8 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Dan is nu de regeling van werkzaamheden aan de orde. Aangezien alle sprekers zich hebben teruggetrokken, stel ik voor het VSO Lokale scheiding fiets en snorfiets van de agenda af te voeren. 

Daartoe wordt besloten. 

De voorzitter:

Op verzoek van de CDA-fractie benoem ik: 

  • -in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Kuik tot lid in de bestaande vacature en het lid Pieter Heerma tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Kuik; 

  • -in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken de leden Van der Molen en Ronnes tot lid in plaats van de leden Bruins Slot en Van Helvert en de leden Bruins Slot en Geurts tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden Amhaouch en Van Toorenburg; 

  • -in de algemene commissie voor Wonen en Rijksdienst het lid Van der Molen tot lid in plaats van het lid Geurts en de leden Geurts en Kuik tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden Van Dam en Von Martels; 

  • -in de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties het lid Amhaouch tot lid in plaats van het lid Bruins Slot en de leden Ronnes en Van der Molen tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden Amhaouch en Van Toorenburg; 

  • -in de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu het lid Amhaouch tot lid in plaats van het lid Van Helvert en de leden Van Helvert en Van der Molen tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden Amhaouch en Ronnes; 

  • -in de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de leden Geluk en Slootweg tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden Amhaouch en Peters; 

  • -in de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport de leden Slootweg en Geluk tot lid in plaats van de leden Peters en Kuik en het lid Van den Berg tot lid in de bestaande vacature en tot plaatsvervangend lid de leden Kuik en Peters in plaats van de leden Von Martels en Van Toorenburg; 

  • -in de vaste commissie voor Financiën het lid Slootweg tot lid in plaats van het lid Bruins Slot en het lid Van Toorenburg tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Agnes Mulder; 

  • -in de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid het lid Omtzigt tot lid in de bestaande vacature en de leden Geluk en Slootweg tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden Omtzigt en Van der Molen; 

  • -in de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken het lid Van Toorenburg tot lid in de bestaande vacature en het lid Bruins Slot tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Agnes Mulder en het lid Kuik tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature; 

  • -in de vaste commissie voor Europese Zaken de leden Van Dam en Van Helvert tot lid in de bestaande vacatures en de leden Slootweg, Bruins Slot en Kuik tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden Van Helvert, Agnes Mulder en Amhaouch; 

  • -in de vaste commissie voor Defensie het lid Omtzigt tot lid in plaats van het lid Amhaouch en het lid Ronnes tot lid in de bestaande vacature en de leden Kuik en Amhaouch tot plaatsvervangend lid in plaats van de leden Omtzigt en Agnes Mulder; 

  • -in de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het lid Kuik tot lid in plaats van het lid Agnes Mulder en het lid Van Helvert tot lid in de bestaande vacature en het lid Agnes Mulder tot plaatsvervangend lid in plaats van het lid Van Helvert en het lid Geurts tot plaatsvervangend lid in de bestaande vacature. 

Op verzoek van de D66-fractie benoem ik: 

  • -in de vaste commissie voor Financiën het lid Sneller tot lid in de bestaande vacature; 

  • -in de commissie voor de Werkwijze het lid Sneller tot lid. 

Op verzoek van de fractie van de ChristenUnie benoem ik: 

  • -in de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie het lid Van der Graaf tot lid in plaats van het lid Segers. 

Ik geef nu het woord aan mevrouw Ouwehand namens de Partij voor de Dieren. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter, dank u wel. In het mondelinge vragenuur bleek zojuist dat de regering wel erkent dat er hiaten zitten in de modellen die worden gebruikt om de veiligheid van bestrijdingsmiddelen te beoordelen, maar dat er in de tussentijd vooruitgeschoven wordt en nieuw onderzoek wordt afgewacht. Ik kan me voorstellen dat het nieuwe kabinet zich nog even moet inwerken, maar wat doen we in de tussentijd? Hoe lossen we die hiaten op? Het verdient wel een beter en breder debat. Daarom vraag ik hierover graag een debat aan met de minister voor Medische Zorg en de minister van Landbouw. Ik kan me voorstellen dat we het combineren en een meerderheidsdebat maken van het al eerder aangevraagde dertigledendebat over de uitfasering van glyfosaat, zodat we een hoofdlijnendebat voeren over de vraag hoe we omgaan met die bestrijdingsmiddelen, over de hiaten en de noodzaak om uit te faseren, zoals ik al noemde. 

De heer Futselaar (SP):

Voorzitter. Het mondelinge vragenuur stemde ook mij niet vrolijk. De minister heeft toegezegd om ons een tijdpad vanuit Europa te sturen, maar ik vind gewoon dat wij moeten kunnen vragen om een standpunt van het kabinet op de vraag wanneer er uitsluitsel zou moeten zijn. Ik herhaal mijn verzoek om een brief van het kabinet hierover. Ik steun graag de suggestie om het te koppelen aan het glyfosaatdebat. Ik ben niet bereid om een apart debat te steunen als er niet eerst een brief is, want ik wil weten wat het kabinet hiervan vindt. 

Mevrouw Lodders (VVD):

Voorzitter. Het gaat hier over gewasbeschermingsmiddelen. Dat is toch even een nuancering. Ik steun het debat niet. Volgens mij zijn er ook al schriftelijke vragen gesteld. Die zou ik graag eerst beantwoord willen zien. Anders steun voor de brief waarnaar de heer Futselaar verwijst. 

De heer De Groot (D66):

Ook de fractie van D66 heeft hierover een schriftelijke vraag gesteld. Ze is bovendien voor nu tevreden met de twee toezeggingen van de minister, om met een tijdpad te komen en om de consumenteninformatie te verbeteren. Dank u wel. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, ook wat mijn fractie betreft zijn de vragen in het vragenuurtje voldoende beantwoord. Er zijn inderdaad nog schriftelijke vragen gesteld. Het is uiteraard prima als die worden beantwoord. Een brief is ook goed, maar geen steun voor een apart debat. 

De heer Öztürk (DENK):

Voorzitter, de minister heeft in het vragenuurtje de samenleving niet gerustgesteld, misschien de coalitie wel maar de rest van de samenleving blijkbaar niet. Ik denk dat het goed is als we hierover een debat voeren. Het kan wat mij betreft ook een hoofdlijnendebat zijn. 

De heer Geurts (CDA):

Voorzitter, ik zeg tegen de fractie van DENK: lees even de website van het Ctgb. Misschien is hij na het lezen daarvan ook gerustgesteld. Geen steun voor het debat. 

De heer Grashoff (GroenLinks):

Voorzitter, na het lezen van de website van het Ctgb ben ik meestal juist nog wat bezorgder. Ik vind de beantwoording door de minister buitengewoon mager. Ik vind dus dat we er absoluut over moeten spreken. Ik vind het niet handig om een nieuw debat toe te voegen aan de bij elkaar al 40 aangevraagde debatten, want dan zijn we, denk ik, in mei volgend jaar aan de beurt. Ik ben voor het voorstel van mevrouw Ouwehand om het samen te voegen met het debat over het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat. Dus geen apart debat. En uiteraard wil ik daaraan voorafgaand de brief en de beantwoording van de vragen. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter, wij wachten eerst de beantwoording van de vragen af. Wij steunen de lijn van de minister. Wij hebben nog heel veel momenten waarop wij dit soort dingen aan de orde kunnen stellen, onder andere heel snel al bij de begroting. Geen steun dus. 

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter, wij waren erg teleurgesteld over de beantwoording van de vragen, over het feit dat een cocktail niet serieus wordt genomen. Wat ons betreft is dat reden om een brief te vragen en juist ook een debat te voeren. Wij vinden het een goed idee om de debatten samen te voegen. 

Mevrouw Agema (PVV):

Steun, voorzitter. Ik denk dat het goed is om dit samen te voegen, maar ik zou het jammer vinden als het dan op korte termijn al wordt ingepland, omdat we toch nog wel heel veel vragen hebben uitstaan. Misschien is dit wel een net zo groot probleem als het eierschandaal, maar dat kan ik nog niet beoordelen. Ik vind dat er daarom nog te weinig informatie is om het op korte termijn in te plannen. 

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Voorzitter, namens mijn fractie wil ik graag steun toezeggen aan het voorstel. Maar dan wel: eerst alle vragen beantwoorden, een brief en het koppelen aan een al ingezet debat. Want hoe minder debatten, hoe dieper we op de materie in kunnen gaan. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Zo is dat. 

De voorzitter:

Precies. Mevrouw Ouwehand, u kunt ook tellen, hè? 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja, maar ik ben niet helemaal zeker of ik nou 30 leden heb staan voor het debat. 

De voorzitter:

Het moet een beetje rustig zijn in de zaal, want het is bijna niet te verstaan. Meneer Omtzigt, welkom. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik weet niet heel zeker of ik 30 leden heb staan voor het debat. 

De voorzitter:

Ja. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Oké. Dan laat ik dat graag staan, want dan heb ik volgende keer, als ik opnieuw een voorstel doe om het samen te voegen, iets meer spierballen. 

De voorzitter:

En u kunt het dus ook toevoegen aan een bestaand debat; niet dat het uitgebreid wordt, maar het onderwerp kan daarbij betrokken worden. Zo heb ik het begrepen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Met zo'n voorstel — dat beloof ik u — kom ik later nog eens terug. Maar als er twee dertigledendebatten staan, dan heb ik iets meer leverage, zoals dat lelijk heet. Dank u wel. 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Agema namens de PVV. Oh, de heer De Groot. 

De heer De Groot (D66):

Even voor de orde. Was de PVV nou voor het debat of voor samenvoeging van het debat? Dat was mij niet helemaal duidelijk. 

De voorzitter:

Voor samenvoeging, zo heb ik begrepen. Mevrouw Agema? 

Mevrouw Agema (PVV):

Voor samenvoeging, voorzitter. 

De heer De Groot (D66):

Ja, voor samenvoeging, maar dat was het voorstel niet. 

Mevrouw Agema (PVV):

Weet u wat? Dan steun ik mevrouw Ouwehand voor een apart debat. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Geweldig! Dank u wel. En dan probeer ik het later nog samen te voegen. 

De voorzitter:

Voor de samenvoeging was ook geen meerderheid. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Dat gaat makkelijker als er twee staan. 

De voorzitter:

Maar er waren wel 37 leden die het verzoek hebben gesteund. 

De heer Futselaar (SP):

Was er wel een meerderheid voor een aparte brief? Dat wou ik graag nog even weten. 

De voorzitter:

Dat sowieso. Even voor de helderheid: een brief heeft geen meerderheid nodig. Dat kan gewoon. Een individueel lid kan daarom vragen. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja, daar hebben wij om verzocht. Dank u wel. 

De voorzitter:

Vraag het aan de heer Omtzigt, die weet er alles van. 

Mevrouw Agema namens de PVV. 

Mevrouw Agema (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Ik wist niet dat, wanneer iemand overlijdt in het ziekenhuis, die persoon binnen drie uur het ziekenhuis uit moet zijn en dat ziekenhuizen dus contracten sluiten met mortuaria. Die mortuaria hebben dan weer commerciële contracten met uitvaartorganisaties. Als nabestaande kun je vervolgens dus eigenlijk niet meer kiezen met welke uitvaartondernemer je in zee zou willen gaan. Misschien had je wel heel goede ervaringen met iemand die een eerdere geliefde begeleid heeft. Ik ben daar ontzettend van geschrokken. Ik denk ook niet dat deze situatie langer moet voortbestaan. Daarom zou ik graag een debat willen aanvragen met de minister voor Medische Zorg. 

De voorzitter:

Helder. Ik kijk wat Kamerleden daarvan vinden. Mevrouw Van den Berg namens het CDA. 

Mevrouw Van den Berg (CDA):

Zoals Kassa ook al in de uitzending meldde, hebben wij al vragen gesteld. Wij zouden heel graag een brief willen hebben met een goede uitleg van de wet- en regelgeving waar ziekenhuizen zich aan moeten houden en hoe de nabestaanden geïnformeerd moeten worden. Maar we hebben geen behoefte aan een debat. 

Mevrouw Dijksma (PvdA):

Ja, voorzitter, in het kader van de goede samenwerking steun ik mevrouw Agema. 

De heer Öztürk (DENK):

Ik wens de PvdA dan heel veel succes met de PVV. De verrechtsing van de PvdA is ook al op gang. 

De voorzitter:

Ach, kom op. Dit is de regeling. 

De heer Öztürk (DENK):

Ja, twee keer samenwerken mag wel. 

Mevrouw Agema (PVV):

Nou, u heeft wel altijd goed samengewerkt. 

De heer Öztürk (DENK):

Ooit. Ooit. De vrije keuze voor nabestaanden is heel belangrijk voor ons. Laten we daar een debat over voeren. 

De voorzitter:

Dus u steunt het verzoek van de PVV? 

De heer Öztürk (DENK):

Nee, ik steun het onderwerp inhoudelijk. 

De voorzitter:

Nee, mijnheer Öztürk. Steunt u het debat of niet? 

De heer Öztürk (DENK):

Mevrouw Arib, u heeft heel goed gehoord wat ik heb gezegd. 

De voorzitter:

Dus u steunt het debat? 

De heer Öztürk (DENK):

U hoeft er ook geen spelletje van te maken als voorzitter … 

Ik heb gezegd dat het gaat om de vrije keuze van de nabestaanden en daarom steunen wij het debat. 

De voorzitter:

Het debat. Dank u wel. 

Mevrouw Pia Dijkstra. 

Mevrouw Pia Dijkstra (D66):

Zucht, voorzitter. Ik zou ook graag een brief hierover krijgen. Er zijn vragen over gesteld en ik wil het antwoord op die vragen afwachten. Op dit moment geen steun voor een debat. Ik denk dat dit ook heel goed bij andere overleggen aan de orde kan worden gesteld. 

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Voorzitter, ook mijn fractie wil graag een brief hebben van het kabinet. Laten wij die dan betrekken bij een algemeen overleg, want wij krijgen nu de periode van de begrotingsbehandelingen en wij zullen het debat dus niet op korte termijn kunnen inplannen. Morgen is er een procedurevergadering; laten wij dan bekijken waar wij het bij kunnen betrekken. 

De heer Van Raak (SP):

Dit soort praktijken kan niet. Daarom van harte steun voor een debat. 

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Voorzitter, voor ons was het ook een verrassing en wij vinden ook dat dit niet kan. Dus wat ons betreft steun voor dit debat. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter, het moet zonder meer duidelijk zijn dat nabestaanden zelf moeten kunnen kiezen. Dus van harte steun voor die brief. Wij wachten nog even met steun voor een debat, maar mocht uit de brief blijken dat aanvullend debat nodig is ten opzichte van andere debatten die wij hebben, dan mag mevrouw Agema terugkomen en zullen wij het steunen. 

De heer Arno Rutte (VVD):

Ik sluit me graag aan bij de woorden van mevrouw Van den Berg. Geen steun voor een debat, wel voor een brief. 

Mevrouw Ellemeet (GroenLinks):

Het is belangrijk om hier snel opheldering over te krijgen. Vandaar steun voor een brief. Wij wachten ook op het antwoord op de vragen. Ik steun ook het voorstel van mevrouw Dik om dit snel in een AO mee te nemen, omdat ik verwacht dat wij het dan eerder kunnen bespreken. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Een terecht verzoek. Het is voor nabestaanden al erg genoeg. Steun voor het verzoek van de PVV. 

De voorzitter:

Wie maakt nu dat geluid in de zaal? Het is heel storend. Kom hier met die telefoon, die neem ik in beslag. Nee, het kwam uit deze hoek vandaan. Mijnheer Verhoeven? 

De heer Verhoeven (D66):

U moet niet alles geloven wat ze over mij zeggen. 

De voorzitter:

Mevrouw Agema, u heeft geen meerderheid maar wel 50 leden die uw verzoek steunen. 

Mevrouw Agema (PVV):

Ik zou willen vragen of de brief binnen twee weken naar de Kamer kan komen, voorzitter. Iedereen heeft wel aangegeven dat dit een praktijk is die eigenlijk de hele Kamer niet wil. 

De voorzitter:

Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Volgens mij had ik dat ook bij het verzoek van mevrouw Ouwehand moeten doen: het stenografisch verslag doorsturen. Dat doe ik bij dezen. 

Dan geef ik nu het woord aan mevrouw Van den Hul namens de PvdA. 

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Hartelijk dank, voorzitter. 

De voorzitter:

Voordat ik u het woord geef, moet ik even iets checken. Mevrouw Agema? 

Mevrouw Agema (PVV):

Heel graag, voorzitter. 

De voorzitter:

Het was onduidelijk, maar het wordt dus een dertigledendebat. Ik voeg dit verzoek toe aan de lijst van dertigledendebatten. 

Mevrouw Van den Hul. 

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

Dank, voorzitter. Elk kind verdient het beste onderwijs en het beste onderwijs heeft de beste en de meest gelukkige docenten nodig. Mochten wij daar nog aan twijfelen, dan hebben de acties van PO in actie de laatste tijd ons daar allen zeer helder op gewezen. Ik wil graag een debat aanvragen met de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs naar aanleiding van zijn interview in het AD van afgelopen weekend, 4 november, waarin hij vertelde in gesprek te zijn geweest met PO in actie en dat hij deze week nogmaals met hen in gesprek zal gaan. Tegelijkertijd gaf hij daarin aan geen extra geld te kunnen vrijmaken. Met het oog op de begrotingsbehandeling die pas over een maand is, zou ik daarom toch dat debat op korte termijn willen laten inplannen, ook gezien de druk die er is gelet op berichten over andere bezuinigingen. 

De voorzitter:

Ik zie de heer Kwint naar de interruptiemicrofoon lopen. 

De heer Kwint (SP):

Dank u wel, voorzitter. Van harte steun namens de SP. Wij kunnen niet wachten tot het onderwijs weer een dag plat ligt om te horen wat dit kabinet van plan is. Voorlopig belooft dat niet al te veel goeds. Laten wij dus in ieder geval voordat wij de begroting gaan bespreken, hierover debatteren. 

De heer Öztürk (DENK):

Alle steun vanuit DENK. 

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter. Het is goed dat de minister meteen met PO in actie is gaan praten. Dat is belangrijk. Het is een grote en sterke beweging. Er gaat veel extra geld naar het onderwijs in de komende regeerperiode. We komen vast heel snel met de minister te praten, maar ik heb geen behoefte aan een apart debat hierover. 

De heer Rog (CDA):

Voorzitter. Ik ben blij dat de nieuwe minister meteen in gesprek gaat met leraren. Dat doet hij goed. Ik denk dat dit bij uitstek een thema is dat wij gaan behandelen bij de begrotingsbehandeling van OCW, dus geen steun. 

De heer Van Meenen (D66):

Ik sluit mij aan bij de heer Rog. 

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):

Er is nog steeds flink wat onrust in het onderwijs, ook omdat er eerst behoorlijk wat verhalen waren dat er veel werd geïnvesteerd, onder andere om werkdruk tegen te gaan, maar dat blijkt toch redelijk tegen te vallen, omdat er op andere plekken wordt bezuinigd. Het lijkt ons inderdaad goed om er snel met de minister over in debat te gaan en niet nog een maand te wachten. 

De heer Beertema (PVV):

Voorzitter, de coalitiepartijen zijn opvallend eensgezind, merk ik. De SGP zal zich daar ongetwijfeld bij aansluiten, maar we hebben hier wel te maken met een potentieel enorm probleem, dus ik wilde dit toch graag steunen. 

Mevrouw Becker (VVD):

Geen steun namens de VVD voor een debat. We hebben de gelegenheid bij de begrotingsbehandeling om het hele verhaal en de vele investeringen in het onderwijs met de minister te bespreken. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter, ik moet de verwachtingen van de heer Beertema waar zien te maken. Er zijn nog vele overleggen met de minister op dit punt. Ik denk dat de minister juist even de ruimte nodig heeft om te overleggen met het veld, dus wij wachten dat af. 

De voorzitter:

Geen steun. Mevrouw Van Brenk, namens 50PLUS? 

Mevrouw Van Brenk (50PLUS):

Steun voor het verzoek. Volgens mij heeft dit wel enige urgentie. 

De voorzitter:

U staat met allerlei gebaren naar mij te zwaaien. Wat wilt u zeggen, mijnheer Kwint? 

De heer Kwint (SP):

Dat heeft precies het beoogde doel. Dank u wel, dat u mij nog even het woord geeft. Ik wilde een dringend verzoek doen aan de coalitiepartijen, om de simpele reden dat we er wel tijdens de begroting over kunnen praten, maar er zijn acties aangekondigd vanuit PO in actie. De partijen zeggen dat we nog genoeg tijd hebben om daarover van gedachten te wisselen, maar dat is pas na de acties. Ik zou toch een vriendelijk verzoek willen doen om dit eerder te bespreken. Laten we kijken of we al eerder iets kunnen doen. 

De voorzitter:

U heeft gevochten als een leeuw. Dank u wel. 

Mevrouw Van den Hul (PvdA):

De heer Kwint haalt mij de woorden uit de mond. Dat was inderdaad de reden voor mijn aanvraag. Ik tel wel genoeg steun voor een dertigledendebat. Gezien de grote urgentie en de onrust wil ik dat toch graag laten agenderen. 

De voorzitter:

Dan zal ik dit debat toevoegen aan de dertigledendebattenlijst. 

Het woord is aan de heer Van der Lee, namens GroenLinks. 

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Dank u wel, voorzitter. Opnieuw voelt iedere belastingbetaler zich zwaar bekocht. De Paradise Papers veroorzaken grote verontwaardiging over de schaamteloze belastingontwijking en -ontduiking door de superrijken en de grote multinationals. Onder druk kwam het vorige kabinet na het verschijnen van de Panama Papers met extra beleid. Ik wil graag een debat met de staatssecretaris van Financiën over de vraag of hij na deze nieuwe onthullingen met aanvullend beleid gaat komen, en zo ja, met welk beleid. Bovendien wil ik voorafgaand aan het debat een brief. In die brief wil ik ook uitleg over de ondeugdelijke belastingafspraak tussen de Nederlandse fiscus en P&G. Tevens wil ik weten of hij alle rulings nu gaat onderzoeken op soortgelijke fouten en of hij bereid is om de zeer omstreden cv/bv-constructie per 1 januari te verbieden in plaats van over vele jaren, in 2020. Dank u wel, voorzitter. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, steun voor een debat over dit onderwerp. Ik kijk nog wel even naar op welke wijze we dit zouden willen doen. Er komt een debat over de parlementaire mini-enquête rond de Panama Papers. Er komt ook een verzoek van mevrouw Leijten. Ik heb de voorkeur voor één, wat groter debat. De vragen waren zeer relevant. Het zou mijn voorkeur hebben om een aantal vragen hieraan toe te voegen, dus om een schriftelijke inventarisatie te houden via de commissie en om het dan over een aantal weken te agenderen. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter, het gedrag van multinationals en de rijken der aarde die, geholpen door belastingadviseurs en belastingdiensten, zo min mogelijk of geen belasting betalen, moet echt gestopt worden. Daarom is het goed dat de Paradise Papers er nu zijn. Daar moeten we zeker over spreken. Ik vind alleen het gedrag van onze Belastingdienst en hoe die de rode loper uitrolt voor multinationals en hen helpt om gebruik te maken van dit soort constructies, iets om apart te bespreken, omdat we er al vaker over hebben gesproken en er ook nog heel veel aparte informatie aankomt. Ik wil dus graag een debat. Ik denk dat we moeten bekijken hoe we dit kunnen samenvoegen met de lessen van de mini-enquête, maar het lijkt me goed om een apart debat te voeren over wat de Belastingdienst adviseert aan die bedrijven of over wat hij toestaat. 

De voorzitter:

Dat is een nieuw voorstel. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter, dat is mijn voorstel zo meteen in de regeling. 

De voorzitter:

Oké, dan is het misschien goed om dit straks te doen, anders is het niet te overzien. Dan ga ik naar de heer Azarkan. 

De heer Azarkan (DENK):

Voorzitter, dank. Ik had het niet gedacht, maar ik sluit me toch aan bij de woorden van collega Omtzigt. Dat betekent wel samenvoegen, in tegenstelling tot wat mevrouw Leijten net zei. Het is namelijk wel wrang om te constateren dat wij hier vorige week bij de Algemene Politieke Beschouwingen twee dagen hebben gesproken. Toen hebben we ongeveer 100 miljoen kunnen aanpassen. Het kabinet heeft wat zachte toezeggingen gedaan. Eigenlijk was één telefoontje naar een ambtenaar voldoende om 169 miljoen vrijstelling te krijgen. Ik vind dat echt schandalig en dat verdient ook een debat. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Wat mij betreft steun voor het debat, maar ik pleit er ook voor om het debat samen te voegen met het debat dat mevrouw Leijten straks nog gaat aanvragen en met het debat naar aanleiding van de enquête over de Panama Papers. 

De heer Bruins (ChristenUnie):

Voorzitter, steun. Het is een heel belangrijk onderwerp. Ik ben wel voor een samenvoeging, want die kan ook juist haast brengen. Dan kunnen we het snel op de agenda zetten. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter, ik sluit me aan bij het voorstel van collega Omtzigt en mevrouw De Vries, dus om alles te combineren, met een schriftelijke voorbereiding. 

De heer Nijboer (PvdA):

Steun voor de brief en voor het debat. Ik vind het ernstig dat de pers wel te woord is gestaan over een fout bij de Belastingdienst, maar dat de Kamer op dit moment nog niet is geïnformeerd. Ik wil dus vandaag nog een brief van de staatssecretaris over hoe deze afspraak tussen de Belastingdienst en de onderneming tot stand is gekomen, terwijl die niet volgens de regels is en de Kamer er keer op keer om heeft gevraagd. Dat klopt niet, voorzitter, en daar wil ik vandaag nog een brief van de staatssecretaris over. 

De voorzitter:

De heer Van Aalst, namens de PVV. 

De heer Edgar Mulder (PVV):

Edgar Mulder, voorzitter. 

De voorzitter:

Sorry, de heer Mulder. 

De heer Edgar Mulder (PVV):

Dat maakt niet uit. Het is namens de PVV; daar gaat het om. Voorzitter. Iedereen moet belasting betalen. Het is daarom onaanvaardbaar dat er voor de superrijken, de elite, andere regels gelden dan voor de gewone burger. We steunen dus een uitgebreide brief en daarna een debat. 

De voorzitter:

Dank u wel. Excuses nogmaals voor de naam. Mevrouw Ouwehand, namens de Partij voor de Dieren. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Het is een goed punt van de heer Nijboer. We moeten ook weten of de Kamer wel goed geïnformeerd is. Als die brief vandaag komt, kunnen de zaken ineens heel anders liggen. We wachten die brief dus af en we steunen dat verzoek. Ook steun voor het verzoek van GroenLinks. Wat ons betreft worden de debatten gecombineerd, dus ook met het debat dat mevrouw Leijten zo gaat aanvragen, maar wel onder de voorwaarde dat er voldoende spreektijd is. Als dat niet lukt, steunen we natuurlijk mevrouw Leijten bij haar verzoek. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Voorzitter. Ook steun. Dan kunnen we met het kabinet praten over hoe het Nederland minder aantrekkelijk gaat maken als doorvoerland. Ik steun overigens ook het verzoek om een brief dat de heer Nijboer heeft toegevoegd. Het is een heel pijnlijke zaak. Ik vind het altijd goed als men er eerlijk over is dat er iets is misgegaan, maar ook dan moet de Kamer worden geïnformeerd. Dus ook steun voor dat verzoek. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter, volgens mij kan ik alles steunen wat ondertussen voorbij gekomen is: het debat, de samenvoeging, voldoende spreektijden en de brief. 

De voorzitter:

Mijnheer Van der Lee, u heeft brede, grote steun voor uw verzoek om samenvoeging. 

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Mag ik twee opmerkingen maken? 

De voorzitter:

Natuurlijk mag dat. 

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik wil inderdaad graag snel een brief, ook vanwege de reden die de heer Nijboer gaf. Ik wil nog één andere opmerking maken, ook als lid van de parlementaire ondervragingscommissie Fiscale constructies. Ik onderschrijf volledig het belang dat we een goed debat hebben over de bevindingen van die commissie. Tegelijkertijd is die commissie met een wat gemankeerde opdracht op pad gestuurd. Juist op het vraagstuk van de omgang met multinationals en de rulingpraktijk heeft de commissie vrij weinig kunnen doen. Dat wilde de meerderheid van de Kamer. Als we nu in meerderheid besluiten om deze debatten samen te voegen — waar ik mee kan leven — moet dat wel nadrukkelijk gemarkeerd worden als een aparte kwestie en vertaald worden in extra spreektijd. Anders zullen we opnieuw op dit terrein niet de voortgang boeken die nodig is. 

De voorzitter:

Ik kijk even hoeveel spreektijd er ongeveer voor uitgetrokken was. Ja, ik zal daarop terugkomen. 

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Fijn. Dank u wel. 

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Leijten namens de SP. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voozitter. Tijdens het debat net over het verzoek van Van der Lee is eigenljk al besloten over mijn verzoek, maar ik wilde graag een apart verzoek doen over de afgegeven ruling. Ten eerste omdat het inderdaad geen onderdeel was van het onderzoek van de parlementaire enquêtecommissie en dus ook de conclusies inzake de Panama Papers en het daarmee ook niet per definitie in het verlengde ligt van de Paradise Papers. Ten tweede omdat wij hier eind mei, begin juni een goed debat over hebben gevoerd, waarin ons door de staatssecretaris is gezegd dat er nooit dingen zijn gebeurd die niet kunnen. 

De voorzitter:

Oké, en u wilt een debat. 

Mevrouw Leijten (SP):

U heeft de krant gelezen, dit kan niet … 

De voorzitter:

Ik lees altijd de krant. 

Mevrouw Leijten (SP):

Ja, dit kan niet. Dus daarom wil ik daarover een apart debat voeren, juist omdat de Kamer de regering achter de vodden zit met het goed omgaan met het maken van dit soort afspraken en ik mij serieus afvraag of we dit soort afspraken nog wel moeten maken als onduidelijk is waar überhaupt de grens ligt. Als we het gaan samenvoegen, vind ik dat allemaal prima, want dan hebben we het in een keer over alles. Er is zo-even al besloten over een brief en over voldoende spreektijd. Maar mijn aparte aanvraag lag wel daarin. We hebben hier gehoord van Wiebes, nu minister op een ander departement, dat het allemaal goed was. Nou, ik hoop maar dat hij op het klimaatbeleid een beetje eerlijker is dan dat hij hier is geweest. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, ik kom zo meteen met een aanvraag voor een specifieke brief, maar ik wil expliciet de vraag van de heer Nijboer steunen en die heeft ook hierop betrekking. Wellicht kan de regering deze brief over wat er gebeurd is, zo veel mogelijk open sturen, maar kan zij ook in een vertrouwelijk stuk aan de Kamer toelichten hoe het in deze specifieke casus gelopen is. We hebben eerder over een specifieke ruling specifieke informatie gehad. Dat kan hierbij ook. Het kan niet zo zijn dat de hele wereld er openbaar kennis van kan nemen en wij niet weten wat er gebeurt. Ten tweede wil ik de heer Nijboer erin steunen dat het netjes was hoe minister Dekker de Kamer proactief heeft geïnformeerd afgelopen zaterdagmorgen. Ik hoop dan ook dat, gelet op wat de Belastingdienst toen te horen kreeg, er spontaan vanuit de regering een brief hierover aan de Kamer kan worden gestuurd. 

De voorzitter:

Ik ga gewoon het rijtje af. Mevrouw Aukje de Vries namens de VVD. 

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Ik heb bij de vorige aanvraag al aangegeven dat wij het graag willen combineren en dat het goed is om hierover in ieder geval te praten. Ik denk ook dat het goed is dat we daar een uitgebreide vragenronde via de commissie over afspreken. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Dat geldt ook voor D66. Het verzoek van de heer Nijboer had ik al eerder omarmd. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Voorzitter, steun ervoor, zoals collega Omtzigt het verwoordde, dat we ook deze casus voor een deel openbaar en voor een deel vertrouwelijk, net als in het eerdere geval, gaan onderzoeken. 

De heer Azarkan (DENK):

Ik sluit mij aan bij de voorgaande sprekers. Zo niet, dan steun ik het voorstel voor een debat. 

De heer Edgar Mulder (PVV):

Voorzitter, steun voor de heer Omtzigt. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter, ik steun het voorstel van de heer Omtzigt deels. Ik wil geen vertrouwelijke stukken. Het moet een keer klaar zijn met het verdoezelen en het geheimhouden van dit gedrag. Ik bedoel: als het hier niet kan en het wel in de krant staat, dan moeten we het gewoon openbaar hebben. Wat is dat nou weer voor half verzoek om het dan maar vertrouwelijk te krijgen? Ik wil gewoon weten wat er is gebeurd. En als het een foutje is geweest, dan moet er een diepe buiging komen, evenals excuses en de garantie dat het nooit weer gebeurt. Maar ik zit niet te wachten op vertrouwelijke informatie, hoezeer ik de informatievraag van de heer Omtzigt ook steun, want anders had ik er niet een debat over aangevraagd, en hoezeer dit ook in het verlengde ligt van het debat dat we hierover in het voorjaar hebben gehad en wat ons toen allemaal beloofd is. Ik wil niet iets vertrouwelijk krijgen. Gooi het maar gewoon openbaar. 

De voorzitter:

Helder, duidelijk. Ik ga eerst naar mevrouw Ouwehand want die is nog niet geweest en daarna naar de heer Nijboer. 

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja, voorzitter, die aarzeling voelde ik ook. Ik steun eigenlijk de lijn van de SP wel. Gelet op het feit dat ons is bezworen dat er geen fouten zijn gemaakt, kan het eigenlijk niet anders dan dat je dat in de openbaarheid controleert. Dat is onze positie als Kamer. Dus die brief moet er vandaag komen. We zullen zien wat daarin staat en dan is de situatie misschien weer anders. Onze voorkeur gaat uit naar samenvoegen, maar in de tussentijd steun ik mevrouw Leijten met haar debat omdat die samenvoeging op een later moment nog besproken kan worden. 

De heer Nijboer (PvdA):

Hier wreekt zich precies het probleem. De pers heeft meer informatie dan de Kamer. We hebben hier keer op keer om gevraagd. Ik ben het met mevrouw Leijten eens dat wij in de openbaarheid in een Kamerbriefje uitleg van de staatssecretaris willen vandaag. 

De voorzitter:

Mijnheer Van Rooijen, volgens mij heeft u gezegd wat u van het verzoek vond. 

De heer Van Rooijen (50PLUS):

Ja, voorzitter, maar de discussie gaat nu over helemaal openbaar of zo veel mogelijk openbaar. Ik zou me willen aansluiten bij zo veel mogelijk openbaar, maar als dat niet kan omdat het vertrouwelijk moet zijn, zou ik toch de combi willen hebben: zo veel mogelijk openbaar, maar als daar een stuk vertrouwelijkheid bij hoort, analoog aan het voorbeeld uit het verleden waar Omtzigt over sprak, zou ik dat zo willen doen. 

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik wil graag krachtig ondersteunen dat ik ook vind dat dit openbaar moet. In andere gevallen wil de staatssecretaris niet eens erkennen dat er een ruling is; dat gaat hem al te ver. Nu ligt er een complete ruling, met gebreken, op straat. Het kan niet anders dan dat hij daar ook in het openbaar verantwoording over aflegt. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

Voorzitter, net als mevrouw Leijten heb ik een heel erge hekel aan vertrouwelijke stukken, want daar kun je niet zo veel mee. Als het strikt noodzakelijk is, dan moet het maar, maar dan zou ik in die brief van de staatssecretaris ook graag toegelicht willen zien waarom dat zo is. Want het bekende artikel over de informatieplicht … 

De voorzitter:

Artikel 68. 

De heer Dijkgraaf (SGP):

… geeft aan dat die afweging gemaakt mag worden, maar dan moet er wel echt een maatschappelijk belang in het geding zijn. Als er dan een stukje vertrouwelijk is, dan moet dat maar, maar ik heb er een hekel aan. 

De voorzitter:

Het is duidelijk, mevrouw Leijten. 

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter, als er iets vertrouwelijks komt, ga ik het niet inzien. Het ligt namelijk al op straat. Nu moet maar gewoon duidelijk worden hoe het is gegaan. Ik snap best, hoor, dat je soms een opening moet laten voor vertrouwelijkheid, maar als we de rode loper daarvoor uitleggen, is dat volgens mij het verkeerde signaal. 

De voorzitter:

Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

De heer Omtzigt, namens het CDA. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Misschien ten overvloede: ik heb een redelijke hekel aan vertrouwelijke stukken, maar ik ken het verschuilen achter de AWR, de Algemene wet inzake rijksbelastingen, en het artikel die het de regering verbieden om bepaalde stukken openbaar te behandelen. De reden waarom ik dat net vroeg, is dat we in dit geval echt alles willen weten. Ik wijs de Kamer erop dat we volgens het Reglement van Orde de mogelijkheid hebben om de regering vertrouwelijk te horen. Dus bereidt u zich er maar op voor, voorzitter, dat het op dit onderwerp zal gebeuren — als wij het niet doen, gaan anderen het wel doen — dat de Kamer een vertrouwelijk debat gaat voeren. Dat hebben we hier nooit gedaan, maar als de regering zich gaat verbergen, dan zal dat het einde van deze discussie worden. 

Voorzitter. Ik heb een andere vraag over precies hetzelfde thema. Het is ernstig dat een handtekening ontbreekt. Zoals collega Azarkan zei: wij kunnen hier twee dagen debatteren over dit bedrag en één ambtenaar mag, als het om zo'n bedrag gaat, een handtekening zetten. Bovendien is de handtekening die ontbrak, precies de handtekening van het team dat al die rulings moet verzamelen en in een database moet stoppen. De Belastingdienst slaagt er feilloos in om van ons, al die 16 miljoen Nederlanders, alle gegevens, inclusief onze parkeergegevens, via nummerherkenning, in een centrale database te hebben, maar voor die paar duizend rulings kost dat al jaren en die zitten nog steeds niet in die database. Ik word daar wat argwanend van, want de rulings worden niet uitgewisseld en … 

De voorzitter:

Dit is een regeling van werkzaamheden, hè? 

De heer Omtzigt (CDA):

Ja. Daarom wil ik een brief voor morgen, bij de Algemene Financiële Beschouwingen, waarin staat welke rulings er nu in de database zitten en welke rulings nog niet en wat er de afgelopen twee jaar gedaan is om al die rulings in die database te krijgen. 

De voorzitter:

Dank. 

De heer Omtzigt (CDA):

Want als die er niet in zitten, kan de Algemene Rekenkamer namens ons in z'n geheel niet controleren of die rulings voldoen aan het beleid dat wij hier afspreken. 

De voorzitter:

Dank u wel. Ik ga geen rondje houden, meneer Van Rooijen en anderen. Dat is niet nodig. Ik stel voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

De heer Van der Lee (GroenLinks):

Ik wil graag toch nog één aanvullend verzoek hierop doen. De Nederlandse overheid is gehouden aan de plicht om informatie over deze rulings uit te wisselen. Daarvoor is dat register ook zo belangrijk. Ik wil dan ook een update hebben van hoe het staat met de uitwisseling. 

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter, dat is een zeer terechte aanvulling van de heer Van der Lee. Uitwisseling geschiedt zowel in EU-verband als in OECD-verband. Zij hebben beide een verschillende definitie van "ruling". Hoe verzin je het, zou u zeggen, voorzitter, maar hier kan het. Voor beide zou ik graag een update krijgen: hoeveel van de rulings zijn er uitgewisseld? 

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, een aanvullende vraag? 

Mevrouw Leijten (SP):

Ja, voorzitter. Steun voor het verzoek, maar ik heb hier onlangs ook een uitgebreide serie schriftelijke vragen over gesteld. De antwoorden laten zich kenmerken door kluitje en riet. En daar sturen we de Tweede Kamer in. En zo'n brief willen we morgenochtend niet hebben. 

De heer Van Weyenberg (D66):

Ik zou in de brief dan ook graag zien hoe vaak er gesproken is over rulings die uiteindelijk niet in het register zijn beland, omdat ze niet zijn vastgesteld. En ik zou graag willen horen hoe het nu zit met de adviescommissie over rulings, want daarvan heeft de Kamer gezegd dat er ook een onafhankelijk persoon in zou moeten komen. Ik wil graag weten of dat gelukt is. 

De voorzitter:

Dank u wel. Dan stel ik voor het stenogram van dit deel van de vergadering door te geleiden naar het kabinet. 

Het woord is aan mevrouw Karabulut. 

Mevrouw Karabulut (SP):

Voorzitter, ik wil graag een vooraankondiging doen van een VAO EU-Defensieraad. Dat moet nog deze week ingepland worden, inclusief stemmingen. 

De voorzitter:

Daar zullen we bij de planning rekening mee houden. Dank u wel. 

Daarmee zijn we aan het eind gekomen van de regeling van werkzaamheden. 

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst. 

Naar boven