29 659 Evaluatie Staatsbosbeheer

Nr. 74 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 oktober 2011

In uw brief van 12 oktober 2011 vraagt u mij om een overzicht met de uitwerking van de aangenomen moties inzake erfpacht, wat er inzake erfpacht al geregeld is en of er al overleg is geweest over de verkoop van erfpachtgebieden.

In reactie hierop meld ik u, dat ten aanzien van de motie-Snijder-Hazelhoff (Tweede Kamer 2009–2010, 29 659 nr. 55) de situatie ongewijzigd is ten opzichte van het vorige overzicht dat ik u op 23 juni 2011 heb doen toekomen (Tweede Kamer 2010–2011, 29 659 nr. 72).

Ten aanzien van de motie-Jacobi-Verhoeven (Tweede Kamer 2009–2010, 29 659 nr. 52) kan ik u melden, dat het onderzoek naar effecten van erfpacht op recreatie door de Grontmij in opdracht van de Waddengemeenten en Staatsbosbeheer loopt. De verwachting is dat de resultaten in november 2011 bekend zijn.

De moties-Verhoeven-Jacobi (Tweede Kamer 2009–2010, 29 659 nr. 57) en de motie-Atsma (Tweede Kamer 2009–2010, 29 659 nr. 58) zijn uitgevoerd: de Waddeneilanden en Staatsbosbeheer hebben afspraken gemaakt over welke gronden Staatsbosbeheer te koop aanbiedt aan gemeenten en erfpachters. Vervolgens hebben op mijn verzoek op alle drie de betrokken eilanden gesprekken tussen Staatsbosbeheer en de erfpachters plaatsgevonden. Ook de Waddengemeenten zijn bij deze gesprekken aanwezig geweest om hun standpunt toe te lichten. Noch van de gemeenten, noch van Staatsbosbeheer heb ik bericht gekregen dat deze gesprekken hebben geleid tot gewijzigde inzichten ten aanzien van de lijst met te verkopen grond. Om die reden zie ik geen aanleiding om mijn eerdere standpunt hieromtrent en aan u medegedeeld met mijn brieven van 9 maart 2011 (Tweede Kamer 2010–2011, 29 659 nr. 66) en 13 april 2011 (Tweede Kamer 2010–2011, 29 659 nr. 67) te wijzigen.

Op uw verzoek om geen onomkeerbare stappen te doen, heeft Staatsbosbeheer nog niet de verkooptrajecten opgestart. Hierover heb ik u bericht met mijn brief van 22 augustus 2011 ((Tweede Kamer 2009–2010, 29 659 nr. 73).

Ten aanzien van erfpacht.

De toenmalige minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft met u gesproken op 30 juni 2010 over het advies van Groothuis-Zevenbergen. Op haar verzoek heeft Staatsbosbeheer het advies van de heren Groothuis-Zevenbergen omgezet in een set van Algemene Voorwaarden en een taxatie-instructie. Deze zijn maart 2011 vastgesteld. De uitrol van deze voorwaarden heeft nog niet plaatsgevonden, omdat u heeft verzocht geen onomkeerbare stappen te nemen.

De stand-still voor erfpacht bij Staatsbosbeheer duurt sinds maart 2008. Staatsbosbeheer werkt – uitdrukkelijk op hun verzoek – samen met enkele individuele erfpachters die om persoonlijke omstandigheden niet langer konden wachten. Dit heeft inmiddels geleid tot enkele verkopen van erfpachtrechten op het vasteland en de Waddeneilanden met een nieuw contract op basis van de systematiek van Groothuis-Zevenbergen.

Staatsbosbeheer heeft gewerkt aan de uitvoering van de communicatieparagraaf uit het advies van Groothuis-Zevenbergen. Inmiddels is er een brochure met uitgebreide informatie over erfpacht bij Staatsbosbeheer beschikbaar (bijlage).1

De nieuwe algemene voorwaarden worden in een toegankelijke publieksversie toegelicht (bijlage).1

In het licht van de ontwikkelagenda heeft Staatsbosbeheer een regeling uitgewerkt voor de zittende erfpachters met een eerste woning op de Waddeneilanden. Dit garandeert voor deze groep een voorspelbare en aanvaardbare stijging van de canon. Deze regeling past bij de afspraken in de ontwikkelagenda en de specifieke omstandigheden op de Waddeneilanden.

Ik heb 11 oktober 2011 aan Staatsbosbeheer gevraagd om de thans nog levende vragen en opmerkingen van de belangenvertegenwoordigers van de erfpachters van de Waddeneilanden, met hen te bespreken. Doel van dit gesprek is duidelijkheid te verkrijgen over de wijze waarop Staatsbosbeheer de systematiek en uitgangspunten van Groothuis-Zevenbergen heeft geïmplementeerd.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven