Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 31839 nr. 631 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 31839 nr. 631 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2019
Conform uw verzoek d.d. 23 november 2018 geef ik u hierbij, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, onze reactie op de «Actielijst Jeugdzorg, 13 punten» d.d. 6 november 2018 van FNV Zorg en Welzijn.
In dit document formuleert FNV Zorg en Welzijn een aantal acties die volgens de vakbond nodig zijn om de knelpunten in de jeugdsector aan te pakken. De acties hebben onder meer betrekking op de positie van jeugdprofessionals in beleid- en besluitvorming, administratieve lasten in relatie tot werkdruk, de follow up van het onderzoek naar de arbeidsmarkt in de jeugdsector dat recent is uitgevoerd, inkoop en aanbestedingen en door gemeenten ervaren financiële tekorten.
Zorg voor de Jeugd
Met de FNV Zorg en Welzijn vind ik dat jeugdprofessionals grote waardering verdienen voor hun inzet en ook de tijd en ruimte moeten krijgen om hun belangrijke werk voor kinderen en jongeren goed te doen. De afgelopen maanden heb ik daarom ook gesproken met delegaties van de FNV respectievelijk de CNV over knelpunten in de jeugdsector en over mogelijke oplossingen. Ik heb daarbij aangegeven dat we met het programma «Zorg voor de Jeugd» (Kamerstuk 34 880, nr. 3) op nagenoeg alle aangedragen punten verbeteracties in gang hebben gezet. Ik ben het met de FNV eens dat specifiek voor het thema arbeidsmarkt er aanvullende acties nodig zijn.
De FNV stelt terecht dat het belangrijk is dat jeugdprofessionals meepraten over wat nodig is in de jeugdsector. Jeugdprofessionals en beroepsverenigingen zijn om die reden nauw betrokken bij de uitwerking van de actielijnen van het programma Zorg voor de Jeugd. Ook maken beroepsverenigingen deel uit van de stuurgroep van dit programma.
Investeren in vakmanschap jeugdprofessionals
Eén van de actielijnen van het programma Zorg voor de Jeugd is gericht op versterking van de positie van jeugdprofessionals in het jeugdstelsel (actielijn 6: investeren in vakmanschap). Voor goede jeugdhulp en jeugdbescherming is essentieel dat jeugdprofessionals zich blijvend ontwikkelen in hun vakmanschap. Het is van belang dat de huidige en toekomstige jeugdprofessionals over de benodigde kennis, beroepshouding en vaardigheden beschikken. Dit vraagt om gezamenlijk investeren in kennis en een veilige omgeving waar tijd en ruimte is om te leren.
Het nieuw op te richten samenwerkingsplatform «Vakmanschap Jeugdprofessionals» heeft een belangrijke rol bij het stimuleren van een leerklimaat in de jeugdsector. Het samenwerkingsplatform zal faciliterend zijn aan de regionale en lokale leerbehoeften en daarnaast agenderend en initiërend zijn op landelijk niveau. Vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid wordt aan de slag gegaan met de belangrijke professionaliseringsopgaven, waaronder het zorgen voor een blijvend passend en goed op de praktijk aansluitend curriculum en bij- en nascholingsaanbod.
In aanloop naar het samenwerkingsplatform hebben er verkennende gesprekken plaatsgevonden over de vormgeving van het platform en de contouren van het nieuwe actieplan «Vakmanschap Jeugdprofessionals» met beroepsverenigingen, brancheorganisaties, cliëntenorganisaties, gemeenten, het onderwijsveld en SKJ. Inmiddels is Gon Mevis als kwartiermaker van het samenwerkingsplatform aan de slag gegaan. Hij zal dit voorjaar een voorstel presenteren voor de inrichting van het platform en de komende tijd zal hij het actieplan verder uitwerken met veldpartijen, zodat er medio 2019 een nieuw breed gedragen meerjarig plan is om de jeugdprofessionals te ondersteunen in hun vakmanschap. Met dit plan wordt de beweging verder op gang gebracht die met het Programma Professionalisering Jeugdhulp en Jeugdbescherming (PPJ&J) dat dit jaar afloopt, reeds is ingezet.
Terugdringen van administratieve lasten en verminderen werkdruk
Met de FNV vind ik het terugdringen van administratieve lasten een belangrijk punt. Hierbij is van belang dat de Eerste Kamer op 22 januari 2019 heeft ingestemd met het wetsvoorstel administratieve lasten en gemeentelijke samenwerking (Kamerstuk 34 857). Deze wet maakt het mogelijk informatiestandaarden af te dwingen voor de gegevensuitwisseling tussen gemeenten en zorgaanbieders. Binnen één jaar moeten de administratieve lasten voor professionals en zorgaanbieders in de jeugdsector merkbaar verminderd zijn. Dat heb ik afgesproken met de VNG en acht koepels van zorgaanbieders en zorgprofessionals. Om samen met werkgevers en werknemers de regeldruk aan te pakken zijn recent twee speciale adviseurs aan het werk gegaan.
Naar aanleiding van de motie van de leden Tielen en Peters wordt momenteel onderzocht hoe de procedures met betrekking tot klachtbemiddeling en/of geschilbeslechting bij elkaar te voegen en te stroomlijnen zijn, met als doel de zorgprofessional zo veel mogelijk te ontlasten1. Wij hebben uw Kamer in de Voortgangsrapportage Zorg voor de Jeugd van 5 november 2018 (Kamerstuk 34 880, nr. 12) over de aanpak van deze motie geïnformeerd. Het Rijk organiseert in maart 2019 een ronde tafel met betrokken partijen om oplossingsrichtingen uit te werken. In de eerstvolgende voortgangsrapportage zullen we u informeren over de definitieve aanpak.
Verbeteren arbeidsmarkt jeugdsector
Bij brief van 21 december 2018 (Kamerstukken 29 282 en 31 839, nr. 347) heb ik uw Kamer het onderzoeksrapport «Verkenning arbeidsmarkt jeugdsector» aangeboden. Het onderzoek is in opdracht van de Ministeries van VWS en Justitie en Veiligheid uitgevoerd door onderzoeksinstituut Prismant in de periode juni 2018 tot en met november 2018. De onderzoekers signaleren als knelpunten de hoge uitstroom van professionals uit de instellingen, een hoog verzuimpercentage en een hoge werkdruk. Ook wordt aangegeven dat veel professionals in de jeugdsector zich onvoldoende gesteund voelen door hun leidinggevende en om die reden uitstromen. Deze punten kwamen ook naar voren in de gesprekken die ik de afgelopen periode met diverse jeugdhulpprofessionals heb gevoerd. Met de FNV ben ik van oordeel dat het noodzakelijk is om structurele duurzame en merkbare verbeteringen na te streven nu het rapport van Prismant over de arbeidsmarkt in de jeugdsector er ligt. De komende periode gaan we verder in gesprek met de betrokken koepelorganisaties van gemeenten, werkgevers, jeugdprofessionals en cliënten over de uitkomsten en aanbevelingen van het onderzoek. Deze gesprekken moeten resulteren in concrete verbeteracties, waarbij vanuit de eigen verantwoordelijkheid van partijen gekeken wordt wie wat oppakt. Een van die acties is het nog beter aansluiten van de jeugdsector op de trajecten die vorig jaar gestart zijn in het kader van het actieprogramma «Werken in de Zorg» (Kamerstuk 29 282, nr. 303). Voor de jeugdsector geldt, evenals voor de andere sectoren in zorg en welzijn, dat we een antwoord moeten vinden op de vraag hoe we de komende jaren voldoende en gemotiveerde professionals kunnen vinden en hoe we hen kunnen behouden. Met de aanbevelingen van de onderzoekers ga ik op korte termijn samen met onze partners aan de slag. Ook de kansrijke voorbeelden die zij verzameld en beschreven hebben wil ik samen met andere partijen aangrijpen om verbeteringen te stimuleren.
Inkoop en aanbesteding
Op het terrein van inkoop en aanbesteden zijn we met gemeenten volop aan de slag om te kijken hoe het binnen de Europese aanbestedingsregels eenvoudiger kan, met minder administratieve lasten voor (jeugd)hulpinstellingen. Daarnaast dring ik bij Europa aan op meer ruimte binnen de Europese aanbestedingsregels.
Professionals kunnen volgens de FNV geen continuïteit van zorg aan cliënten garanderen als gevolg van kortlopende contracten. De FNV wil dat er langjarige contracten worden afgesloten en dat VWS hierop stuurt. Ik vind het met de FNV heel belangrijk dat er meerjarige contracten worden afgesloten. Dit vermindert regeldruk en administratieve lasten en komt ten goede aan meer continuïteit van zorg. Via diverse kanalen roep ik gemeenten hiertoe op. We zien dat er in de eerste jaren na de transitie inderdaad kortlopende contracten werden afgesloten. Vanaf 2018 hebben gemeenten veel meer langjarige en doorlopende contracten afgesloten. Zo is nu ongeveer 60% van de contracten meerjarig van aard.
Financiële tekorten gemeenten
Met gemeenten hebben we in 2018 het Fonds Tekortgemeenten ingericht ter grootte van € 200 miljoen. Dit is een tijdelijke voorziening voor gemeenten die geconfronteerd worden met een stapeling van tekorten bij de uitvoering van de taken in het sociaal domein. Voor de vernieuwing van de jeugdsector is via het Transformatiefonds € 108 miljoen beschikbaar gesteld. Daarnaast nemen tot 2022 de Rijksuitgaven aan gemeenten met zo’n € 5 miljard toe door een hoger beschikbaar accres. Voor gemeenten betekent dit dat er de komende periode meer vrij besteedbaar budget is.
Om van signalen over gemeentelijke tekorten naar feiten te komen heb ik in het Algemeen Overleg van 3 oktober 2018 (Kamerstuk 34 477, nr. 44) aangegeven dat we onder gezamenlijk opdrachtgeverschap van VWS en VNG een verdiepend onderzoek jeugd gaan uitvoeren. Hierover bent u geïnformeerd per brief op 6 november (Kamerstuk 34 477, nr. 45). Het onderzoek omvat:
1. een analyse van de volumeontwikkeling, die zichtbaar is in de beleidsinformatie Jeugd;
2. een benchmarkanalyse naar de uitvoering van de Jeugdwet, in de context van het sociaal domein;
3. een analyse van goedgekeurde aanvragen in het kader van het Fonds Tekortgemeenten.
Het doel is om in het voorjaar van 2019 de resultaten uit het onderzoek te kunnen bespreken en te wegen op de bestuurlijke tafel.
Tot slot
Het is van groot belang dat we voldoende goed opgeleide jeugdprofessionals weten te vinden en te behouden voor de jeugdsector. Ik zet daarom graag de lopende gesprekken voort met jeugdprofessionals en hun organisaties om de positie van jeugdprofessionals te versterken.
De Minister voor Rechtsbescherming en ik hebben uw Kamer op 5 november 2018 met de voortgangsrapportage geïnformeerd over de voortgang van het programma «Zorg voor de Jeugd», inclusief de acties om de positie van jeugdprofessionals te versterken (Kamerstuk 34 880, nr. 12). In mei van dit jaar zullen wij uw Kamer over de verdere voortgang informeren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-31839-631.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.