26 448 Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)

Nr. 539 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2015

Met het oog op het Algemeen overleg SUWI van 8 oktober aanstaande reageer ik hierbij op het verzoek van uw Kamer (Handelingen II 2014/15, nr. 107, item 5) om in te gaan op de Zembla uitzending die op 2 september 2015 aandacht besteedde aan het Multi-regelingen-syteem (MRS) van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De uitzending had aandacht voor de kosten van het MRS, de inhuur van externen en de cultuur bij de SVB. Daarnaast beantwoord ik de vragen over het terugvorderen van geld van leverancier Capgemini en of er sprake is van verstrekking van uitkeringen door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) in plaats van door de SVB.

Kosten MRS en afwikkeling met Capgemini

In september 2014 is de ontwikkeling van het MRS beëindigd. Met mijn brieven van 2 september 2014 (Kamerstuk 26 448, nrs. 523 en 524) en 17 december 2014 (Kamerstuk 26 448, nr. 528) heb ik u over de kosten van de ontwikkeling van het MRS geïnformeerd. Het destijds gepresenteerde en vastgestelde kostenoverzicht voeg ik bij (bijlage 1). De totale baten van het Veranderprogramma SVB Tien bedroegen cumulatief € 158 mln. en de totale kosten, inclusief ICT deel, € 121,8 mln.

De SVB is niet tevreden over de door Capgemini geleverde kwaliteit en voert een arbitrageprocedure om betaalde kosten terug te krijgen. Hierover informeerde ik u op 2 april 2015 (Kamerstuk 26 448, nr. 533). Zolang deze arbitrageprocedure tussen Capgemini en de SVB loopt, zal ik hier geen inhoudelijke uitspraken over doen. Ik informeer u zodra zich een nieuwe fase aandient. In het Algemeen overleg SUWI van 8 april 2015 (Kamerstuk 26 448, nr. 535) heb ik reeds aangegeven de uitspraak in deze arbitragezaak openbaar te maken door deze aan u te verstrekken.

Inhuur externen

In de uitzending van Zembla is belangenverstrengeling gesuggereerd tussen extern ingehuurden en de leverancier. De SVB geeft aan in de governance structuur en in het contract met de externen afspraken opgenomen te hebben om de onafhankelijkheid te borgen.

De SVB heeft mij aangegeven forensisch onderzoekers hiernaar te laten kijken om elke onzekerheid uit te sluiten. Zij besteden aandacht aan de geldstromen tussen Capgemini, de betreffende externen en de externen onderling. Ik informeer u als ik het resultaat van het onderzoek van de SVB heb ontvangen.

Cultuur bij SVB

Op 26 mei 2014 (Kamerstuk 26 448, nr. 514) verstrekte ik u het rapport van de Auditdienst Rijk (ADR) die in mijn opdracht onderzoek heeft gedaan naar de vervolgstappen van het MRS. Eén van de conclusies van de ADR was dat de mogelijkheden moeten worden verkend om het kritisch vermogen binnen de SVB, in de context van MRS, te versterken. De ADR geeft aan dat «na jaren bezig te zijn geweest met de ontwikkeling en realisatie van MRS de kans op tunnelvisie aanwezig is».

Vervolgens informeerde ik u op 2 september 2014 (Kamerstuk 26 448, nr. 524) over de tussen-rapportage van de ingeschakelde externe deskundigen, de heer Hakkenberg en mevrouw Sneller, die in hun onderzoeksopdracht onder andere aandacht besteedden aan twee kwalificaties, te weten «verstikkende governance» en «een gebrek aan kritisch vermogen» binnen de SVB. Zij constateerden: «dat tijdens dit project (MRS) wel permanent sprake is geweest van een kritische houding binnen de SVB. De vele onderzoeken en contra-expertises getuigen hier ook van. Door sommige geïnterviewden is zelfs gesteld dat er te veel ruimte wordt geboden aan het heroverwegen en opnieuw ter discussie stellen van eenmaal genomen besluiten. Daar staat tegenover dat bij velen binnen de SVB ook sprake is geweest van (veel) optimisme over een goede afloop.» De externe deskundigen bevelen een duidelijk trapsgewijs besluitvormingsproces aan, waarbij op elk niveau voldoende kritisch vermogen wordt georganiseerd en de Raad van Bestuur verantwoordelijk is voor de bestuurlijke besluitvorming. De SVB besteedt in het lopende cultuurtraject aandacht aan dit type besluitvorming en kritisch vermogen.

Na overleg met mij heeft de Raad van Bestuur van de SVB aangegeven dat dit jaar opnieuw het (reguliere) tweejaarlijkse z.g. High Performance Organisation (HPO) onderzoek uitgevoerd wordt. Het HPO-onderzoek is een instrument van de Rijksbrede Benchmarkgroep waarin een meting wordt uitgevoerd onder de medewerkers van de SVB naar de cultuur, het leiderschap en de prestaties van de organisatie. De resultaten van deze meting worden aansluitend in rondetafelsessies ter verdieping met medewerkers van de SVB besproken. Daarnaast wordt een aantal verdiepende, vertrouwelijke en individuele interviews met medewerkers van de SVB afgenomen op het gebied van organisatiecultuur. Dit geheel mondt uit in een advies aan de Raad van Bestuur van de SVB. Dit HPO-onderzoek wordt begeleid door de voorzitter van de Raad van Bestuur van het CIZ. Ik heb de Raad van Bestuur van de SVB gevraagd aan dit onderzoek een door mij te benoemen onafhankelijke deskundige toe te voegen.

Ik verwacht dat door deze aanpak waardevolle inzichten in de cultuur worden verkregen. Aan het eind van het jaar zal ik u over de bevindingen rapporteren.

Tot slot

De vraag werd gesteld of er sprake is van het verstrekken van uitkeringen uit het takenpakket van de SVB door DUO. Ik kan u melden dat er hiervan geen sprake is.

In mijn brief van 2 september 2014 (Kamerstuk 26 448, nr. 524) kondigde ik een strategische heroriëntatie op de dienstverlening en bedrijfsvoering van de SVB aan. Dit najaar zal ik u over de stand van zaken informeren.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Bijlage 1: baten en kosten Veranderprogramma «SVB Tien»

De gerealiseerde baten van het Veranderprogramma tot en met augustus 2014 bedragen € 158 mln. Met het veranderprogramma realiseert de SVB een structurele besparing van jaarlijks circa € 30 mln. op de uitvoeringskosten. De totale kosten zijn € 121,8 mln. Een deel van deze kosten betreffen investeringen, die op de balans van de SVB staan.

De beslissing om de ontwikkeling van het Multi-regelingen-systeem te stoppen heeft ertoe geleid dat een bedrag van € 10,4 mln. euro vervroegd moest worden afgeschreven in 2014. Dit betreffen investeringen die op de balans van de SVB zijn opgenomen, tot en met 2013 en investeringen in 2014 waarvan de SVB voornemens was deze op de balans op te nemen. Deze investeringen zouden de komende jaren geleidelijk afgeschreven worden, maar de kosten dienen nu in één keer genomen te worden. Deze eenmalige afschrijving van € 10,4 mln. wordt door de SVB gedekt binnen de uitvoeringskosten 2014 uit onderuitputting, aanvullende efficiency maatregelen en een interne herschikking van voorzieningen binnen de SVB.

Naar boven