29 675 Zee- en kustvisserij

Nr. 131 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2011

Tijdens de wetsbehandeling van de wijziging van de Visserijwet op 16 maart 2011 heb ik u aangegeven hoe ik de visserijbedrijven tegemoet wil komen die geconfronteerd worden met de sluiting van de visserij op aal en wolhandkrab als gevolg van te hoge concentraties dioxines en dioxineachtige PCB’s (met ingang van 1 april jl.). Ik wil dat doen langs drie verschillende sporen:

  • 1. aan de Staat betaalde huurgelden en vergoedingen voor de resterende periode worden terugbetaald. Verhuurders van andere wateren, de niet-staatswateren, heb ik verzocht datzelfde te doen;

  • 2. ingevolge de Algemene Voorwaarden (AV) van de met de Staat gesloten huurovereenkomsten zal, voor zover de redelijkheid en billijkheid dit meebrengen, aan de ondernemers een tegemoetkoming worden verleend voor met het oog op de visserij gedurende de huurtijd gemaakte kosten, die wegens de vroegere beëindiging van de huur niet meer uit de te verkrijgen opbrengsten van de visserij kunnen worden goedgemaakt. Ik heb u toegezegd dat deze tegemoetkoming ook zal worden verstrekt aan de houders van toestemmingen in staatswateren en aan vissers in niet-staatswateren;

  • 3. er zal worden bezien of en in welke mate er een tegemoetkoming verleend kan worden die gerelateerd is aan de hoeveelheid op zich niet vervuilde paling en wolhandkrab in de gesloten gebieden en het daaraan verbonden inkomensverlies.

Ik informeer u hierbij, zoals toegezegd, over de invulling van spoor 2.

Uitgangspunt daarbij is een redelijke en billijke tegemoetkoming in de kosten die in de resterende huurperiode niet meer terugverdiend kunnen worden. Ik stuur daarbij op een snelle uitbetaling van de kostenvergoeding en minimale administratieve lasten voor de sector.

Ik heb de sector nadrukkelijk in het proces betrokken. Hierbij is door de sector gevraagd om maatwerk gezien de zeer grote diversiteit tussen de verschillende bedrijven. Ik kom hieraan tegemoet door individueel op bedrijfsniveau door middel van een taxateur maatwerk te leveren.

Het traject van de tegemoetkoming zal, met inschakeling van onafhankelijke taxateurs, worden uitgevoerd door Dienst Regelingen (DR) van EL&I. De bij mij bekende vissers zullen direct aangeschreven worden. Daarnaast zal ik binnen twee weken een mededeling publiceren in de Staatscourant waarin aangeven wordt op welke wijze de vissers een aanvraag voor tegemoetkoming kunnen indienen (indien niet direct aangeschreven) en welke gegevens daarvoor nodig zijn en het verdere afhandelingstraject. Direct na publicatie zullen de aanvragen kunnen worden ingediend en zal namens mij een afspraak worden gemaakt voor een maatwerktaxatie door een taxateur. Op basis van het taxatierapport zal een voorstel aan de visser worden gedaan. Het werken met een dergelijk systeem van taxatie verzekert tevens een relatief vlotte en uniforme afhandeling van de verplichtingen zoals opgenomen in de AV.

De mededeling zal – ter facilitering van het proces – de lijst bevatten van bedrijfsuitrustingen en andere posten die voor tegemoetkoming in aanmerking kunnen komen. Die lijst is gebaseerd op informatie opgedaan in het overleg met de sector en is niet bedoeld als limitatieve opsomming. Dat betekent dat thans niet voorziene posten – die met het oog op de visserij in de gesloten gebieden zijn gemaakt en niet meer kunnen worden terugverdiend – ook voor tegemoetkoming in aanmerking kunnen komen.

De volgende categorieën worden meegenomen voor de tegemoetkoming in niet terug te verdienen kosten voor de resterende looptijd van de huurovereenkomst. Daar waar het een tegemoetkoming in de afschrijvingskosten van productiemiddelen betreft, worden de afschrijvingskosten in 2009 en 2010 als referentie aangehouden.

  • a. Afschrijvingen op vaste activa voor zover nog niet afgeschreven, zoals bijvoorbeeld: investeringen in visrechten (voor zover geactiveerd), fuiken, vaartuigen, onroerend goed en transportmiddelen.

  • b. Personeelskosten; waarbij rekening wordt gehouden met kostenbeperkende maatregelen die de visser heeft getroffen, of redelijkheidshalve had kunnen treffen.

  • c. Indirect variabele kosten in 2011 gemaakt, tenzij aangetoond kan worden dat de kosten onvermijdelijk doorlopen. Hierbij valt te denken aan verzekeringen, huur of lease.

  • d. Vergoeding van de vermogenskosten.

Op grond van de bij de huurovereenkomst behorende AV bestaat er een gehoudenheid tot verstrekking van de tegemoetkoming voor de resterende looptijd van de huurovereenkomst.

Voor deze periode hanteer ik standaard – dus voor alle vissers – een periode van 5 jaar (i.c. 1 januari 2011 t/m 31 dec. 2015; de maximaal resterende looptijd).

Voor de goede orde wijs ik er op dat uitsluitend kosten die met het oog op de uitoefening van de visserij gemaakt zijn voor tegemoetkoming in aanmerking komen en vervolgactiviteiten hier dus niet onder vallen. Indien vissers hun bedrijfsmiddelen kunnen blijven inzetten voor de vangst van andere vissoorten of de vangst in niet-gesloten viswater, zal de tegemoetkoming naar rato worden toegekend.

Gelet op het gewenste maatwerk zal uitbetaling plaats vinden binnen circa drie weken na het opstellen van het taxatierapport, al of niet in de vorm van een voorschot. De betalingen zullen, in tegenstelling tot mijn eerdere voornemen, naar verwachting grotendeels in juli plaatsvinden.

Tot slot meld ik u dat de betaalde huurgelden voor de huurovereenkomsten inmiddels zijn gerestitueerd en dat spoor 1 daarmee is afgerond. Ten aanzien van spoor 3 heb ik u reeds een brief gestuurd.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven