Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2014
In september 2013 heb ik u een overzichtsrapport1 gestuurd van het jaarlijkse onderzoek naar de verontreiniging van aal met dioxines
en PCB’s in de Nederlandse binnenwateren. Hieruit bleek dat op enkele onderzochte
locaties, buiten het sinds april 2011 voor aal- en wolhandkrabvisserij gesloten gebied,
normoverschrijdende gehalten in aal zijn aangetroffen. Deze gebieden zijn in 2013
herbemonsterd. Ik heb u aangegeven dat ik samen met mijn collega van VWS op basis
van deze herbemonstering zou bezien of dit gevolgen heeft voor de begrenzing van het
gesloten gebied. Hiermee geef ik uitvoering aan de motie Van Veldhoven en Jacobi2
3.
De herbemonstering bevestigt dat aal in het kanaal Gent-Terneuzen, het kanaal Wessem-Nederweert,
het Vossemeer en het noordelijke deel van het Amsterdam-Rijnkanaal dermate vervuild
is met dioxines en PCB’s dat deze op basis van de Warenwet niet mag worden verhandeld.
Ook is uit de herbemonstering gebleken dat aal op de overgang van het Ketelmeer naar
het IJsselmeer sterk vervuild is met dioxines en PCB’s. Uit onderzoek4 naar de vervuiling van Chinese wolhandkrab is gebleken dat wolhandkrab afkomstig
uit met dioxine vervuilde wateren hoge concentraties dioxines en PCB’s bevat en daarmee
een gevaar kan opleveren voor de volksgezondheid5. Het is dan ook wenselijk dat wordt voorkomen dat ook wolhandkrab uit bovengenoemde
wateren in de handel wordt gebracht.
Ik heb hierop in overleg met de Minister van VWS besloten bovengenoemde wateren en
een bufferzone van 1 kilometer vanaf de Ketelbrug in het IJsselmeer per 1 januari
2015 toe voegen aan de lijst van wateren die permanent gesloten zijn voor de aal-
en wolhandkrabvisserij.
De lopende huurovereenkomsten voor aalvisserij met de Staat in bovengenoemde wateren
zullen worden opgezegd. Aan de betreffende visserijbedrijven zal een tegemoetkoming
worden aangeboden welke in lijn is met de tegemoetkoming die in 2011 is aangeboden
aan de destijds getroffen beroepsvissers6. Concreet betekent dit dat de tegemoetkoming hierbij eveneens zal worden verstrekt
voor de resterende looptijd van de huurovereenkomsten. De looptijd per 1 januari 2015
bedraagt 1 jaar (in 2011 bedroeg de resterende looptijd 5 jaar). De visserijbedrijven
in het IJsselmeergebied vissen niet op basis van een huurovereenkomst maar op basis
van een schriftelijke toestemming. In dit gebied zal de tegemoetkoming worden aangeboden
aan de visserijbedrijven die met grote fuiken vissen op vaste vislocaties in de bufferzone,
voor zover voor deze visserij geen vervangende locaties voorhanden zijn. Voor de visserij
met andere vistuigen in de bufferzone zal geen tegemoetkoming worden aangeboden, omdat
deze visserij zonder belemmering elders op het IJsselmeer kan worden uitgevoerd (er
is sprake van gemene weide visserij). De betrokken vissers zullen op korte termijn
worden geïnformeerd over de gevolgen van dit besluit en de wijze waarop zij voor een
tegemoetkoming in aanmerking kunnen komen.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma