Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2019
Op 12 november jl. heeft uw Kamer een motie aangenomen van de leden Belhaj (D66),
Voordewind (CU), Bosman (VVD), Van Helvert (CDA), Diks (GL) en Karabulut (SP) over
het beschermingsbeleid voor tolken uit Afghanistan.1 Mede namens de Minister van Defensie en de Minister van Buitenlandse Zaken reageer
ik hiermee op die motie.
In de motie verzoekt de Kamer de regering, het beschermingsbeleid voor tolken in lijn
te brengen met de EASO Country Guidance over Afghanistan en hen als systematisch vervolgde
groep aan te merken, en wanneer Defensie bij toekomstige militaire missies tolken
behoeft, de voorkeur te geven aan het werken met tolken die een contract hebben met
de Nederlandse Staat en daarin vast te leggen dat zij bescherming verdienen wanneer
zij in direct en persoonlijk gevaar komen.
Naar aanleiding van het algemene ambtsbericht dat het Ministerie van Buitenlandse
Zaken in maart 2019 over de veiligheidssituatie in Afghanistan uitbracht heeft uw
Kamer op 1 juli jl.2 een brief ontvangen over aanpassingen in het landgebonden asielbeleid voor Afghanistan.
Uit het ambtsbericht blijkt dat burgers die geassocieerd worden met – of die beschouwd
worden als ondersteunend aan – de Afghaanse regering, pro-regering gewapende groepen,
het Afghaanse maatschappelijk middenveld en de internationale gemeenschap in Afghanistan,
waaronder internationale strijdkrachten, extra risico lopen op gericht geweld van
met name de Taliban en ISKP. Dit is reden geweest om deze groep aan te merken als
risicogroep. Een persoon die tot deze risicogroep behoort, kan indien er sprake is
van geloofwaardige en individualiseerbare verklaringen, met geringe indicaties aannemelijk
maken dat zijn problemen die verband houden met één van de vervolgingsgronden leiden
tot een gegronde vrees voor vervolging. De update van de EASO Country Guidance over
Afghanistan gaf geen aanleiding het risicogroepenbeleid aan te passen.
Het overgrote deel van uw Kamer verzoekt de regering om het beleid ten aanzien van
tolken uit Afghanistan aan te passen. Het kabinet heeft besloten om conform de motie,
systematische vervolging aan te nemen voor tolken die hebben gewerkt voor internationale
militaire missies in Afghanistan. Dat betekent dat personen die tot deze categorie
behoren voor bescherming in Nederland in aanmerking komen, tenzij het asielverzoek
kan worden afgewezen bijvoorbeeld omdat er verboden gedragingen zijn gepleegd als
bedoeld in artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag, een andere lidstaat verantwoordelijk
is op grond van de Dublinverordening of er sprake is van een veilig derde land. Daarnaast
wordt het verzoek overgenomen dat in de motie is gedaan met betrekking tot tolken
die voor toekomstige Nederlandse militaire missies in Afghanistan zullen werken. In
het contract zal worden opgenomen dat zij bescherming verdienen wanneer zij in direct
en persoonlijk gevaar komen.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol