26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 510 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 april 2014

Tijdens het Algemeen Overleg Suwi-onderwerpen van 20 maart jongstleden hebben wij toegezegd u over een aantal zaken op korte termijn nader te zullen informeren. Met bijgaande brief zullen wij achtereenvolgens ingaan op vragen omtrent de Bureaus Belgische en Duitse zaken, SVB10, social return en behandeling bezwaar en beroep bij het UWV. U ontvangt separaat nog een reactie op uw vraag omtrent huwelijksdwang.

Bureaus Belgische/Duitse zaken en informatievoorziening aan grensarbeiders

Zoals tijdens het AO en in eerdere brieven over deze kwestie reeds benadrukt, hechten wij er zeer aan om een beslissing over de toekomstige informatievoorziening aan grensarbeiders zorgvuldig en met medewegen van alle informatie te kunnen maken. Toegezegd is om u hierover voor 1 mei te zullen informeren. Met de presentatie van de onderzoeken naar mogelijke financiering met bijdragen van stakeholders en Europa op 20 en 27 maart jongstleden, zijn de elementen voor deze afweging beschikbaar.

De metingen van het gebruik van de elektronische dienstverlening laten een stabiele stijging zien van het percentage digitaal afgehandelde vragen ten opzichte van 2012. Sinds de introductie van de verbeterde website in mei 2013 vindt ruim 92 procent van de informatieverzoeken digitaal plaats.

In de afgelopen periode is tevens een beweging zichtbaar geworden waarin belanghebbenden in de regio hun betrokkenheid in de praktijk hebben gebracht. Op meerdere plaatsen zijn (eu)regionale loketten opgericht voor persoonlijke, face to face dienstverlening aan grensarbeiders. Dat is naar onze mening ook waar die ondersteuning het meest tot zijn recht komt, in de arbeidsmarktregio zelf, dicht bij de burger en betrokken partijen.

De conclusies van de onderzoeken naar financiering sluiten hierbij aan. Daarin wordt een structuur voorgesteld met regionale front office loketten voor face to face individuele dienstverlening (door stakeholders als gemeenten, provincies en Euregio gefinancierd) en een centrale back office met specialistische vakinhoudelijke expertise. Voor deze nieuwe rol worden de Bureaus Belgische en Duitse zaken als beoogde uitvoerder gezien, met financiering door stakeholders, Europese bijdragen of rijksbijdragen.

Het voorgaande geeft ons aanleiding tot de volgende constateringen. De Bureaus Belgische en Duitse zaken kunnen een back office worden waarmee de huidige vorm van face to face dienstverlening met rijksfinanciering kan worden beëindigd. De beleidsmatige en financiële effecten van dit onderdeel van de taakstelling zijn daarmee behaald.

Tegelijkertijd constateren wij dat de voorgestelde centrale back office, met expertise voor complexe vragen die niet door de regionale front offices kunnen worden afgehandeld, voorziet in een duidelijke en breed gedragen behoefte. Daarnaast is er behoefte bij de regionale experts van de loketten aan een kennisfunctie door de nationale overheid over nationale en Europese regelgeving.

Tot slot kan worden vastgesteld dat Europese financiering voor een dergelijke structuur mogelijk is, met als kanttekeningen daarbij dat dit tijdelijke financiering betreft en dat pas in januari 2015 duidelijkheid zal zijn over eventuele Europese (Interreg) bijdragen.

Wij hechten met u aan een goede informatievoorziening voor grensarbeiders. Een goed functionerende grensoverschrijdende arbeidsmarkt is in ons aller belang. Wij zullen er daarom voor zorg dragen dat uitvoering van een back office door de SVB via de Bureaus tot eind 2018 mogelijk is. Dit valt samen met de periode waarin mogelijk Europese financiering beschikbaar is. Daarna zal moeten worden beoordeeld of de noodzaak voor een back office voor complexe vragen zich nog in dezelfde mate voordoet.

In overleg met de SVB is het hiervoor benodigde budget bepaald op € 700.000 per jaar. Daarmee wordt voorzien in kennismanagement vanuit en naar de regionale front offices toe en het ondersteunen bij complexe vraagstukken. Indien vanuit partijen behoefte is aan aanvullende werkzaamheden, zoals individuele dienstverlening op regionale spreekuren, dienen deze voor rekening van die partijen te worden uitgevoerd.

Dit laat overigens onverlet dat onverminderd zal worden ingezet op de mogelijkheid om uit Europese of overige bronnen bij te laten dragen aan de financiering van de nieuwe structuur van de informatievoorziening voor grensarbeiders. De verwerking van ons besluit zal plaatsvinden in de SZW begroting over 2015.

SVB10

Tijdens het AO SUWI kwam ook de voortgang van het Veranderprogramma SVB Tien ter sprake. Sluitstuk hiervan is de introductie van een nieuw IT-systeem: het Multi-Regelingen-Systeem (MRS). Het systeem heeft vertraging opgelopen bij de implementatie, waarover uw Kamer in juli en december 2013 is geïnformeerd. De Staatssecretaris heeft toegezegd uw Kamer in mei 2014 wederom te informeren over de voortgang van SVB Tien.

De Inspectie SZW, die toezicht houdt op het Veranderprogramma, brengt ons met regelmaat op de hoogte van de voortgang en heeft ons afgelopen week een toezichtsignaal gegeven. Hierin concludeert de Inspectie dat aangezien de vernieuwing van de IT-omgeving van de SVB een moeizaam en risicovol traject is, het raadzaam is om onderzoek te doen naar de integraliteit en volledigheid van de door de SVB uitgevoerde analyse voor de verdere aanpak. Ook is het goed dat de SVB meer inzicht verschaft in de beheersmaatregelen op programmaniveau en de reguliere bedrijfsvoering in relatie tot het absorptievermogen van de SVB en de doorlooptijd, alsmede de risico’s die gepaard gaan met de datamigratie. Voorts vindt de Inspectie het van belang dat de SVB de informatievoorziening richting het departement en de Inspectie verbetert.

Naar aanleiding hiervan heeft de Staatssecretaris de Auditdienst Rijk gevraagd een oordeel te geven over de door de SVB voorgenomen vervolgstappen. De Auditdienst Rijk is gevraagd om binnen vijf weken te reageren.

SVB introduceert het MRS alleen als er voldoende zekerheid is verkregen dat de continuïteit van de dienstverlening aan klanten is gewaarborgd. De SVB zal geen nieuw systeem voor haar primaire proces implementeren als dat onvoldoende zekerheid geeft aan deze continuïteit.

Uw Kamer zal in mei bij de aanbieding van de jaarstukken van de SVB tevens worden geïnformeerd over de resultaten van de audit.

Social return

U heeft de vraag gesteld of het UWV ontslagvergunningen verstrekt wanneer werkgevers als gevolg van social return-beleid werknemers willen ontslaan, om zodoende ruimte te maken voor social return-plaatsen. UWV toetst bij ontslag wegens bedrijfseconomische reden altijd op het verval van arbeidsplaatsen. Indien de werkgever voornemens is om (een deel van) het bestaande werk door andere werknemers te laten vervullen, is er geen sprake van verval van arbeidsplaatsen. Derhalve zou er in een dergelijke situatie op basis van het beleid van het UWV geen ontslagvergunning worden verstrekt.

Behandeling bezwaar en beroep bij het UWV

Tot slot heeft u gevraagd of het UWV medewerkers die een besluit nemen tevens het bezwaar of beroep op dit besluit laat behandelen. In het reglement behandeling bezwaarschriften UWV 2009 is in artikel 24 lid 2 vastgelegd dat een andere medewerker dan degene die het primaire besluit heeft genomen op het bezwaar beslist. Het UWV heeft dit ook geïmplementeerd. Derhalve behandelt de persoon die het besluit heeft genomen of daarbij betrokken is geweest niet het bezwaarschrift.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven