28 684 Naar een veiliger samenleving

Nr. 524 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 juni 2018

Per brief van 15 maart jl. zijn de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media (BVOM) en ik door de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid en door de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verzocht om de Kamer te informeren over de stand van zaken, voornemens en eventuele knelpunten bij het invoeren van een eenduidige landelijke aanpak naar aanleiding van de bijeenkomst(en) van de stuurgroep van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) waarin ook het Genootschap van Hoofdredacteuren, de Vereniging van Onderzoeksjournalisten (VVOJ), politie en het Openbaar Ministerie (OM) deelnemen.

Daarnaast zijn de Minister voor BVOM en ik gevraagd om in te gaan op de volgende aspecten:

  • de relevantie en mogelijkheid van een bij de politie in te richten «team bedreigde journalisten» (analoog aan het team bedreigde politici bij de eenheid Den Haag).

  • De rol van het Persvrijheidsfonds bij het tegengaan van «juridische bedreiging» van journalisten inclusief de vraag of extra middelen voor dit fonds een rol kunnen spelen bij het tegengaan van bedreiging van journalisten.

  • Specifiek aandacht te besteden aan de positie van freelance journalisten.

  • Aandacht te besteden aan het feit dat vrouwen en mensen met een migratie-achtergrond volgens het onderzoek «Een dreigend klimaat» deels andere type bedreigingen ervaren en de implicaties hiervan voor het beleid.

Tot slot is aan mij verzocht een appreciatie te doen toekomen over voorstellen voor het invoeren van anti-SLAPP-wetgeving.

Met deze brief voldoe ik, mede namens de Minister voor BVOM, aan uw verzoek.

Stuurgroep bedreigingen Nederlandse journalisten

In juni 2017 is het onderzoek «Een dreigend klimaat», dat in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) is uitgevoerd, gepubliceerd. In dat onderzoek wordt geconcludeerd dat het klimaat waarin journalisten in Nederland werken, dreigend is geworden: journalisten ervaren in verschillende vormen bedreigingen en de intensiteit ervan is toegenomen wat gevolgen heeft voor hun mentaliteit en hun manier van werken. Voor sommigen wordt zelfcensuur een bron van bescherming. Dat is een zorgelijke ontwikkeling; onafhankelijke journalistiek is essentieel om het publieke debat te voeden met informatie, duiding en opinie. Persvrijheid is onderdeel van de vrijheid van meningsuiting en in Nederland vastgelegd in de Grondwet.

Journalisten moeten in staat zijn ongehinderd en veilig hun werk te kunnen doen. Agressie, geweld en bedreigingen tegen journalisten is onacceptabel en is – zoals bekend – strafbaar. Het is van belang dat er altijd aangifte wordt gedaan, zodat politie en OM deze aangiften in behandeling kunnen nemen en daders kunnen worden opgespoord en vervolgd.

In het onderzoeksrapport wordt terecht opgemerkt dat voor journalisten geen vergelijkbare bescherming bestaat zoals in de aanpak van het programma Veilige Publieke Taak, waaronder de Eenduidige Landelijke Afspraken (ELA) 1. Een dergelijke aanpak is lastig te realiseren gezien de aard van de beroepsgroep en alle ontwikkelingen in het medialandschap (zie verderop). Tijdens het mondelinge vragenuur op 27 juni 20172, bij de beantwoording van de Kamervragen in december 20173 en tijdens de rondetafelbijeenkomst over bescherming journalisten, is dit reeds uitgebreid aan de orde geweest. Dat betekent zeker niet dat geen extra aandacht is voor de bescherming van journalisten, integendeel. Met de inrichting van de stuurgroep door de NVJ, zoals geadviseerd in het onderzoeksrapport, krijgt deze beroepsgroep extra aandacht, binnen de beroepsgroep maar ook specifiek van opsporing- en vervolgingsinstanties die hierbij zijn aangesloten. In deze stuurgroep wordt namelijk met betrokken partners gesproken over de ervaren knelpunten in de praktijk en over de verbeter- voorstellen zoals in het onderzoek worden gedaan om de geconstateerde problematiek effectiever aan te pakken.

Via de politie en het OM heb ik vernomen dat de stuurgroep een paar keer bij elkaar gekomen is en dit tot het goede gesprek en tot een aantal concrete afspraken heeft geleid. Er is gesproken over de diversiteit van de beroepsgroep en over de discrepantie tussen de beleving van het aantal incidenten en de feitelijkheid van een beperkt aantal aangiften. Ook is gesproken over een gedeelde norm. Verder is de rol van de NVJ en werkgever/ hoofdredactie aan de orde gekomen: de NVJ en werkgever/hoofdredacteuren zullen een actiever rol gaan vervullen bij het doen van aangifte. Er is gesproken over het aangifteproces en de vervolging en welke diensten men mag verwachten van politie en OM. Partijen hebben afgesproken dat er een app ontwikkeld zal worden voor journalisten die met geweld of dreigementen worden geconfronteerd, waarbij ze meer informatie krijgen over wat te doen en hoe te handelen, zoals nu ook gebruikt wordt door politiemedewerkers4. Verder is afgesproken dat de NVJ en het Genootschap voor hoofdredacteuren voor een breder draagvlak zullen zorgen binnen hoofdredacties en opleiding, zodat collega’s makkelijker aangesproken kunnen worden. Tot slot is afgesproken dat een iemand wordt aangesteld die, in de vorm van een project, de acties kan begeleiden en inhoudelijk informatie kan aanleveren en wellicht een rol kan vervullen als casemanager/eerste aanspreekpunt voor vragen uit het veld.

Vooralsnog is er geen aanleiding voor het instellen van een team bedreigde journalisten analoog aan het team bedreigde politici. Mocht daar wel behoefte aan ontstaan dan zal dat in de stuurgroep aan de orde komen.

Voor een toelichting op een aantal algemene ontwikkelingen ten aanzien van het beschermen van personen in het kader van het stelsel van bewaken en beveiligen en het getuigenbeschermingsprogramma, verwijs ik naar de brief van 5 juni (Kamerstuk 29 911, nr. 201) die ik uw Kamer zond naar aanleiding van het debat over de strijd tegen het liquidatiegeweld (Handelingen II 2017/18, nr. 69, item 11).

Persvrijheidsfonds

Het Persvrijheidsfonds is in 2007 opgericht door de NVJ en het Genootschap van Hoofdredacteuren en biedt ondersteuning bij juridische procedures met een principieel karakter, met als doel om de journalistieke beroepsgroep zoveel mogelijk in vrijheid haar werk te kunnen laten doen. Volgens het onderzoeksrapport zijn journalisten tevreden over de steun bij strafzaken van dit fonds. Het fonds is een onafhankelijke stichting en hecht veel waarde aan die onafhankelijkheid onder meer omdat zij zich hard maken voor zaken tegen overheidsbelemmering. Directe financiering door de overheid ligt daarom niet voor de hand. De Minister voor BVOM zal wel nader onderzoeken of het mogelijk is om financiering vrij te maken om goede randvoorwaarden te creëren om bedreigingen tegen te gaan en zal in overleg met de beroepsverenigingen onderzoeken wat die randvoorwaarden zijn; indachtig het rapport «Een dreigend klimaat».

De Nederlandse overheid ondersteunt persvrijheid op diverse andere manieren. Zo is persvrijheid vastgelegd in de Grondwet en is in de Mediawet vastgelegd dat publieke en commerciële omroepen redactionele autonomie hebben. Verder stimuleert de overheid de totstandkoming van journalistiek en innovatie in de journalistieke sector via het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek en het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. Dit Kabinet trekt bovendien structureel € 5 miljoen extra uit voor de bevordering van gespecialiseerde onderzoeksjournalistiek.

Daarnaast steunt Nederland ook verschillende internationale organisaties die de vrijheid van meningsuiting van journalisten en burgers stimuleren zoals het European Journalism Centre (EJC), dat training verzorgt voor journalisten, UNESCO ’s International Programme for the Development of Communication.

Tot slot is Nederland mede oprichter van de Freedom Online Coalition voor mensenrechten op internet.

Positie freelance journalisten

Freelancewerk is steeds vaker de norm in de journalistiek. Journalisten die als zzp’er werken hebben een grotere flexibiliteit, maar ook een grotere onzekerheid, omdat zij geen werkgever hebben om op terug te vallen. Waarborgen, zoals een oudedagvoorziening of verzekering, of in dit geval voor hun veiligheid, moeten zij zelf (al dan niet samen met andere zzp’ers) organiseren. Werken op freelance basis, met bijbehorende risico’s, is niet alleen de norm in de journalistiek, maar in de gehele culturele en creatieve sector. Dat is één van de aanleidingen geweest voor de Sociaal-Economische Raad (SER) en de Raad voor Cultuur om in 2016 een verkenning5 te doen naar, en in 2017 een advies6 uit te brengen over, de arbeidsmarktpositie in die sector. De raden riepen de sociale partners en de sector op om vooral zelf in actie te komen, waar nodig bijgestaan door de overheid. Dat heeft geresulteerd in de Arbeidsmarktagenda7, een actiegerichte agenda voor de culturele en creatieve sector, opgesteld door de sector zelf. Onderwerpen op de agenda zijn onder andere het verkleinen van het verschil in risico’s tussen werknemers en zelfstandigen en het realiseren van experimenteerruimte voor collectieve afspraken door zelfstandigen.8 De eerder genoemde stuurgroep zal in contact gebracht worden met de zogenaamde aanjagers van deze agenda om, waar mogelijk, oplossingen uit deze agenda te integreren in de aanpak van de stuurgroep.

Bedreigingen vrouwelijke journalisten en journalisten met een migratie achtergrond

In het onderzoeksrapport wordt aangegeven dat niet iedere journalist met dezelfde vormen van bedreiging te maken krijgt. Volgens het onderzoek ervaren bepaalde doelgroepen, zoals migranten en vrouwen, dat zij vaker mikpunt zijn van bedreigingen. Aan de stuurgroep zal gevraagd worden om dit aspect mee te nemen, waarbij ze geadviseerd zullen worden om gebruik te maken van de reeds beschikbare kennis over het tegen gaan van bedreigingen tegen deze doelgroepen, zoals in de factsheet over online bedreiging van expertisecentrum Atria is opgenomen.9

Anti-SLAPP wetgeving

Binnen het Ministerie van Justitie en Veiligheid zijn er geen concrete voorstellen over het invoeren van anti-Strategic Lawsuit Against Public Participation (SLAPP) wetgeving; wetgeving die de toegang tot civiele procedures, waarbij het doel is om de werkzaamheden van journalisten in het kader van nieuwsgaring te frustreren, beperkt. Of dergelijke wetgeving nuttig en nodig is, is op dit moment niet bekend omdat er geen zicht is op de aard en omvang van civiele procedures die in dit kader worden aangespannen. De Minister voor BVOM zal hier daarom eerst onderzoek naar laten doen.

Wetsvoorstel bronbescherming in strafzaken (Kamerstuk 34 032)

Volledigheidshalve wordt hier voorts nog gewezen op het op 6 februari jl. door uw Kamer met algemene stemmen aanvaarde wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot vastlegging van het recht op bronbescherming bij vrije nieuwsgaring (bronbescherming in strafzaken) (Handelingen II 2017/18, nr. 48, item 11). Dit wetsvoorstel strekt tot vastlegging van het recht op bronbescherming, waarop bepaalde personen een beroep kunnen doen bij de uitoefening van de vrijheid van meningsuiting vastgelegd in artikel 10 EVRM, zoals nader omlijnd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Aan getuigen die als journalist of publicist in het kader van nieuwsgaring beschikken over gegevens van personen die deze gegevens ter openbaarmaking hebben verstrekt, wordt door het voorstel bij de toepassing van de strafvorderlijke bevoegdheden en het afleggen van een getuigenis een verschoningsrecht toegekend. Over het wetsvoorstel heeft de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid van de Eerste Kamer op 20 april jl. een voorlopig verslag uitgebracht (Kamerstuk 34 032, B). De beantwoording daarvan, in de vorm van een memorie van antwoord, zal eerdaags aan de Eerste Kamer worden toegezonden.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Het programma Veilige Publieke Taak liep van 2007 tot en met 2016 onder coördinatie van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Onderdeel van deze aanpak betreft betrof de Eenduidige Landelijke Afspraken; opsporings- en vervolgingsafspraken opgesteld door politie en OM.

X Noot
2

Handelingen II 2016/17, nr. 92, item 3.

X Noot
3

Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 979

X Noot
5

Verkenning arbeidsmarkt culturele sector. SER en Raad voor Cultuur. (https://www.ser.nl/nl/publicaties/overige/2010–2019/2016/verkenning-arbeidsmarkt-cultuursector.aspx)

X Noot
6

Passie Gewaardeerd. SER en Raad voor Cultuur. (https://www.ser.nl/nl/publicaties/adviezen/2010–2019/2017/passie-gewaardeerd.aspx)

X Noot
7

Arbeidsmarktagenda culturele en creatieve sector 2017–2023. Kunsten ’92 e.a. (https://www.kunsten92.nl/wp-content/uploads/2017/11/Arbeidsmarktagenda-culturele-en-creatieve-sector-2017–2023.pdf)

X Noot
8

In samenhang met de uitvoering van motie met Kamerstuk 34 775 VIII, nr. 19 van de leden Ellemeet en Asscher.

Naar boven