribisch deel van Nederland. Ook zij hebben immers recht op een goede start. Wie houdt er toezicht op de besteding van dit geld? Kan hiervoor worden aangesloten bij een bestaande infrastructuur? De scholen zijn vaak onvoldoende van kwaliteit. Er zitten veel zorgleerlingen. Hoe wordt toegezien op de benodigde kwaliteitsverbetering? Ook voor de doorgroeimogelijkheden moet er aandacht komen. In het regeerakkoord wordt geld vrijgemaakt voor bijvoorbeeld technisch beroepsonderwijs. Op welke manier zal dit besteed worden in het Caribisch deel van het Koninkrijk? Degenen die tot hoger onderwijs weten door te stromen, moeten we aanmoedigen en niet ontmoedigen.
Toch bereiken mij vele voorbeelden van belemmeringen. Veel universiteiten hanteren een systeem van decentrale selectie. Hoe wordt gewaarborgd dat jongeren die op de eilanden wonen niet direct met 1-0 achterstand beginnen, omdat zij niet fysiek in Nederland aanwezig kunnen zijn? Ook hoor ik dat studenten uit het Caribisch deel hier geen hulp krijgen bij het zoeken van een kamer omdat zij gewoon Nederlands zijn, maar op een Nederlandse zorgverzekering kunnen zij geen aanspraak maken en een bsn-nummer krijgen zij pas bij aankomst in Nederland, waardoor ze dus niks van tevoren kunnen regelen. Kortom, er wordt met twee maten gemeten, waardoor deelname aan het hoger onderwijs wordt ontmoedigd. Dat betreur ik ten zeerste. Daarom zou ik graag willen dat alle knelpunten in kaart worden gebracht, zodat daarna een integrale oplossing kan worden gezocht. Graag een reactie.
Een klein puntje nog. Nog maar kort geleden is de Grondwet gewijzigd, zodat ook inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba voortaan hun stem kunnen uitbrengen voor de Eerste Kamer. Maar om te kunnen kiezen, moet ook de informatievoorziening op orde zijn. Het terugkijken van uitzendingen van de publieke omroep via website of app hoort daar wat mij betreft bij. Ik heb vernomen dat de NPO dit inmiddels voor Bonaire heeft geregeld. Dat is mooi, maar geldt dat ook voor de andere bijzondere gemeenten?
Om goed geïnformeerd te zijn, zouden overheidsdocumenten toegankelijk moeten worden. Nu zijn ze vaak alleen in het Nederlands beschikbaar. Daarom zou ik ervoor willen pleiten om overheidsdocumenten wanneer ze relevant zijn voor de eilanden ook in het Engels en het liefst ook in het Papiaments beschikbaar te stellen.
Ik kom tot een afronding. Ik zie uit naar een prettige samenwerking met deze staatssecretaris en hoop dan ook dat samenwerking binnen ons Koninkrijk met alle eilandsraden en onze bestuurders op de BES-eilanden met gezamenlijke inspanningen erg verbeterd zal worden.
Dank u wel. Masha danki!
De heer Bosman (VVD):
We hadden er net een kleine interruptiediscussie over of ik het zou steunen als verkiezingen eerder zouden kunnen of in die drie maanden wel geregeld zouden kunnen worden. Nu heb ik een brief van het centraal stembureau van Sint Maarten, dat gewoon zegt: dat is onmogelijk; data worden niet gehaald, ik heb de spullen niet, de infrastructuur klopt niet, de post werkt niet mee, de politie is niet in staat om toezicht te houden. Bent u dan ook voor uitstel van de verkiezingen?
Mevrouw Diertens (D66):
Ik denk dat wij als het echt onmogelijk is moeten kijken of wij toch op de een of andere manier die hulp in gang kunnen zetten en dat we toch moeten gaan voor hulpverlening aan deze landen omdat de mensen daarop zitten te wachten. In het uiterste geval zou dan uitstel van verkiezingen mogelijk moeten zijn.
De heer Bosman (VVD):
Het is niet zomaar een brief. Dit is een brief van het hoofd van het centraal stembureau van Sint Maarten. Dat schrijft: dit kan gewoon niet. Dan kunnen we zeggen: kennelijk snapt die meneer niet hoe het werkt, misschien moeten we wat meer hulp geven vanuit Nederland, dan gaat het wel werken. Maar hij zegt gewoon: het werkt niet. Dan moeten we toch zeggen: uitstellen, want dit gaat niet werken?
Mevrouw Diertens (D66):
Ik denk dat de feiten wellicht kloppen zoals u ze stelt, maar ik kan me voorstellen dat er ook andere mogelijkheden zijn waarbij we in de wederopbouw ook de bestuurlijke opbouw van de regering weer meenemen, maar dat we ondertussen ook helpen om die mensen die daar zozeer aan toe zijn te helpen. Ik denk dat we dan best kunnen waarborgen dat het geld op het goede plekje terechtkomt, doordat er een integriteitskamer is en we dat kunnen controleren. Ik zou het heel erg vinden als verkiezingen alsmaar worden uitgesteld en dat we daarmee de mensen niet kunnen helpen. Dat is wat ik ook aan de staatssecretaris vraag. Ziet hij mogelijkheden hoe wij dit probleem kunnen oplossen? Alleen maar feitelijk constateren dat er administratief-bestuurlijk zaken niet deugen, volstaat niet. Het is heel belangrijk dat die zaken wel deugen, maar ik probeer ook te kijken naar oplossingen.
De voorzitter:
Tot slot de heer Bosman.
De heer Bosman (VVD):
Er wordt nu een koppeling gemaakt: als je geen verkiezingen houdt, kun je ook geen hulp geven. Dat vind ik heel bijzonder, want dat heb ik volgens mij vijf keer uitgelegd. Dit is van het centraal stembureau van Sint-Maarten! Dat heeft niks met voorwaarden te maken. Ze constateren gewoon dat het ook qua data, qua infrastructuur, qua ondersteuning onmogelijk is om die verkiezingen te houden. Dan kunt u hier toch niet volhouden dat het misschien met een beetje hulp wel gaat lukken?
Mevrouw Diertens (D66):
Ik heb niet gezegd "met een beetje hulp gaat het wel lukken". Ik heb gezegd dat wij die integriteitskamer moeten borgen, dat we moeten zorgen dat de kustwacht op orde is, dat we moeten zorgen dat er controle is op waar de middelen terechtkomen en dat we daarnaast moeten kijken of we ook die verkiezingen goed in gang kunnen zetten.
De heer Van Raak (SP):
Ik wil daar toch een vraag over stellen. Ik snap het natuurlijk wel, maar het kiesbureau op Sint-Maarten zegt dat het niet kan. Ze zeggen niet: we gaan nog eens kijken en we gaan eens overleggen met Nederland. Nee, ze zeggen: het kan niet, het kan gewoon niet, we weten nog geeneens waar we onze stembiljetten heen moeten sturen. Dan kan D66 zeggen wel zeggen dat Nederland moet helpen. Daar ben ik het van harte mee eens, maar dan zouden feitelijk wij, dan zou Nederland die verkiezingen moeten gaan organiseren. Is dat dan niet heel erg ingrijpend in dat land? Kan mevrouw Diertens begrijpen dat dan heel veel mensen op Sint-Maarten denken: Nederland is nu wel die verkiezingen aan het organiseren, maar waarom wordt mijn dak niet gerepareerd, waarom heb ik geen baan en waarom heb ik geen inkomen?
Mevrouw Diertens (D66):
Nou, dat laatste wou ik voorkomen, want mijn prioriteit is gewoon om die mensen te helpen. Dat wil ik niet laten afhangen van allerlei zaken die natuurlijk absoluut ontzettend belangrijk zijn en die ook nodig zijn om te waarborgen dat daar weer een goed en integer bestuur komt. Ik vind het ook heel dapper dat een groot deel van het parlement de eigen regering of Marlin heeft weggestuurd. Ik zou daar heel graag hulp op zien. Wat niet kan, dat kan niet, maar het mag niet ten koste gaan van de hulpverlening aan de mensen die daar zitten.
De heer Van Raak (SP):
Oké, maar dan is het helder. Dan zijn de prioriteiten toch anders dan het een beetje leek in dit debat. Dan vinden wij, de meeste partijen in deze Tweede Kamer, volgens mij bijna allemaal, dat Nederland eerst moet gaan helpen bij de wederopbouw van het eiland. Er moet eerst iets gebouwd worden en vervolgens is het ook belangrijk dat er zo snel mogelijk verkiezingen worden gehouden, maar dan is dát de volgorde. Als we het daarover eens zijn, kunnen we nog een heel eind komen deze week.
Mevrouw Diertens (D66):
Dat lijkt mij ook.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan ga ik nu naar mevrouw Kuiken namens de PvdA.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Voorzitter. Ik had nog overwogen om de staatssecretaris te vragen om voorafgaand aan dit debat een statement te doen over de ontstane politieke situatie op Sint-Maarten, de timing van de verkiezingen en alles wat daarmee samenhangt, omdat nu het hele debat hierdoor wordt gedomineerd. Dat is terecht, want het is ook ontzettend belangrijk, maar er zijn veel vragen die wij ook niet kunnen beantwoorden. Dat ligt op zijn bordje en daar zijn wij erg benieuwd naar.
De mensen op Sint-Maarten, Saba en Sint-Eustatius zijn zwaar getroffen. Huizen kwijt, voedselschaarste, scholen en wegen verwoest. Zij moeten erop aankunnen dat alles op alles wordt gezet om hun land zo snel mogelijk op te bouwen. Geen politiek gedoe, geen politici als vijanden, maar als bondgenoten en daar kunnen ze helaas niet van op aan en daarom zijn ze het ook zat. Een nieuwe politieke partij is al in wording: No Politics. Dat zegt voldoende. Ook ik maak me zorgen over de uitgeschreven verkiezingen. Er werd al beeldend uitgelegd dat er heel veel praktische bezwaren zijn om die tot stand te laten komen en tegelijktijdig is het een verantwoordelijkheid van Sint-Maarten zelf. Ik vraag aan de staatssecretaris hoe wij omgaan met die paradox. Welke rol heeft hij daarin te vervullen?
Linksom of rechtsom, of de verkiezingen nu snel zijn — nogmaals, niet mijn voorkeur — of dat het nog langer duurt: we zullen altijd te maken hebben met een regering die demissionair en interim haar werk zal moeten doen. Kan er dan een situatie ontstaan waarin we toch afspraken gaan maken met een interim-regering als er voldoende vertrouwen is in de terecht door de voormalige minister gestelde voorwaarden — die de huidige staatssecretaris heeft overgenomen — als het gaat over de integriteitskamer en de grensbewaking?
De voorzitter:
De heer Bosman.
De heer Bosman (VVD):
Toch nog even over de brief van het hoofd van het stembureau van Sint-Maarten. Daarin staat letterlijk, ik zal het even vertalen: we hebben niet het materiaal om de volgende verkiezingen te faciliteren. Hij schreef dit al op 3 november in een brief aan de regering van Sint-Maarten. Dan kunnen we hier toch niet volhouden dat de verkiezingen maar gewoon op die datum door moeten gaan, ongeacht wat hier staat?
Mevrouw Kuiken (PvdA):
Maar het debat tussen mij en u ging niet over de datum van de verkiezingen. Het ging over de vraag wat wij doen op het moment dat de verkiezingen worden uitgesteld. Er zou op een gegeven moment een interim-regering komen. Heb je dan de bereidheid om het gesprek aan te gaan? Daar vroeg ik gewoon een simpel ja of nee op. In plaats daarvan kreeg ik een lesje staatsrecht. Ik weet nu dat u mij gewoon niet goed heeft begrepen. U heeft zelf toegegeven dat je, in welke vorm dan ook, te maken zult hebben met een interim-regering waar je afspraken mee zult moeten maken.
De heer Bosman (VVD):
Ik ben heel blij om te horen dat de PvdA ook vindt dat je de verkiezingen gewoon uit moet stellen. Als je dit soort papieren ziet en de mening van het hoofd van het stembureau leest, weet je dat je het niet kunt maken om vast te houden aan een verkiezingsdatum die gewoon niet mogelijk is. Ik ben blij dat we dat rechtgezet hebben.
Mevrouw Kuiken (PvdA):
De VVD riep al dat de verkiezingen uitgesteld moesten worden zonder dat zij überhaupt wist of dat wel of niet kon. Het is ook niet duidelijk wat een redelijke termijn is. Ten eerste is het eiland Sint-Maarten de eerstverantwoordelijke. Overigens, de papieren waar de heer Bosman nu mee zwaait, waren er nog niet toen hij al in de krant stond. Ten tweede is het nog altijd de vraag wanneer er dan wel verkiezingen moeten komen. Ten derde zullen we daarover het gesprek aan moeten gaan met Sint-Maarten. De eigen parlementsleden hebben daarin ook een rol en een verantwoordelijkheid. Dat zijn allemaal vragen die ik ook in reactie op de bijdrage van de heer Bosman aan de staatssecretaris stel. Hij zal ervoor moeten zorgen dat deze paradox, deze ingewikkelde situatie tot een oplossing komt die recht doet aan de mensen op Sint-Maarten. Daarom was een statement voorafgaande aan dit debat wel handig geweest. Nu zijn wij heel veel tijd kwijt aan het debat onderling in plaats van aan de mensen op het eiland.
Voorzitter. Zoals ik al zei: ik steun de afspraken die gemaakt zijn door het kabinet en voorwaarden die zijn gesteld. Ik heb nog wel een aantal vragen over die voorwaarden. Ten eerste gaan die over de integriteitskamer. Met welk doel moet die volgens de staatssecretaris ingericht worden? Nu is het eigenlijk een adviescollege, maar is dat wel wat het eiland nodig heeft? Wil je niet meer opsporing? Is er voldoende rijksrecherche? Hebben we voldoende OM-capaciteit om zo'n integriteitskamer daadwerkelijk een functie te geven?
Wie houdt er nu uiteindelijk toezicht op het geld dat op een gegeven moment wordt uitgekeerd, ook als gaat om grootschalige projecten? In veel andere landen kennen ze de constructie van de Wereldbank. Zou dat ook geen goede oplossing bieden voor veel bestuurlijke integriteitsproblemen zoals we die helaas op de eilanden kennen?
Dan de opbouw zelf. Een aantal collega's heeft daar al terecht vragen over gesteld. Hoe zorgen we ervoor dat de opbouw duurzaam plaatsvindt? Maken we van de nood ook een kans? Afvalverwerking is bijvoorbeeld al jarenlang een groot probleem op Sint-Maarten. Kunnen we nu ook komen tot een goede afval- en recyclinginstallatie? We hebben de kennis en de knowhow. Hebben we nu wellicht ook de kans om daar gezamenlijk iets aan te doen?
Er zijn al vragen gesteld over studenten die wellicht niet aan hun eindexamen toekomen. Er zijn ook vragen gesteld over de natuur en het koraal.
Tot slot heb ik nog een tweetal vragen. In het kader van de Koninkrijksrelaties als geheel is er behoefte aan gezaghebbende figuren, aan een samenbindend verhaal voor de toekomst. Ik nodig de staatssecretaris in zijn eerste debat toch uit om daar iets van een visie op neer te leggen. Helemaal tot slot heb ik een vraag over een onderwerp dat mij het meest aan het hart gaat, namelijk de kinderen in armoede op veel van de eilanden. Dit is iets wat eigenlijk onzichtbaar is en waar je niet over praat. Kinderen kunnen daar nergens voor terecht. Kunnen we de Kinderombudsman als een soort luis in de pels houden als het gaat over de monitoring van de aanpak van armoede op zowel Sint-Maarten als de andere eilanden?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Kuiken. Dan ga ik naar de heer Bisschop namens de SGP.
De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter, dank u wel. Graag voeg ik mij in de rij van de collega's die ook vanaf deze plaats de nieuwe staatssecretaris van harte welkom heetten. Ik wens hem een arbeidsvreugdevolle en een gezegende bestuursperiode toe ten behoeve van de Caribische delen van ons Koninkrijk.
Laat ik allereerst een vraag stellen die opgeroepen is door het regeerakkoord. Ik lees daarin dat de staatssecretaris — eigenlijk het ministerie, maar feitelijk de staatssecretaris — een grotere taak in de coördinatie van de Koninkrijksrelaties krijgt met bijbehorend budget. Hoe ziet de staatssecretaris dat voor zich? Betekent het dat hij doorzettingsmacht heeft op bepaalde specifieke terreinen van vakdepartementen? Eerlijk gezegd, in de contacten met de Caribische delen had ik de afgelopen periode nogal eens de indruk dat daar weleens wat aan schortte. Ik zou daar graag de reflectie van de staatssecretaris op horen.
De verhoudingen in het Koninkrijk vergen een hoge mate van beheersing van balanceerkunst. In gedachten zie ik zo'n koorddanser hoog in zo'n circustent — ik ben daar nooit geweest, hoor — die dan met een wiebelende stok de afstand op ongezonde wijze overbrugt. Dat soort beelden duikt dan wel op: aan de ene kant de zelfstandigheid van de landen in het Koninkrijk, die je aan de andere kant niet aan hun lot overlaat als er problemen zijn. De relatie met Sint-Maarten is al uitvoerig aan de orde geweest, met de verwoestingen als gevolg van de orkaan Irma en de absolute prioriteit van de wederopbouw. Terecht zijn er stevige voorwaarden aan gesteld: corruptie bestrijden en de veiligheid van de buitengrenzen waarborgen. De SGP steunt dit voluit. Ik vraag de staatssecretaris om daarop te reflecteren in het licht van de huidige situatie en ook in relatie tot de discussie over al dan niet verkiezingen en al dan niet uitstellen. Ik ben benieuwd hoe de staatssecretaris daartegen aankijkt.
Wij hebben al eerder aandacht gevraagd voor een deltaplan voor de Antillen. Juist nu de situatie zo drastisch verslechterd is, is er meer nodig dan lapmiddelen. Uit recente stukken en bronnen noem ik een paar punten die me opgevallen zijn. De beoogde integrale aanpak ter verbetering van de veiligheidssituatie op Curaçao en Sint-Maarten is niet bereikt, zo wordt geconcludeerd. Op Curaçao is sprake van een stijging van het aantal roofovervallen. Personeel en gedetineerden in de gevangenissen zijn niet veilig genoeg. De bedrijfsvoering van de politie op Curaçao is niet voldoende verbeterd. Op Aruba is een sterke behoefte aan verdere verbetering van de rechtshandhaving en de veiligheid. Er is een duidelijke relatie met de geopolitieke ontwikkelingen in die omgeving en met sociale en gezinsproblematiek. Ook blijkt er helemaal niets geregeld te zijn rond tbs.
Kortom, alleen dit al lijkt me genoeg voor deze staatssecretaris. Daarom vragen wij opnieuw concreet om te komen met een deltaplan. Het gaat me niet om de papieren, het gaat me niet om de naam. Het gaat me erom dat er een integrale aanpak komt, aansluitend op de afspraken in het regeerakkoord met daarin onder andere afspraken inzake de wederopbouw voor die eilanden die het betreft, de versterking van de rechtsstaat en de veiligheid in de andere landen binnen het Koninkrijk, het concreet behulpzaam zijn bij het waarborgen van veiligheid voor de bevolking, personeel en gedetineerden, ook met betrekking tot tbs, het uitdrukkelijk aandacht geven aan de versterking van de gezinsstructuur en daarbij ook, zeker in de context van die eilanden niet onbelangrijk, het betrekken van de kerken bij de aanpak van de problemen en dit alles uiteraard naast de blijvende aandacht voor het op orde brengen van de financiën. Mijn vraag is: is de staatssecretaris bereid om zich op deze of vergelijkbare manier in te zetten voor dit deel van het Koninkrijk?
Voorzitter, tot slot. Zeven jaar na de beruchte of bekende 10-10-10 wordt het ook zo langzamerhand tijd om de vraag te stellen of we nu op deze wijze de verhoudingen binnen het Koninkrijk op de beste manier hebben geregeld. In de vorige periode hebben collega's Bosman en Van Raak een voorstel gedaan. Dat is op dit moment nog niet verder bediscussieerd. Maar ik zou de vraag bij de staatssecretaris neer willen leggen: is hij bereid om over de onderlinge verhoudingen opnieuw met de Caribische delen van ons Koninkrijk en met ons als parlement in gesprek te gaan om te kijken of we tot een — laat ik het maar vriendelijk zeggen, met enig eufemisme — optimalisering kunnen komen?
Dank u zeer.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik geef nu het woord aan de heer Kuzu namens DENK.
De heer Kuzu (DENK):
Voorzitter, dank u vriendelijk. Als laatste spreker in de rij wil ik ook graag de nieuwe staatssecretaris van harte feliciteren en hem heel veel wijsheid toewensen. Gezien de uitdagingen van deze tijd zal hij dat hard nodig hebben.
Voorzitter. Ik wil graag beginnen met wat vragen aan de staatssecretaris. Wat gaat deze staatssecretaris anders doen dan zijn voorganger? Hoe kijkt hij naar de verhoudingen tussen de Koninkrijksdelen? Gaat hij, naar de woorden van de oude partijleider van het CDA, een VOC-mentaliteit hanteren of gaat hij te werk vanuit het principe van gelijkwaardigheid? Hoe kijkt hij naar het vertrouwen en het verweesde gevoel van veel Koninkrijksgenoten en de rol die de houding van het kabinet in de afgelopen jaren hierin heeft gespeeld? Graag een antwoord op deze vragen.
Ons Koninkrijk bestaat al ruim 400 jaar uit een Europees deel en een Caribisch deel. Wat begon in de periode van ontdekkingsreizen en slavernij, is tegenwoordig één Koninkrijk. DENK vraagt blijvende aandacht voor deze historische achtergrond, want de Caribische delen van ons Koninkrijk hebben in de lange geschiedenis bijgedragen aan de weelde waarin wij tot op de dag van vandaag leven. En dat ging helaas ten koste van heel veel menselijk leed in de vorm van dwangarbeid en uitbuiting. Ik wil daarom aan de staatssecretaris vragen hoe het nieuwe kabinet het besef over de banden in ons Koninkrijk en de historische context daarvan gaat vergroten. Voor DENK is als gevolg van die historische context vandaag de dag sprake van 1) verantwoordelijkheid en 2) schatplichtigheid: verantwoordelijkheid om alles wat nodig is in te zetten om bij te dragen aan de ontwikkeling en het welzijn van de Caribische delen van het Koninkrijk, en schatplichtigheid om vanuit bewustzijn van de historie royaal te zijn in het bijdragen aan het wel en wee op de eilanden.
Voorzitter. Dat brengt mij bij het tweede punt. In het regeerakkoord kunnen wij lezen: "Het kabinet is bereid extra te investeren in de eilanden, onder de voorwaarde dat goed bestuur en financiële verantwoording op een afdoende niveau is geborgd." Op de investering in de kustwacht na, wat een goede zaak is, kunnen we in deze begroting deze bedragen echter nog nergens zien; ik snap natuurlijk het dilemma dat deze staatssecretaris er pas een paar dagen zit. Ik wil de staatssecretaris daarom vragen: hoeveel is het kabinet bereid om extra te investeren? Twee: op welke termijn? Drie: welke precieze voorwaarden plaatst het kabinet hierbij? Vier: wat is de definitie van goed bestuur? Vijf: wat is goede financiële verantwoording? En zes: hoe gaat het kabinet de eilanden helpen om deze voorwaarden te realiseren? Ik overweeg op dit punt een motie, en daarom zou ik graag meer duidelijkheid van de staatssecretaris willen krijgen.
Voorzitter. Tot spijt van DENK gaan de komende jaren een fiks aantal uitgaven in de begrotingen omlaag, bijvoorbeeld op het gebied van kinderrechten. In 2017 werd hier 1 miljoen voor uitgetrokken. In 2018 gaat dat naar nul. DENK begrijpt dat de middelen uit het amendement-Van Laar/Segers in 2018 wegvallen, maar het is ons een doorn in het oog dat de uitgaven voor kinderrechten wegvallen precies op het moment dat de Kinderombudsvrouw vorig jaar nog aan de bel trok over de kinderrechten in Caribisch Nederland. Graag zou ik daarom van de staatssecretaris willen weten of hij de inzet in 2017 voor kinderrechten in ieder geval in 2018 kan voortzetten. Op dit punt heb ik een amendement voorbereid; ik weet eerlijk gezegd niet of dat al is rondgemaild. Ja, dat is wel het geval, begrijp ik.
Voorzitter. Dan een punt over de bestemming van het geld. In de schriftelijke antwoorden lezen we dat verschillende departementen gaandeweg dit jaar budgetten overmaken naar de begroting van de nieuwe staatssecretaris. De bijdragen van de departementen voor 2018 zijn nog niet zichtbaar. Ik heb hier twee vragen over. Ten eerste: hoeveel geld verwacht de staatssecretaris te krijgen van andere departementen? De tweede vraag is of de substantiële hoeveelheid geld die van tevoren niet wordt opgegeven in de begroting, planmatig bestuur op de eilanden niet bemoeilijkt. De eilanden weten immers niet waar ze aan toe zijn. Graag een reactie.
Voorzitter. Uiteraard gaat het niet alleen om geld. Het gaat ook om bestuurlijke verhoudingen. Op dat gebied ziet DENK graag meer invloed voor Caribisch Nederland. Ik heb hier drie vragen over. Wat is de algemene visie van de staatssecretaris? Hoe zou hij staan tegenover het verlenen van stemrecht aan de Staten van Curaçao, Sint-Maarten en Aruba bij de totstandkoming van rijkswetten? En wat zou hij ervan vinden als we eilandsraden het recht zouden geven om de Rijksvertegenwoordiger voor te dragen en weg te sturen? Graag een reactie.
Voorzitter. Het allerbelangrijkste is natuurlijk de nasleep van de verschrikkelijke orkaan Irma. Deze vreselijke gebeurtenis staat ons allemaal nog op het netvlies gegrift. Voor onze Koninkrijksgenoten was het een traumatische ervaring. De solidariteit die hier in Nederland als gevolg hiervan ontstond, was mooi. In het begin werd er adequaat opgetreden, met bezoeken van de koning en de minister, maar er is nu sprake van stilstand. Ik zou graag aan de staatssecretaris willen vragen of hij een actuele stand kan geven met betrekking tot de gevolgen van Irma. Hoe staat het met het herstel van de infrastructuur? Hoe staat het met het herstel van essentiële voorzieningen? Hoe staat het met de tijdelijke ministeriële commissie die zich buigt over de wederopbouw? En wat is op dit moment de precieze situatie op Sint-Maarten? Is er nou wel of geen akkoord?
Wat betreft DENK zijn wij royaal in onze bijdrage. Als de samenleving binnen no time 13 miljoen euro kan verzamelen, kan de regering dit qua hoeveelheid en snelheid wat ons betreft met gemak overtreffen. Daar roepen wij het kabinet en de nieuwe staatssecretaris graag toe op.
Dank u wel.
De algemene beraadslaging wordt geschorst.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat was de eerste termijn van de zijde van de Kamer. Morgen zullen we dit debat voortzetten. Dan krijgt de staatssecretaris het woord.
U mag hem een hand geven als ik de vergadering echt heb geschorst, mijnheer Van Raak en mijnheer Kuzu, in plaats van daar nu te gaan staan.
De vergadering wordt van 17.39 uur tot 18.38 uur geschorst.
Voorzitter: Rog
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/h-tk-20172018-18-9.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.