29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit

29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde

24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 438 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 juni 2024

In oktober 2021 werd toenmalig advocaat Youssef T. aangehouden in de Extra Beveiligde Inrichting in Vught, omdat hij in het geheim berichten doorspeelde van en naar Ridouan T. Deze gebeurtenis maakte voor iedereen zichtbaar dat het detineren van criminele kopstukken niet het einde van hun criminele macht betekent. Een groep gevaarlijke criminelen doet er alles aan om ook vanuit detentie hun positie in het criminele netwerk te handhaven. Hierbij valt te denken aan opdrachten tot liquidaties en mishandelingen, zeer vergaande bedreigingen en het voorbereiden van ontsnappingen.

De aanpak van georganiseerde criminaliteit is daarom ook tijdens detentie en berechting cruciaal. Deze aanpak is en wordt sterk geïntensiveerd. Niet alleen om een antwoord te bieden op de beschreven gebeurtenissen, maar om deze in de toekomst te voorkomen. De afgelopen drie jaar zijn er dan ook al veel grote stappen gezet. Uw Kamer is hierover geïnformeerd in november 2021 en vervolgens via voortgangsbrieven in 2022 en 2023.1

Hierbij stuur ik uw Kamer de derde voortgangsbrief aanpak georganiseerde criminaliteit tijdens detentie en berechting. In deze brief presenteer ik allereerst het toekomstige detentielandschap voor hoogrisicogedetineerden en rapporteer ik vervolgens over nieuwe ontwikkelingen en mijlpalen ten aanzien van eerder aangekondigde maatregelen. Daarmee informeer ik u als Minister voor het laatst over hoe ik invulling heb gegeven aan het coalitieakkoord. Daarin werd aangekondigd dat we de aanpak van ondermijning in detentie zouden verstevigen, waarbij we de lessen uit het Italiaanse gevangenisregime betrekken.

Nieuw detentielandschap hoogrisicogedetineerden

De aanpak van georganiseerde criminaliteit in Nederland leidt ertoe dat er steeds meer zware criminelen instromen in detentie. Een deel van hen probeert hun criminele activiteiten ook daar voort te zetten. Nu zij in aantal toenemen en ook de dreiging die van hen uitgaat stijgt, is een herijking van het detentielandschap voor hoogrisicogedetineerden noodzakelijk. Hierover heb ik uw Kamer in februari jl. reeds op hoofdlijnen geïnformeerd.2 Ik informeer u nu over de nadere uitwerking. Deze krijgt vorm langs vier lijnen:

  • 1. Herziening van de systematiek voor signaleren, plaatsen en monitoren van (hoog)risicogedetineerden;

  • 2. Aanpassingen binnen de twee hoogste beveiligingsniveaus;

  • 3. Uitbreiding en spreiding van het aantal capaciteitsplaatsen voor hoogrisicogedetineerden;

  • 4. Realisatie van justitiële complexen waar detentie en berechting samenkomen.

Deze elementen licht ik hieronder nader toe. Ter ondersteuning voeg ik bij deze brief twee visuals: een stroomschema ter verduidelijking van de eerste twee elementen en een landschapskaart ter illustratie van de laatste twee elementen.

1. Herziening systematiek voor het signaleren, plaatsen en monitoren van (hoog)risicogedetineerden

Wanneer een gedetineerde instroomt in detentie is een accurate inschatting van de risico’s van groot belang, zodat de gedetineerde in een passend regime wordt geplaatst en de juiste toezichtmaatregelen worden opgelegd. Gedurende de detentieperiode kunnen er vervolgens wijzigingen optreden ten aanzien van de risico’s. Juiste signalering, plaatsing en monitoring van gedetineerden van wie risico’s uitgaan is dan ook van groot belang voor een veilige detentie; zowel voor de samenleving als voor de gedetineerden.

Er zijn daarom samenwerkingsafspraken van kracht tussen de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), het Openbaar Ministerie (OM) en het Gedetineerden Recherche Informatiepunt (GRIP) van de politie over het signaleren, plaatsen en monitoren van risico- en hoogrisicogedetineerden. Deze zijn neergelegd in de circulaire Gedetineerden met een vlucht- en maatschappelijk risico (GVM) van 8 juli 2021. Deze circulaire wordt momenteel herzien. In 2025 wordt de herziene systematiek geïmplementeerd met de hieronder beschreven werkwijze.

Bepalen risicoprofiel

Bij de eerste plaatsing van een gedetineerde in een Penitentiaire Inrichting (PI) wordt een risicoprofiel gemaakt. Zo kan worden bepaald welke inrichting en afdeling bij de gedetineerde past.3 De komst van het Landelijk Bureau Inlichtingen en Veiligheid (LBIV) binnen DJI in 2021 en de Detentie Intelligence Unit (DIU, zie hierna) vanaf dit jaar zorgen voor een stevigere informatiepositie om tot een juiste inschatting te komen. Een gedetineerde van wie op basis van het risicoprofiel een risico uitgaat wordt geclassificeerd als risicogedetineerde of hoogrisicogedetineerde.

Het risico dat van risicogedetineerden uitgaat rechtvaardigt geen plaatsing in een inrichting of afdeling met een extra of uitgebreid beveiligingsniveau. Deze personen worden (ook in de toekomst) gedetineerd binnen een normaal beveiligde inrichting of beperkt beveiligde inrichting, maar er kunnen binnen de kaders van geldende wet- en regelgeving wel extra toezichtmaatregelen worden toegepast, passend bij de risico’s.

Bij hoogrisicogedetineerden is vanwege de aard en omvang van de risico’s plaatsing in een specifiek regime noodzakelijk. Zij zullen worden gedetineerd in een inrichting of op een afdeling die één van de hoogste twee beveiligingsniveaus kennen: extra beveiligd of uitgebreid beveiligd.

De risico’s en plaatsingscriteria worden in de wijziging van regelgeving nader uitgewerkt.4 Ik vind het daarbij van belang te vermelden dat de kwalificaties «risicogedetineerde» en «hoogrisicogedetineerde» geen statische kwalificaties zijn. Ook na eerste plaatsing wordt actuele informatie gebruikt bij periodieke herbeoordelingen en andere beslissingen over eventuele overplaatsing naar een afdeling of regime met een hoger of lager beveiligingsniveau. Ik wijs hierbij ook op mijn brief aan uw Kamer van 19 maart jongstleden, waarin ik ben ingegaan op de zogenoemde exit-strategie.5

Detentie Intelligence Unit

Goede informatie-uitwisseling én analyse ten aanzien van gedetineerden door OM, politie (GRIP) en DJI zijn cruciaal. Vanzelfsprekend vindt er reeds informatie-uitwisseling tussen de genoemde partners plaats, maar er was tot voor kort geen sprake van een gezamenlijke analyse van de informatie. Dat verandert dit jaar met de start van de Detentie Intelligence Unit (DIU), waar relevante data van OM, GRIP en DJI wordt geanalyseerd en waarbij informatieproducten gezamenlijk worden opgemaakt. Deze informatieproducten kunnen vervolgens worden gebruikt bij plaatsingsbeslissingen en het treffen van gepaste maatregelen in de verschillende fasen van detentie, maar eveneens om strafbare feiten, ook in de «buitenwereld», op te sporen. Dit gebeurt binnen de huidige wettelijke kaders ten aanzien van gegevensdeling. Als gaandeweg blijkt dat de huidige kaders ontoereikend zijn voor een effectieve DIU, zal ik me met de partners beraden op vervolgstappen. De komende maanden vindt er capaciteitsuitbreiding plaats bij politie, DJI en OM om de DIU verder vorm te geven. Gezamenlijk streven we naar een volledig operationele DIU voor het einde van dit jaar.

Risicotaxatie tijdens en toezicht na detentie

Zoals toegezegd in de beleidsreactie op het 41bis-onderzoek, heb ik het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) gevraagd om onderzoek te doen naar de vraag of het huidige aanbod aan risicotaxatie-instrumenten tijdens detentie en toezichtmogelijkheden na detentie toereikend is voor de gedetineerden op de Extra Beveiligde Inrichting (EBI) en in de Afdelingen Intensief Toezicht (AIT).6 Het WODC laat dit onderzoek uitvoeren. Daarbij zal ook specifiek worden gekeken naar ervaringen uit het buitenland. Naar inschatting van het WODC zal dit onderzoek eind 2025 gereed zijn.

2. Aanpassingen binnen de twee hoogste beveiligingsniveaus

Huidige situatie

Het gevangeniswezen kent vier wettelijke beveiligingsniveaus: extra beveiligd, uitgebreid beveiligd, normaal beveiligd en beperkt beveiligd. Binnen het niveau extra beveiligd kennen we op dit moment alleen de Extra Beveiligde Inrichting in Vught. Binnen het niveau uitgebreid beveiligd onderscheiden we de Terroristenafdelingen (TA), de Afdelingen voor Beheers Problematische Gedetineerden (BPG) en daartoe aangewezen gedeelten van Penitentiaire Psychiatrische Centra (PPC).7

Nieuwe situatie

In de nieuwe situatie blijven de vier beveiligingsniveaus gehandhaafd. Hoogrisicogedetineerden zullen, zoals hiervoor beschreven, uitsluitend nog geplaatst worden op afdelingen die één van de hoogste twee beveiligingsniveaus kennen: extra beveiligd of uitgebreid beveiligd. Binnen deze beveiligingsniveaus wordt een aantal wijzigingen doorgevoerd. Binnen het beveiligingsniveau extra beveiligd gaat het, zoals al enige tijd bekend, om de realisatie van een tweede Extra Beveiligde Inrichting: naast Vught komt er nog een EBI, namelijk in het nieuwe Justitieel Complex Vlissingen. Dit complex wordt in 2030 opgeleverd.

Binnen het niveau uitgebreid beveiligd wordt een nieuwe afdelingsgroep toegevoegd: de Afdelingen Intensief Toezicht. De AIT’s zijn bedoeld voor personen die een hoog vluchtrisico vormen, die een hoog risico vormen op ernstig voortgezet crimineel handelen vanuit detentie of die een hoog risico vormen op aanhoudende ongeoorloofde contacten met de buitenwereld met een maatschappelijk ontwrichtend karakter. Momenteel kennen de AIT’s formeel nog het beveiligingsniveau normaal beveiligd, hoewel er al extra beveiligingsmaatregelen van kracht zijn.8 Met het opnemen van de AIT’s in de Penitentiaire Beginselenwet en in de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing gedetineerden (Rspog) krijgen deze een vaste plek in het detentielandschap als apart regime, met een standaardpakket aan toezichtmaatregelen. Daarmee wordt uitvoering gegeven aan het verzoek uit de motie Ellian over een uniform beveiligings- en detentieregime voor Afdelingen Intensief Toezicht.9

Daarnaast scherp ik de eisen aan die gesteld worden aan het beveiligingsniveau uitgebreid beveiligd. Deze eisen worden uitgewerkt in (om veiligheidsredenen vertrouwelijke) toetsingskaders. Deze toetsingskaders worden gemaakt voor alle vier de afdelingsgroepen: de Terroristenafdelingen (TA), de Afdelingen voor Beheers Problematische Gedetineerden (BPG), daartoe aangewezen gedeelten van Penitentiaire Psychiatrische Centra (PPC) en de Afdelingen Intensief Toezicht (AIT). De toetsingskaders verschillen onderling, omdat de verschillende populaties van de verschillende afdelingen om verschillende maatregelen vragen. Zo zijn op een TA het tegengaan van ongewenste netwerkvorming en het verspreiden van radicaal gedachtegoed belangrijke doelen, terwijl op een AIT - zoals beschreven - het tegengaan van voortgezet crimineel handelen vanuit detentie een centraal element is.

Het toetsingskader voor de AIT’s is gereed. Om aan dit toetsingskader te voldoen moeten de nodige aanpassingen worden gedaan aan de bestaande AIT’s. Deze aanpassingen zijn ingedeeld in drie categorieën: organisatorisch, bouwkundig en elektronisch. Concreet gaat het onder meer om het realiseren van kleinschaligheid op de afdelingen (maximaal acht personen per afdeling), het voorkomen van contact met andere gedetineerden binnen de inrichting, het creëren van aparte bezoek- en arbeidszalen, het verbeteren van elektronisch toezicht en het treffen van maatregelen om geluidsoverdracht tegen te gaan. Momenteel wordt dit per bestaande AIT nauwkeurig uitgewerkt. De belangrijkste maatregelen worden al met voorrang genomen, zoals ik uw Kamer ook in februari meldde.10 Voor de implementatie van de maatregelen is incidenteel 10 miljoen euro beschikbaar. De nieuwe AIT’s in Sittard, Lelystad en Vlissingen worden direct opgeleverd conform het toetsingskader.

Op dit moment wordt eveneens gewerkt aan de toetsingskaders voor de TA, BPG en daartoe aangewezen gedeelten van de PPC. Deze worden dit jaar afgerond, waarna wordt bekeken of en hoe aanpassingen aan de betreffende afdelingen plaats kunnen vinden.

3. Uitbreiding en spreiding van het aantal capaciteitsplaatsen voor hoogrisicogedetineerden

Het aantal hoogrisicogedetineerden met een relatie tot de georganiseerde criminaliteit neemt toe. Daarom moet het aantal capaciteitsplaatsen in de EBI en AIT worden uitgebreid. Bij die uitbreiding hou ik rekening met spreiding, om de risico’s die van hoogrisicogedetineerden uitgaan zoveel mogelijk terug te dringen. Naast bijvoorbeeld het beschreven kleinschalig maken van afdelingen binnen PI’s gaat het ook om daadwerkelijke spreiding over het land.

Uitbreiding EBI-plaatsen

We werken toe naar 36 EBI-plaatsen in 2026 en 60 in 2030, tegenover 24 nu. De eerste 12 extra EBI-plaatsen worden conform de motie Ellian/Wilders11 gerealiseerd door uitbreiding van de EBI in Vught. De volgende 24 extra EBI-plaatsen worden gerealiseerd in het nieuwe Justitieel Complex Vlissingen. Zowel in Vught als in Vlissingen wordt zo gebouwd dat compartimentering tot blokken van 3 cellen mogelijk is. Op die manier wordt maximale kleinschaligheid gerealiseerd.

Voor de uitbreiding in Vught geldt dat de EBI in gebruik kan blijven terwijl de nieuwbouw plaatsvindt. Ten aanzien van de bouwkosten voor deze nieuwbouw wordt, conform de genoemde motie Ellian/Wilders, gebruik gemaakt van de middelen die via een amendement van deze Kamerleden in februari 2024 zijn vrijgemaakt.12 Met de uitbreiding van de EBI is ook de verbouwing van Unit 1 in Vught, tot (opnieuw) een Tijdelijke Extra Beveiligde Inrichting (ook wel: TEBI), van de baan.

Uitbreiding AIT-plaatsen

Op dit moment zijn er 49 AIT-plaatsen verspreid over vier locaties: Krimpen aan den IJssel, Alphen aan den Rijn, Leeuwarden en Arnhem. Eind 2024 worden daar 17 plaatsen in Sittard aan toegevoegd en in 2028 12 in Lelystad. Voor Vlissingen geldt dat er vier paviljoens met 48 plaatsen per paviljoen zullen worden gebouwd met het beveiligingsniveau uitgebreid beveiligd. In beginsel is één van die paviljoens bedoeld voor het AIT-regime. Binnen dit paviljoen wordt weer kleinschaligheid georganiseerd. In Vlissingen kan vanwege de modulaire bouw echter flexibeler worden omgegaan met het gebruik van de paviljoens, waardoor ik geen hard cijfer kan geven van de landelijke AIT-capaciteit waar we naartoe werken. Uitgaande van 48 plekken in Vlissingen is de schatting dat het om circa 126 AIT-plaatsen in 2030 gaat.

Met deze capaciteitsuitbreidingen tot 60 EBI-plaatsen op twee locaties en circa 126 AIT-plaatsen op zeven locaties kunnen we de hoogrisicogedetineerden met een relatie tot de georganiseerde criminaliteit ook in de toekomst kleinschalig, veilig en voldoende gespreid detineren.

4. Realisatie van justitiële complexen waar detentie en berechting samenkomen

Het detentielandschap is en wordt uitgebreid met vier justitiële complexen waar detentie en berechting samenkomen (Schiphol, Vught, Vlissingen en Lelystad). Op deze manier worden risicovolle reisbewegingen zoveel mogelijk voorkomen. Dit ontlast bovendien de betrokken diensten en de steden, dorpen en wegen die te maken hebben met de zwaarbeveiligde gedetineerdentransporten en de bijbehorende beheersmaatregelen.

De aanpassingen aan het Justitieel Complex Schiphol zijn in 2023 afgerond. De voortgang ten aanzien van de overige drie Justitiële Complexen licht ik hieronder toe.

Vught

Eind 2023 zijn twee videoruimtes in de EBI in Vught opgeleverd en in gebruik genomen, waar hoogwaardige videoverhoren plaats kunnen vinden tijdens hoogrisicozittingen en verhoren door de rechter-commissaris. Hierdoor wordt het aantal vervoerbewegingen met EBI-gedetineerden beperkt. De voorbereidingen voor de realisatie van een zittingszaal in de PI Vught liggen op schema. Ingebruikname van de ruimte staat gepland voor begin 2025.

Op 9 januari 2024 is bovendien de tijdelijke extra ontsluitingsweg voor de PI Vught geopend, waardoor er meer routes zijn van en naar de PI voor gedetineerdenvervoer. Door gevarieerd gebruik van routes worden risico’s teruggedrongen en worden de omliggende dorpskernen ontzien.

Lelystad

In Lelystad wordt de bouw van een extra beveiligde rechtbank voorbereid, ter vervanging van de Bunker in Amsterdam-Osdorp.13 Recent is de intentieverklaring hiervoor getekend tussen de gemeente Lelystad, het Rijksvastgoedbedrijf en het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Hiermee zijn alle benodigde voorbereidingsstappen gezet en kan ik het definitieve besluit nemen om over te gaan tot realisatie van een EBZ in Lelystad. Hiervoor wordt een bouwproject opgestart met het Rijksvastgoedbedrijf. Als gevolg van de langere doorlooptijd van de aanloopfase en nadere planuitwerking is de planning herijkt en staat de verwachte opleverdatum gepland in 2031. De oplevering van de AIT in de PI Lelystad is onveranderd, en staat gepland voor 2028.

Vlissingen

Conform het verzoek om periodieke updates uit de motie Kuik/Van den Berg meld ik dat de ontwikkeling van het Justitieel Complex Vlissingen volgens planning verloopt. De verwachting is dat de gunning van de aanbesteding deze zomer zal worden verleend, waarna het ontwerptraject start. Ondertussen is al begonnen met het bouwrijp maken van het terrein en de aanleg van de groene kraag die rondom het complex komt te liggen. Hiermee wordt zo goed als mogelijk uitvoering gegeven aan de genoemde motie Kuik/Van den Berg14 en de motie Eerdmans,15 die beide de urgentie benadrukken en oproepen tot snelheid.

Bovendien heeft het Ministerie van Justitie en Veiligheid in 2023 een eenmalige bijdrage gedaan van 2,4 miljoen euro ten behoeve van de totstandkoming van het stadslandgoed. Hiermee onderschrijven we het belang van een voortvarende realisatie van het stadslandgoed, met als onderdeel daarvan het Justitieel Complex, en de waarde van de landschappelijke inbedding voor de omgeving.

Voortgang maatregelen: ontwikkelingen en mijlpalen

In deze paragraaf informeer ik uw Kamer over nieuwe ontwikkelingen en mijlpalen binnen de reeks (andere) maatregelen die getroffen wordt om georganiseerde criminaliteit tijdens detentie en berechting tegen te gaan. Daarbij ga ik ook in op enkele algemene veiligheidsmaatregelen in detentie, die niet specifiek verband houden met georganiseerde criminaliteit.

Weerbaarheid en integriteit

Van medewerkers van DJI die nauw betrokken zijn bij de detentie van hoogrisicogedetineerden wordt de hoogste vorm van integriteit verwacht. Daarom zijn de functies van afdelingshoofden en Penitentiair Inrichtingswerkers (PIW-ers) binnen de EBI aangemerkt als vertrouwensfuncties. Deze medewerkers ondergaan een veiligheidsonderzoek uitgevoerd door de AIVD. Dit geldt zowel voor huidige als toekomstige medewerkers. Voor het grootste deel van de overige medewerkers van DJI geldt dat zij sinds juni 2022 eens per vier jaar een VOG Politiegegevens moeten aanvragen.16 Bij de VOG Politiegegevens wordt niet alleen de justitiële documentatie (het zogenoemde strafblad) geraadpleegd, maar ook altijd politiegegevens. Alle nieuwe medewerkers dienen al direct een VOG Politiegegevens aan te vragen, voor de medewerkers die in juni 2022 al in dienst waren geldt dat deze screening momenteel gefaseerd plaatsvindt.

DJI heeft bovendien samen met haar opleidingsinstituut een awarenesstraining voor al het personeel ontwikkeld, onder meer ter voorkoming van crimineel handelen vanuit detentie. De training wordt momenteel uitgerold. Dit is later dan oorspronkelijk gepland, vanwege technische beperkingen. Naast deze training heeft DJI samen met partners een aanvullende fysieke training ontwikkeld. Het gaat om «Bajescode 2.0: waakzaam en weerbaar». Vanaf dit jaar kunnen medewerkers deze training volgen. Bovendien zijn de trainingen voor specifieke doelgroepen verbeterd, zoals voor medewerkers van de AIT’s en van de Bureaus Inlichtingen en Veiligheid.

Aanpak contrabande

Binnen zonder kloppen

In 2023 is de Dienst Vervoer en Ondersteuning (DV&O) van DJI gestart met de pilot «Binnen zonder kloppen». Middels deze pilot voerde de Landelijke Bijzondere Bijstandseenheid (LBB) van de DV&O onaangekondigde acties uit in PI’s, waarbij de PI pas kort voorafgaand aan de actie over de komst van de LBB werd geïnformeerd. Naast de onaangekondigde acties voerde de LBB ook aangekondigde acties uit. Hierbij is de PI voorafgaand op de hoogte van de komst van de LBB. Beide vormen hebben als doel te controleren op de aanwezigheid van contrabande. Gedurende de pilot «Binnen zonder kloppen» zijn verschillende PI’s meerdere malen bezocht. Een data-analyse of een eerder uitgevoerde actie gaven aanleiding tot een opvolgende actie. Ook zijn PI’s onaangekondigd bezocht waarbij er voorafgaand geen signalen waren voor aanwezigheid van contrabande. Hiermee heb ik uitvoering gegeven aan de motie van het lid Ellian over onaangekondigde controles.17 Bij de acties die zijn uitgevoerd zonder dat daar signalen aan ten grondslag lagen zijn geen contrabande aangetroffen. Dit sterkt mij in de conclusie dat de inzet van onaangekondigde acties het meest effectief is als er wél wordt geacteerd op basis van signalen. Dit kunnen onder meer signalen zijn die volgen uit analyses van het LBIV of van de risicoanalisten van de DV&O. De signaalgestuurde, onaangekondigde inzet van de LBB wordt structureel geborgd. Hiermee geef ik invulling aan de motie van het lid Ellian over risicogestuurde inzet in 2024.18 Daarnaast zal er ook dit jaar gebruik worden gemaakt van aangekondigde acties, waarvan ook een preventieve werking uitgaat richting de gedetineerden.

Uitlezen gevonden telefoons

Tijdens het commissiedebat Gevangeniswezen en TBS van 16 mei heb ik toegezegd u te informeren over het uitlezen van gevonden telefoons in penitentiaire inrichtingen. Alle gevonden datadragers worden uitgelezen. Hierbij wordt een prioritering aangebracht, waardoor datadragers die gelinkt kunnen worden aan personen en waarbij het vermoeden bestaat dat deze gebruikt worden voor bijvoorbeeld voortgezet crimineel handelen vanuit detentie als eerste worden uitgelezen. Er is een korte tijd sprake geweest van een achterstand, maar daar is nu geen sprake meer van.

Merkkleding

In 2022 is toegezegd dat het invoeren van merkkleding en accessoires in PI’s zou worden ingeperkt, ter voorkoming van het doorgeven van deze artikelen aan medegedetineerden in ruil voor een handeling.19 Met de aanpassingen in het detentielandschap zullen ook de modelhuisregels AIT worden ingevoerd en de modelhuisregels EBI worden herschreven. In de modelhuisregels zal een algeheel verbod worden opgenomen op kleding en schoenen die genoemd worden op de lijst met niet toegestane merken of die een waarde hebben van boven de € 500,– per stuk/per paar. Het algehele verbod houdt in dat een gedetineerde dergelijke kleding of schoeisel niet mag dragen binnen de PI of op een andere wijze in bezit mag hebben. De waarde wordt door de inrichting bepaald. Het streven is een dergelijk verbod ook op te nemen in de modelhuisregels van de reguliere inrichtingen, wanneer deze op termijn wordt aangepast.

Maatregelen op het gebied van wet- en regelgeving

Wijziging Penitentiaire beginselenwet

Tijdens de parlementaire behandeling van het voorstel van wet tot wijziging van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw)20 zijn meerdere amendementen ingediend.21 Over deze amendementen is op 12 maart 2024 door uw Kamer gestemd. Over het wetsvoorstel zoals dat luidt na de daarin via amendering aangebrachte wijzigingen nog niet. De aangenomen amendementen van het lid Ellian en lid Helder hebben op een aantal punten geleid tot ingrijpende wijzigingen van het wetsvoorstel. De introductie van vormen van auditief toezicht op gesprekken tussen gedetineerden en rechtsbijstandverleners is door het kabinet beoordeeld als strijdig met de Grondwet, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Unierecht (hierna ook: hoger recht). Dit vormde voor het kabinet aanleiding het wetsvoorstel zoals dat is gewijzigd door de aangenomen amendementen voor te leggen aan de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: de Afdeling) voor een spoedadvies.22 De Afdeling concludeert dat de amendementen Helder en Ellian beide een inmenging in het recht op vertrouwelijke communicatie vormen, zoals beschermd in artikel 6 en artikel 8 EVRM. Aanvullend heeft de Raad van State geadviseerd over het amendement van het lid Ellian over bezoek- en telefoonrechten van gedetineerden in de EBI en AIT met niet-geprivilegieerde contacten. De Raad van State adviseert de ondergrens voor bezoek en telefonisch contact te handhaven en af te zien van de voorgestelde bovengrens.23

Het kabinet vindt het, net als uw Kamer, echter van groot belang dat de in het wetsvoorstel opgenomen maatregelen voor het tegengaan van voortgezet crimineel handelen in detentie zo snel mogelijk worden gerealiseerd. Ik heb daarom met spoed een wetsvoorstel in procedure gebracht dat het bij uw Kamer aanhangige wetsvoorstel gericht en met spoed in overeenstemming brengt met het hogere recht.24 Over dit wijzigingswetsvoorstel heeft de Afdeling advisering van de Raad van State inmiddels advies uitgebracht. De Afdeling ziet geen aanleiding tot het maken van opmerkingen bij het wetsvoorstel (dictum A). Het wijzigingswetsvoorstel zal op korte termijn bij uw Kamer worden ingediend.

Aanpassingen Rspog

Momenteel wordt er gewerkt aan een aanpassing van de Rspog. Dit zowel naar aanleiding van de voorgenomen wijziging van de Pbw als naar aanleiding van het advies van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming uit februari.25 In deze aanpassing worden ook twee moties betrokken: de motie Sneller c.s., die verzoekt om verduidelijking van de plaatsingscriteria van de AIT in de Rspog, en de motie Lahlah c.s., die verzoekt om de mogelijkheden tot het afschalen van de beveiligingsniveaus te beschrijven in de toelichting op de Rspog.26

Sluiting luchtruim rond PI Vught

Op 1 juli 2022 heeft de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, op verzoek van de burgemeester van Vught, het luchtruim boven en rondom de PI Vught tijdelijk gesloten voor de burgerluchtvaart. Deze sluiting is in 2023 en 2024 verlengd. Hierdoor mogen onder meer (private) helikopters en drones niet langer in de buurt van PI Vught vliegen, waardoor het risico op ontsnappingspogingen en het droppen van goederen wordt teruggedrongen. Het aantal vliegende objecten is door de sluiting aanmerkelijk afgenomen. Dit zorgt ervoor dat de betrokken partners gerichter kunnen handelen bij mogelijke dreigingen. Daarnaast kan er door het verbod handhavend opgetreden worden, waar ook weer een preventieve werking van uitgaat. Deze resultaten hebben er mede toe geleid dat ik een aanvraag heb ingediend tot permanente sluiting van het luchtruim boven en rondom de PI Vught bij de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW).27 Hiervoor wordt het wijzigingsproces luchtruim en vliegprocedures van het bevoegd gezag gevolgd, waarbij we ons momenteel in de participatiefase bevinden. Na het doorlopen van het volledige proces neemt de Minister van IenW een definitief besluit.

Advocatuur

Met subsidie vanuit mijn ministerie heeft de Nederlandse orde van advocaten (NOvA) de taskforce Bescherming tegen ondermijning opgericht. Daarbinnen organiseert de beroepsgroep zelf actief de volgende initiatieven om de weerbaarheid van advocaten verder te versterken:

Weerbaarheidstrainingen

Deze praktische training biedt advocaten concrete handvatten om in hun dagelijkse praktijk proactief om te gaan met agressie en bedreiging. Deelname aan de training is kosteloos als gevolg van de structurele subsidie die vanuit JenV wordt verstrekt.

De weerbaarheidstrainingen worden in drie varianten gegeven:

  • 1. Weerbaarheidstrainingen voor startende advocaten, advocaat-stagiaires;

  • 2. Reguliere weerbaarheidstrainingen: voor iedere advocaat die aan zijn of haar weerbaarheid wil werken;

  • 3. Specifieke weerbaarheidstrainingen voor advocaten met gedetineerde cliënten.28

Inmiddels hebben ruim 1800 deelnemers (10% van het totaal aantal advocaten) in de afgelopen drie jaren deelgenomen aan een weerbaarheidstraining.

Vertrouwensadvocaat

De NOvA Vertrouwensadvocaat is een vertrouwelijk klankbord voor elke advocaat die vreest zijn onafhankelijkheid te verliezen, bijvoorbeeld door een manipulatieve cliënt of ondermijning. De NOvA heeft vijf advocaten aangesteld als vertrouwensadvocaat die zijn geselecteerd na een sollicitatieprocedure. Het betreft een onbezoldigde nevenfunctie. De vertrouwensadvocaten zijn volledig onafhankelijk van de NOvA en de lokale dekens. De NOvA krijgt dan ook geen terugkoppeling van de inhoud van de gesprekken die worden gevoerd.

Noodtelefoon en noodknop

Advocaten die zich bedreigd voelen kunnen naar de noodtelefoon bellen.

In 2023 werd de noodtelefoon gemiddeld 2 à 3 keer per week gebeld. Daarbij kan advies worden gegeven over bijvoorbeeld het doen van aangifte tegen een cliënt na een (be)dreiging (in verband met de geheimhoudingsplicht) of anderszins hoe om te gaan met een concrete (be)dreiging. De NOvA kan na een melding via de noodtelefoon in bepaalde gevallen de NCTV benaderen.

De noodknop is een klein apparaatje waarmee de advocaat met één druk op de knop in verbinding staat met een alarmcentrale. De centrale luistert mee, kent de (GPS-)positie van de drager en kan zo nodig de politie inschakelen. De noodknop werd, via de noodtelefoon, in 2023 aan 19 advocaten uitgereikt.

Veiligheidsscan voor advocaten

Advocatenkantoren kunnen een gratis veiligheidsscan laten uitvoeren om de fysieke kwetsbaarheid van hun kantoor- of huisadres te beoordelen. De subsidie vanuit mijn ministerie is toereikend voor 850 veiligheidsscans. Deze subsidie is drie jaar geleden verstrekt en ongeveer de helft van het maximum aantal scans is verricht. Eventuele maatregelen die genomen (moeten) worden naar aanleiding van de veiligheidsscan komen voor rekening van de individuele advocaat dan wel het kantoor waar de advocaat werkzaam is.

Wetenschappelijke onderzoeken

De NOvA heeft met behulp van de incidentele subsidie drie onderzoeken laten uitvoeren op het gebied van bescherming van advocaten tegen ondermijning, te weten:

  • 1) Betalingen binnen de advocatuur

    Het rapport van het onderzoek naar betalingen binnen de advocatuur is recent opgeleverd. De resultaten worden eerst binnen de NOvA besproken. Rond de zomer 2024 wordt het rapport openbaar gemaakt.

  • 2) Het gebruik van extra beveiligde communicatiemiddelen door advocaten

    Het rapport van het onderzoek naar het gebruik van extra beveiligde communicatiemiddelen door advocaten is uitgevoerd door de Universiteit Leiden en is op 4 april jl. door de NOvA openbaar gemaakt.29Eén van de aanbevelingen uit dit onderzoek betreft het toepassen van een filtersysteem dat verschoningsgerechtigd materiaal herkent en kan filteren uit data die wordt ingekeken ten behoeve van onderzoeken door opsporingsdiensten en het OM. De NOvA onderzoekt momenteel de opzet van een dergelijk filtersysteem en bespreekt het onderwerp onder andere met het OM en de politie. De NOvA en het OM zien het als een gezamenlijke opdracht richting zowel opsporingsdiensten als de advocatuur om het verschoningsrecht te voorzien van betere waarborgen. In de stuurgroep verschoningsrecht die wordt georganiseerd vanuit mijn ministerie wordt hierover verder gesproken.

  • 3) De impact van de kroongetuigenregeling op de veiligheid en praktijkvoering van advocaten

    Het rapport van het onderzoek naar de kroongetuigenregeling is opgeleverd door de Universiteit Leiden en door de NOvA op 23 oktober 2023 openbaar gemaakt.30 Dit onderzoek wordt door de Minister van Justitie en Veiligheid betrokken bij haar uitwerking van de aanpassing van de kroongetuigenregeling.

Ten slotte heeft de NOvA convenanten afgesloten met de Kamer voor Koophandel en het Kadaster waardoor advocaten die te maken hebben met een concrete (be)dreiging, hun persoonsgegevens kunnen laten afschermen in beide registers.

Tot slot

In deze brief ben ik nader ingegaan op het nieuwe detentielandschap voor hoogrisicogedetineerden en de stand van zaken ten aanzien van andere maatregelen om (georganiseerde) criminaliteit in en vanuit detentie tegen te gaan. Ik ben ervan overtuigd dat we de juiste weg hebben ingeslagen om georganiseerde criminaliteit tijdens detentie en berechting stevig in te dammen, binnen de kaders van het Europese recht en de Grondwet. Daarbij hebben we intensief geleerd van de aanpak in Italië, in het bijzonder ten aanzien van het 41bis-regime. Dat neemt niet weg dat het onderwerp blijvend aandacht nodig heeft. De georganiseerde misdaad is zeer adaptief. Dat vraagt om continue alertheid. Uw Kamer zal op de hoogte gehouden worden van nieuwe ontwikkelingen en mijlpalen.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Kamerstukken II 2022/23, 29 911, nr. 418.

X Noot
2

Kamerstukken II 2023/24, 24 587, nr. 929.

X Noot
3

Hierbij merk ik op dat plaatsing op een Terroristenafdeling (TA) op grond van art. 20a Rspog in principe volgt op het delict, namelijk indien een gedetineerde verdacht is van of veroordeeld is voor een terroristisch misdrijf. Een andere grond voor plaatsing op de TA is wanneer gedetineerden voor of tijdens hun detentie een boodschap van radicalisering verkondigen of verspreiden. Uitzondering van plaatsing op de TA volgt als uit informatie van het GRIP of het Openbaar Ministerie voortvloeit dat plaatsing op een TA niet is geïndiceerd.

X Noot
4

Het gaat om de GVM-circulaire en de Regeling selectie, plaatsing en overplaatsing van gedetineerden (Rspog).

X Noot
5

Kamerstukken II 2023/24, 24 857, nr. 938.

X Noot
6

Kamerstukken II 2023/24, 24 587, nr. 925.

X Noot
7

Op een TA zitten verdachten van en veroordeelden voor een terroristisch misdrijf, onder meer om te voorkomen dat zij andere gedetineerden binnen de gevangenis beïnvloeden met hun denkbeelden. In een PPC zitten gedetineerden die psychiatrische zorg nodig hebben vanwege psychiatrische aandoeningen, verslaving of een verstandelijke beperking. Op een BPG-afdeling worden gedetineerden geplaatst die een extreem beheersrisico vormen. Hierbij kan bijvoorbeeld (en dus zeker niet uitsluitend) worden gedacht aan ernstige fysieke agressie naar personeel en/of medegedetineerden of beheersproblematisch gedrag vanwege psychologische problematiek of verslavingsproblematiek.

X Noot
8

Deze maatregelen zijn conform de Penitentiaire Beginselenwet door de directeur opgelegd. Zo zijn afdelingen kleinschaliger ingericht en er is geen vermenging met andere gedetineerden.

X Noot
9

Kamerstukken II 2022/23, 36 200 VI, nr. 63.

X Noot
10

Kamerstukken II 2023/24, 24 587, nr. 929.

X Noot
11

Kamerstukken II 2023/24, 24 587, nr. 956.

X Noot
12

Kamerstukken II 2023/24, 36 410 VI, nr. 37.

X Noot
13

Gebleken is dat op p. 8 van het adviesrapport van de Commissie hoog beveiligde zittingslocatie boven de grote rivieren een verkeerde berekening staat. Vermeld is dat er in de eerste vier maanden van 2021 330 verplaatsingen van en naar de Bunker waren. Dit moet 110 zijn (de genoemde 330 is de extrapolatie naar het gehele jaar). Het aantal verplaatsingen van en naar de Bunker in 2021 is uiteindelijk opgelopen tot 367. In 2022 waren er 179 verplaatsingen en in 2023 waren dat er 52. Deze terugloop was het gevolg van de verplaatsing van zittingen van de Eris-zaak naar JC Schiphol en van annuleringen en uitstel in het Marengoproces.

X Noot
14

Kamerstukken II 2022/23, 24 587, nr. 888.

X Noot
15

Kamerstukken II 2023/24, 36 372, nr. 23.

X Noot
16

De lijst met aangewezen functies is hier te vinden: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2022-16808.html

X Noot
17

Kamerstukken II 2022/23, 24 587, nr. 904.

X Noot
18

Kamerstukken II 2023/24, 36 410 VI, nr. 42

X Noot
19

Kamerstukken II 2021/22, 24 587, nr. 339.

X Noot
20

Voluit: Wijziging van de Penitentiaire beginselenwet in verband met aanvullende maatregelen tegen georganiseerde criminaliteit tijdens detentie

X Noot
21

Kamerstukken II 2023/24, 36 372, nr. 10 en Kamerstukken II 2023/24, 36 372, nr. 12.

X Noot
22

Voor een uitgebreidere toelichting verwijs ik naar twee recente brieven: Kamerstukken II 2023/24, 36 372, nrs. 24 en 25.

X Noot
23

Advies van 24 april 2024, no. W16.24.00063/II.

X Noot
24

Kamerstukken II 2023/24, 36 372, nrs. 24 en 25.

X Noot
25

Zie Advies Wijziging Rspog in verband met toevoeging AIT | Advies | Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (rsj.nl). Dit advies gaf RSJ op mijn verzoek naar aanleiding van de voorgenomen wijziging van de Rspog.

X Noot
26

Kamerstukken II 2023/24, 36 372, nr. 17 en Kamerstukken II 2023–2024, 36 372, nr. 18.

X Noot
27

De Minister van IenW is hier op basis van artikel 5.11 van de Wet luchtvaart toe bevoegd.

X Noot
28

Deze variant is bedoeld voor advocaten die gedetineerden bijstaan. Uit de praktijk dat deze training met name wordt gevolgd door advocaten die gedetineerden in de EBI en AIT bijstaan.

Naar boven