32 317 JBZ-Raad

Nr. 847 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 21 juli 2023

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister en Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de brief van 13 juli 2023 inzake de geannoteerde agenda informele JBZ-Raad van 20 en 21 juli 2023 (Kamerstuk 32 317, nr. 845) over de brief van 19 juni 2023 inzake verslag van de formele JBZ-Raad van 8–9 juni 2023 (Kamerstuk 32 317, nr. 842) en over de brief van 9 juni 2023 inzake Fiche: Aanbeveling inzake de bestrijding van online piraterij van live (sport)evenementen (Kamerstuk 22 112, nr. 3718).

De vragen en opmerkingen zijn op 17 juli 2023 aan de Minister en Staatssecretaris Justitie en Veiligheid voorgelegd. Bij brief van 21 juli 2023 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Kat

De adjunct-griffier van de commissie, Meijer

Inhoudsopgave

blz.

     

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersonen

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

6

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

8

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie

11

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

13

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

13

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersonen

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de informele Raad Justitie en Binnenlandse Zaken op 20 en 21 juli 2023. Zij hebben hierover nog enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de VVD-fractie lezen dat op 21 juni 2023 de Raadsposities op de ontwerpverordeningen voor de verzameling en overdracht van Advance Passenger Information (API) voor grensbewakings- en rechtshandhavingsdoeleinden zijn aangenomen. Kan de Staatssecretaris toelichten op welke manier het voorstel API Grensbewaking illegale migratie tegengaat? Hoe groot zal de impact op illegale migratiestromen naar verwachting zijn, wanneer het voorstel wordt aangenomen en geïmplementeerd?

De leden van de VVD-fractie zijn verheugd te lezen dat door Nederlandse inzet het mogelijk is API-gegevens langer te bewaren ten behoeve van de bestrijding van illegale migratie. Daarentegen is het teleurstellend dat het niet is gelukt de reikwijdte van het API Grensbewakingsvoorstel naar uitgaande vluchten en intra-Schengen vluchten uit te breiden. Kan de Staatssecretaris toelichten op welke andere manier er alsnog meer controle kan komen op uitgaande vluchten en intra-Schengen vluchten? Kan de Staatssecretaris toelichten op welke wijze hierin samengewerkt kan worden tussen lidstaten? Op welke wijze kan straks informatiedeling plaatsvinden?

Verder lezen de leden van de VVD-fractie dat de Europese Commissie een onderzoek uitvoeren naar het opstellen van een wetgevend kader ten behoeve van de verzameling van API-gegeven bij andere vervoersmodaliteiten. Wat deze leden betreft is dit een belangrijk onderdeel om meer controle op de (illegale) migratiestromen te krijgen. Is de Staatssecretaris bereid om in EU-verband een voortrekkersrol te nemen om ook op andere vervoersmiddelen dan vliegtuigen meer controle te krijgen ten behoeve van het tegengaan van illegale en secundaire migratie? Kan bij het onderzoek ook gekeken worden naar de inzet van camera’s, op bijvoorbeeld snelwegen en grensovergangen, en meer internationale samenwerking?

Antwoord

Het onderwerp Advance Passenger Information (API) staat niet op de agenda van de huidige JBZ-Raad. In verband met het korte tijdsbestek van dit schriftelijk overleg wordt het antwoord op deze vragen voor het eind van het zomerreces aan uw Kamer verzonden.

De leden van de VVD-fractie vragen welke lessen de Staatssecretaris trekt uit recent beleid van Denemarken om meer grip te krijgen op migratie. Welke mogelijkheden ziet de Staatssecretaris om recent Deens beleid en wetgeving toe te passen in Nederland? Kan de Staatssecretaris hier concrete voorbeelden van geven?

Antwoord

Zoals uw Kamer bekend is Denemarken niet aan dezelfde EU-regels gebonden als Nederland, gezien de opt-out die het land heeft op (onder andere) Europese asiel- en migratiewetgeving. Hierover is uw Kamer eerder geïnformeerd.1 Het kabinet heeft op het vlak van migratiebeleid goede en doorlopende contacten met Denemarken, zowel op politiek als hoogambtelijk niveau. Het kabinet trekt ook binnen de EU waar dat kan samen met Denemarken op, bijvoorbeeld bij de onderhandelingen over het Asiel- en Migratiepact, op het vlak van Schengengerelateerde zaken, of op EU-migratiesamenwerking met derde landen.

De leden van de VVD-fractie vinden het van het grootste belang dat instrumentalisering van migratie wordt tegengaan. Autocraten aan de buitengrens van Europa mogen migratie niet als wapen gebruiken om de EU onder druk te zetten. Deelt de Staatssecretaris de mening van deze leden dat het zowel in het belang van migranten, als de EU is dat Europese wetgeving de ruimte biedt om instrumentalisering van migratie te bestrijden? Vindt de Staatssecretaris ook dat hiervoor strengere regels en wetten nodig zijn dan voor andere elementen uit het Gemeenschappelijk Europees Asiel Systeem (GEAS)?

Antwoord

Het kabinet is het eens met de leden van de VVD-fractie dat het in gevaar brengen van grote groepen migranten voor (geo-)politieke doeleinden onaanvaardbaar is. Het is daarom belangrijk dat lidstaten die met instrumentalisering worden geconfronteerd te ondersteunen. Dat kan met Europese sancties, diplomatieke druk, of met wetgeving die lidstaten de flexibiliteit biedt om de situatie aan hun grenzen adequaat op te lossen. In de conceptteksten van de Crisis- en Overmachtsverordening is voor dat laatste een brede set aan instrumenten opgenomen.

Het kabinet acht het voor door instrumentalisering getroffen lidstaten van belang dat hen de mogelijkheid wordt geboden asielverzoeken versneld maar zorgvuldig aan de grens af te ronden en daarbij ongewilde secundaire migratie te voorkomen. Daarbij is het van belang dat de betrokken lidstaten het recht op asiel dienen na te leven.

Het afgelopen jaar heeft Nederland ervaren dat de Europese wetgeving rond asiel te rigide is in tijden van een asielcrisis, zo stellen de leden van de VVD-fractie. Tegelijkertijd is het in het belang van Nederland dat zoveel mogelijk asielzoekers een opvang en procedure krijgen aan de buitengrens, en dat EU-landen niet een crisis als excuus gebruiken om asielzoekers door te sturen. Hoe vindt de Staatssecretaris een optimale balans tussen flexibiliteit in tijden van crisis en er wel voor zorgen dat opvang en procedures plaatsvinden op de juiste plek? Welke flexibiliteit wil de Staatssecretaris geven aan landen om ervoor te zorgen dat ze opvang en procedures ook in tijden van crisis kunnen uitvoeren?

Antwoord

Het kabinet maakt graag van deze gelegenheid gebruik uw Kamer nader te informeren over de inhoud van de voorliggende voorstellen voor de Crisis- en Overmachtsverordening (hierna: Crisis-verordening) en de voortgang van de onderhandelingen. Mogelijk stuurt het Spaans voorzitterschap op zeer korte termijn (nog vóór het Europees zomerreces) aan op de aanname van een algemene oriëntatie in Coreper. Het is nog niet zeker of dit gezien het uiteenlopend krachtenveld en de nog sterk in beweging zijnde teksten ook gaat lukken.

Zoals eerder gemeld, is het eerdere voorstel voor een Instrumentaliseringsverordening inmiddels met de Crisisverordening samengevoegd. Door deze samenvoeging vormt het voorstel voor de Crisisverordening nu een overkoepelend wettelijk kader voor een aanpak ten tijde van een migratiecrisis, overmacht, of instrumentalisering. Of er sprake is van een van deze situaties, en zo ja, welke solidariteit en flexibiliteit er in regelgeving mag worden toegepast, wordt op basis van een voorstel van de Europese Commissie ter besluitvorming voorgelegd aan de Raad. Het besluit wordt vervolgens op basis van een gekwalificeerde meerderheid genomen. In de verordening is allereerst een voorstel voor het inkorten van de tijdslijnen voor het solidariteitsmechanisme uit de Raadspositie op de AMMR en het treffen van aanvullende solidariteitsmaatregelen voor lidstaten in crisis opgenomen. Daarnaast worden verschillende mogelijke derogaties op regelgeving gecreëerd. Deze derogaties zijn altijd tijdelijk van aard; ze mogen maximaal 12 maanden worden toegepast. De derogaties die worden toegestaan kunnen per crisissituatie verschillen, omdat ze moeten aansluiten bij de aard van de crisis en lidstaten moeten helpen adequaat op de situatie te reageren. Zo is de mogelijkheid in de verordening opgenomen om de termijnen te verlengen voor het registreren van een asielaanvraag of voor het behandelen van een asielaanvraag (en eventuele terugkeer) in de grensprocedure. Prioritering van asielaanvragen van kwetsbare groepen wordt in deze situaties verplicht. Daarnaast wordt voorgesteld om in geval van crisis de termijnen voor Dublinoverdrachten te kunnen verlengen, of om in een exceptionele omstandigheden de verantwoordelijkheid voor een asielverzoek van een lidstaat in crisis over te laten nemen door andere lidstaten. Ook liggen verschillende andere derogaties op de asielprocedureverordening (tijdelijk geen of minder grensprocedures, of juist een verbreding van de reikwijdte van grensprocedures) en de herziene opvangrichtlijn voor. Het eerder in de Crisisverordening opgenomen voorstel voor de introductie van een status voor onmiddellijke bescherming is, mede met het oog op de huidige toepassing van de Richtlijn Tijdelijke bescherming, ingetrokken.

Het kabinet heeft uw Kamer via BNC-fiches geïnformeerd over de kabinetsposities op de Crisis- en Overmachtsverordening en de Instrumentaliseringsverordening23. Deze BNC-fiches vormen de leidraad van de inzet van het kabinet. In deze fiches heeft het kabinet onder andere toegelicht dat het van mening is dat de Europese en nationale asielsystemen zo crisisbestendig mogelijk moeten zijn. Het kan daarvoor nodig zijn dat er ten tijde van crises, overmacht of instrumentalisering proportionele en tijdelijke flexibiliteit kan bestaan in de toepassing van Europese regelgeving. Daarbij is voor het kabinet van belang dat ook in crisissituaties de buitengrenslidstaat zicht moet hebben op wie het Schengengebied betreedt, en dat secundaire migratie zoveel mogelijk wordt voorkomen. Het kabinet zet daarnaast in op de naleving van het recht op asiel, het principe van non-refoulement, het garanderen van basisbehoeften voor migranten en de waarborgen voor ongehinderde toegang zoals verankerd in de EU-regelgeving.

Het kabinet kan in ieder geval, conform de inzet in de BNC-fiches, in geval van een door de Raad vastgestelde situatie van crisis, instemmen met de voorgestelde verlenging van registratie- en grensproceduretermijnen. Het kabinet staat ook positief tegenover de mogelijkheid om de termijnen voor over- of terugname onder Dublin te verlengen, omdat dit lidstaten ruimte biedt om ook wanneer zij onder druk staan hun Dublin-verantwoordelijkheden uit te blijven voeren. Daarnaast verwelkomt het kabinet het voorstel dat een crisis zoveel mogelijk op basis van een objectieve definitie wordt vastgesteld en dat de Raad een doorslaggevende rol krijgt in besluitvorming over de te nemen maatregelen. Het kabinet is nog niet onverdeeld positief over een aantal van de overige derogatie- en solidariteitsmaatregelen, zoals derogaties ten opzichte van de Asielprocedureverordening en de toepassing van Dublin. Tegelijkertijd hecht het kabinet ook ten zeerste aan voortgang op de onderhandelingen op het Asiel- en Migratiepact, en aan het hebben van handelingsperspectief wanneer om geopolitieke redenen een lidstaat of de Unie onder druk wordt gezet. Deze afwegingen zal het kabinet meenemen in de beoordeling van een eventueel voorstel voor een Raadspositie.

De discussie in de onderhandelingen spitst zich momenteel met name toe op het samenvoegen van de eerdere Instrumentaliseringsverordening met de Crisis- en Overmachtsverordening, de definitie van de verschillende uitzonderingssituaties, voldoende waarborgen voor aanvragers, en de verschillende voorgestelde derogaties. Het kabinet zal uw Kamer op de hoogte brengen van de voortgang op de besprekingen via het verslag van de JBZ-Raad.

De leden van de VVD-fractie zijn verheugd dat er een deal tot stand is gekomen tussen de Europese Unie en Tunesië. Deze leden zien dit als een belangrijke stap in het tegengaan van illegale migratie over de Middellandse Zee. Kan de Staatssecretaris meer informatie geven over de inhoud van de gemaakte afspraken? Vanaf wanneer verwacht de Staatssecretaris dat de eerste effecten van deze deal zullen optreden? Hoe zal worden gemonitord of Tunesië zich aan de afspraken houdt en wat zijn de consequenties indien Tunesië de afspraken niet naleeft?

Antwoord

De Europese Commissie en Tunesië zijn een breed partnerschap overeengekomen met een pakket bestaande uit vijf pijlers4: 1) macro-economische stabiliteit, 2) economie en handel, 3) groene energietransitie, 4) people-to-people contacten, en 5) migratie.

Op migratiegebied is overeengekomen dat migratie en ontwikkeling (het adresseren van grondoorzaken van migratie) in samenhang met elkaar moeten worden bekeken. Daartoe hebben de Europese Commissie en Tunesië afgesproken dat zij duurzame ontwikkeling en werkgelegenheid zullen bevorderen in achtergestelde gebieden in Tunesië met een hoog migratiepotentieel. De Commissie en Tunesië hebben voorts afgesproken dat zij nauwer gaan samenwerken op de aanpak van mensensmokkel- en handel, het verbeteren van migratiemanagement in Tunesië inclusief de terugkeer van migranten uit Tunesië naar hun landen van herkomst, verbeterd grensmanagement inclusief versterking van de Search and Rescue capaciteit van Tunesië, terugkeer vanuit de EU naar Tunesië, herintegratie en legale migratie. Daarbij is expliciet afgesproken dat de versterkte migratiesamenwerking tussen de EU Tunesië in lijn moet zijn met internationaal recht. De overeenkomst wordt naar verwachting besproken tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 20 juli a.s.

Daarna zal de overeenkomst per pijler nader worden uitgewerkt en geïmplementeerd. Onderdeel van het politieke akkoord is versterkte politieke- en beleidsdialoog in het kader van de EU-Tunesië Associatieraad. De Associatieraad, die dit najaar hervat moet worden, biedt een belangrijke kans om politieke en institutionele betrekkingen nieuw leven in te blazen, en om onder andere zorgen over de mensenrechtensituatie op te brengen. Een verdere appreciatie van de gemaakte afspraken met Tunesië en een terugkoppeling van het bezoek van de Minister-President volgt in het verslag van deze Raad.

Het kabinet heeft terecht aangegeven dat deze afspraken een eerste stap zijn, zo constateren de leden van de VVD-fractie. In welke opzichten zou de Staatssecretaris de afspraken met Tunesië willen verbreden en verdiepen, zodat zowel Tunesiërs als migranten met andere nationaliteiten naar Tunesië kunnen worden teruggestuurd? Daarnaast is het van belang dat er meer migratiedeals worden gesloten met herkomst- en doorreislanden in het Midden-Oosten en (Noord-)Afrika. Bij welke landen ziet de Staatssecretaris hiervoor op de korte termijn mogelijkheden? Hoe gaat de Staatssecretaris zich ervoor inzetten dat er de komende periode meer van dergelijke migratieafspraken tot stand komen?

Antwoord

Een uitgebreidere appreciatie van het kabinet op de gemaakte afspraken met Tunesië volgt in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 juli. Terugkeer van niet-Tunesische migranten vanuit Europa is geen onderdeel van de gemaakte afspraken. Het kabinet benadrukt in EU-verband doorlopend het belang en de urgentie om te komen tot brede partnerschappen. Het kabinet roept de Commissie op om een soortgelijke brede partnerschapsinzet te hanteren voor andere relevante landen, op basis van gelijkwaardigheid, met oog voor wederzijdse belangen en een op maat gemaakte aanpak. Dat zal het kabinet ook tijdens de aanstaande informele JBZ-Raad uitdragen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

Russische agressie tegen Oekraïne en de gevolgen voor interne veiligheid

De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de signalering van de Adviesraad Migratie met betrekking tot de tijdelijkheid van het verblijf van Oekraïense ontheemden in Nederland en breder in de EU. Deze leden onderschrijven de zorgen van de Adviesraad over het effect van de onzekerheid van de Tijdelijke beschermingsrichtlijn op de Oekraïners zelf. Zij ondersteunen de inzet van de Staatssecretaris om te pleiten voor tijdige besluitvorming over de verlenging hiervan. Daarnaast roepen deze leden de Staatssecretaris op om als Nederland een koploper te blijven in het realiseren van beleid voor de lange termijn en uiterlijk voor het einde van 2023 duidelijkheid hierover te verschaffen.

Antwoord

Het kabinet pleit ervoor dat er tijdig in EU-verband een besluit wordt genomen over een eventuele verlenging van de Richtlijn Tijdelijke Bescherming voor ontheemden uit Oekraïne tot en met 4 maart 2025. Die duidelijkheid is niet alleen in het belang van ontheemden, maar ook van gemeenten, werkgevers en andere partijen die een rol hebben binnen de context van de opvang van Oekraïners in Nederland. Daarnaast vindt Nederland het belangrijk dat er ook op EU-niveau een gecoördineerde aanpak tot stand komt ten aanzien van verblijf en terugkeer van ontheemden uit Oekraïne voor de periode na maart 2025. Het kabinet zal uw Kamer hierover informeren via onder meer de JBZ-cyclus dit najaar.

Migratie

De leden van de D66-fractie kijken met ontzetting en onrust naar recente berichten over het beschieten van reddingswerkers op de Middellandse Zee door de Libische kustwacht. Welke acties gaat de Staatssecretaris ondernemen om te zorgen dat dergelijke behandeling van reddingswerkers niet meer voorkomt en dat de Europese Commissie als hoedster van de verdragen daadwerkelijk actie gaat ondernemen?

Antwoord

Het kabinet vindt de recente berichtgeving over de situatie in Libië zorgelijk. Het uitvoeren van opsporings- en reddingsoperaties (Search and Rescue) is een internationaalrechtelijke plicht voor staten en voor schepen die varen onder de vlag van een bepaalde staat. Het is van belang dat betrokkenen deze verplichting kunnen uitvoeren zonder daarbij te worden gehinderd. Opsporings- en reddingsoperaties zijn cruciaal voor het redden van mensenlevens op zee.

Samenwerking met de autoriteiten in Libië is belangrijk om Europese en Nederlandse doelstellingen in het land te kunnen behartigen en mensenrechtenschendingen tegen migrantenmisstanden te kunnen bespreken. Het kabinet zet zich daarbij actief in voor de noodzakelijke aandacht voor mensenrechten, due diligence voor EU -programmering, onafhankelijke monitoring van derde partijen van door de EU gefinancierde projecten, sancties tegen mensenhandelaren en een verbetering van de behandeling van migranten en vluchtelingen na ontscheping en tijdens hun verblijf in detentiecentra, dat arbitraire detentie moet worden beëindigd en voor sluiting van de detentiecentra. Nederland blijft hier de komende tijd bilateraal en in EU-verband stappen op zetten. Het behalen van duurzame resultaten op bovengenoemde inzet blijft moeizaam in de complexe context in het land.

De Commissie ziet als hoedster van de verdragen toe op de tenuitvoerlegging in de landen van de Europese Unie van de door de Raad en het Europees Parlement aangenomen verordeningen en richtlijnen. Handelen van de Libische kustwacht valt buiten dat mandaat.

De leden van de D66-fractie hebben al vaker hun zorgen uitgesproken over de samenwerking met Libië en roepen nogmaals in herinnering dat de Verenigde Naties (VN) de situatie van migranten in Libië beschrijft als misdaad tegen de menselijkheid. Deze leden maken zich dan ook zorgen over soortgelijke plannen voor het financieren van de Tunesische kustwacht en vragen de Staatssecretaris zich er hard te maken dat financiële steun aan Tunesië niet tot dezelfde misstanden mag leiden.

Antwoord

Het kabinet is van mening dat alle afspraken met Tunesië en de uitvoering ervan in lijn moeten zijn met internationaal recht en moet voldoen aan mensenrechtenstandaarden. Daar zal het kabinet zich blijvend voor inzetten. Een uitgebreidere appreciatie van de gemaakte afspraken met Tunesië volgt.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie

De leden van de PVV-fractie hebben in de media vernomen dat de EU een migratiedeal met Tunesië heeft gesloten. Tunesië zou hiervoor één miljard euro krijgen. Deze leden willen alle details van deze afspraak ontvangen, waaronder de totstandkoming van deze deal, de financiële gevolgen daarvan, de voorwaarden van de deal en concreet wat Tunesië gaat doen om de migratiestromen tegen te houden.

Antwoord

Het kabinet verwijst u naar het antwoord op een gelijkluidende vraag van de leden van de VVD-fractie. De volledige overeenkomst is te raadplegen op de website van de Commissie.5 Een verdere appreciatie van de gemaakte afspraken met Tunesië volgt in het RBZ-verslag.

De leden van de PVV-fractie vragen een nadere uitleg over de Procedureverordening en de Asiel en migratiemanagementverordening welke vorige maand zijn aangenomen in de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken. Deze leden willen concreet weten welke groepen migranten bij aankomst in de EU kunnen worden vastgehouden tijdens de registratie en screening. Klopt het dat kansrijke asielzoekers bij aankomst niet kunnen worden vastgehouden?

Antwoord

Het kabinet verwijst de leden van de PVV-fractie naar het verslag van de JBZ-raad van 9 juni voor een uitleg over het behaalde resultaat op de asielprocedureverordening6. De verplichte asielgrensprocedure zal gaan gelden voor specifieke groepen asielzoekers: personen met een kansarm asielverzoek (met de nationaliteit van een land waarvan het Europees gemiddelde inwilligingspercentage lager is dan 20%), personen die de autoriteiten bij hun asielaanvraag proberen te misleiden, en personen die een mogelijk gevaar vormen voor de openbare orde of veiligheid. Ook voor families met kinderen geldt dat hun asielverzoek in een asielgrensprocedure moet worden afgehandeld als zij onder één van voornoemde categorieën vallen. Alleenreizende minderjarige vreemdelingen (AMV’ers) worden uitgesloten van de asielgrensprocedures, tenzij zij een mogelijk gevaar voor de nationale orde of veiligheid vormen.

De leden van de PVV-fractie vragen wat er gebeurt als onvoldoende lidstaten bereid zijn asielzoekers over te nemen. Heeft de Europese Commissie de bevoegdheid om lidstaten te dwingen asielzoekers over te nemen van de aankomstlanden?

Antwoord

Het kabinet verwijst de leden van de PVV-fractie naar het verslag van de JBZ-raad van 9 juni voor een uitleg over het behaalde resultaat op de Asiel- en Migratiemanagementverordening. De Commissie zal elk jaar via een rapportage over de migratiesituatie in de EU aangeven welke lidstaten naar verwachting onder hoge migratiedruk komen, en aan welke aantallen herplaatsingen en financiële steun deze lidstaten behoefte hebben. Het minimumaantal jaarlijkse herplaatsingen wordt, in evenwicht met de wettelijk verplicht gestelde asielgrensprocedurecapaciteit, vastgelegd op 30.000. Op lidstaatniveau worden geen verplichte herplaatsingen vastgelegd. Lidstaten dienen naar rato van inwonersaantal en Bruto Binnenlands Product (BBP) bij te dragen, maar mogen kiezen of zij dit in de vorm van herplaatsingen of in de vorm van een financiële bijdrage doen. De financiële bijdrage is vastgesteld op 20.000 euro als alternatief voor elke herplaatsing. Voor Nederland komt de minimale solidariteitsbijdrage daarmee op 1.500 herplaatsingen of 30 miljoen euro. Financiële bijdragen dienen te worden gestort in een financieel instrument van de Commissie, waarvan de modaliteiten nog moeten worden uitgewerkt. Er is een mogelijkheid gecreëerd dat een lidstaat op basis van een voorstel van de Commissie wordt vrijgesteld van zijn solidariteitsbijdragen omdat hij zelf onder te hoge migratiedruk staat. Een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten moet daar mee akkoord gaan.

Indien lidstaten onvoldoende toezeggingen doen om het in de AMMR vastgelegde minimumaantal te bereiken, moeten lidstaten dit compenseren met de behandeling van asielverzoeken van Dublinclaimanten die zij anders zouden overdragen naar de op solidariteit aanspraak makende lidstaat. Dit kan maximaal oplopen tot het aandeel herplaatsingszaken waar de lidstaat voor verantwoordelijk zou zijn geweest. Mede als resultaat van de inzet van Nederland is afgesproken dat de Commissie in haar aanbevelingen over solidariteit ook zal meewegen of lidstaten hun verantwoordelijkheden in het kader van de Dublin-verordening goed uitvoeren. Als de Commissie constateert dat lidstaten hierin systematisch tekortschieten, bijvoorbeeld met opvangomstandigheden die niet voldoen aan artikel 3 van het EVRM, kunnen deze lidstaten niet in aanmerking komen voor solidariteit totdat zij weer aan hun verplichtingen voldoen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

De leden van de SP-fractie vinden het lastig om inbreng te geven zonder onderliggende stukken, los van de geannoteerde agenda, maar hebben vooralsnog de volgende vragen en opmerkingen.

Allereerst hebben de leden van de SP-fractie vragen over de Tunesiëdeal. Ondanks de kritiek uit deze Kamer en van maatschappelijke organisaties heeft een ondemocratisch college (de Europese Commissie) afspraken gemaakt met een ondemocratisch regime. Krijgt het parlement de tekst van de afspraken snel toegestuurd? Wat is de rechtsgrond van dit memorandum of understanding (MoU) en wat zijn de mogelijkheden van de lidstaten om deze afspraak af te wijzen? Mede gezien de demissionaire status van dit kabinet, dat controversiële besluiten moet uitstellen, vinden deze leden de deal zeer bedenkelijk.

Antwoord

Het kabinet verwijst u naar het antwoord op een gelijkluidende vraag van de leden van de VVD-fractie. De volledige tekst van de overeenkomst is te raadplegen op de website van de Commissie.7 Het Memorandum of Understanding is niet juridisch bindend.

Bij het voorstel om de Instrumentaliseringsverordening samen te voegen met de Crisisverordening zien de leden van de SP-fractie een potentieel risico dat de woorden «instrumentalisering» en «crisis» onderhevig zijn aan devaluatie, hetgeen door lidstaten misbruikt kan worden. Hoe ziet de Staatssecretaris dat? Is er sprake van een (min of meer) objectieve definitie?

Antwoord

Het kabinet verwijst u naar het antwoord op een gelijkluidende vraag van de leden van de VVD-fractie. Het kabinet deelt de opvatting van de leden van de SP-fractie dat de definities van instrumentalisering en crisis objectief en helder moeten zijn om potentiële devaluatie van de begrippen te voorkomen. Nederland pleit daarom voor een systeem waarin een crisis op basis van objectieve criteria kan worden vastgesteld. Daarnaast vindt het kabinet het belangrijk dat de lidstaten betrokken worden bij besluitvorming over of er sprake is van een crisis- of instrumentaliseringssituatie, zoals is opgenomen in het voorstel.

Verder vragen de leden van de SP-fractie wat het tijdspad is van de triloog over het Pact, nadat er op 8 juni 2023 een akkoord kwam over de Raadspositie.

Antwoord

Op de onderdelen waarop de lidstaten eerder een akkoord bereikten (de Eurodac-verordening, de Screeningsverordening, de Asiel- en Migratiemanagementverordening en de Asielprocedureverordening) is de triloog met het Europees Parlement reeds gestart. Het Spaanse voorzitterschap is voornemens vóór het einde van 2023 op het gehele Pact tot een akkoord te komen met het Europees Parlement. De Nederlandse wens is om de hervorming van het Asiel- en Migratiepact af te ronden voor de Europese verkiezingen van april 2024.

Op de Crisisverordening dient de Raad nog een Raadspositie te bereiken alvorens de triloog kan worden gestart. Mogelijk stuurt het Spaanse voorzitterschap op zeer korte termijn (nog vóór het Europees zomerreces) aan op de aanname van een Raadspositie. Het is nog niet zeker of dit gezien het uiteenlopend krachtenveld en de nog sterk in beweging zijnde teksten ook gaat lukken. Voor de positie van Nederland verwijst het kabinet naar een vraag hierover van de leden van de VVD-fractie. Uw Kamer zal op de hoogte worden gebracht van de voortgang op de besprekingen via het verslag van de JBZ-Raad.

Tot slot krijgen de leden van de SP-fractie graag een update over het onderzoek naar de rol van de Griekse autoriteiten in de scheepsramp van half juni 2023. Is de onafhankelijkheid van dit onderzoek geborgd?

Antwoord

Het kabinet betreurt deze tragedie ten zeerste en heeft haar medeleven uitgesproken in de richting van de slachtoffers en hun familieleden. Ook tijdens de Europese Raad (ER) op 29–30 juni jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1972) kwam de ramp aan de orde. In de conclusies van de Voorzitter van de Europese Raad wordt aangehaald dat de ER zijn diepe bedroefdheid hierover uitsprak. Het kabinet steunt tevens de door de Voorzitter genoemde blijvende inzet van de EU om het bedrijfsmodel van mensenhandelaars en smokkelnetwerken te ontwrichten en om de onderliggende oorzaken van irreguliere migratie aan te pakken, met als doel beter om te gaan met de migratiestromen en te voorkomen dat mensen dergelijke gevaarlijke reizen ondernemen.

Over de toedracht van de ramp in de Griekse wateren is momenteel nog veel onduidelijk. Het kabinet acht het van groot belang dat hier onafhankelijk onderzoek naar wordt gedaan. Dit benadrukt het kabinet ook in relevante bilaterale contacten en in Europese overleggen. Op dit moment doen zowel het Griekse openbaar ministerie als de Griekse kustwacht onderzoek, en ook de grondrechtenadviseur van Frontex werkt aan een rapportage. Het kabinet wenst de uitkomsten hiervan af te wachten. Het kabinet merkt ten slotte op dat het van belang is dat de Commissie, als hoedster van de verdragen, erop toe blijft zien dat grensbeheer altijd in lijn is met Europees recht.

Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie

De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de agenda voor de komende JBZ-Raad. Uit de media hebben deze leden begrepen dat er in de loop van zondag 16 juli een MoU tot stand is gekomen tussen de EU en de Tunesische regering over de samenwerking op migratie. Zij ontvangen graag een precies overzicht van de gemaakte afspraken.

Antwoord

Het kabinet verwijst u naar de eerdere beantwoording van een gelijkluidende vraag van de leden van de fracties van de VVD, PVV en SP. Eveneens verwijst het kabinet deze leden naar de website8 van de Commissie waar de gemaakte afspraken zijn gepubliceerd.

Daarnaast vragen de leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie naar de concrete (rechts)waarborgen met betrekking tot de effectieve handhaving van de mensenrechten en de naleving van het VN-Vluchtelingenverdrag bij de uitvoering van de Tunesiëdeal. In de afgelopen weken is genoegzaam gebleken dat de Tunesische autoriteiten grove mensenrechtenschendingen plegen en mensen zelfs zonder eten en drinken uitzet in de woestijn over de grens met Libië. Welke concrete garanties zijn afgegeven dat vluchtelingen en migranten conform de EU-mensenrechtenstandaard en het VN-Vluchtelingenverdrag zullen worden behandeld? Welke mogelijkheden zullen worden geboden om daarop vanuit de EU en niet-gouvernementele organisatie (ngo’s) toezicht te houden? Op welke wijze zullen EU-organisaties zoals Frontex gaan samenwerken met de Tunesische autoriteiten? Wie is bevoegd om klachten van vluchtelingen en migranten in behandeling te nemen? Hoe wordt erin voorzien dat refoulement wordt voorkomen? Zijn er afspraken gemaakt over democratie en rechtsstaat in Tunesië? En, ten slotte, wanneer krijgt de Kamer de concrete tekst van de Tunesiëdeal voorgelegd?

Antwoord

De tekst van de overeenkomst kan worden geraadpleegd op de website van de Europese Commissie, een uitgebreidere appreciatie van de gemaakte afspraken volgt via het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken op 20 juli. Vanzelfsprekend geldt dat de afspraken binnen internationaalrechtelijke kaders vallen, en met inachtneming van mensenrechten moeten worden uitgevoerd. Eveneens heeft Nederland steeds aangedrongen op het belang van bescherming van migranten in Tunesië. Daar zal Nederland zich ook voor blijven inzetten.

Crisis- Overmacht- en Instrumentaliseringverordening

De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie hebben de nodige vragen over de voorgestelde Crisis-, Overmacht- en Instrumentaliseringsverordening. Daarover wordt, naar deze leden begrepen, op korte termijn een Raadspositie beoogd. Met name het onderdeel «instrumentalisering» baart zorgen. Eind 2022 verwierpen veel EU-lidstaten het voorstel vanwege het ondermijnende effect op het EU-asiel-acquis. Deze leden lezen dat vrijwel elke grotere migratiestroom aangemerkt zou kunnen worden als «instrumentalisering». Ook reddingen op zee na een Search and Rescue (SAR)-operatie kunnen hieronder vallen, waardoor het oorspronkelijke idee van een dreiging vanuit een staat is losgelaten.

De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie stellen dat er, als een dergelijke situatie van instrumentalisering wordt vastgesteld, een «keuzemenu» in werking treedt waarbij (grens-) lidstaten kunnen afwijken van de Europese asielregels. Er worden bepaalde «registratiepunten aan de grens» aangewezen waar men een beschermingsverzoek zou moeten indienen en er geldt een wachttijd van een paar weken voor de registratie van asielzoekers. Tot die tijd zit men «in limbo» en is het gevaar van pushbacks levensgroot, zo stellen deze leden. Ook gelden minder waarborgen voor detentie, rechtsbijstand en opvangomstandigheden.

De leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie constateren dat het erop lijkt dat de huidige voorstellen zijn gekopieerd van de door Polen toegepaste noodmaatregelen op de door Belarus georkestreerde vluchtelingenstroom. Het leidde destijds tot inhumane situaties waarbij vluchtelingen letterlijk in limbo raakten en tientallen mensen om het leven kwamen. Het roept de vraag op of deze samengestelde Verordening niet zal leiden tot een toename van schendingen van mensenrechten, waaronder illegale pushbacks.

Deelt de Staatssecretaris de gedachte van de leden van de PvdA- en GroenLinks-fractie dat als gevolg hiervan «secundaire migratie» naar noordwestelijke bestemmingslanden te verwachten valt, omdat asielzoekers aan de grens in limbo zitten, tijdelijk niet geregistreerd worden en doorreizen naar een land waar ze mogelijk wél beschermd worden en toegang hebben tot een asielprocedure? Het maakt het EU-asielsysteem zwakker in plaats van sterker doordat lidstaten tijdelijk EU-recht buiten werking kunnen stellen en hierdoor grotere onderlinge verschillen ontstaan. Deze leden ontvangen graag een reactie op bovenstaande.

Antwoord

Het kabinet verwijst u naar het antwoord op een gelijkluidende vraag van de leden van de VVD-fractie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda en het verslag. Zij hebben daarnaast vragen over de overeenkomst die gesloten is tussen de EU en Tunesië over de beperking van irreguliere migratie.

Om te beginnen vragen de leden van de ChristenUnie-fractie welke controlemechanismen in de overeenkomst zijn opgenomen ten aanzien van de materiële naleving van mensenrechten verdragen. Hoe kan Tunesië hierop aangesproken worden en hoe kan naleving afgedwongen worden?

Antwoord

Het kabinet verwijst u naar het antwoord op een gelijkluidende vraag van de leden van de PvdA-fractie. De tekst van de overeenkomst kan worden geraadpleegd op de website van de Europese Commissie, een uitgebreidere kabinetsappreciatie van de gemaakte afspraken volgt via het verslag van de RBZ.

De leden van de ChristenUnie-fractie willen daarnaast van de Staatssecretaris weten of hij kan uitsluiten dat we in een zelfde situatie als met Libië terechtkomen waarbij de door de EU ondersteunde kustwacht mensen van zee haalt en in een situatie brengt waar zij onmenselijk behandeld worden.

Antwoord

Het kabinet verwijst u naar het antwoord op een gelijkluidende vraag van de leden van de D66-fractie.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben kennisgenomen van het feit dat er een deal is gesloten met Tunesië. Zij vragen de Staatssecretaris wanneer het parlement de uitwerking van de migratiedeal met Tunesië ontvangt, zodat het parlement tijdig betrokken kan wordt in besluitvorming. Hoe ziet de Staatssecretaris het proces van besluitvorming ten aanzien van de deal voor zich? Wat zijn de eerstvolgende stappen, in Nederland en binnen de Europese Unie?

Antwoord

Het kabinet verwijst u naar de beantwoording van gelijkluidende vragen van de leden van andere fracties. De tekst van de overeenkomst kan worden geraadpleegd op de website van de Europese Commissie, een uitgebreidere appreciatie van de gemaakte afspraken volgt via het verslag van de RBZ-raad.

Naar boven