26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 597 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2017

Met mijn brief van 2 september 20141 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het besluit om de ontwikkeling van het Multi-regelingen-systeem bij de Sociale Verzekeringsbank te stoppen. Tussen de SVB en de implementatiepartner Capgemini zijn geschillen ontstaan over de door Capgemini geleverde kwaliteit en de afwikkeling van de beëindiging van de ontwikkeling van het Multi-regelingen-systeem. Op 2 april 20152 heb ik uw Kamer laten weten dat partijen zijn overeengekomen door arbitrage tot een onafhankelijke beslechting te komen van deze geschillen. Met voorliggende brief informeer ik uw Kamer over de uitspraak van het scheidsgerecht, waarbij ik eerst kort zal ingaan op de voorgeschiedenis.

Ik benadruk nogmaals dat het stoppen van de ICT-ontwikkeling geen invloed heeft gehad op de kwaliteit van de dienstverlening door de SVB.

In 2013 en 2014 heb ik uw Kamer uitvoerig geïnformeerd over de ontwikkelingen rond het Veranderprogramma SVB Tien van de SVB.3 Dit veranderprogramma startte in 2006 en bestond uit organisatorische veranderingen en een ICT-opgave. Het eerste onderdeel van SVB Tien, dat gericht was op organisatieontwikkeling, is succesvol afgerond. Zo zijn de medewerkers van de SVB binnen het programma zodanig opgeleid dat zij de klant integraal (over meerdere regelingen) kunnen informeren. Het tweede onderdeel, en sluitstuk van het Veranderprogramma, betrof het zogenoemde Multi-regelingen-systeem, een ICT-systeem waarin de regelingen van de SVB op het SV-terrein (AOW, AKW etc.) in samenhang uitgevoerd zouden kunnen worden.

Ik heb diverse malen richting uw Kamer mijn zorgen geuit over de voortgang van het ICT-deel. In april 2014 heb ik uw Kamer op de hoogte gebracht van mijn verzoek aan de Auditdienst Rijk om een oordeel te geven over het voorgenomen besluit van de SVB om het beheer en de ontwikkeling van het Multi-regelingen-systeem van Capgemini over te nemen. De Auditdienst Rijk concludeerde dat er een nader onderzoek nodig was, en conform het advies heb ik twee externe deskundigen gevraagd de staat van het Multi-regelingen-systeem te onderzoeken. In deze periode heeft de SVB met betrekking tot de verdere ontwikkeling een pas op de plaats gemaakt. De tussenrapportage van de externe deskundigen, waarbij de situatie rond het Multi-regelingen-systeem als «zeer problematisch» werd geduid, en ongewijzigd doorgaan dringend werd ontraden, gaf voldoende aanleiding om te stoppen met de verdere ontwikkeling van het Multi-regelingen-systeem. Bij mijn brief van 2 september 2014, waarin ik vragen van uw Kamer over SVB Tien heb beantwoord4, treft u een uitgebreid feitenrelaas over de stappen die zijn genomen sinds de start van SVB Tien tot aan het besluit om de ontwikkeling van het ICT-traject te stoppen. Ik heb hierbij ook de kosten en baten van SVB Tien inzichtelijk gemaakt. In bijlage 1 van mijn brief van 17 december 20145 zijn de kosten van SVB Tien schematisch weergegeven.

Het besluit om te stoppen met de ontwikkeling van het Multi-regelingen-systeem betekende dat de contractuele relatie met de implementatiepartner Capgemini werd afgebouwd. De SVB en Capgemini hebben in onderling overleg getracht tot afwikkeling van de overeenkomsten te komen. Omdat SVB en Capgemini hierover geen overeenstemming konden bereiken, hebben zij besloten om de bestaande geschillen te onderwerpen aan arbitrage bij het Nederlands Arbitrage Instituut. Arbitrage is een juridische wijze om een geschil te beslechten met een bindend arbitraal vonnis. Een voordeel is dat materiedeskundigen worden ingezet. De arbiters van het scheidsgerecht in de zaak tussen de SVB en Capgemini hebben IT-expertise.

De SVB heeft mij laten weten dat het scheidsgerecht 6 oktober jl. om 18:03 uur arbitraal vonnis heeft gewezen in deze procedure. Zoals ik heb toegezegd, informeer ik uw Kamer hierbij over de uitspraak. Het scheidsgerecht oordeelt het volgende:

RECHTDOENDE OP BASIS VAN DE REGELEN DES RECHTS

  • 1) Verklaart voor recht dat de SVB bij brief van 2 april 2015 de Mantelovereenkomst en alle op basis daarvan gesloten Nadere Overeenkomsten partieel buitengerechtelijk heeft ontbonden, dat wil zeggen met uitzondering van de Nadere Overeenkomst(en) die betrekking hebben op Stap 1 en 2 en van de (desbetreffende) onderdelen van de overeenkomsten die ten grondslag liggen aan de facturen tot betaling waarvan zij in reconventie wordt veroordeeld.

  • 2) Veroordeelt Capgemini tot betaling aan de SVB van de volgende bedragen:

    • i. € 15.167.824,31 [zegge: vijftienmiljoen honderdzevenenzestigduizend achthonderdvierentwintig euro en eenendertig cent],exclusief BTW, ter zake van BR 2 Stage 2 t/m Wave 4;

    • ii. € 5.085.074,46 [zegge: vijfmiljoen vijfentachtigduizend vierenzeventig euro en zesenveertig cent], exclusief BTW, ter zake van BR 2 Stage 3; en

    • iii. € 2.500.000 (zegge: tweeëneenhalf miljoen euro) ter zake van vergoeding van schade.

  • 3) Veroordeelt Capgemini tot betaling aan de SVB van de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de onder 2) genoemde bedragen te rekenen vanaf 2 april 2015 tot het moment van algehele voldoening.

  • 4) Veroordeelt de SVB tot betaling aan Capgemini van de volgende bedragen:

    • i. € 1.171.917,13 [zegge: eenmiljoen honderdeenenzeventigduizend negenhonderdzeventien euro en dertien cent], inclusief BTW, ter zake van de facturen genoemd in Productie 090 van Capgemini in de rubriek «de SVB10 Ondersteuning «BR2 Pas op de plaats»«; en van

    • ii. € 280.069,49 [zegge: tweehonderdtachtigduizend negenenzestig euro en 49 cent], inclusief BTW, ter zake van de facturen genoemd in Productie 090 van Capgemini in de rubriek «Invoices Additional projects at SVB not yet paid».

  • 5) Veroordeelt de SVB tot betaling aan Capgemini van de wettelijke rente ex artikel 6:119a BW over de onder 4) genoemde bedragen te rekenen vanaf 30 dagen na de factuurdata («lnv.date») genoemd in Productie 090 van Capgemini tot het moment van algehele voldoening.

  • 6) Veroordeelt Capgemini in 80 procent en de SVB in 20 procent van de kosten van deze arbitrage tot en met het wijzen van dit vonnis vastgesteld op € 723.986,43 voor het honorarium en de verschotten van arbiters en € 60.500 voor de administratiekosten van het Nederlands Arbitrage lnstituut, derhalve tezamen € 784.486,43;

  • 7) Verstaat dat deze kosten met het door de SVB bij het Nederlands Arbitrage lnstituut gestorte depot ad € 448.000 en betaalde administratiekosten ad € 30.250 en het door Capgemini bij het Nederlands Arbitrage lnstituut gestorte depot ad € 350.000 en betaalde administratiekosten ad € 30.250 zullen worden verrekend;

  • 8) Veroordeelt Capgemini om uit hoofde van deze kostenveroordeling binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis te betalen aan de SVB € 247.339,14;

  • 9) Verwerpt al hetgeen overigens door partijen is aangevoerd en wijst af hetgeen meer of overigens is gevorderd.

  • 10) Verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Wij zullen het arbitraal vonnis goed bestuderen. Capgemini overweegt om tegen het arbitraal vonnis in hoger beroep te gaan. Ik informeer uw Kamer over het vervolg.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma


X Noot
1

Kamerstuk 26 448, nr. 524

X Noot
2

Kamerstuk 26 448, nr. 533

X Noot
3

Kamerstuk 26 448, nrs. 507, 510 en 514

X Noot
4

Kamerstuk 26 448, nr. 523

X Noot
5

Kamerstuk 26 448, nr. 528

Naar boven