28 676 NAVO

Nr. 353 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 februari 2021

Hierbij ontvangt u de geannoteerde agenda ten behoeve van de bijeenkomst van NAVO-ministers van Defensie op 17 en 18 februari 2021. Deze bijeenkomst vindt plaats via een videoverbinding. Er vinden twee werksessies plaats over de volgende onderwerpen: (1) afschrikking en verdediging, lastenverdeling en NAVO 2030, (2) NAVO-missies in Afghanistan en Irak. Daarnaast is er een informele sessie in aanwezigheid van EU Hoge Vertegenwoordiger Borrell en de ministers van Defensie van Finland en Zweden over trans-Atlantische veiligheid en de uitdagingen waar zowel de NAVO als de EU mee worden geconfronteerd. De bijeenkomst is een goede gelegenheid voor een eerste gedachtewisseling over deze onderwerpen met de nieuwe Amerikaanse Minister van Defensie. In het kader van de lopende discussies in de NAVO over Afghanistan, informeer ik de Kamer tevens over de voorzorgsmaatregelen die Nederland in samenwerking met Duitsland treft om de veiligheid van de aanwezige militairen te verzekeren.

Afschrikking en verdediging, lastenverdeling en NAVO 2030

Afschrikking en verdediging van het NAVO-verdragsgebied

De ministers bespreken de stand van zaken aangaande de implementatie van het concept for the deterrence and defence of the Euro-Atlantic Area (DDA). Op de agenda staat het politiek-militair advies over SACEUR’s voortgangsrapportage over de implementatie van het DDA, inclusief SACEUR’s Area-wide Strategic Plan (SASP). Het SASP is de vertaling van het concept voor afschrikking en verdediging naar een militair-strategisch plan voor de inzet van NAVO-troepen voor crisismanagement, afschrikking en collectieve verdediging. Het plan zal leiden tot een herbeschouwing van benodigde capaciteiten en dient in de zomer van 2021 gereed te zijn. Nederland onderschrijft het belang van het SASP, in het kader van responsiveness: het vermogen van het bondgenootschap om op de juiste plaats en tijd te kunnen reageren met de benodigde capaciteiten, om de gewenste effecten te kunnen bereiken.

NAVO Warfighting Capstone Concept

De ministers buigen zich over het politiek-militair advies inzake het NAVO Warfighting Capstone Concept (NWCC). Waar het DDA concept, en de praktische vertaling daarvan in het SASP, gericht is op bondgenootschappelijke afschrikking, verdediging en crisismanagement nu en in de nabije toekomst, kijkt het NWCC 20 jaar vooruit. Vanuit die vooruitblik geeft het richting aan de lange termijn ontwikkeling van het militaire machtsinstrument van de NAVO. Het concept is ook van belang voor het NAVO defensieplanningsproces (NDPP), aangezien toekomstige capaciteitsbehoeften tijdig ingebracht moeten worden hierin. De Defensievisie 2035 is in lijn met de lange termijn visie van de NAVO, bijvoorbeeld op het gebied van innovatie, digitalisering en het belang van een goede informatievoorziening.

NATO Readiness Initiative

Tijdens de bijeenkomst wordt het politiek-militair advies over het jaarlijkse voortgangsrapport van het NAVO Readiness Initiative (NRI) vastgesteld. Het NRI levert een bijdrage aan de verbetering van de militaire gereedheid van de bondgenoten. Er wordt toegewerkt naar NAVO-eenheden die binnen dertig of minder dagen inzetbaar zijn. Het NRI speelt een belangrijke rol bij geloofwaardige afschrikking en collectieve verdediging van het NAVO-verdragsgebied. De kritische tekortkomingen in de uitvoering van het NRI worden onder de aandacht gebracht. De SG NAVO zal een beroep doen op de bondgenoten om deze tekorten te vullen en verzoekt om inzicht te geven in de voortgang bij het verbeteren van de gereedheid van de aangeboden eenheden.

Lucht- en raketverdediging

In het kader van afschrikking en verdediging worden de ministers gevraagd om de herziening van het Integrated Air and Missile Defence (IAMD) Standing Defence Plan goed te keuren. De ontwikkelingen in de veiligheidssituatie in de afgelopen jaren vragen om een NAVO-brede 360-gradenbenadering voor lucht- en raketverdediging en een grotere nadruk op de mogelijkheid voor een snelle transitie naar een crisissituatie. Bij de bijeenkomst wordt mogelijk ook ingegaan op de toekomst van het Air Command and Control System (ACCS) en eventuele alternatieve benaderingen. ACCS is een NAVO-breed ICT-programma voor de operationele aansturing van geïntegreerde lucht- en raketverdediging. Meerdere bondgenoten, waaronder Nederland, vragen zich af of ACCS voldoende gericht is op toekomstige Air Command and Control (AirC2) behoeften en pleiten daarom voor een herziene AirC2 toekomstvisie.

Lastenverdeling

De ministers spreken over de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van de in 2014 in Wales gemaakte bondgenootschappelijke afspraken over de defensie-uitgaven. De SG NAVO presenteert een rapport gebaseerd op de updates over de nationale plannen die eind 2020 door de bondgenoten zijn ingediend. Tijdens de NAVO-Top in Brussel (2018) is afgesproken dat de bondgenoten jaarlijks inzichtelijk maken hoe ze in de jaren tot aan 2024 de defensie-uitgaven in de richting van de NAVO-norm van 2% van het bruto binnenlands product (bbp) bewegen. Nederland heeft zijn actualisering van de nationale defensie-uitgaven eind 2020 aan de SG NAVO aangeboden. De actualisering is ter informatie aan uw Kamer aangeboden (Kamerstuk 28 676, nr. 350). Daarin heb ik aangegeven dat het gat tussen het gemiddelde van de Europese bondgenoten (1,8% van het bbp) en de Nederlandse defensie-uitgaven (1,48% van het bbp) in 2020 verder is gegroeid.

NAVO 2030

Op 25 november 2020 overhandigde de NAVO-Reflectiegroep een rapport aan de SG NAVO, in het kader van het Forward Looking Reflection Process (of: NAVO 2030). De ministers gaan in discussie over de aspecten van het rapport die betrekking hebben op defensie. Gespreksonderwerpen zijn bijvoorbeeld de rol en impact van nieuwe en ontwrichtende technologieën, een grotere Europese verantwoordelijkheid op defensiegebied, die bijdraagt aan de versterking van de NAVO, en het voorstel tot het actualiseren van het NAVO Strategisch Concept. Met een geactualiseerd Strategisch Concept kan de NAVO beter anticiperen op nieuwe en hybride dreigingen en de actuele uitdagingen voor de veiligheid van het NAVO-verdragsgebied. De SG NAVO zal op basis van het rapport, de besprekingen met bondgenoten en een uitgebreid consultatieproces met andere belanghebbenden, aanbevelingen doen aan NAVO staatshoofden en regeringsleiders ten behoeve van hun bijeenkomst in de loop van 2021. Nederland ziet het rapport als een belangrijke bijdrage aan de discussie over aanpassing van het Strategisch Concept en hecht aan een helder tijdspad voor discussie.

Missies en operaties

Tijdens de tweede werksessie gaan de ministers in op de lopende NAVO-missies en operaties, met bijzondere aandacht voor Afghanistan en de toekomst van de missie in Irak. De SG zal voorts aandacht vragen voor de vulling van NAVO-activiteiten, -missies en -operaties, met name de vulling van maritieme capaciteiten en de bijdragen aan de NAVO Response Force, en het NAVO Readiness Initiative. Nederland stelt transparantie over de (on)mogelijkheden om te voldoen aan wat de NAVO graag aan Nederlandse bijdrage ziet, voorop.

Afghanistan

De ministers bespreken de militaire aanwezigheid van de NAVO in Afghanistan na 1 mei 2021. In het akkoord dat de VS en de Taliban sloten, is een voorwaardelijke terugtrekking van alle Amerikaanse en buitenlandse troepen per mei 2021 opgenomen. Eén van de voorwaarden waar aan is voldaan, weliswaar zes maanden later dan in het akkoord afgesproken, is de start van de Afghanistan Peace Negotiations. Deze vredesonderhandelingen tussen de Taliban en de Afghaanse regering verlopen vooralsnog traag. Toch biedt een politiek akkoord tussen de partijen nog altijd de beste kans op een toekomstig stabiel Afghanistan. Tegelijkertijd verslechtert de veiligheidssituatie in het land en is het geweldsniveau van de Taliban zorgelijk hoog. Wat het Afghanistan-beleid van de regering Biden zal zijn, is nog niet duidelijk, maar zal van invloed zijn op de uiteindelijk NAVO-koers, wegens de essentiële rol die Amerikaanse capaciteiten hebben bij de instandhouding van de Resolute Support-missie.

In deze context moet de NAVO anticiperen op diverse scenario’s waarin de dreiging van Taliban-aanvallen op coalitietroepen mogelijk toeneemt. Met het oog hierop stelt Nederland op verzoek van Duitsland, militaire capaciteit gereed voor een gezamenlijke inspanning op het gebied van force protection in Train, Advise & Assist Command-North (TAAC-N). De militairen gaan in het geval van inzet dezelfde beveiligingstaken uitvoeren als de reeds aanwezige Nederlandse force protection-capaciteit. De taken vallen binnen het bestaande mandaat voor de Nederlandse bijdrage aan Resolute Support dat doorloopt tot eind 2021. Deze eenheid kan worden ingezet in het geval de veiligheidssituatie zodanig verslechtert dat de al aanwezige force protection de veiligheid van de eigen troepen en de NAVO-bondgenoten in TAAC-N niet meer kan garanderen. De Nederlandse capaciteit die met deze gereedstelling in Nederland gepaard gaat, bedraagt ongeveer 80 militairen. Eventuele inzet zou derhalve een ophoging van het totaal aantal militairen binnen het bestaande mandaat betreffen. Als het kabinet tot inzet van deze eenheid besluit, zal deze binnen twee tot drie weken inzetbaar in Afghanistan moeten kunnen zijn. Uw Kamer wordt in dat geval conform het Toetsingskader met een aanvullende Artikel 100-brief geïnformeerd. Met de gereedstelling onderschrijft Nederland het strategische partnerschap met Duitsland binnen Resolute Support en het uitgangspunt in together, adjust together, out together. Zoals eerder aan uw Kamer is gemeld, hecht Nederland aan het behoud van de behaalde resultaten van de afgelopen jaren (Kamerstuk 27 925, nr. 756, Kamerstuk 28 676, nr. 349 en Kamerstukken 29 521 en 27 925, nr. 407). Een militaire terugtrekking zou daar niet ten koste van moeten gaan. Voortgang op het vredesproces is volgens Nederland daarom een belangrijke overweging. Nederland zal deze boodschap tijdens de bijeenkomst van NAVO-ministers van Defensie uitdragen en blijft benadrukken dat besluiten over de aanwezigheid van de NAVO in Afghanistan gezamenlijk moeten worden genomen.

Irak

Op 6 november jl. bent u in het verslag van de bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Defensie op 22 en 23 oktober jl. (Kamerstuk 28 676, nr. 348) geïnformeerd over de aanpassing van de NAVO-missie Irak (NMI). De NAVO-missie gaat zich op verzoek van Irak in de nabije toekomst richten op advisering en training van een breder scala aan Iraakse veiligheidsinstituties dan enkel het Iraakse Ministerie van Defensie. NMI zal zich daarbij in brede zin gaan richten op het versterken van deze instituties, om zo een verdere stabilisatie te bewerkstelligen en de terroristische dreiging nog effectiever te bestrijden.

In oktober 2020 stemden de ministers er reeds mee in dat het operatieplan van NMI zou worden herzien. Zoals verwacht ligt het herziene operatieplan nu ter besluitvorming voor. Dit operatieplan geeft inzicht in welke aanvullende militaire en civiele capaciteiten er precies nodig zijn voor de toekomstige NMI. Het plan voorziet op korte termijn (waarschijnlijk eerste helft van 2021) in een groei van ongeveer 500 naar ongeveer 1.000 personen (militair en civiel), waarbij NMI voor wat betreft force protection en zogenaamde enabling-capaciteiten (bijvoorbeeld logistieke en medische ondersteuning) grotendeels afhankelijk blijft van Operation Inherent Resolve (OIR) van de anti-ISIS coalitie. Daarnaast anticipeert het operatieplan op een zelfstandig opererend NMI op de middellange termijn (waarschijnlijk tweede helft van 2021). De huidige inschatting is dat de missie daarvoor stapsgewijs zal uitbreiden naar ongeveer 4.100 personen (militair en civiel), aangezien de NAVO uiteindelijk zelf alle force protection en enabling-capaciteiten zal leveren. Of en zo ja per wanneer dit scenario van kracht wordt, is echter afhankelijk van de wensen van de Iraakse autoriteiten en van ontwikkelingen binnen OIR, dat zich in de laatste fase van het militaire campagneplan in de strijd tegen ISIS bevindt1.

Het kabinet heeft op dit moment een politiek mandaat om tot eind 2021 ongeveer 20 personen aan de NAVO-missie bij te dragen. Nadat het nieuwe operatieplan definitief is vastgesteld, zal het kabinet vervolgens wegen hoe Nederland ook in de toekomst een bijdrage aan NMI kan blijven leveren. Het belang van een stabiel Irak, dat zelf in staat is om terroristische dreigingen het hoofd te bieden, is immers onverminderd groot.

Trans-Atlantische veiligheid

Tijdens de derde, informele sessie spreken bondgenoten met de EU Hoge Vertegenwoordiger Borrell en de ministers van Defensie van Finland en Zweden over gezamenlijke uitdagingen voor de trans-Atlantische veiligheid. Het streven van het kabinet, zoals ook vermeld in de Defensievisie 2035, is dat Europa, dus ook de EU, op militair vlak verantwoordelijkheid neemt, op een manier die ook de NAVO versterkt. Nederland vindt het tevens belangrijk dat de EU en de NAVO afspraken maken om beter samen te werken, bijvoorbeeld op onderwerpen als militaire mobiliteit, het vergroten van de weerbaarheid van kritieke infrastructuur, de veiligheid rondom de Europese grenzen, en het tegengaan van terrorisme en cyber- en hybride dreigingen. Tijdens deze sessie wordt ook ingegaan op de uitdagingen en kansen op het gebied van Emerging and Disruptive Technologies (EDT) en de toepassing van EDT bij defensie- en veiligheidsvraagstukken. Nederland hecht belang aan aandacht voor de juridisch-ethische aspecten van de ontwikkeling en toepassing van EDT.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten


X Noot
1

. Zie ook Kamerstuk 27 925, nr. 755.

Naar boven