29 659 Evaluatie Staatsbosbeheer

Nr. 67 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 april 2011

In het overleg met de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 16 december 2010 heb ik toegezegd uw Kamer een overzicht te sturen van de erfpachtgronden van Staatsbosbeheer op de Waddeneilanden die voor verkoop in aanmerking komen. In de brief van 16 maart 2011 vraagt de vaste commissie voor Economische Zaken, Landbouw en Innovatie om een reactie op het artikel in het NRC Handelsblad van 4 maart 2011 in combinatie met de bovenstaande toezegging. In de brief van 23 maart 2011 wordt ook door de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken geïnformeerd naar de stand van zaken met betrekking tot de Waddeneilanden.

Ik heb in mijn brief van 3 maart 2011 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 29 659, nr. 66) aan uw Kamer aangegeven dat Staatsbosbeheer en de Waddengemeenten een bestuurlijk akkoord hebben bereikt. Onderdeel van dat bestuurlijk akkoord betreft de mogelijke verkoop van gronden aan de gemeenten en aan de erfpachters en gronden die kunnen worden ingezet in het kader van de ontwikkelagenda. De lijst met gronden die volgens het akkoord voor verkoop in aanmerking komen, staat weergegeven in de bijlage1.

In de bijlage treft u ook overzichtskaarten aan van de drie betreffende Waddeneilanden. Op deze kaarten staat het volgende aangegeven:

  • het totale grondbezit van Staatsbosbeheer;

  • de grond van Staatsbosbeheer waar een erfpachtcontract op rust;

  • de grond van Staatsbosbeheer die voor verkoop in aanmerking komt;

  • de grond die in aanmerking komt voor ontwikkelingen in het kader van de ontwikkelagenda.

Het bestuurlijke akkoord tussen de Waddengemeenten en Staatsbosbeheer bevat geen afspraken over prijzen. De Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer schrijft voor dat vervreemding van objecten en andere onroerende zaken voorafgaand de goedkeuring van de minister van Financiën behoeft. De minister van Financiën toetst op basis van de op grond van de Comptabiliteitswet vastgestelde Regeling materieelbeheer Rijksoverheid 2006.

Deze schrijft voor dat overdracht van onroerende zaken aan derden (zoals gemeenten, bedrijven en particulieren) dient te geschieden tegen marktconforme prijzen. De verkoopprijzen komen tot stand door middel van taxatie door een onafhankelijke deskundige of taxatiecommissie, zoals reeds gemeld in mijn brief van 10 september 2010 (Tweede Kamer vergaderjaar 2010–2011, 29 659, nr. 63).

Ten slotte informeert de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken naar de grondnota. Die zal ik in mei 2011 aan uw Kamer zenden.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven