32 401 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Fiscale verzamelwet 2010)

32 504 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2011)

32 505 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Overige fiscale maatregelen 2011)

B BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIEN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2010

Het fiscaal pakket Belastingplan 2011 c.a. zoals dat door de Tweede Kamer aan u is voorgelegd, bevat dit jaar twee wetsvoorstellen, namelijk het Belastingplan 2011 en Overige fiscale maatregelen 2011. Daarnaast is gelijktijdig de Fiscale verzamelwet 2010 aan u voorgelegd. Ten behoeve van de overzichtelijkheid zet ik hieronder in chronologische volgorde de belangrijkste wijzigingen van deze wetsvoorstellen uiteen.

Belastingplan 2011 (32 504)

Het voorstel van wet Belastingplan 2011 bevat verschillende maatregelen die betrekking hebben op het budgettaire en koopkrachtbeeld van het komende jaar. Over dit wetsvoorstel is een nota naar aanleiding van het verslag1 en een nota naar aanleiding van het nader verslag2 aan de Tweede Kamer verzonden. Daarnaast zijn drie brieven gestuurd die voor de voorbereiding van de behandeling in uw Kamer wellicht ook van belang kunnen zijn. Op 14 oktober 2010 is een verslag naar de Tweede Kamer verzonden van de technische briefing voor de maatschappelijke organisaties.3 Op 4 november 2010 heeft de Tweede Kamer een brief ontvangen met schriftelijke antwoorden op een deel van de tijdens het wetgevingsoverleg van 1 november 2010 gestelde vragen.4 Op 12 november 2010 is, zoals toegezegd tijdens het wetgevingsoverleg van 8 november 2010, op een aantal onderwerpen schriftelijk nader teruggekomen.

Er zijn vier nota's van wijziging met betrekking tot het voorstel van wet Belastingplan 2011 ingediend.

Op grond van de eerste nota van wijziging5 zijn enige nadere wijzigingen van de regeling voor geruisloze terugkeer uit de bv opgenomen in verband met de structurele tariefverlaging voor de vennootschapsbelasting. Verder is de bepaling voor de vennootschapsbelasting tegen handel in lege vennootschappen aangepast omdat de eerder voorgestelde bepaling automatiseringtechnisch aanzienlijke uitvoeringsproblemen met zich mee bleek te brengen. Met betrekking tot het tijdelijk verlaagde btw-tarief voor de arbeidskosten van renovatie en herstel van woningen is verduidelijkt dat het tijdstip waarop het belastbare feit zich voordoet, bepalend is voor de vraag welk tarief van toepassing is. Verder zijn enkele omissies hersteld in de in het wetsvoorstel opgenomen wijzigingen van de belasting van personenauto’s en motorrijwielen.

In de tweede nota van wijziging6 zijn de fiscale maatregelen uit het Regeerakkoord Vrijheid en verantwoordelijkheid (hierna: Regeerakkoord) opgenomen, die ingaan per 1 januari 2011. Het gaat hierbij om de volgende vier maatregelen:

  • Het onder het algemene btw-tarief brengen van podiumkunsten, kunstvoorwerpen en voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten.

  • Verhoging van het tarief voor de assurantiebelasting van 7,5% naar 9,5% (zie hierna ook derde en vierde nota van wijziging).

  • Afschaffing van de heffingskortingen voor maatschappelijk beleggingen (groene beleggingen en sociaal-ethische beleggingen) en beleggingen in durfkapitaal (directe beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen), alsmede van de persoonsgebonden aftrek voor verliezen op directe beleggingen in durfkapitaal. Zie voor dit onderwerp hierna ook het amendement Slob7 en de tweede nota van wijziging op het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2011.8

  • Terugsluis bedrijven van de verhoging van de assurantiebelasting door middel van een incidentele verhoging van het budget voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk. Met deze budgetverhoging worden de tijdelijke maatregelen met betrekking tot de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk die in het kader van de economische crisis zijn genomen, in 2011 onverkort voortgezet.

Op grond van de derde nota van wijziging9 is overgangsrecht getroffen in verband met de verhoging van het tarief van de assurantiebelasting. De verzekeringsbranche heeft aangegeven dat de maatregel pas vanaf 1 maart 2011 kan worden toegepast omdat verzekeringsmaatschappijen hun premienota’s tot twee maanden voor de prolongatiedatum van de verzekering opmaken. Daarom is de ingangsdatum van de verhoging van het tarief verschoven van 1 januari 2011 naar 1 maart 2011. De budgettaire derving van € 80 mln. die hiermee is gemoeid, wordt binnen de kabinetsperiode gedekt door een verhoging van het tarief van de assurantiebelasting van 9,5% naar 9,7%. Dit leidt tot een structurele budgettaire opbrengst van € 25 mln. per jaar.

Op grond van de vierde nota van wijziging10 is het tarief van de assurantiebelasting per 1 januari 2015 met 0,2%-punt verlaagd tot 9,5%. Hiermee krijgt de in de derde nota van wijziging opgenomen extra verhoging van het tarief van de assurantiebelasting een tijdelijk karakter. De structurele budgettaire opbrengst die per 1 januari 2015 uit de derde nota van wijziging voortvloeide, vervalt hiermee.

Er is één amendement aangenomen met betrekking tot het wetsvoorstel Belastingplan 2011, namelijk het hiervoor aangehaalde amendement Slob. Op grond van dit amendement vindt een geleidelijke afbouw in vier stappen van de heffingskortingen voor maatschappelijke beleggingen en durfkapitaal plaats (de heffingskortingen bedragen 1% in 2011, 0,7% in 2012, 0,4% in 2013; geen heffingskortingen vanaf 2014). Dit is budgettair gedekt met de resterende onderschrijding uit de incidentele energie-investeringsaftrek en het voor drie jaar beperken van de willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen en verlagen van de aftrekpercentages van de energie- en milieu-investeringsaftrek.

Overige fiscale maatregelen 2011 (32 505)

Het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2011 bevat maatregelen die weinig of geen budgettaire- en koopkrachtgevolgen hebben en na indiening van het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2010 zijn opgekomen. Met betrekking tot het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2011 is een nota naar aanleiding van het verslag aan de Tweede Kamer verzonden.11 Met betrekking tot dit wetsvoorstel zijn eveneens vier nota's van wijziging ingediend. Deze worden hierna toegelicht.

In de eerste nota van wijziging12 is de zogenoemde middelingsregeling uit de Wet inkomstenbelasting 2001 in overeenstemming gebracht met een uitspraak van het Gerechtshof ‘s Hertogenbosch.13 Voorts is bepaald dat een zogenoemde premiepensioeninstelling voor de toepassing van de Wet op de loonbelasting 1964 als toegelaten pensioenaanbieder kan optreden. Verder volgt uit de eerste nota van wijziging dat de Nederlandse Investeringsbank N.V. na de overname door de Nederlandse staat belastingplichtig blijft voor de vennootschapsbelasting. Tot slot is het overgangsrecht voor de verruiming van de innovatiebox bij een gebroken boekjaar verduidelijkt.

De tweede nota van wijziging8 houdt verband met het Regeerakkoord. Op grond van het Regeerakkoord worden de faciliteiten voor MKB-beleggingen (het Alternext-amendement) niet ingevoerd. Dit is bewerkstelligd met de tweede nota van wijziging.

Op grond van de derde nota van wijziging15 is aan de vrijstellingen van de vastgoedbelasting, die met ingang van 1 januari 2011 op de BES eilanden moet gaan gelden, een vrijstelling voor braakliggende grond («dormant properties») toegevoegd. Verder bevat deze nota van wijziging een aantal wijzigingen van technische aard.

Ingevolge de vierde nota van wijziging16 is een onbedoelde uitwerking van het partnerbegrip in de zogenoemde echtscheidingsregeling in het eigenwoningregime gecorrigeerd. Verder is de tekst voor de gerichte vrijstelling voor extraterritoriale kosten in de loonbelasting in overeenstemming gebracht met het onder de werkkostenregeling geldende loonbegrip.

De volgende zes amendementen met betrekking tot het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2011 zijn aangenomen:

  • Kamerstukken II 2010/11, 32 505, nr. 16 (Groot c.s.)

    Dit amendement regelt dat de dwangsomregeling van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing wordt op beschikkingen ingevolge de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (Awir) met betrekking tot berekeningsjaren vanaf 2012, in plaats van berekeningsjaren vanaf 2014 zoals in het wetsvoorstel was opgenomen.

  • Kamerstukken II 2010/11, 32 505, nr. 23 (Bashir)

    Met dit amendement wordt geregeld dat indien voor ongehuwd samenwonenden een gezamenlijke inschrijving op hetzelfde woonadres niet langer mogelijk is door opname van één van beiden in een verpleeghuis of verzorgingshuis, zij voor de belastingheffing en de Awir toch automatisch als partners worden aangemerkt, zolang er niet met iemand anders een partnerschap is ontstaan, tenzij één van beiden middels een schriftelijke kennisgeving aan de Belastingdienst laat blijken dat zij geen partners meer willen zijn.

  • Kamerstukken II 2010/11, 32 505, nr. 25 (Omtzigt)

    Dit amendement regelt dat de tijdelijke regeling uitvraag jaarloongegevens tot 1 januari 2013 wordt verlengd in plaats van tot 1 januari 2015.

  • Kamerstukken II 2010/11, 32 505, nr. 26 (Slob).

    Dit amendement is gekoppeld aan het eerder aangehaalde amendement Slob op het wetsvoorstel Belastingplan 2011 inzake de geleidelijke afbouw van de heffingskortingen voor maatschappelijke beleggingen, durfkapitaal en culturele beleggingen. Met het onderhavige amendement worden ook de bepalingen in het onderhavige wetsvoorstel aangepast die samenhingen met het per 1 januari 2011 afschaffen van de genoemde heffingskortingen.

  • Kamerstukken II 2010/11, 32 505, nr. 27 (Braakhuis en Bashir)

    Dit amendement regelt dat een erfgenaam de verplichting heeft alsnog een juiste en volledige aangifte voor de erfbelasting te doen zodra hij erachter komt dat de oorspronkelijke aangifte niet, niet juist of niet volledig gedaan is. Daarnaast wordt de navorderingstermijn onbeperkt indien te weinig belasting is geheven over een bestanddeel onderworpen aan de erfbelasting dat in het buitenland wordt gehouden of is opgekomen. Het amendement gaat in op 1 januari 2012.

  • Kamerstukken II 2010/11, 32 505, nr. 28 (Braakhuis en Bashir)

    Op grond van dit amendement moeten alle erfgenamen vanaf 2012 de aangifte erfbelasting mede ondertekenen wanneer die door een executeur wordt gedaan.

Fiscale verzamelwet 2010 (32 401)

Het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2010 is een tussentijds wetsvoorstel dat op 7 juni 2010 is ingediend bij de Tweede Kamer. Met dit wetsvoorstel werd een meer gespreide behandeling van fiscale wetsvoorstellen beoogd. In het wetsvoorstel zijn wijzigingen van voornamelijk technische aard opgenomen zonder of met geringe budgettaire en koopkrachtgevolgen.

Op 15 oktober 2010 is de nota naar aanleiding van het verslag met betrekking tot dit wetsvoorstel naar de Tweede Kamer verzonden.17 Op 17 november jl. is een brief aan de Tweede Kamer toegezonden met een schriftelijke reactie op twee amendementen.18 Overigens zijn er geen amendementen aangenomen met betrekking tot het wetsvoorstel Fiscale verzamelwet 2010. Er zijn twee nota's van wijziging ingediend.

Op grond van de eerste nota van wijziging19 vervalt de blokkeringsverplichting voor spaarloontegoeden die zijn opgebouwd in de jaren 2006 tot en met 2009. Voorts is een aanvulling opgenomen op de in het kader van de motie Jurgens c.s.20 in het wetsvoorstel opgenomen technische aanpassingen in de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB 1964), namelijk een regeling om onder- en bovenmatige reiskostenvergoedingen op jaarbasis te salderen. Daarnaast is een bepaling opgenomen op grond waarvan tijdelijke huisvesting buiten de woonplaats in het kader van de dienstbetrekking (een «pied-a-terre) kan worden aangewezen als eindheffingsbestanddeel. Voorts wordt een fictieve dienstbetrekking voor statutaire bestuurders van beursvennootschappen in de Wet LB 1964 opgenomen om onbedoelde fiscale effecten weg te nemen van het amendement van de leden Weekers en Van Vroonhoven-Kok21 bij het wetsvoorstel tot wijziging van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de aanpassing van regels over bestuur en toezicht in naamloze en besloten vennootschappen (31 763). Verder krijgt de inspecteur de bevoegdheid om op verzoek het tijdvak voor de kolenbelasting te bepalen op maximaal één kwartaal in het geval de kolenbelasting verschuldigd wordt op het tijdstip van de aanvang van het in Nederland voorhanden hebben van kolen waarvan de kolenbelasting niet is geheven. Daarnaast bevat de eerste nota van wijziging aanpassingen van technische en/of redactionele aard.

Op grond van de tweede nota van wijziging22 vervalt bij de nieuwe doorschuiffaciliteit voor overgang krachtens huwelijksvermogensrecht de voorwaarde dat de echtgenoot naar wie de helft van het ter beschikking gestelde vermogensbestanddeel overgaat, binnenlands belastingplichtig moet zijn. Dit om overkill weg te nemen. Voorts is een technische wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet LB 1964) in verband met de hiervoor aangehaalde motie Jurgens c.s.opgenomen en zijn enkele redactionele wijzigingen aangebracht.

Budgettaire gevolgen

Hierna worden naar aanleiding van een vraag van de heer Reuten achtereenvolgens de volgende budgettaire gevolgen weergegeven:

  • 1. de budgettaire gevolgen van de oorspronkelijke wetsvoorstellen Belastingplan 2011, Overige fiscale maatregelen 2011 en Fiscale verzamelwet 2010 (tabel 1);

  • 2. de budgettaire gevolgen van de tweede nota's van wijziging op de wetsvoorstellen Belastingplan 2011 respectievelijk Overige fiscale maatregelen 2011 (tabel 2);

  • 3. de budgettaire gevolgen van de derde en vierde nota van wijziging op het wetsvoorstel Belastingplan 2011 c.a.

  • 4. de budgettaire gevolgen van het hiervoor aangehaalde amendement Slob.

De overige nota's van wijziging en de aangenomen amendementen hebben geen budgettaire gevolgen.

Tabel 1 Budgettair beeld oorspronkelijk wetsvoorstellen Belastingplan 2011, Overige fiscale maatregelen 2011 en Fiscale verzamelwet 2010 (€ mln, -/- = lastenverlichting)

Onderwerp

2011

2012

2013

structureel

Constructie- en fraudebestrijding

    

Reparatie constructies onroerende zaaklichamen

150

150

150

150

Reparatie constructies winstvennootschappen

100

100

100

100

Automatische gegevensuitwisseling

0

0

0

0

Reparatie aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld

14

14

14

14

     

(Innovatief) ondernemerschap

    

Dekking oploop gebruik WBSO (waaronder overschrijding uit 2009)

– 170

– 170

– 170

– 170

Intensivering WBSO

– 158

– 63

– 63

– 63

Structureel maken verlengde schijf MKB-tarief Vpb

– 270

– 270

– 270

– 270

Verlagen algemeen tarief Vpb

– 210

– 210

– 210

– 210

Carry back en willekeurige afschrijving

– 270

0

0

0

     

Maatregelen ter tijdelijke ondersteuning woningmarkt

    

Tijdelijke verlenging verhuisregeling

– 3

– 5

0

0

Tijdelijke verlaging btw-tarief renovatie woningen

– 98

0

0

0

Tijdelijke verlenging termijn doorverkoop woningen

– 10

– 30

0

0

     

Overige maatregelen

    

Verruiming werkkostenregeling

– 186

– 186

– 186

– 186

Vergroening en mobiliteit

0

0

0

0

Verhoging tabaksaccijns

167

200

200

200

Koopkrachtpakket

– 1 552

– 1 112

– 1 112

– 1 112

     

Totaal Belastingplan 2011

 2 496

 1 582

 1 547

 1 547

     

Totaal OFM 2011

– 2

39

53

53

Totaal Fiscale verzamelwet 2010

– 43

– 52

– 52

– 50

Totaal fiscale maatregelen

– 2 541

– 1 595

– 1 546

– 1 544

Tabel 2 Budgettaire effecten tweede nota's van wijziging Belastingplan 2011 en Overige fiscale maatregelen 2011 (in mln)

Onderwerp

2011

2012

2013

structureel

Podiumkunsten, kunst en verzamelvoorwerpen naar 19%

90

90

90

90

Afschaffen heffingskortingen box 3, pga durfkapitaal en niet invoeren faciliteiten MKB-beleggingen1

120

120

120

115

Verhogen assurantiebelasting met 2%

250

250

250

250

Terugsluis bedrijven

– 60

0

0

0

Totaal

400

460

460

455

XNoot
1

Het niet invoeren van de tijdelijke faciliteit voor MKB-beleggingen (2011–2015) wordt via nota van wijziging op het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2011 geregeld. Voor de jaren 2011–2015 betekent dit een budgettaire opbrengst van € 5 mln., structureel nihil. De kosten van het overgangsrecht voor de persoonsgebonden aftrek beleggingen in durfkapitaal wordt betrokken bij de beschikbare lastenenveloppe vanaf 2012.

Derde en vierde nota van wijziging Belastingplan 2011

Het uitstel van de verhoging met 2% van het tarief van de assurantiebelasting tot 1 maart 2010 leidt tot een budgettaire derving van € 80 mln. in 2011. De dekking via de tijdelijke verhoging van het tarief van de assurantiebelasting van 9,5% naar 9,7% (tot 1 januari 2015) leidt tot een budgettaire opbrengst van € 25 mln. per jaar in de jaren 2011 tot en met 2014.

Amendement Slob

Zoals hiervoor is vermeld, bevat het amendement Slob een geleidelijke afbouw van de heffingskortingen voor maatschappelijke beleggingen en durfkapitaal. Deze geleidelijke afbouw is gedekt uit enerzijds de incidentele EIA en anderzijds in het voor drie jaar beperken van de willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen en het eveneens voor drie jaar verlagen van de aftrekpercentages van de energie- en milieu-investeringsaftrek. Dit verloopt per saldo budgettair neutraal.

De staatssecretaris van Financiën,

F. H. H. Weekers


XNoot
1

Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr. 6.

XNoot
2

Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr. 20.

XNoot
3

Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr. 12.

XNoot
4

Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr. 19.

XNoot
5

Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr. 7.

XNoot
6

Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr. 9.

XNoot
7

Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr. 61.

XNoot
8

Kamerstukken II 2010/11 32 505, nr. 9.

XNoot
9

Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr. 31.

XNoot
10

Kamerstukken II 2010/11, 32 504, nr. 54.

XNoot
11

Kamerstukken II 2010/11, 32 505, nr. 6.

XNoot
12

Kamerstukken II 2010/11, 32 505, nr. 7.

XNoot
13

Hof ’s-Hertogenbosch, 18 juni 2010, nr. 09/00099, LJN: BN3971.

XNoot
15

Kamerstukken II 2010/11, 32 505, nr. 13.

XNoot
16

Kamerstukken II 2010/11, 32 505, nr. 17.

XNoot
17

Kamerstukken II 2010/11, 32 401, nr. 7.

XNoot
18

Kamerstukken II 2010/11, 32 401, nr. 12.

XNoot
19

Kamerstukken II 2009/10, 32 401, nr. 5.

XNoot
20

Kamerstukken I 2006/07, 26 200 VI nr. 65 en 21 109, nr. D.

XNoot
21

Kamerstukken II 2008/09, 31 763, nr. 10.

XNoot
22

Kamerstukken II 2010/11, 32 401, nr. 8.

Naar boven