29 628 Politie

Nr. 959 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juni 2020

Op 2 juni jl. heeft uw Kamer mij per brief verzocht om voorafgaand aan het notaoverleg veiligheid op 8 juni a.s. een geactualiseerde sterkteprognose toe te sturen.

Zoals ik heb toegelicht in het eerste halfjaarbericht politie 20201, zijn de recente uitbreidingen van de operationele formatie, de coronacrisis, de vernieuwing van de basispolitieopleiding en de regeling vervroegd uittreden voor de sector politie van invloed op de prognose met betrekking tot de ontwikkeling van de operationele bezetting. Daarnaast is het vervallen van het instroommoment voor aspiranten in week 41, dat samenhangt met de vernieuwing van de basispolitieopleiding, van invloed op deze prognose.

De politie brengt momenteel de positieve en negatieve gevolgen van de voorgenoemde ontwikkelingen in kaart. Het vergt tijd om een nieuwe, gevalideerde prognose vast te stellen. Daarom ben ik niet in staat gehoor te geven aan het verzoek van uw Kamer om voorafgaand aan het notaoverleg op 8 juni a.s. een geactualiseerde sterkteprognose toe te sturen. Gelet op het verzoek van uw Kamer heb ik de korpschef wel gevraagd om nog voor de zomer een geactualiseerde prognose vast te stellen. Uw Kamer ontvangt deze prognose voor het zomerreces.

Omdat ik eraan blijf hechten uw Kamer stelselmatig te informeren over de ontwikkeling van de operationele bezetting, zal ik naast de meerjarige prognose in de politiebegroting elk jaar in het eerste halfjaarbericht een actuele prognose van de ontwikkeling van de operationele bezetting in het lopende jaar opnemen.

Mocht daartoe aanleiding zijn, zal ik uw Kamer in aanvulling daarop informeren over ontwikkelingen die significante gevolgen hebben voor de operationele bezetting.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 29 628, nr. 948

Naar boven