29 628 Politie

Nr. 966 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 juni 2020

Hierbij ontvangt u de geactualiseerde prognose van de ontwikkeling van de operationele bezetting, zoals toegezegd in mijn brief van 8 juni jl.1 Deze geactualiseerde prognose laat onder meer zien dat de vernieuwing van de basispolitieopleiding zal zorgen voor een toename van de inzetbare politiecapaciteit.

In het eerste halfjaarbericht politie 20202 meldde ik dat de vernieuwing van de basispolitieopleiding, de regeling vervroegd uittreden voor de sector politie en de coronacrisis van invloed zijn op de prognose met betrekking tot de operationele bezetting. Daarnaast is de operationele formatie recent verder uitgebreid, onder meer ten behoeve van de aanpak van ondermijnende criminaliteit. Deze formatieve uitbreiding in combinatie met de voorgenoemde ontwikkelingen hebben gevolgen voor het moment waarop de operationele formatie en bezetting naar verwachting in balans komen.

De politie heeft een geactualiseerde prognose van de operationele bezetting voor 2020 en de jaren 2021 tot en met 2025 opgesteld. Deze prognose treft u in de bijlage aan. Deze cijfers zullen de basis vormen van de strategische personeelsprognose die wordt opgenomen in de conceptbegroting en het beheerplan van de politie voor 2021. In de bijlage heb ik tevens de cijfers uit de politiebegroting 2020 opgenomen. Dit zijn de oude prognosecijfers voor 2020, die in het najaar van 2019 zijn vastgesteld.

Ik wijs erop dat elke prognose een mate van onzekerheid kent. De prognose in de bijlage is gebaseerd op aannames ten aanzien van de verwachte gevolgen van enkele recente beleidswijzigingen, in het bijzonder de vernieuwing van de basispolitieopleiding en regeling vervroegd uittreden. De werkelijke realisatie zal de prognose nooit volledig volgen en er zullen zich altijd onvoorziene ontwikkelingen voordoen. De prognose geeft niettemin een beeld van de ontwikkeling van de operationele bezetting dat de politie op basis van de thans beschikbare informatie realistisch acht.

De geactualiseerde prognose laat zien dat dit jaar naar verwachting 1.571 fte aspiranten zullen instromen bij de Politieacademie. Dat is minder dan de 2.180 fte die was voorzien in de begroting, omdat besloten is om het instroommoment voor aspiranten in week 41 te laten vervallen. Zoals ik eerder heb toegelicht in het eerste halfjaarbericht politie 20203, is het nodig om dit instroommoment te laten vervallen om de Politieacademie in staat te stellen de vernieuwde basispolitieopleiding te ontwikkelen, de lopende opleidingen om te vormen naar het vernieuwde onderwijs en de onderwijsachterstanden die zijn ontstaan als gevolg van de coronacrisis in te lopen. De aspiranten die in week 41 zouden instromen, beginnen nu in de eerste helft van 2021 aan hun opleiding. Dit jaar zal de instroom van aspiranten weliswaar lager zijn dan verwacht, vanaf volgend jaar worden de positieve effecten van de vernieuwde basisopleiding al voelbaar. Per saldo zal de inzetbare politiecapaciteit toenemen, ondanks het vervallen van het instroomoment in week 41. Dat komt doordat de huidige populatie aspiranten sneller zal afstuderen als gevolg van de omvorming van de lopende opleidingen naar de vernieuwde, kortere basispolitieopleiding. In 2021 stroomt een relatief groot aantal aspiranten in op een volwaardige operationele functie, te weten 1.931 fte. Daarnaast zal de inzetbaarheid van aspiranten gedurende de opleiding toenemen in het vernieuwde stelsel. Verder zal vanaf 2021 het aantal aspiranten dat instroomt bij de Politieacademie toenemen. In 2021 zullen volgens planning 2.406 fte aspiranten beginnen aan een opleiding. Naar verwachting resulteert dit vanaf 2023 in een grotere instroom van aspiranten op volwaardige functies, omdat vanaf dat moment grotere aantallen aspiranten hun opleiding voltooien.

De prognose laat tevens de voorziene gevolgen van de regeling vervroegd uittreden zien. Deze regeling geldt in de periode 2021–2025. De politie verwacht dat de voorziene (leeftijdsgebonden) uitstroom in 2020 953 fte zal bedragen. Dat is lager dan de 1.267 fte die was voorzien in de begroting, omdat medewerkers naar verwachting het moment waarop zij met (pre)pensioen gaan zullen uitstellen, zodat zij gebruik kunnen maken van de regeling. Vanaf 2021 verwacht de politie een verhoogde voorziene (leeftijdsgebonden) uitstroom.

Tot slot zijn de gevolgen van coronacrisis verwerkt in de prognose. De politie verwacht dat de onvoorziene uitstroom zal dalen, omdat het aantal vacatures op de arbeidsmarkt de komende jaren waarschijnlijk afneemt.

De politie verwacht op dit moment dat de operationele bezetting in 2020 licht zal stijgen van 50.402 fte naar 50.454 fte. De eerder aangekondigde daling van de operationele bezetting die wordt veroorzaakt door het vervallen van het instroommoment in week 41 zal naar verwachting worden gecompenseerd door lagere voorziene en onvoorziene uitstroom en hogere zijinstroom. Op basis van de huidige prognose verwacht de politie dat de operationele bezetting de komende jaren zal groeien. Als de realisatie langs de lijnen van de huidige ramingen verloopt, voorziet de politie dat de operationele formatie en bezetting in 2024 weer in balans zijn.

Ik blijf eraan hechten uw Kamer stelselmatig te informeren over de ontwikkeling van de operationele bezetting, zoals verzocht in de motie van de leden Van Dam en Kuiken4. Ik zal uw Kamer nader informeren over de wijze waarop ik uitvoering zal geven aan deze motie.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Bijlage: geactualiseerde prognose ontwikkeling operationele bezetting 2020–2025

Totale operationele bezetting in fte
 

Begroting 2020

Prognose 2020

2021

2022

2023

2024

2025

Beginstand boekjaar

50.991

50.402

50.454

50.741

51.422

52.113

52.116

Eindstand boekjaar

51.266

50.454

50.741

51.422

52.113

52.116

52.203

Operationele bezetting exclusief aspiranten in fte
 

Begroting 2020

Prognose 2020

2021

2022

2023

2024

2025

Bezetting aanvang boekjaar

46.683

46.277

46.278

46.361

46.211

46.783

47.413

Instroom uit opleiding

1.229

1.241

1.931

1.369

2.018

2.215

2.137

Zijinstroom

697

851

932

961

886

852

715

Werktijdwijzing

0

– 83

– 83

– 86

– 83

– 76

– 76

Doorstroom niet-operationeel -> operationeel

80

106

108

95

68

68

76

Doorstroom operationeel -> niet-operationeel

– 201

– 320

– 288

– 230

– 189

– 159

– 124

Voorziene uitstroom

– 1.267

– 953

– 1.695

– 1.433

– 1.313

– 1.459

– 1.283

Onvoorziene uitstroom

– 945

– 840

– 823

– 825

– 814

– 811

– 814

Bezetting einde boekjaar

46.277

46.278

46.361

46.211

46.783

47.413

48.044

Aspiranten in fte
 

Begroting 2020

Prognose 2020

2021

2022

2023

2024

2025

Aantal aspiranten aanvang boekjaar

4.308

4.125

4.177

4.380

5.210

5.330

4.703

Instroom in opleiding

2.180

1.571

2.406

2.466

2.467

1.931

1.901

Uitval

– 269

– 278

– 272

– 266

– 330

– 342

– 307

Uitstroom uit opleiding

– 1.229

– 1.241

– 1.931

– 1.369

– 2.018

– 2.215

– 2.317

Aantal aspiranten einde boekjaar

4.990

4.177

4.380

5.210

5.330

4.702

4.159


X Noot
1

Kamerstuk 29 628, nr. 959.

X Noot
2

Kamerstuk 29 628, nr. 948.

X Noot
3

Kamerstuk 29 628, nr. 948.

X Noot
4

Kamerstuk 29 628, nr. 951.

Naar boven