31 793 Internationale klimaatafspraken

Nr. 163 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2016

Voor het mondiaal klimaatbeleid was 2016 een succesvol jaar. Naast de inwerkingtreding van het Parijs Akkoord op 4 november jl. werd in oktober in Kigali een akkoord bereikt over het Montréal Protocol amendement gericht op het terugdringen van HFK's en werd in ICAO een akkoord bereikt over het verminderen van CO2-uitstoot in de mondiale luchtvaart.

Om het Parijs Akkoord te vertalen naar concrete acties in Nederland, heb ik op 26 oktober jl. de Nationale Klimaattop 2016 georganiseerd. Decentrale overheden, maatschappelijke organisaties en bedrijven kwamen samen om bestaande klimaatacties te versnellen, te verbreden en te verdiepen. En om nieuwe initiatieven te lanceren. Daarnaast vond van 7 tot en met 18 november de 22ste Conferentie van Partijen (COP22) plaats in Marrakesh (Kamerstuk 31 793, nr. 159), waar discussies met name gericht waren op de uitwerking en implementatie van het Parijs Akkoord.

Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, over de resultaten en follow-up van de Nationale Klimaattop 2016 en de uitkomsten van COP22. In de bijlage geef ik daarnaast antwoord op de vragen die het lid Visser (VVD) tijdens het Wetgevingsoverleg Water op 14 november jl. (Kamerstuk 34 550 J, nr. 24) heeft gesteld omtrent de intentieverklaring gericht op publiekprivate samenwerking om lange-termijn private investeringen in klimaatactie te bevorderen.

Resultaten en follow-up Nationale Klimaattop 2016

De Nationale Klimaattop 2016 was een groot succes. Onder het motto «Bring Paris home» kwamen ongeveer 1500 deelnemers vanuit decentrale overheden, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven in Rotterdam bijeen. Tijdens de top zijn veel plannen en initiatieven gelanceerd, en is de kiem gelegd voor nieuwe initiatieven gericht op het realiseren van een forse reductie van de CO2-uitstoot in Nederland. De resultaten van top lopen uiteen van eerste verkenningen, het vormen van nieuwe coalities, het starten van pilotprojecten tot het ondertekenen van een intentieverklaring. Zo is het Actieplan Bos en Hout gepresenteerd, met voorstellen om de klimaatbijdrage van bos en hout te vergroten. Verder heeft een groot aantal bedrijven zich tijdens de top aangesloten bij de beweging «Anders Reizen», die door de NS is gestart. Hierin onderzoeken bedrijven op welke manier ze hun mobiliteit kunnen verduurzamen. De grootste (potentiële) CO2-reductie is afkomstig van een drietal tijdens de Klimaattop gemaakte afspraken:

  • de lancering van een CO2 Smart Grid (opslag en gebruik van CO2), waarbij een coalitie van in totaal 26 bedrijven, decentrale overheden en maatschappelijke partijen een samenwerkingsverband hebben aangekondigd om de potentie voor grootschalige CO2-afvang, hergebruik en opslag te onderzoeken;

  • een initiatief van een kleine honderd gemeenten en provincies voor het creëren van een aardgasvrije gebouwde omgeving in 2035, en

  • nieuwe afspraken tussen de overheid en bedrijven over energiebesparing. 250 energieneutrale bedrijventerreinen in 2021 is het doel, met een totale reductie van 32 PJ per jaar. Al meer dan 130 terreinen hebben zich hiervoor opgegeven.

De nieuwe afspraken die tijdens de Nationale Klimaattop 2016 zijn gepresenteerd, zijn door Ecofys doorgerekend1. Ervan uitgaande dat de 12 meest concrete afspraken daadwerkelijk worden gerealiseerd, leidt dit tot een emissiereductie van 17,6 Mton CO2 in het jaar 2030. Dit komt overeen met 9% van de huidige totale Nederlandse broeikasgasemissies.

Follow-up

Het Ministerie van IenM heeft zich gecommitteerd aan verdere uitwerking van bovenstaande voorstellen2, zodat de afspraken zo snel mogelijk concreet worden gemaakt en daarmee daadwerkelijk tot CO2-reductie leiden. De voortgang zal nauwgezet worden gevolgd.

Resultaten COP22 in Marrakesh

Op 4 november jl. trad het Parijs Akkoord in werking. Inmiddels hebben 116 Partijen het Parijs Akkoord geratificeerd. Tijdens COP22 vond de eerste bijeenkomst van de Partijen bij het Parijs Akkoord (CMA1) plaats, waarbij de discussies vooral in het teken stonden van de uitwerking en implementatie van het Parijs Akkoord. Eén van de belangrijkste politieke uitkomsten van de klimaatconferentie is de Marrakesh Actie Proclamatie. Hoewel de Proclamatie geen formele status heeft, geeft deze het politieke signaal dat alle landen volledig gecommitteerd zijn aan het Parijs Akkoord. Ook de aanwezige niet-statelijke actoren lieten een eensgezind geluid horen ter ondersteuning van het Parijs Akkoord, mede in reactie op de uitkomst van de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten.

Klimaatonderhandelingen

De belangrijkste uitkomst is het besluit dat in 2018 alle regels gereed moeten zijn die nodig zijn voor operationalisering van het Parijs Akkoord. Het gaat om regels voor het monitoren van en het rapporteren over emissies, voor het gebruik van marktmechanismen, over de invulling van het nalevingcomité, over adaptatie en over het mechanisme dat er voor moet zorgen dat iedere vijf jaar de ambitie van landen omhoog wordt bijgesteld. De ervaring leert dat de uitwerking van een nieuw verdrag tijd kost. Op dit punt is tot 2018 nog veel werk te verzetten.

Daarnaast is afgesproken dat rapportage over klimaatfinanciering moet leiden tot betere vergelijkbaarheid van informatie. Ook moet deze rapportage duidelijk aangeven hoeveel private klimaatfinanciering er gemobiliseerd is en via welke instrumenten. Belangrijk voor Nederland is dat hierbij voortgebouwd wordt op bestaande systemen, zoals het OESO-DAC rapportage systeem. Tevens is het Parijscomité voor capaciteitsopbouw geoperationaliseerd, dat in 2017 zal starten met het vergroten van de coherentie en de coördinatie van capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden.

Verder is het internationale Warschaumechanisme voor verlies en schade (WIM) met succes geëvalueerd en komt er een nieuw vijfjarig werkplan voor het uitvoerend Comité van de WIM. Tot slot is afgesproken om in 2017 in een «Gender Actie Plan» acties uit te werken die nodig zijn om gender verder te integreren in het werk van het klimaatverdrag en in nationale klimaatactie.

Mondiale klimaatactieagenda

Zoals aangekondigd door het Marokkaanse voorzitterschap was COP22 ook een klimaatconferentie van concrete actie. De actieagenda wordt, naast de formele onderhandelingen tussen Partijen, een steeds belangrijker element bij mondiale klimaatconferenties. Doel van de actieagenda is om samenwerking tussen landen en niet-statelijke actoren te bevorderen en concrete klimaatactie gericht op mitigatie en adaptatie via mondiale initiatieven en coalities op te schalen. Onder leiding van Minister Hakima El Haite (Marokko) en klimaatambassadeur Laurence Tubiana (Frankrijk) werd de Mondiale Klimaatactieagenda verder geïnstitutionaliseerd voor toekomstige COPs, via de lancering van het Marrakesh Partnership for Global Climate Action.

Onder de mondiale actieagenda heb ik de Nationale Klimaattop 2016 onder de aandacht gebracht als een manier om niet-statelijke actoren beter te betrekken bij het Parijs Akkoord. Ook heeft Nederland samen met onder meer Bangladesh de Delta Coalitie gepresenteerd, oplossingen laten zien op het gebied van duurzaam transport en klimaatslimme landbouw, en gepleit voor koolstofbeprijzing in het kader van de Carbon Pricing Leadership Coalition. Nederland is tevens toegetreden tot Mission Innovation, een internationale coalitie van landen die binnen 5 jaar hun publieke investeringen in energie-innovatie willen verdubbelen. Tijdens het ministeriële gedeelte van de actieagenda werd verder het NDC Partnership gepresenteerd, waar Nederland actief aan deelneemt om minder ontwikkelde landen te helpen bij het uitvoeren van hun NDCs.

Minister Ploumen heeft in Marrakesh bekend gemaakt 20 miljoen euro extra vrij te maken voor het programma Geodata for Agriculture and Water (G4AW). Dit is een programma dat uitgevoerd wordt door het Netherlands Space Office, en kleine boeren met gebruik van technologie en satellietdata helpt meer en beter te produceren en zich te wapenen tegen de gevolgen van klimaatverandering.

In de ministeriële dialoog over het opschalen van actie en ondersteuning heb ik aangekondigd het in Parijs gelanceerde Capacity Building Initiative for Transparency met 1 miljoen euro te zullen steunen. Tevens heb ik aangekondigd overgebleven internationale kredieten uit het Clean Development Mechanism (CDM) te zullen annuleren. Het gaat om een kleine 4 miljoen ton aan CO2 equivalenten.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

Bijlage: Antwoorden op vragen van het lid Visser (VVD)

Het lid Visser (VVD) vroeg tijdens het Wetgevingsoverleg Water (Kamerstuk 34 550 J, nr. 24) naar de intentieverklaring tussen de ministeries van Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Milieu, de Nederlandse Investeringinstelling (NLII) en het Nederlands Investerings Agentschap (NIA) gericht op publiekprivate samenwerking om lange-termijn private investeringen in klimaatactie te bevorderen. Ook vraagt het lid Visser naar eventuele klimaatfinanciering vanuit IenM en EZ.

De intentieverklaring over het bevorderen van private klimaatinvesteringen is vorig jaar in Parijs ondertekend en behelst onder meer een onderzoek naar de mogelijkheden om via publiekprivate samenwerking meer middelen te mobiliseren voor klimaatinvesteringen in ontwikkelingslanden en opkomende markten.

Het Kabinet zoekt actief samenwerking met de private sector, mede op verzoek van de Kamer. De uitdaging van klimaatverandering is te groot om met alleen publieke middelen het hoofd te bieden. In de brief van 13 april 2015 aan uw Kamer ging de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking en Handel mede namens mij daarop in (Kamerstuk 33 625, nr. 154).

Het eerdergenoemde onderzoek heeft nog niet geleid tot een concreet voorstel voor een fonds. Zodra dit wel het geval is, zal meerwaarde ten opzichte van bestaande faciliteiten een doorslaggevende rol spelen in het al dan niet beschikbaar stellen van publieke middelen (inclusief garanties) voor een dergelijk klimaatfonds.

Conform het regeerakkoord is een belangrijk uitgangspunt ook dat de publieke inzet voor klimaatfinanciering onderdeel is van de begroting van ontwikkelingssamenwerking. Er zal derhalve geen sprake zijn van een extra inzet vanuit de begroting van EZ of IenM en een eventueel klimaatfonds gaat dus niet ten koste van toezeggingen aan bijvoorbeeld MARIN of Deltares.


X Noot
1

De impact van de Nationale Klimaattop 2016 in kaart. Ecofys, 26 oktober 2016. http://www.ecofys.com/files/files/ecofys-2016-impact-van-de-nationale-klimaattop-2016-in-kaart.pdf

X Noot
2

Dit draagt ook bij aan de uitvoering van de motie van het lid Jan Vos van 19 mei (Kamerstuk 31 793, nr. 152) over investeringen van CO2 afvang en opslag. Ter uitvoering van deze motie levert Nederland tegelijk een financiële bijdrage aan Europese (onderzoeks)programma’s naar CO2-afvang en opslag zoals het Eranet Cofund ACT & CCS en heeft de topsector Energie en Klimaat CCUS als één van haar speerpunten voor 2017 genoemd. Ook stimuleert de rijksoverheid onderzoek om in gesteenten (olivijn) CO2 uit de atmosfeer permanent vast te leggen.

Naar boven