29 675 Zee- en kustvisserij

Nr. 175 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2014

In september 2013 heb ik u een overzichtsrapport1 gestuurd van het jaarlijkse onderzoek naar de verontreiniging van aal met dioxines en PCB’s in de Nederlandse binnenwateren. Hieruit bleek dat op enkele onderzochte locaties, buiten het sinds april 2011 voor aal- en wolhandkrabvisserij gesloten gebied, normoverschrijdende gehalten in aal zijn aangetroffen. Deze gebieden zijn in 2013 herbemonsterd. Ik heb u aangegeven dat ik samen met mijn collega van VWS op basis van deze herbemonstering zou bezien of dit gevolgen heeft voor de begrenzing van het gesloten gebied. Hiermee geef ik uitvoering aan de motie Van Veldhoven en Jacobi2 3.

De herbemonstering bevestigt dat aal in het kanaal Gent-Terneuzen, het kanaal Wessem-Nederweert, het Vossemeer en het noordelijke deel van het Amsterdam-Rijnkanaal dermate vervuild is met dioxines en PCB’s dat deze op basis van de Warenwet niet mag worden verhandeld. Ook is uit de herbemonstering gebleken dat aal op de overgang van het Ketelmeer naar het IJsselmeer sterk vervuild is met dioxines en PCB’s. Uit onderzoek4 naar de vervuiling van Chinese wolhandkrab is gebleken dat wolhandkrab afkomstig uit met dioxine vervuilde wateren hoge concentraties dioxines en PCB’s bevat en daarmee een gevaar kan opleveren voor de volksgezondheid5. Het is dan ook wenselijk dat wordt voorkomen dat ook wolhandkrab uit bovengenoemde wateren in de handel wordt gebracht.

Ik heb hierop in overleg met de Minister van VWS besloten bovengenoemde wateren en een bufferzone van 1 kilometer vanaf de Ketelbrug in het IJsselmeer per 1 januari 2015 toe voegen aan de lijst van wateren die permanent gesloten zijn voor de aal- en wolhandkrabvisserij.

De lopende huurovereenkomsten voor aalvisserij met de Staat in bovengenoemde wateren zullen worden opgezegd. Aan de betreffende visserijbedrijven zal een tegemoetkoming worden aangeboden welke in lijn is met de tegemoetkoming die in 2011 is aangeboden aan de destijds getroffen beroepsvissers6. Concreet betekent dit dat de tegemoetkoming hierbij eveneens zal worden verstrekt voor de resterende looptijd van de huurovereenkomsten. De looptijd per 1 januari 2015 bedraagt 1 jaar (in 2011 bedroeg de resterende looptijd 5 jaar). De visserijbedrijven in het IJsselmeergebied vissen niet op basis van een huurovereenkomst maar op basis van een schriftelijke toestemming. In dit gebied zal de tegemoetkoming worden aangeboden aan de visserijbedrijven die met grote fuiken vissen op vaste vislocaties in de bufferzone, voor zover voor deze visserij geen vervangende locaties voorhanden zijn. Voor de visserij met andere vistuigen in de bufferzone zal geen tegemoetkoming worden aangeboden, omdat deze visserij zonder belemmering elders op het IJsselmeer kan worden uitgevoerd (er is sprake van gemene weide visserij). De betrokken vissers zullen op korte termijn worden geïnformeerd over de gevolgen van dit besluit en de wijze waarop zij voor een tegemoetkoming in aanmerking kunnen komen.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Kamerstuk 29 675, nr. 162

X Noot
2

Kamerstuk 32 658, nr. 16

X Noot
3

kamerstuk 29 675, nr. 130

X Noot
4

Dioxines en PCB’s in Chinese wolhandkrab, RIKILT-rapport 2013.005

X Noot
5

Kamerstuk 26 991, nr. 417

X Noot
6

Kamerstuk 29 675, nr. 131

Naar boven