14 Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:

Ik benoem in de parlementaire enquêtecommissie Fyra het lid Elias in de bestaande vacature.

Op verzoek van een aantal leden stel ik voor, enkele door hen ingediende moties opnieuw aan te houden. Dit betekent dat de in artikel 69, tweede lid, van het Reglement van Orde genoemde termijn van twee maanden voor de volgende moties opnieuw gaat lopen: 29754, nr. 284; 30196, nr. 271.

Ik stel voor, toe te voegen aan de agenda:

  • -het VAO Betalingsverkeer naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 26 maart, met als eerste spreker de heer Merkies van de SP;

  • -het VAO Armoede- en schuldenbeleid naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 25 maart, met als eerste spreker mevrouw Karabulut van de SP;

  • -het VAO Dataretentie en privacy naar aanleiding van een algemeen overleg gehouden op 25 maart, met als eerste spreker mevrouw Van Tongeren van GroenLinks.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Van Klaveren van de Groep Bontes/Van Klaveren.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Voorzitter. Afgelopen vrijdag werden we geconfronteerd met een van de grootste stroomstoringen uit de geschiedenis. Meer dan een half miljoen huishoudens in Noord-Holland en Flevoland zaten zonder stroom. Ook verkeerslichten, het spoor, luchthaven Schiphol en ziekenhuizen werden getroffen. Dit toont de kwetsbaarheid van onze vitale infrastructuur en heeft een heleboel vragen opgeroepen. Mijn fractie wil daarom graag een brief van het kabinet en een debat met de minister van Economische Zaken.

De voorzitter:

U verzoekt om een brief en om steun voor het voeren van een debat over de grote stroomstoring in Noord-Holland van vorige week.

De heer Smaling (SP):

Ik had het onderwerp aangemeld voor mondelinge vragen, maar helaas. Het is goed dat de heer Van Klaveren hier staat om dit aan te vragen; van harte steun. In die brief zou ik in ieder geval willen lezen hoe de schade geregeld is, want die is heel groot en er staat niets over in de brief die al is gestuurd.

De voorzitter:

U steunt het debatverzoek dus.

De heer Bosman (VVD):

Er is al een brief gekomen van de minister. Zo meteen hebben we een procedurevergadering van de vaste commissie voor Economische Zaken. Daarbij kunnen we bespreken hoe we zaken in het vervolg willen doen. Op dit moment steun ik een debatverzoek niet, want de brief was voor mij helder.

Mevrouw Klever (PVV):

We hebben volgende week een AO Energie. Volgens mij is dat de snelste manier om dit te bespreken. Ik steun het verzoek om de brief, dat zeker, maar niet het verzoek om een debat.

De heer Verhoeven (D66):

Er is een brief gestuurd die we kunnen agenderen bij het AO Energie. Dat zou de voorkeur van D66 hebben.

De voorzitter:

Uw fractie steunt het debatverzoek dus niet.

De heer Jan Vos (PvdA):

De Partij van de Arbeid onthoudt zich van steun voor het verzoek.

Mevrouw Agnes Mulder (CDA):

Mijn fractie steunt het verzoek om een brief, maar laten we het inderdaad behandelen bij het AO Energie.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Een brief is prima. Daarin moet met name worden ingezoomd op de veiligheidsaspecten. Mijn fractie wil er verder geen apart debat over voeren; dat kan bij het AO Energie.

Mevrouw Van Tongeren (GroenLinks):

Hetzelfde: steun voor een brief en het verder behandelen bij het AO Energie.

De voorzitter:

Mijnheer Van Klaveren, u hebt niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat omdat er volgende week al een AO is waarbij het onderwerp betrokken kan worden. Er schijnt al een brief te zijn, maar er is behoefte aan aanvullende informatie, met name over de veiligheidssituatie en over de onkostenvergoeding. Ik stel voor, het stenogram van dit gedeelte van de vergadering door te geleiden naar het kabinet.

Daartoe wordt besloten.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Yes.

De voorzitter:

Ik geef het woord aan de heer Nijboer van de Partij van de Arbeid.

De heer Nijboer (PvdA):

Mevrouw de voorzitter. Er is onrust ontstaan over de positie van ABN AMRO; over het beloningsbeleid — een moreel onverantwoord besluit is afgelopen weekend gelukkig teruggedraaid — over integriteit — is die genoeg geborgd? — over kwesties in Dubai en over kwesties in Rusland. De PvdA-fractie wil daarover een debat aanvragen met de minister van Financiën, voorafgegaan door een schriftelijk overleg, want ik denk dat meerdere fracties Kamervragen hebben over al deze thema's. Het lijkt me goed om die te stellen, daarop een antwoord te krijgen van de minister en dan zo snel mogelijk een debat te voeren over deze kwesties. Want het vertrouwen van medewerkers en de samenleving in de bank moet worden herwonnen en staat nu op het spel.

De voorzitter:

Dus zo snel mogelijk een debat, maar niet voordat de brief met de antwoorden beschikbaar is.

De heer Nijboer (PvdA):

Zo is het.

De heer Koolmees (D66):

Steun voor het debat en ook voor het verzoek om antwoord te krijgen op alle vragen die zijn gesteld. Ik wil daar iets aan toevoegen. Vandaag zien we dat er weer een soort gepingpong bezig is tussen ABN AMRO aan de ene kant en de minister van Financiën aan de andere kant over hoe het is gegaan. Dat is die discussie over de beloning. Ik wil graag ook een helder antwoord van de minister van Financiën op de vraag hoe dit nu is gegaan en wat hij heeft ingebracht in deze discussie.

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun voor het verzoek. Vandaag bekeken we de voorpagina van NRC Handelsblad. Ook daaruit werd duidelijk dat er nu inderdaad echt gepingpongd wordt tussen ABN en de minister. Er wordt eigenlijk een beetje met de zwartepiet geschoven. Ik heb wel behoefte aan een feitenrelaas, aan een tijdlijn waaruit blijkt wanneer er contact is geweest over deze bonus. Ik wil dat graag ruim voordat het debat begint ontvangen zodat we dat goed kunnen bestuderen.

De voorzitter:

Ik zeg nu alvast dat ik de commissiegriffier ga laten inventariseren welke vragen er allemaal leven. U kunt die vraag daar dan ook aan toevoegen, mijnheer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Het was niet zozeer een aparte vraag. Ik wil echt een apart feitenrelaas.

De voorzitter:

Dat snap ik.

De heer Klaver (GroenLinks):

Wat mij betreft moet dat er nog naast deze schriftelijke ronde komen.

De voorzitter:

Steun voor het debat.

Mevrouw Aukje de Vries (VVD):

Volgens de VVD is het ook belangrijk dat er duidelijkheid komt. Het gaat om miljarden euro's belastinggeld. Wat ons betreft dus ook graag een debat en voorafgaand daaraan een schriftelijk overleg. Naar onze mening moet dat debat dan wel uiterlijk volgende week plaatsvinden.

De heer Omtzigt (CDA):

Steun voor een debat en steun voor uw voorstel om daarvoor een schriftelijk overleg te voeren. We moeten via de commissie nog even bekijken of we de voor aankomende vrijdag geplande inbreng voor het schriftelijk overleg inzake Dubai wellicht daaraan toevoegen en dus naar voren halen. Wat ons betreft, hoeft het debat niet volgende week plaats te vinden. Dat kan ook daarna. We krijgen graag grondige antwoorden over hetgeen gebeurd is, inclusief het verslag van de aandeelhoudersvergadering, en dan kunnen we daarna het debat voeren.

De heer Tony van Dijck (PVV):

Ook wat de PVV betreft wordt er zo snel mogelijk een debat gevoerd en wordt het schriftelijk overleg van aanstaande vrijdag naar voren gehaald zodat we de antwoorden snel kunnen krijgen.

De heer Merkies (SP):

Elke dag komt er weer nieuwe rotzooi naar buiten. Dat gebeurt elke keer niet officieel, maar via uitgelekte stukken. Dat moet echt stoppen. Daar willen wij ook absolute helderheid over voordat het debat begint. Ik wil ook weten of de heer Dijsselbloem de bonussen alleen juridisch verdedigt of ook moreel.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Steun voor het verzoek.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Volgens mij is het voor iedereen van belang dat hierover zo snel mogelijk duidelijkheid komt. Dus steun voor de schriftelijke ronde met antwoorden en daarna snel een debat.

De voorzitter:

Mijnheer Nijboer, u hebt brede steun voor het debat, pas in te plannen na ommekomst van het schriftelijk overleg. Ik zal de griffier vragen om dat schriftelijk overleg te organiseren. Ik stel voor dat u met elkaar hetzij in een schriftelijk overleg hetzij in een procedurevergadering afspreekt of dingen in elkaar geschoven kunnen worden of niet; ik wil daar nu verder in deze regeling niet over discussiëren, want dat weet u zelf het beste en dat kunt u zelf ook het beste regelen. Dus ik zal de griffier vragen om indien nodig een extra procedurevergadering te plannen en om het anders via een schriftelijke procedure te doen. Daarna zal ik het debat inplannen, waarbij een spreektijd van vier minuten per fractie geldt.

De heer Nijboer (PvdA):

Ik steun het "versnelde" verzoek van de heren Omtzigt en Van Dijck. Ik denk dat we daar als commissie goed uitkomen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet en ik zal de griffier vragen een en ander in werking te zetten.

Het woord is aan de heer Krol van 50PLUS.

De heer Krol (50PLUS):

Mevrouw de voorzitter. Dit weekend bracht de NOS een bericht dat ons helaas niet verraste. Veel mensen verdwalen in het nieuwe zorglandschap. Instanties verwijzen naar elkaar. Medewerkers zijn slecht geïnformeerd. Mensen worden van het kastje naar de muur gestuurd. De stroom papierwerk neemt toe. De cliëntenondersteuning komt niet van de grond. Huisartsen zeggen zelf dat ze er last van hebben. Daarom wil 50PLUS een brief van en een debat met de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het is van het grootste belang dat iedereen die zorg en ondersteuning nodig heeft, erop kan rekenen dat het systeem zo snel mogelijk wél op orde komt.

De voorzitter:

Dit is een verzoek om steun voor een debat over mensen die verdwalen in het nieuwe zorgstelsel.

Mevrouw Leijten (SP):

Er is een systeem van ontmoedigingszorg geïntroduceerd. Daar hebben we veel over gedebatteerd. Er zijn ook veel nieuwsberichten over. Er zijn meerdere debatten over aangevraagd door GroenLinks, mevrouw Keijzer van het CDA en mijzelf. Mijn voorstel zou zijn om die debatten samen te voegen en te spreken over de toegang tot de zorg. Wat mij betreft is er geen brief nodig, maar kunnen we dat debat volgende week steunen. Ik pleit voor een breed debat, waarbij alle aanvragen en alle nieuwsberichten worden betrokken. Laten we dat volgende week houden.

De voorzitter:

Maar het verzoek dat voorligt, is om een debat te houden. Ik snap wat u wilt en ik wil best wel daarvoor gaan lopen, maar dat kan ik niet hier, want er zijn allerlei verschillende aanvragers die daarover gaan. Ik wil dus graag proberen om dat te organiseren. Het voorliggende verzoek is het verzoek van de heer Krol. Steunt u voorlopig het verzoek in het kader van mensen die verdwalen in het zorgstelsel?

Mevrouw Leijten (SP):

Er worden hier heel veel debatten afgehouden door de meerderheid van de VVD en de Partij van de Arbeid, met als argument dat we over drie eeuwen een keer gaan debatteren in een algemeen overleg. Ik heb vorige week al aangegeven dat ik een hoofdlijnendebat zou willen, maar dat ik tot die tijd iedere aanvraag zal steunen.

De voorzitter:

Oké.

Mevrouw Gerbrands (PVV):

Steun voor het verzoek van de heer Krol en ook voor de aanvulling van mevrouw Leijten.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook GroenLinks is voor zo'n breed debat, maar dat hebben we al gepland op 22 april. Dat is dus over drie weken. Daarom ben ik ervoor dat dit onderwerp daarbij betrokken wordt. Dan kunnen we over drie weken al hierover debatteren.

De voorzitter:

Dat betekent dat u het verzoek niet steunt?

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ik steun nu niet het verzoek, omdat we over drie weken al over dit onderwerp kunnen debatteren.

De heer Otwin van Dijk (PvdA):

Die toegenomen bureaucratie en onzekerheid is natuurlijk gekkigheid. We wilden het minder ingewikkeld maken en niet ingewikkelder. Wat dat betreft steun ik datgene wat de heer Krol hierover opmerkt. Ik zou dan ook graag een brief willen van de staatssecretaris waarin hij niet alleen een beschrijving van de stand van zaken geeft, maar ook duidelijk maakt wat hij eraan gaat doen. Ik sluit mij wel aan bij hetgeen mevrouw Voortman erover zegt. Over drie weken hebben wij een algemeen overleg gepland. Het lijkt mij het snelste als we het daarin onderbrengen. Ik steun dus wel het verzoek om een brief, maar ik steun niet het verzoek om een apart debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik kan aansluiten bij woorden van de laatste spreker: het zijn inderdaad zorgelijke signalen. Wij willen daar heel graag over spreken, maar we hebben eind april, 22 april, een debat afgesproken; dus over drie weken. Ik had het ook graag veel eerder gevoerd, wat mij betreft volgende week, maar die afspraak konden we helaas niet met elkaar maken. Daarom wel steun voor de brief, prima, maar een debat op 22 april.

Mevrouw Keijzer (CDA):

Het is een beetje zuur om het te constateren, maar tijdens de behandeling van de Wmo is dit al door de CDA-fractie gezegd. Er zijn ook nog wijzigingsvoorstellen gedaan om de procedure wat eenvoudiger te maken. Helaas zijn die weggestemd door de meerderheid van de Kamer. Nu zitten de mensen met de gebakken peren; dus het CDA steunt van harte dit voorstel.

Mevrouw Bergkamp (D66):

D66 vindt het ook belangrijk om het snel te hebben over bureaucratie in de zorg. Ik sluit mij aan bij de opmerking die gemaakt is door de fractie van GroenLinks, dat we het er het snelst over kunnen hebben in het AO dat gepland staat voor april.

De heer Potters (VVD):

Het is een belangrijk onderwerp. Steun voor de brief. 30 april staat al gepland, dus laten we het dan doen.

De voorzitter:

Ik meen de anderen "22 april" te hebben horen zeggen.

De heer Potters (VVD):

22 april: nog sneller, nog beter.

De voorzitter:

22 april of 30 april. Misschien wel allebei.

De heer Krol (50PLUS):

22 april, geloof ik.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Je zou kunnen zeggen "wat een zwartkijker", maar ik voorspel zomaar dat na dat AO de problemen niet zijn opgelost. Ik steun dus het verzoek van de heer Krol om een debat.

De heer Van der Staaij (SGP):

Het is goed dat we spreken over dit onderwerp, opdat mensen niet verdwalen in de regels en weten waar zij terechtkunnen. Maar een doolhof aan debatten helpt ook niet, dus laten we het debat dat eind april over dit onderwerp gepland is, daarvoor gebruiken.

De voorzitter:

Mijnheer Krol, u hebt niet de steun van de meerderheid van de Kamer voor het houden van een debat. Er is wel brede steun voor uw verzoek om een brief. Mijn verzoek aan het kabinet zal zijn om die brief te sturen voor het algemeen overleg op 22 april.

De heer Krol (50PLUS):

Er is ook voldoende steun voor een dertigledendebat.

De voorzitter:

Dat is waar. Ik zal het dertigledendebat toevoegen aan de lijst en het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Bij dat debat geldt een spreektijd van drie minuten per fractie.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Voortman van GroenLinks.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Voorzitter. Afgelopen zaterdag bood de NRC een ontluisterend kijkje achter de schermen van de AIVD: loonsverhoging voor de top, een vertragende werkwijze en kritische medewerkers die de mond wordt gesnoerd. Wanneer het over de AIVD gaat, wordt vaak snel verwezen naar de modus operandi om vooral maar te verhoeden dat de Kamer het erover heeft. Hier gaat dat argument echter zeker niet op. Wel is belangrijk dat onze AIVD'ers ook intern zo efficiënt en transparant mogelijk kunnen werken. Daarom vraag ik een debat aan met de minister van Binnenlandse Zaken, voorafgegaan door een brief.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Er is kennelijk toch wel iets aan de hand bij de AIVD. Daarover zou mijn fractie best wel een debat willen voeren, maar er staat nu aangekondigd dat het debat gaat over management en personeelsbeleid. Daar hik ik tegen aan, want de Kamer gaat daar niet over. Als mevrouw Voortman dit debat breder wil aanvliegen, steun ik het verzoek, maar dan wil ik ook wel eerst een brief ontvangen van de minister.

De voorzitter:

En wat is dan het onderwerp volgens u?

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Bijvoorbeeld de perikelen bij de AIVD. Het wordt nu echter verengd tot personeelsbeleid en daar gaan wij niet over.

De voorzitter:

Ik zie en hoor dat mevrouw Voortman het daarmee eens is: de perikelen bij de AIVD.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat is een terechte aanpassing. Dank u wel.

De voorzitter:

Dan is het onderwerp geworden: de perikelen bij de AIVD.

De heer Recourt (PvdA):

Een brief kan ik altijd steunen. Het probleem van debatteren in het openbaar over geheime diensten is dat je dan heel weinig hoort. Wij weten nooit waar de commissie-stiekem over vergadert. Ik kan mevrouw Voortman wel de suggestie doen om met haar lijsttrekker te praten. Dan kun je het echt over de inhoud hebben.

De voorzitter:

Geen steun dus voor het debat, wel voor de brief.

De heer Recourt (PvdA):

Geen steun voor het debat.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Wel steun voor het debat. We hebben binnenkort een debat over de veiligheidsdiensten. Het lijkt mij vervelend als zaken door elkaar gaan lopen. Laten we hier dus een serieus, zelfstandig debat voeren over de problematiek bij onze zó belangrijke veiligheidsdienst.

De voorzitter:

Steun dus voor het debat.

De heer Van Nispen (SP):

De SP vindt ook dat hier snel opheldering over moet komen, dus uiteraard steun voor een brief. Wij willen er ook graag over debatteren, maar dat mag wat ons betreft ook bij het debat over de investeringen in de veiligheidsketen of tijdens een algemeen overleg over de AIVD. Het is net wat eerder gepland is.

De voorzitter:

Maar er ligt nu een verzoek om het houden van een debat over de perikelen bij de AIVD. Steunt u dat?

De heer Van Nispen (SP):

Dan hebben we er een derde debat over. De SP wil erover debatteren, maar steunt het verzoek om een brief en betrekt die brief liever bij een gepland debat.

De voorzitter:

U steunt het aparte verzoek nu dus niet.

De heer Bontes (Groep Bontes/Van Klaveren):

Dit kan de staatsveiligheid raken en het is dus zeer belangrijk. Daarom steun voor een breed debat.

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun voor een brief en steun voor een debat. Het is een belangrijk onderwerp. Het gaat om het personeelsbeleid van de veiligheidsdiensten. Daarover kunnen we wel debatteren, dus steun voor beide verzoeken.

De heer Pechtold (D66):

Ik heb een punt van orde. De heer Recourt zei tegen mevrouw Voortman: daar gaat de commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten over en dan kunt u met uw fractievoorzitter praten. Dat kan de heer Recourt gewoon niet zeggen ...

De voorzitter:

Dit wordt een debat binnen een debat.

De heer Pechtold (D66):

Ik vind dat u in uw rol de positie van mevrouw Voortman moet verdedigen. De PvdA kan niet zeggen: ga met je fractievoorzitter praten. Als ervaringsdeskundige zeg ik dat de fractievoorzitter daar niet met het andere Kamerlid over kan praten. Het is dan ook geen argument om te zeggen dat je niet in dit debat kunt meegaan.

De heer Recourt (PvdA):

Ik heb natuurlijk niet gesuggereerd dat de fractievoorzitter en de woordvoerder spreken over wat er inhoudelijk in de commissie-stiekem wordt besproken, want dat weten we niet. Je kunt wel tegen je fractievoorzitter zeggen: we hebben een probleem, u zit in de commissie-stiekem. Dat is mijn suggestie.

De voorzitter:

U handhaaft dat u geen steun geeft aan het verzoek.

Mevrouw Tellegen (VVD):

Steun voor de brief, geen steun vooralsnog voor een debat. Een andere suggestie kan nog zijn dat we het bespreken in een vertrouwelijke sessie in de commissie voor BZK. Ik zoek ook naar een manier.

De voorzitter:

Dat kunt u in de procedurevergadering bespreken.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Steun voor de brief en steun voor een debat. Ik denk dat we over personeelszaken het debat openlijk hier in de Kamer kunnen voeren en dus niet stiekem.

De heer Bosma (PVV):

Steun en steun.

De voorzitter:

Mevrouw Voortman, u hebt niet de steun van een meerderheid van de Kamer voor een debat, wel voor een brief.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Dat klopt, voorzitter, dus ik neem aan dat het verzoek door u zal worden doorgeleid. Aan hetgeen de heer Pechtold net zei in de richting van de heer Recourt, wil ik nog toevoegen dat het nu niet gaat over de modus operandi. We moeten juist ervoor waken dat we alles wegstoppen in die commissie-stiekem. Het gaat om problemen die publiekelijk bekend zijn geworden. Ik denk dat dat debat gewoon gevoerd had kunnen worden, maar ik zal nu op zoek gaan naar een nieuwe vorm om dit alsnog aan de orde te stellen.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Ik geef het woord aan de heer Klaver.

De heer Klaver (GroenLinks):

Voorzitter. SOMO heeft wederom een goed onderzoeksrapport uitgebracht waarover NRC berichtte en ook de NOS gisteren. Daaruit blijkt dat een Canadees bedrijf, Eldorado, een goudmijn in Griekenland heeft opgekocht en een brievenbusfirma op de Zuidas heeft en dat Griekenland vele miljoenen aan belastinginkomsten misloopt. En dat terwijl de trojka nu zegt dat de plannen van de Griekse regering eigenlijk niet stevig genoeg zijn en dat het schort aan de belastinginning. Ik wil graag een debat, voorafgegaan door een brief, met de staatssecretaris en de minister van Financiën.

De voorzitter:

En dat debat gaat dan over belastingontwijking in Griekenland via Nederland?

De heer Klaver (GroenLinks):

Yes!

De heer Merkies (SP):

Ik steun uiteraard het debat. Ik had er ook mondelinge vragen over aangemeld. Ik zou ook graag willen dat de minister in die brief ingaat op alle voorstellen die SOMO al heeft gedaan in het rapport.

De heer Koolmees (D66):

Steun voor het verzoek en ook voor de brief. Ik geef in overweging om dit onderwerp te betrekken bij het volgende AO Ecofin, want dat gaat sneller. Het gaan dan waarschijnlijk toch over Griekenland, maar dat laat ik aan de indiener.

De heer Omtzigt (CDA):

Steun voor het informatieverzoek. Ik deel de mening van de heer Koolmees dat dit ook goed kan worden behandeld in een algemeen overleg, dat we eventueel met een uur kunnen verlengen, in plaats van in een plenaire vergadering.

De voorzitter:

Desondanks dus steun voor het verzoek.

De heer Groot (PvdA):

Wij hebben pas nog gedebatteerd naar aanleiding van het rapport van de Rekenkamer. Het lijkt mij niet productief om over elk incident weer een apart debat te voeren. Het lijkt mij veel productiever om in een uitgebreid AO te bekijken waar we staan in het internationale wetgevingstraject en wat Nederland zelf nog kan doen. Wij steunen het verzoek om een brief, want dan horen we hoe het zit met de informatie-uitwisseling tussen Nederland en Griekenland. Ik stel voor om hier meer ten fundamentele een debat te voeren, om te beginnen in een uitgebreid AO.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Geen steun voor een debat, wel voor een brief. Die brief wil ik dan wel iets algemener zien: hoe gaat de informatie-uitwisseling?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Steun voor het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Klaver, mijn conclusie is dat u niet de steun van de meerderheid hebt voor het voeren van een apart debat hierover, maar dat er wel behoefte is aan informatie in een brief. Daar hebt u brede steun voor. Er zijn diverse gelegenheden aangekondigd waarbij de brief eventueel besproken zou kunnen worden.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik kijk uit naar het fundamentele debat waar de heer Groot het over had. Dat debat wil ik op ieder moment graag voeren. De brief zou ik graag ontvangen voor de eerstvolgende Ecofin-Raad.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren. Zij heeft twee verzoeken

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Voorzitter. Als het voortdurend stinkt in je leefomgeving, is dat niet alleen vervelend; je wordt daar ook ziek van. Dat hebben het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg en het IRAS van de Universiteit Utrecht nu ook geconcludeerd. Mensen die in de buurt van megastallen wonen, hebben vaker gezondheidsklachten. Het RIVM concludeerde al dat mensen die last hebben van COPD, in de buurt van megastallen ernstigere klachten hebben aan hun luchtwegen. De Partij voor de Dieren wil daarom over deze zorgwekkende conclusies een debat voeren met de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van VWS.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat in aanwezigheid van de staatssecretaris van EZ en de minister van Volksgezondheid over wonen in de buurt van stinkende megastallen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja, megastallen stinken.

De heer Geurts (CDA):

Geen steun. Er loopt een groot gezondheidsonderzoek in de provincie Noord-Brabant. Laten we de uitkomsten daarvan afwachten.

Mevrouw Lodders (VVD):

De heer Geurts haalt mij de woorden uit mijn mond; dus geen steun voor het debat. Er loopt het een en ander. Laten we dat eerst maar eens afwachten.

De heer Graus (PVV):

Geen steun. Alles wat mevrouw Ouwehand heeft gezegd, is waar, maar wij hebben al jaren geleden ingebracht dat het zo is. De staatssecretaris heeft gezegd dat zij dit allemaal meeneemt. Het is allemaal al gezegd en gedaan. Een debat is dus niet nodig.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik ben bijna overtuigd door de heer Graus, maar omdat ik het nog niet helemaal zeker weet, steun ik het verzoek van mevrouw Ouwehand toch. Het gaat hier echt om de gezondheid van mensen. Het onderzoek toont dat wederom aan. Het formele antwoord is dat we wachten totdat alle onderzoeken zijn afgerond, maar de gezondheid van mensen heeft hieronder te lijden. Laten we hier dus snel over spreken en vooral snel actie ondernemen.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Van harte steun voor dit verzoek. Natuurlijk loopt er nog een onderzoek, maar tegen de tijd dat dit debat op de rol staat, zal dat waarschijnlijk zijn afgerond. Het is belangrijk om heel serieus om te gaan met die gezondheidsaspecten. Dus steun.

De heer Van Dekken (PvdA):

Volgens mij staat er al een debat over megastallen op de agenda. Het is een belangrijk onderzoek. Ook de resultaten zijn belangrijk. Er lopen inderdaad nog onderzoeken. Wij hebben vanochtend of aan het begin van de middag ook nog schriftelijke vragen gesteld. Wij zouden graag een brief krijgen waarin die vragen worden beantwoord, maar op dit moment geven we geen steun voor een debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ook de ChristenUnie neemt de gezondheid van bewoners zeer serieus. Daarom is het goed dat daar onderzoek naar wordt gedaan. Wij willen dat onderzoek graag afwachten. We zullen het debat nu niet steunen.

De heer Van Gerven (SP):

Ik kom uit Brabant. Ik weet al 40 jaar dat het onderzoek dat nu gedaan is, klopt. Het is dus eigenlijk oud nieuws, maar het is toch wel belangrijk nieuws. Ik zou willen voorstellen om een reactie van de staatssecretaris te vragen op dat onderzoek en om die reactie te betrekken bij het megastallendebat, dat toch al gepland staat. Ik denk dat dat het meest efficiënt is, want anders staat het debat helemaal achteraan in de rij. Volgens mij kan dat megastallendebat snel plaatsvinden.

De voorzitter:

Mevrouw Ouwehand, u hebt niet de steun van de Kamer voor het houden van een plenair debat. Er is uiteraard wel behoefte aan beantwoording van de vragen die al gesteld zijn en eventueel aan een brief met een nadere uitleg.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja, ook ik kan het veld overzien. Er is op dit moment geen behoefte aan een debat, maar ik dank u in elk geval voor de mogelijkheid om dat aan te vragen. Wij zullen andere manieren zoeken om toch een moratorium op de bouw van megastallen en mestvergisters voor elkaar te krijgen zolang de gezondheid van mensen gevaar loopt.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Uw tweede verzoek, mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja, ik heb een tweede verzoek. Door de Tweede Kamer aangenomen moties moeten worden uitgevoerd, tenzij het kabinet heldere, duidelijke en niet te weerleggen redenen heeft om dat niet te doen. Er zijn zeven moties aangenomen met het verzoek om gevaarlijk landbouwgif van de markt te halen en de staatssecretaris van Economische Zaken blijft zeggen dat zij het niet gaat doen of het maar halfslachtig gaat doen. De Partij voor de Dieren heeft haar een juridische analyse gepresenteerd waarin de mogelijkheden worden verkend om de moties wel volledig uit te voeren. Daarop hebben wij een reactie gekregen waarin de staatssecretaris halsstarrig blijft en zegt: ik beweeg niet. Omdat het gaat om het niet uitvoeren van aangenomen moties, lijkt het me goed als we hier in de plenaire zaal een debat voeren met de staatssecretaris van Economische Zaken en de staatssecretaris van I en M, die samen met haar verantwoordelijk is voor de aangenomen moties.

De voorzitter:

Het verzoek is steun voor het houden van een debat over het van de markt halen van gevaarlijk landbouwgif.

De heer Graus (PVV):

Dit raakt de volksgezondheid en het dierenwelzijn, dus uiteraard steun van de PVV.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Het niet uitvoeren van moties vraagt zeker om uitleg. Dit is een bijzonder belangrijk debat, ook weer met het oog op de volksgezondheid. Steun van van D66.

Mevrouw Lodders (VVD):

Volgens mij zei mevrouw Ouwehand het zelf al: er is door het kabinet verschillende keren gereageerd op de ingediende moties. Geen steun voor het debat.

De heer Geurts (CDA):

Geen steun voor het debat. De onderbouwing heeft mevrouw Lodders net duidelijk gegeven. Die ga ik niet herhalen.

De heer Klaver (GroenLinks):

Steun voor het verzoek.

De heer Van Gerven (SP):

Vorige week is er een meerderheidsdebat geaccordeerd inzake Roundup. Dat gaat over landbouwgif. Ik wil voorstellen om de punten die mevrouw Ouwehand terecht aanhaalt — het niet uitvoeren van moties is gewoon niet acceptabel — daarbij te betrekken en het debat eventueel te verlengen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Mag ik daarop reageren, voorzitter?

De voorzitter:

Nee, nog even niet. We maken even het rijtje af. Als het de eerste reactie is, kan dat. Als het in een rij is, kan het niet.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Geen steun voor het oorspronkelijke voorstel van mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Volgens mij is er een uitgebreide brief verschenen van het kabinet, waarin voldoende informatie wordt gegeven. Ik begrijp de worsteling van mevrouw Ouwehand, maar ik vind het niet nodig om dat nog een keer plenair met elkaar te bespreken.

De voorzitter:

Vorige week is inderdaad met brede steun aan mij gevraagd om het debat over Roundup zo snel mogelijk in te plannen. Dat ga ik ook doen. Ik heb toegezegd dat ik dat zal doen. Ik hoor dat er een mogelijkheid is om dit punt daarbij te betrekken. Dat zou ik u adviseren, mevrouw Ouwehand. U hebt namelijk niet de steun van de Kamer om hier plenair over te spreken.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het enige probleem is dat dat debat geagendeerd is met de minister van VWS en de staatssecretaris van I en M, als ik het uit mijn hoofd zeg. Voor deze moties is echt de staatssecretaris van Economische Zaken de hoofdverantwoordelijke, dus dan zouden we een debat moeten voeren met drie bewindspersonen. Dat vind ik op zichzelf niet erg, maar daar zou ik dan wel graag steun voor krijgen van de Kamer. We moeten immers straks niet weer met kabinetsleden zitten die naar elkaar verwijzen, waardoor we halve antwoorden krijgen.

De voorzitter:

Er is een nieuw verzoek, namelijk om uitbreiding van het reeds aangevraagde en snel in te plannen debat over Roundup met de staatssecretaris van Economische Zaken.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja, en met extra spreektijd.

De voorzitter:

En daarvoor dan ook extra spreektijd te krijgen.

Mevrouw Lodders (VVD):

Geen steun. Ik herhaal nog een keer mijn standpunt. Er is uitgebreid gereageerd door het kabinet over de reden waarom deze moties niet zijn uitgevoerd. Ik heb dat overigens door meerdere fracties naar voren horen brengen. Dus geen steun voor het aanvullende verzoek. Mevrouw Ouwehand kan het er niet mee eens zijn, maar we hebben ongetwijfeld binnenkort weer een algemeen overleg over gewasbeschermingsmiddelen waarin zij nog een keer haar standpunt naar voren kan brengen. Om daar een plenair debat over te voeren, lijkt me echter niet relevant.

De heer Graus (PVV):

Ik vind wel dat mevrouw Ouwehand steun moet krijgen om ook de staatssecretaris van EZ hierbij te betrekken, want zij is degene die hierover gaat.

De heer Van Gerven (SP):

Mijn voorstel zou zijn om dan de minister van Volksgezondheid verlof te geven — dan kan ze weer ander nuttig werk doen, bijvoorbeeld regelen dat plastische chirurgie weer in het pakket komt — en de staatssecretarissen van EZ en I en M te vragen. Dan denk ik dat het voorstel dat mevrouw Ouwehand doet, wel kan worden gevolgd.

De voorzitter:

Dat kunnen we niet allemaal zo tijdens deze regeling van werkzaamheden beslissen. Vorige week heeft de Kamer namelijk verzocht om dit debat met de minister van Volksgezondheid te houden. Dat verzoek werd toen gesteund door een meerderheid van de Kamer; dus op die beslissing ga ik niet zomaar weer terugkomen. Er is nu verzocht om uitbreiding. De woordvoerder van in ieder geval één fractie heeft gezegd niet te willen uitbreiden. Een andere woordvoerder wilde het wel. Ik registreer het zo dat de SP-fractie het ook wil. Zo vat ik het op.

De heer Geurts (CDA):

Ik steun het verzoek niet. Laten we dit gewoon bij het AO betrekken.

Mevrouw Van Veldhoven (D66):

Steun. Uiteraard gaat het kabinet zelf over de afvaardiging. Drie bewindslieden bij dit overleg is misschien wat veel. Daarom kan ik de suggestie van de heer Van Gerven volgen. Het kabinet gaat er echter uiteindelijk zelf over. Het is in ieder geval belangrijk dat de staatssecretaris van Economische Zaken hierbij aanwezig is.

De voorzitter:

Uiteraard gaat het kabinet hierover, maar ik hecht er toch aan om erbij op te merken dat een meerderheid van de Kamer vorige week heeft gezegd dat zij een debat wil voeren met de minister van Volksgezondheid en de staatssecretaris van I en M. Dat heeft toen een meerderheid van de Kamer gezegd. Ik bekijk of nu een Kamermeerderheid wil dat de afvaardiging wordt uitgebreid. Tot nu toe zie ik nog niet dat die meerderheid er is.

De heer Klaver (GroenLinks):

Ik zou niet aan het besluit van vorige week willen morrelen, maar volgens mij is er nu een meerderheid voor om dit onderwerp bij dat debat te voegen. Volgens mij zegt mevrouw Ouwehand terecht dat er nog een andere bewindspersoon bij hoort als dit onderwerp bij dat debat wordt gevoegd. Volgens mij geldt hierbij: als je a zegt, moet je ook b zeggen. Als je zegt dat we dit onderwerp moeten toevoegen aan dat debat, dan moet je ook zeggen dat de staatssecretaris van Economische Zaken daarbij aanwezig moet zijn. Haar zullen we dan ook moeten uitnodigen voor dat debat. Volgens mij is dat heel redelijk.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Ik vind de aanwezigheid van drie bewindspersonen bij dat debat wel erg veel, moet ik eerlijk zeggen. Ik zou mij daarom heel goed kunnen voorstellen dat de minister van VWS verlof krijgt en we dit debat met een bewindspersoon van EZ en een bewindspersoon van I en M voeren. Maar ik begrijp wel dat u dit nu niet via de regeling van werkzaamheden kunt bepalen, voorzitter.

De voorzitter:

Nee. Ik wil voorstellen dat de leden van de commissie bekijken of zij hier tijdens een procedurevergadering met elkaar uit kunnen komen. Dan hoor ik dat wel. Ik kan dat hier nu niet concluderen en ik ga nu ook niet iedereen vier keer naar de microfoon laten komen om iets te zeggen over het uitnodigen van een bewindspersoon. Het is ingewikkeld om het daar neer te leggen. Mijn voorstel is dat de commissie hiervoor even bij elkaar komt en dat de woordvoerders met elkaar proberen eruit te komen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ja, voorzitter. Dank u wel. Maar voor het geval we daar niet uitkomen: ik heb als ik goed heb geteld, wel de steun van 30 leden voor het verzoek dat ik aanvankelijk deed. Ik vraag u daarom, een dertigledendebat hierover te noteren. Als we het op een andere manier oplossen, hoort u dat van mij en kunnen we dat dertigledendebat weer intrekken.

De voorzitter:

Ik zal dat debat toevoegen aan de lijst van dertigledendebatten, met een spreektijd van drie minuten per fractie.

Het woord is aan mevrouw Leijten van de SP. Zij heeft twee verzoeken.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. In de late zomer van 2013 heeft zich in Tuitjenhorn een casus afgespeeld waarover we in het najaar van 2013 veel hebben gesproken. De minister heeft naar aanleiding van deze casus gezegd dat er een commissie onder leiding van de vicevoorzitter van de Raad van State, de heer Bleichrodt, moest komen die die casus moest gaan onderzoeken. Op dit moment presenteren de minister van Veiligheid en Justitie en de minister van VWS het rapport van die commissie en de beleidsreactie daarop. Ook is het calamiteitenrapport van de inspectie openbaar gemaakt. De Kamer heeft vaak gezegd dat ze graag wilde dat dat rapport openbaar zou worden. Het lijkt mij goed als de Kamer zou afspreken dat we hierover binnen ongeveer drie of vier weken een debat voeren. Op die manier kunnen we de discussie afsluiten, de beleidsreactie goed wegen en de duidelijkheid die vandaag hopelijk wordt gegeven, bestendigen met een meerderheid.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten stelt voor, over ongeveer drie of vier weken een debat te voeren over het rapport van de evaluatiecommissie over de gebeurtenissen in Tuitjenhorn. Het rapport is zojuist binnengekomen, dus alle stukken zijn beschikbaar.

Mevrouw Arib (PvdA):

Ik wilde zeggen dat wij eerst het rapport zouden moeten afwachten, maar ik hoor nu dat het binnen is. Daarom steun ik het verzoek.

De heer Rutte (VVD):

Mevrouw Leijten heeft een vooruitziende blik. Dat heb je soms. Er stond hierover her en der iets in de pers. Dit is echt een belangwekkende zaak, die veel reuring heeft veroorzaakt. Nu het rapport er is, is het zaak om daarover in debat te gaan. De termijn die mevrouw Leijten daarvoor noemt, lijkt mij de juiste.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

Voorzitter, dit is allemaal buitengewoon tragisch. Uit dit rapport blijkt ook weer dat het Openbaar Ministerie en de inspectie onvoldoende met elkaar samenwerken. Ik steun dus het verzoek om een debat.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Het rapport ligt er nu. Alle steun van de fractie van D66 voor het verzoek om hierover snel een debat te houden.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook GroenLinks wil hierover snel een debat voeren. Ik steun dus het verzoek.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie steunt het verzoek ook.

Mevrouw Klever (PVV):

Steun van de PVV.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, u hebt brede steun voor het houden van een debat hierover.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter, ik vraag u daarom, het debat in te plannen zodat wij het op een geschikt moment kunnen voeren en dit goed kunnen afronden.

De voorzitter:

Dat gaan we proberen te doen. Tijdens het debat geldt een spreektijd per fractie van vier minuten.

Het woord is wederom aan mevrouw Leijten, voor haar tweede verzoek.

Mevrouw Leijten (SP):

Voorzitter. Er lopen verwarde mensen op straat die niet de zorg krijgen die ze nodig hebben. Dat is een nijpende situatie voor mensen in psychische nood. Er is een onderzoek gedaan door het Landelijk Platform GGz. Wij krijgen wekelijks berichten hierover. Het lijkt mij goed dat wij hier een debat over voeren met de minister van VWS, mede omdat zij vrijdag een brief heeft gestuurd waarin zij stelt dat zij zich niet geheel herkent in het beeld. Wij allen horen veel en zien veel gebeuren. Het lijkt mij goed dat wij met de minister de gevolgen van haar beleid bespreken. Dus mijn voorstel zou zijn om een debat te houden over de bezuinigingen op de geestelijke gezondheidszorg en de gevolgen daarvan.

Mevrouw Bruins Slot (CDA):

De minister draait in die brief inderdaad om de hete brij heen. Het gaat hier om mensen die op straat terechtkomen. Dus vanuit de CDA-fractie is er zeker steun voor dit debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

De ChristenUnie-fractie heeft hier vorige week Kamervragen over gesteld. Ik zou heel graag die vragen beantwoord willen zien. Ik steun het debat. Ik hoop dat dat snel ingepland kan worden. Eind mei is er een AO over de ggz. Dat zou next best zijn, maar als het snel kan worden ingepland, dan steun ik dit debat van harte.

Mevrouw Bergkamp (D66):

Ik sluit mij aan bij de woorden van de ChristenUnie-fractie. Het is heel goed om een breed debat te voeren over de ggz vanuit verschillende invalshoeken. Er zijn veel zorgen daarover. Dus ik steun het debat.

Mevrouw Tanamal (PvdA):

Wij geven geen steun voor het debat. Wij willen wel graag een brief, waarbij wij de Griffie verzoeken om bij alle fracties de vragen te inventariseren, want deze vragen komen wel vaker voor. Die kunnen wij dan meenemen bij het debat in mei.

De voorzitter:

Geen steun dus voor het debat.

De heer De Lange (VVD):

Ik steun het idee om eerst een brief af te wachten. Ik geef geen steun voor het debat op dit moment.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Zo'n inventarisatie is vrij gebruikelijk, dus steun voor de brief en steun voor het verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Het kan geen kwaad om te vragen welke vragen er leven bij fracties, maar voor de Partij voor de Dieren is duidelijk dat de bezuinigingen op de geestelijke gezondheidszorg onverantwoord waren. Wij zien daar nu de problemen van, dus wij steunen het verzoek om daarover te debatteren.

De heer Van der Staaij (SGP):

De brief willen wij ook graag steunen. Het lijkt ons goed om het bij het eerstvolgende al geplande overleg aan de orde te stellen en er niet een apart plenair debat over te voeren.

De voorzitter:

Mevrouw Leijten, het verzoek is om de griffier van de commissie te vragen de vragen die er leven te inventariseren en dan een brief te vragen aan het kabinet. Daarvoor hebt u brede steun van de Kamer. De meerderheid van de Kamer heeft geen behoefte aan een plenair debat over dit onderwerp, maar zou het graag betrekken bij een reeds gepland algemeen overleg.

Mevrouw Leijten (SP):

Het is spijtig dat er geen steun voor is. Wij hebben een algemeen overleg gehad waarin alle fracties zeiden: wij maken ons zorgen over verwarde mensen. Toen heeft de minister gezegd: ik kom daarop terug. Zij is daar vrijdag op teruggekomen en zij deelt die zorg niet. Dat standpunt zou moeten leiden tot een debat tussen Kamer en regering. Een brief en een inventarisatie vind ik prima — die kunnen er altijd komen — maar vooralsnog wil ik een dertigledendebat op de rit zetten. Als het elkaar kruist, kan het verdwijnen, maar ik voorspel u dat hier wekelijks, wellicht van anderen, herziene aanvragen zullen komen.

De voorzitter:

Ik zal het dertigledendebat toevoegen aan de lijst. De spreektijd is drie minuten per fractie. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet en de griffier vragen de nog levende vragen te inventariseren.

Ik geef het woord aan de heer Bashir van de SP.

De heer Bashir (SP):

Voorzitter. Vandaag is het 31 maart en de AEX-index staat inmiddels op 15% winst. Als wij dat afzetten tegen de rente die spaarders krijgen, zie je het verschil. Zij krijgen maar 1%, maar iedereen betaalt evenveel belasting: de belegger, die de afgelopen drie maanden al 15% rendement heeft behaald, en de spaarder, die het moet doen met maar 1%. Zij moeten allebei 1,2% belasting betalen. Voor de spaarder betekent dat meer dan 100% belasting. Mijn verzoek is dan ook om een debat te houden met de staatssecretaris van Financiën over het systeem dat wij nu hebben, met een oneerlijke vermogensrendementsheffing die geen rekening houdt met de persoonlijke omstandigheden van mensen.

De voorzitter:

Een verzoek om steun voor het houden van een debat over de vermogensrendementsheffing.

De heer Van Klaveren (Groep Bontes/Van Klaveren):

Dat is een zeer terecht punt. Ik steun het verzoek.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks.

De heer Omtzigt (CDA):

Ik zou liever een aantal onderwerpen gezamenlijk behandelen: de voortgang van het kabinet op het punt van wel of niet een nieuw belastingstelsel. Ik zou daar een algemene brief over willen hebben. Als die algemene brief er is, wil ik er best plenair over spreken. Maar het lijkt mij niet zinnig als ieder hier een debat over zijn eigen stuk gaat aanvragen, want de een wil het hebben over de vermogensrendementsheffing, de ander over zzp'ers en de derde over toeslagen.

De voorzitter:

Een algemene brief over de stand van zaken omtrent belastingverlaging met daarin ook aandacht …

De heer Omtzigt (CDA):

Nee, belastinghervorming. Belastingverlaging is ook nog een discussiepunt.

De voorzitter:

Waar het hart vol van is …

De heer Omtzigt (CDA):

Ik snap u, voorzitter, vanuit uw rol ...

De heer Bashir (SP):

Maar als we het onderwerp veranderen, krijgen we steun van het CDA, zo begrijp ik.

De heer Omtzigt (CDA):

Als er een algemene brief is over de stand van zaken bij de belastinghervorming, met een tijdpad, hebt u van mij steun om er plenair over te debatteren. Maar ik wil niet debatteren over de vermogensrendementsheffing alleen.

De heer Bashir (SP):

Ik ben bereid om het onderwerp wat breder te maken, als dat helpt.

De voorzitter:

Dat is bij dezen gebeurd.

De heer Koolmees (D66):

Ik ben het eens met de heer Omtzigt. Er moet eerst een brief van het kabinet liggen over de aangekondigde belastingherziening, waarvan dit een onderdeel is. Dan kunnen we het debat met de regering voeren over de belastingherziening. Apart lijkt me niet zinvol.

Mevrouw Neppérus (VVD):

Ik heb geen behoefte aan een debat zoals nu is aangevraagd. Een brief over de algemene stand van zaken zat toch in al de planning, dus een verzoek daartoe lijkt me prima. Maar geen debat nu.

De heer Groot (PvdA):

Een brief is akkoord. We zijn het er allemaal over eens dat de vermogensrendementsheffing haar langste tijd heeft gehad. Niemand is er tevreden mee. Er wordt hard gewerkt aan een alternatief. Laat de voortgang van dat harde werken maar in de brief tot uitdrukking komen. Dan praten we verder.

Mevrouw Schouten (ChristenUnie):

Wel steun voor een brief over een bredere hervorming. Dit debat willen we niet. We kijken wel of de brief aanleiding geeft voor een debat.

De voorzitter:

Mijnheer Bashir, u hebt brede steun voor een brief over de belastingherziening in brede zin. En excuses voor mijn eerdere verspreking. U hebt geen steun van de meerderheid om al op dit moment te besluiten tot een debat naar aanleiding van die brief. U kunt altijd opnieuw een verzoek doen als de brief er is.

De heer Bashir (SP):

Ik vind het buitengewoon jammer. Uiteindelijk gaat het erom dat belastingen draagvlak in de samenleving verdienen. De vermogensrendementsheffing heeft geen draagvlak. Ik denk dat de situatie de komende tijd ook erger wordt. De rentes zullen immers verder zakken en dan zul je zien dat we ons niet hebben voorbereid op een verandering per 1 januari 2016. Maar ik wacht de brief af en zal me weer bij u melden.

De voorzitter:

Dank u wel. Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is wederom aan de heer Bashir.

De heer Bashir (SP):

Op zondag 22 maart 2015 is er een treinongeval geweest in Teuge met een Mat'64-trein. Een auto is daarbij onder een passagierstrein gekomen, waardoor deze ontspoorde, wat zorgde voor een enorme ravage. We hebben zeven jaar geleden een rapport van de inspectie gekregen naar aanleiding van een soortgelijk ongeluk, met hetzelfde treinmaterieel. In dat rapport staat dat dit soort treinen een grotere kans op ontsporing na een ongeluk heeft dan andere treinen. Met het rapport is niets gedaan omdat de NS beloofde dat de treinen snel van het spoor gehaald zouden worden. Die treinen rijden echter nog steeds. Het gaat om veiligheid. Mijn verzoek is om hierover een debat te houden.

De voorzitter:

Het verzoek is steun voor een debat over onveilige treinen die nog steeds rijden.

Mevrouw De Boer (VVD):

Ook wij willen graag opheldering hoe het zit met deze treinen. We willen eerst een brief. Volgens mij kunnen we die heel goed betrekken bij het AO Spoor op 29 april. Dus geen steun voor een debat, maar wel voor een brief met opheldering en die betrekken bij het AO Spoor.

De voorzitter:

Steun dus voor een brief, te ontvangen voor het AO op 29 april.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

D66 steunt het verzoek om een brief en het verzoek om een debat.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Ik steun de brief. Op basis daarvan wil ik beoordelen of een apart debat nodig is of dat we dit punt kunnen betrekken bij het AO Spoor.

De heer Hoogland (PvdA):

Geen debat. Het is goed als we een brief krijgen, waarna we deze situatie in een AO kunnen bespreken.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun voor een brief en een debat.

De heer Fritsma (PVV):

Ook steun voor een brief en een debat.

De voorzitter:

Mijnheer Bashir, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een plenair debat. Er is wel behoefte aan een brief met uitleg over onveilige treinen op het spoor.

De heer Bashir (SP):

Dan moet ik genoegen nemen met een brief, alhoewel dit onderwerp mij wel geschikt lijkt voor een debat. Zeven jaar geleden hebben we een rapport gekregen. Ik heb het hier. Wat doen we met rapporten van de inspectie? Ik wacht de brief gewoon af.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. U kunt dan de inhoud van de brief betrekken bij het algemeen overleg dat nog voor het meireces wordt gehouden.

Het woord is aan de heer Omtzigt van het CDA.

De heer Omtzigt (CDA):

Voorzitter. Vorig jaar kwam er een naheffing uit Brussel van 642 miljoen. Daarover is toen heel veel discussie en commotie geweest. De Kamer heeft eind december ingestemd met de naheffing. De documenten die we zouden krijgen, zijn er echter nog steeds niet. In het debat was beloofd dat afgelopen vrijdag in het kabinet besproken zou worden of en, zo ja, onder welke voorwaarden die documenten naar de Kamer gestuurd zouden worden. Daarover zou de Kamer bericht krijgen, maar dat bericht is niet gekomen. We hebben donderdag een debat over de Staat van de Unie, en ik vraag daarom of we de documenten op zijn laatst aanstaande woensdagavond kunnen ontvangen.

Daarnaast vraag ik het kabinet om daar een reactie aan toe te voegen op het bericht dat De Telegraaf naar de Europese rechter stapt om openheid te krijgen. Ik zou daarbij ook nog precies de brief willen hebben die Nederland aan de Europese Commissie gestuurd heeft, waarin Nederland minstens acht redenen gegeven heeft waarom de Commissie vooral stukken van Nederland niet openbaar zou mogen maken, dus waarin Nederland aan de Commissie schrijft: verborgen houden, verborgen houden! Ook dat stuk zou ik graag voor woensdag hebben.

De voorzitter:

Of ten minste de acht redenen die de regering daarin genoemd heeft.

De heer Omtzigt (CDA):

Die acht redenen heeft zij al genoemd, maar die brief kan gewoon naar buiten toe omdat die niet onder de procedure valt.

De voorzitter:

Ik kan het stenogram doorgeleiden, maar niet dan nadat ik het woord aan de heer Bisschop heb gegeven.

De heer Bisschop (SGP):

Ik steun het verzoek van harte.

De heer Fritsma (PVV):

Ook steun van de PVV.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Steun van GroenLinks.

De heer Segers (ChristenUnie):

Namens de ChristenUnie-fractie steun.

De heer Bashir (SP):

Namens de SP-fractie steun.

De heer Koolmees (D66):

Namens D66 steun.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Segers, aangezien mevrouw Van Veldhoven haar verzoek heeft ingetrokken. Pardon, het woord is aan de heer Van Nispen. Dit waren wel heel grote stappen, snel thuis.

De heer Van Nispen (SP):

Voorzitter. Op 30 plaatsen in Nederland hebben we een Juridisch Loket. Daar kunnen mensen die een juridisch probleem hebben, maar ook een laag inkomen en weinig vermogen, naartoe voor een doorverwijzing en een eerste beoordeling van de kwestie. Als je hier om de hoek kijkt, zie je 's ochtends om 10.00 uur rijen mensen op de stoep staan. Er is dus behoefte aan. Ontzettend veel mensen hebben dat nodig, maar al die balies gaan sluiten omdat erop bezuinigd wordt. Ik vind dat heel erg slecht omdat de toegang tot het recht hierdoor nog verder verslechtert, maar ook omdat het niet strookt met de eerdere plannen van de vorige staatssecretaris, die juist zagen op een versterking van deze eerstelijnsvoorziening rechtsbijstand. Daarom is mijn voorstel, mede namens de fractie van het CDA, om hierover een debat te houden met de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie.

Mevrouw Helder (PVV):

De PVV-fractie steunt het verzoek, vooral omdat de oud-staatssecretaris heeft gezegd dat de Juridisch Loketten een voorselectiefunctie moeten hebben. Daar was mijn fractie het niet mee eens, dus ik ben heel benieuwd wat er nu gaat gebeuren.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Ik wil in ieder geval een brief hebben. Ik vraag mij af of het handig is om een debat aan te vragen of dat het beter is om heel snel, volgende week, een algemeen overleg te houden. Als er een debat gehouden kan worden voordat het eerste Juridisch Loket wordt gesloten, dan steun voor een debat.

De heer Recourt (PvdA):

Wat er gebeurt, is heel zorgelijk. Voor de goede orde zeg ik dat niet het Juridisch Loket wordt gesloten, maar het inloopspreekuur. De afspraken worden wel gemaakt, ook via e-mail. Maar het blijft heel zorgelijk. Ik krijg graag een brief. Aan de hand van de brief kunnen we bekijken hoe we daar zo goed mogelijk over kunnen spreken. Ik geef dus nu nog geen steun voor een debat.

De heer Van Oosten (VVD):

Ik sluit mij aan bij de woorden van de heer Recourt.

De heer Öztürk (Groep Kuzu/Öztürk):

Het is een zorgelijke situatie. Daarom steun ik het debat, maar ook de brief.

De voorzitter:

Mijnheer Segers, ik heb u even laten wachten. Ga uw gang.

De heer Segers (ChristenUnie):

Steun voor de brief en het debat.

Mevrouw Voortman (GroenLinks):

Ook steun van GroenLinks voor een brief en een debat.

De voorzitter:

Mijnheer Van Nispen, u hebt niet de steun van de meerderheid voor het houden van een debat. Er is wel behoefte aan een brief waarin uitleg wordt gegeven.

De heer Van Nispen (SP):

Mag ik dan vragen om die brief voor donderdag 12.00 uur, voor de regeling van werkzaamheden, te ontvangen? De planning is namelijk dat maandag al de eerste balies dichtgaan.

De voorzitter:

Ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering, inclusief dit laatste verzoek, doorgeleiden naar het kabinet.

Het woord is aan de heer Segers van de ChristenUnie.

De heer Segers (ChristenUnie):

Mevrouw de voorzitter. Illegaal gokken moet streng worden aangepakt. Vandaag blijkt uit antwoorden van de staatssecretaris op mijn vragen, die ik samen met collega's Oskam en Kooiman stelde, dat de Kansspelautoriteit niet onmiddellijk handhaaft, maar eerst heel vaak een vriendelijk briefje stuurt. Wat ons betreft is dat ongepast. Daarnaast is de Kansspelautoriteit al volop voorbereidingen aan het treffen om gokbedrijven een vergunning te kunnen geven. Allerlei bedrijven melden zich aan, en dat terwijl er in dit huis nog een wetsvoorstel moet worden behandeld en de uitkomst daarvan ongewis is. Dat lijkt ons niet de koninklijke weg. Daarom willen wij hierover een debat aanvragen. Dit verzoek doe ik mede namens de fracties van het CDA en de SP.

De voorzitter:

Er ligt een verzoek om een debat over het voortraject van gokvergunningen.

Mevrouw Helder (PVV):

De Hoge Raad geeft hiervoor ruimte in een recent arrest. Daarin staat: blijkbaar is het kabinet al bezig met het legaliseren ervan, dus laten we wat nu gebeurt in stand. Ik denk dus dat een debat geen zin heeft. We moeten snel debatteren over het wetsvoorstel. Dat moet snel naar de Kamer komen. Ik steun het verzoek dus niet.

De voorzitter:

Geen steun dus.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Het lijkt me staatsrechtelijk niet helemaal juist. Ik steun dus het verzoek om een debat.

De heer Van der Staaij (SGP):

Steun voor het debat.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Ik wil het verzoek om een debat best steunen, maar als het wetsvoorstel er eerder komt, wat ik wel verwacht, dan lijkt het me veel zinniger om eerst over het wetsvoorstel te debatteren. Als het wetsvoorstel er eerder komt, dan kan het debat waarom is verzocht wat mij betreft vervallen.

De voorzitter:

Ik noteer nu in ieder geval uw steun voor het debat.

Mevrouw Mei Li Vos (PvdA):

Maar dan wil ik wel weten dat dit debat vervalt als we eerder over het wetsvoorstel kunnen praten.

De voorzitter:

Dat moeten we dan opnieuw in de regeling van werkzaamheden met elkaar afspreken. Voor nu staat uw steun genoteerd.

De heer Van Wijngaarden (VVD):

Wij steunen het verzoek niet. Wij prefereren om dit gewoon te doen bij de behandeling van het wetsvoorstel. Wij denken dat dit op korte termijn kan.

De heer Segers (ChristenUnie):

Mag ik reageren op wat collega Vos zei?

De voorzitter:

Natuurlijk.

De heer Segers (ChristenUnie):

Ik ben het daarmee eens. Als het wetsvoorstel inderdaad eerder wordt behandeld, dan is het logisch dat dit voorstel komt te vervallen. Daar kan ik dus mee leven. Tot die tijd handhaaf ik de aanvraag van een debat echter wel.

De voorzitter:

Zo ken ik u ook. Dan hebben we dat ook gehoord. Nu is vastgesteld dat dat debat er komt. Daarbij is de spreektijd vier minuten per fractie. Het debat wordt ingepland. Mocht het wetsvoorstel er eerder komen, dan krijgen we via u een signaaltje en gaat het van de lijst af.

Het woord is aan de heer Smaling van de SP. Hij is de laatste in deze regeling van werkzaamheden.

De heer Smaling (SP):

Voorzitter. Ik ben de laatste. Dit is meteen ook heel feestelijk, want morgen komt er een einde aan de melkquotering. Gisteren is de staatssecretaris van Economische Zaken gekomen met dé AMvB, de AMvB waar de hele Kamer en de hele landbouwsector op hebben gewacht. Er staat nog een dertigledendebat op de lijst. Ik verzoek mijn collega's om dit op te schalen naar een meerderheidsdebat, nu we die AMvB hebben. Als dat lukt, zou dat debat moeten plaatsvinden voordat de voorhangperiode die nu gaat lopen, is verdampt.

De voorzitter:

Dus: zo snel mogelijk in te plannen.

De heer Smaling (SP):

Ja.

De voorzitter:

Het verzoek is om van het dertigledendebat een meerderheidsdebat te maken. Wij noemen het gewoon: een meerderheidsdebat over de invulling van de AMvB over de bevordering van grondgebondenheid. Ik geef als eerste het woord aan mevrouw Dik. U was heel snel vandaag.

Mevrouw Dik-Faber (ChristenUnie):

Zeker, voorzitter, want ik ben heel blij dat er eindelijk duidelijkheid is. Het heeft lang geduurd, maar de duidelijkheid is er nu. Ik wil er graag over debatteren, maar ik stel wel voor om van tevoren nog een schriftelijke vragenronde te doen. Ik heb namelijk nog heel wat vragen bij de AMvB. Zo'n ronde kan het debat volgens mij enorm bevorderen. Ik steun dus het verzoek, maar wil voorafgaand daaraan een brief met antwoorden op onze vragen.

De voorzitter:

De heer Smaling knikt zeer instemmend. Dat is dan nu dus ook onderdeel van het verzoek.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

De heer Smaling heeft gelijk als hij zegt dat we moeten handelen voor de voorhangperiode verloopt.

De voorzitter:

Die is 30 dagen.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):

Ik stel voor dat we de AMvB stuiten en dat we inwerkingtreding bij wet vragen, zodat we voldoende tijd hebben om het te behandelen. Die ruimte is er, want de AMvB zou pas op 1 januari 2016 ingaan en de referentiedatum, die natuurlijk wel moet vastliggen, is duidelijk. Ik steun dus het voorstel van de heer Smaling. Misschien moeten we in de procedurevergadering nog regelen dat we de inwerkingtreding bij wet regelen, zodat de Kamer maximale inspraak heeft. Daarvan is namelijk wel een punt gemaakt toen de wet waar deze AMvB onder kwam te hangen, werd aangenomen. Ik hoop op de steun van de SP op dit punt.

Mevrouw Van Toorenburg (CDA):

Steun voor het oorspronkelijke verzoek.

Mevrouw Berndsen-Jansen (D66):

Namens D66 steun.

De heer Dijkgraaf (SGP):

We steunen het verzoek. We steunen ook het verzoek om een aanvullende ronde met technische vragen. Dat lijkt me een goede zaak, want er spelen wel een paar vragen.

Mevrouw Lodders (VVD):

We steunen het debat. We hebben zo dadelijk een procedurevergadering van de commissie voor Economische Zaken, of misschien is die al gaande. Ik kan me voorstellen dat het sneller te agenderen valt als we het kunnen koppelen aan bijvoorbeeld het AO Mestbeleid. Ik hecht er namelijk wel aan om het binnen de termijn van vier weken te behandelen.

De voorzitter:

Als de meerderheid van de Kamer mij vraagt om het spoedig te agenderen, ga ik dat ook doen.

Mevrouw Lodders (VVD):

Ja. Mijn tweede opmerking wil ik tegen mevrouw Dik-Faber maken. Zij deed de suggestie voor een schriftelijke ronde. Ik stel voor om zo dadelijk tijdens de procedurevergadering te bekijken of we een heel snelle ronde kunnen doen.

De voorzitter:

Dat is onderdeel van het verzoek geworden doordat de heer Smaling er instemmend op geknikt heeft. Dat was in het begin. De verdere invulling daarvan kunt u altijd in de procedurevergadering bespreken.

Mevrouw Dikkers (PvdA):

Wij zijn blij dat de AMvB er ligt. Wij zijn ook tevreden met de inhoud. Wij praten daar heel graag over. Collega's hebben hier vaak gestaan en wij hebben steeds gezegd: wij zeggen ja als hij er ligt. Hij ligt er, dus veel steun voor een debat.

De heer Graus (PVV):

Wij zijn ook blij dat er eindelijk duidelijkheid is, alleen die schriftelijke vragenronde hoeft van mij niet. Dat zijn alleen maar administratieve lasten en daar houd ik niet van; de PVV ook niet en vele mensen niet. In ieder geval geef ik steun aan het verzoek.

De voorzitter:

Mijnheer Smaling, u hebt ruime steun van de Kamer, zowel voor een schriftelijke vragenronde als voor het inplannen van het debat voordat de termijn van 30 dagen is verstreken. Het lijkt mij niet onverstandig dat u daar zo dadelijk in de procedurevergadering nog even nadere afspraken over maakt, maar ik zal het stenogram van dit gedeelte van de vergadering doorgeleiden naar het kabinet. Ik zal de griffier ook alvast verzoeken om de vragen te inventariseren. Dan kunt u daar in de procedurevergadering verder over spreken. Over het stuiten van de AMvB moet u ook even in de procedurevergadering afspraken maken met elkaar.

De heer Smaling (SP):

Goed. Dank u wel, voorzitter. Ook dank aan de collega's. "Creatief met mest", zo gaat het debat heten.

De voorzitter:

En er geldt een spreektijd van vier minuten per fractie.

De vergadering wordt van 16.19 uur tot 16.32 uur geschorst.

Voorzitter: Elias

Naar boven