31 089 Urgentieprogramma Randstad

Nr. 119 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 november 2015

Hierbij bied ik u de Voortgangsrapportage RRAAM 2015 aan1 in het kader van de Regeling Grote Projecten die voor het Rijk-Regioprogramma Amsterdam-Almere-Markermeer (RRAAM) van toepassing is. Deze rapportage is opgezet volgens de maatwerkafspraken die ik met uw Kamer heb gemaakt (Kamerstuk 31 089, nrs. 116, 117 en 118). Hierbij is sprake van een minder zware proces- en beheersverantwoording dan volgens de Regeling Grote Projecten te doen gebruikelijk is.

De Gebiedsagenda Noord-Holland, Utrecht en Flevoland richt zich op het behouden en versterken van de internationale concurrentiepositie van de Noordvleugel. In dat kader zijn afspraken gemaakt over de schaalsprong Almere en is de Rijksstructuurvisie Amsterdam-Almere-Markermeer vastgesteld in 2013. De komende jaren zal de uitvoering van de afspraken de aandacht blijven vragen van de betrokken partijen.

In 2014 is door de betrokken overheden een start gemaakt met de realisatie van de drievoudige langetermijn ambitie RRAAM: verdergaande verstedelijking, goede bereikbaarheid en een hoogwaardige leefomgeving. In de rapportage wordt ingegaan op de voortgang in de ontwikkeling van de drievoudige ambitie en de bijdrage van RRAAM aan de ontwikkeling van de Noordvleugel.

De stedelijke ontwikkeling van Almere wordt meer adaptief van karakter: de stad ontwikkelt zich organisch en vraaggestuurd, met veel ruimte voor particulier initiatief. De realisatie van de ambitie met betrekking tot de stedelijke ontwikkeling is vooral een verantwoordelijkheid van de regio.

In de periode 2010–2014 is de woningvoorraad in Almere met ongeveer 4.400 woningen toegenomen. De werkgelegenheid is met 1% gedaald, terwijl er voor de hele Noordvleugel sprake was van een stijging van 0,1%. Doordat de realisatie van de langetermijn ambities RRAAM nu pas op gang komt, is het te vroeg om al conclusies te trekken. Omdat hard gewerkt wordt aan de uitvoering van RRAAM en ook de economie zich herstelt, mag verwacht worden dat de komende jaren de woningbouw in Almere een positieve impuls zal krijgen en dat de werkgelegenheid zal toenemen.

Ter stimulering van de stedelijke ontwikkeling is het Fonds Verstedelijking Almere opgericht. De inrichting van dit Fonds heeft enige tijd in beslag genomen door ondermeer het doorlopen van de benodigde bestuurlijke trajecten en het gezamenlijk komen tot de meest geschikte projecten. De gemeente Almere zet de decentralisatieuitkering Groeiopgave Almere, die zij ontvangt uit het Gemeentefonds, in via het Fonds Verstedelijking Almere. Zodra rijksgronden in Almere Oosterwold worden verkocht, zal het Rijk deze opbrengsten ten goede laten komen aan het Fonds. Voor wat betreft de bestedingen heeft de gemeente Almere een investeringsstrategie vastgesteld die een ordende werking heeft op de inzet van overheidsmiddelen in de ontwikkeling van de stad.

Door investeringen van het Rijk is de bereikbaarheid van Almere via de weg en het spoor verbeterd en zal de komende jaren nog verder verbeteren: veel ov- en wegenprojecten zijn in voorbereiding of momenteel in uitvoering.

Om de ecologische kwaliteit van het Markermeer-IJmeer te kunnen monitoren is de natuurthermometer Markermeer-IJmeer ontwikkeld. Hieruit blijkt dat er nog substantiële natuurmaatregelen uitgevoerd moeten worden om de gewenste ecologische kwaliteit van het Markermeer-IJmeer te bereiken. De projecten Luwtemaatregelen Hoornse Hop en Marker Wadden zullen naar verwachting hier de komende jaren aan bijdragen.

Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven