28 973 Toekomst van de intensieve veehouderij

Nr. 131 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 januari 2013

Naar aanleiding van de verzoeken van de leden Schouw en Ouwehand, gedaan in het ordedebat van 11 oktober 2012, om in te gaan op de motie Thieme/Jacobi (28 286, nr. 472), de in voorbereiding zijnde wettelijke voorziening inzake megastallen en de uitspraken van hoogleraar Bruil in Nieuwsuur van 10 oktober jongstleden, bericht ik u het navolgende.

Met de brief van 15 maart 2011 (28 286, nr. 494) heeft de toenmalige staatssecretaris uw Kamer een reactie gegeven op genoemde motie, waarin de regering wordt verzocht «in afwachting van de uitkomsten van het breed maatschappelijk debat een voorbereidingsbesluit te nemen waarmee een moratorium op de bouw van megastallen wordt afgekondigd en dit besluit zo snel mogelijk kenbaar te maken aan provincies en gemeenten». Tegen de achtergrond tegemoet te komen aan de wens van de Tweede Kamer om tijdens de maatschappelijke dialoog mogelijk ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan heeft de toenmalige staatssecretaris de motie van de leden Grashoff en Van Veldhoven (28 286, nr. 488) onder de aandacht gebracht van provincies en gemeenten. Een voorbereidingsbesluit enkel om ontwikkelingen te stoppen is niet mogelijk zoals in de brief is aangegeven. Daarnaast staat een voorbereidingsbesluit als bedoeld in de motie Thieme/Jacobi haaks op de huidige situatie waarbij de verantwoordelijkheid voor ruimtelijk beleid primair bij provincies en gemeenten is belegd. Professor Bruil heeft eveneens aangegeven dat gemeenten voldoende sturingsmogelijkheden hebben via het omgevingsbeleid.

Op 30 november jongstleden heeft de Gezondheidsraad het advies uitgebracht over gezondheidsrisico’s rond veehouderijbedrijven (TK 28 973, nr. 129). In overleg met betrokken partijen bereid ik een kabinetsreactie voor. Mijn streven is om het kabinetsstandpunt uiterlijk 1 maart 2013 aan uw Kamer te sturen.

In deze beleidsreactie zal ook een standpunt worden ingenomen over de door het vorige kabinet technisch voorbereide wettelijke voorziening om een grens te kunnen stellen aan de omvang van bedrijven op een locatie.

De staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven