31 125 Defensie Industrie Strategie

Nr. 22 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 januari 2014

Op 20 december jl. heeft de vaste commissie voor Defensie gevraagd welke bronstukken zijn gebruikt bij de actualisering van de Defensie Industrie Strategie (DIS). Met deze brief informeer ik u hierover, mede namens de Minister van Economische Zaken.

Het betreft de volgende stukken:

  • Defensie Industrie Strategie Eindrapportage (Kamerstuk 31 125, nr. 1 van 27 augustus 2007);

  • Herijking Kennisportfolio Defensie (Kamerstuk 27 830, nr. 71 van 28 januari 2010);

  • Bedrijfslevenbeleid (Kamerstuk 32 637, nr. 54 van 17 april 2013 en nr. 82 van 2 oktober 2013);

  • Strategie-, Kennis- & Innovatieagenda (Kamerstuk 32 733, nr. 3 van 19 mei 2011);

  • Toetsingskader voor materieelverwerving (Kamerstuk 32 733, nr. 77 van 11 juli 2012);

  • In het Belang van Nederland (Kamerstuk 33 763, nr. 1 van 17 september 2013);

  • De Nederlandse Defensie- en Veiligheid Gerelateerde Industrie (rapport van Triarii van 15 mei 2012);

  • Prioritaire technologie- en innovatiegebieden ten behoeve van de Defensie Industrie Strategie 2.0 (rapport van HCSS van 19 november 2012, dit rapport is gevoegd bij deze brief1);

  • Richtlijn nr. 2009/81/EG;

  • Aanbestedingswet Defensie en Veiligheid (in werking getreden op 15 februari 2013).

De belangrijkste aanleiding voor de evaluatie en actualisering van de DIS is dat de omstandigheden op de internationale defensiemarkt, zowel vanuit het perspectief van de overheid als dat van industrie, zijn veranderd sinds de publicatie van de DIS in 2007. Daarnaast is de richtlijn 2009/81 in werking getreden en in Nederland geïmplementeerd met de Aanbestedingswet op Defensie en Veiligheid (ADV). Deze richtlijn zorgt wel voor transparantie van de markt op het niveau van hoofdleveranciers, maar leidt niet tot het openbreken van toeleveringsketens.

Om de Nederlandse belangen bij deze veranderende omstandigheden goed te kunnen behartigen, was een actualisering van de uitgangspunten van de DIS nodig. In de eerste DIS lag de nadruk op innovatie en de wisselwerking tussen toekomstige behoeften van de krijgsmacht en de innovatiekracht van de Nederlandse industrie. De geactualiseerde DIS geeft in bredere zin uitgangspunten voor samenwerking tussen overheid, industrie en kennisinstellingen om nu en in de toekomst een gezonde industriële basis optimaal te kunnen gebruiken voor de bescherming van wezenlijke belangen van nationale veiligheid.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven