29 628 Politie

Nr. 377 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 april 2013

Conform de toezegging die ik de Tweede Kamer deed tijdens de behandeling van de Politiewet 2012 op 28 november 2011 (Kamerstuk 32 891/30 880, nr. 20), doe ik uw Kamer hierbij een overzicht toekomen betreffende de benoemingen van de leden van de voormalige (toentertijd: huidige) korpsleidingen.

Deze brief dient tevens te worden beschouwd als een reactie op de motie van het lid Van Raak (SP) betreffende de sollicitatieprocedure van de regionale politiechefs (2011–2012, 30 880 nr. 38).

Inleiding

Per 1 januari 2013 is de nationale politie van start gegaan. Per die datum heeft Hare Majesteit de Koningin de korpsleiding en de overige leden van de politietop benoemd.

De formele selectieprocedure is van start gegaan nadat op 4 september 2012 met de voorzitters van de politievakorganisaties overeenstemming was bereikt over de kwaliteitscriteria voor de politietop. In het vierde kwartaal van 2012 hebben ten behoeve van deze benoemingen draagvlakgesprekken plaatsgevonden met zowel de betrokken gezagsdragers als met de medezeggenschap. Vervolgens hebben er arbeidsvoorwaardentoetsen en veiligheidsonderzoeken plaatsgevonden.

Nu de politietop is benoemd en nagenoeg alle leden van de voormalige korpsleidingen nieuwe werkzaamheden binnen dan wel buiten de politie hebben gevonden, kan ik uw Kamer dienaangaande nader informeren.

Tevens zal ik kort ingaan op achtereenvolgens de motie van het lid Van Raak betreffende de sollicitatieprocedure van de regionale politiechefs, de voor de politietop gevolgde gerede kandidaatsprocedure en het traject voor de zogenoemde doorstarters.

Toezegging

Van de voormalige leden van de (regionale) korpsleidingen zijn 34 personen benoemd binnen de huidige politietop. Van de voormalige leden van de korpsleidingen zijn 4 personen gedetacheerd en hebben de overige personen (tijdelijke) werkzaamheden binnen de nationale politie, uiterlijk tot het einde van de personele reorganisatie. Met enkele personen vindt op dit moment nog overleg plaats over nieuwe werkzaamheden, dan wel moeten gemaakte afspraken nog formeel worden vastgelegd. Een zevental personen is niet meer werkzaam binnen de politieorganisatie.

Motie Van Raak

Met de (toen: kwartiermaker, thans) korpschef van de politie acht ik het van cruciaal belang dat de politietop primair is ingevuld op basis van kwaliteit en complementariteit.

Om te komen tot de samenstelling van de politietop is derhalve een uitgebreid en zorgvuldig traject doorlopen, waarbij uiteraard rekening gehouden is met de wijze waarop kandidaten eerder leiding hebben gegeven. Hiermee is invulling gegeven aan de motie Van Raak betrefende de sollicitatieprocedure van de sollicitatieprocedure van de regionale politiechefs (TK 2011–2012, 30 880 nr. 38)

Onder alle leden van de toenmalige korpsleidingen is, conform de selectie- en aanwijzingsprocedure kwartiermakers nationale politie (bijlage bij Kamerstuk 29 628 nr. 241, vergaderjaar 2011 – 2012), de interesse voor de landelijke en regionale kwartiermakerfuncties gepeild. Op basis van de interessepeiling en een search heeft Bureau ABD Politietop vervolgens een lijst met geschikte kandidaten opgesteld. Gezocht is naar een mix van kennis, ervaring en vernieuwing alsook een goede balans tussen mannen en vrouwen.

Met inachtneming van de adviezen van de betrokken (toen nog beoogd) regioburgemeesters, hoofdofficieren van Justitie en de medezeggenschap heb ik uiteindelijk de kwartiermakers regionale eenheden en de kwartiermaker landelijke eenheid aangewezen. Zij hebben sinds augustus 2011 voorbereidingen getroffen voor de start van de nationale politie per 1 januari 2013. Na inwerkintreding van de Politiewet 2012 zijn de kwartiermakers in de formele functie van politiechef benoemd. Deze benoeming heeft plaatsgevonden middels de zogenoemde gerede kandidaatsprocedure.

Gerede kandidaatsprocedure

Voor het vervullen van de topfuncties binnen de politie kon de gerede kandidaatsprocedure worden gevolgd. In artikel 2, tweede lid, van de Invoerings- en aanpassingswet Politiewet 2012 is met betrekking tot de in bijlage A van deze wet genoemde functies hoofdstuk VII.b van het Besluit algemene rechtspositie politie buiten toepassing verklaard. Zo kon worden afgeweken van de gebruikelijke formele reorganisatieregels op grond waarvan overwegend op basis van leeftijd en dienstjaren kan worden geplaatst. Aan de hand van de gerede kandidaatsprocedure konden de meest passende kandidaten op de juiste plaats in de nieuwe politietop terecht komen. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd bij brief van 29 juni 2011 en bij brief van 5 juli 2011 (Kamerstukken 29 628 nr. 263 en 264, vergaderjaar 2011 – 2012).

Doorstarters

Het is evident dat, gegeven het kleiner aantal leidinggevende functies in combinatie met de gewenste vernieuwing, niet voor alle leden van de voormalige korpsleidingen een plaats kon worden gevonden in de politietop. Dit zegt in principe niets over hun geschiktheid voor een dergelijke functie. Voor deze zogenoemde doorstarters is een traject gestart om, waar mogelijk, passende werkzaamheden te zoeken. Dat kan binnen de politie zijn, maar eventueel ook buiten de politieorganisatie. Op deze wijze wordt vorm gegeven aan de voortzetting van de loopbaan van de betrokkene.

De minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven