Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 juni 2012
Op 6 juni 2012 is door de Kamer een motie1 aangenomen waarin de regering wordt verzocht om het conceptbestek voor de aanbesteding
van het bovenregionaal, sociaalrecreatief vervoer voor mensen met een mobiliteitsbeperking
(hierna: BRV) voor te leggen aan de Tweede Kamer.
Het bij deze brief gevoegde document vormt het concept Programma van Eisen (hierna
concept)2. Het concept vormt het totaal aan eisen waaraan elke inschrijver moet voldoen. Het
is opgesteld op basis van de beleidsmatige uitgangspunten die ik de Kamer per brief
van 27 maart 20123 heb toegestuurd. Over de manier waarop deze uitgangspunten zijn uitgewerkt in het
concept heb ik, conform de motie van Kamerlid Leijten4, uitvoerig met belangenorganisaties5 overlegd. Dit concept is het resultaat van een constructieve samenwerking en geeft
belangenorganisaties en mij het vertrouwen dat binnen de grenzen van het bestaande
budgettaire kader de uitvoering van het BRV op basis van dit concept tot inschrijvingen
zal leiden die een goede kwaliteit voor pashouders mogelijk maken. Om een kwalitatief
goede uitvoering verder te borgen zal in de beoordeling van de offertes van inschrijvers
extra gewicht worden toegekend aan kwaliteitscriteria.
Belangenorganisaties tekenen bij dit concept aan dat zij landelijke en uniforme toegangscriteria
als een randvoorwaarde zien om de doelgroep van het BRV van kwalitatief goede dienstverlening
te kunnen voorzien. In het kader van de uitvoering van de motie Wolbert/Klijnsma6 voer ik op dit moment met belangenorganisaties, de Vereniging Nederlandse Gemeenten
en enkele gemeenten overleg over het opstellen van heldere indicatiecriteria voor
een eerlijke toewijzing van Valyskilometers. Ik zal de Kamer tijdig informeren over
de voortgang. Het concept biedt voldoende ruimte om de gevolgen van deze motie voor
de toegang tot het BRV door te laten werken in de uitvoering.
Aanbestedingsproces
Zoals ik in mijn brief van 19 januari 20127 heb aangegeven wil ik, gelet op het belang van continuïteit in de kwaliteit van dienstverlening,
de nieuwe opdrachtnemer zoveel mogelijk tijd geven voor het implementeren van het
BRV dat op 1 april 2013 zal starten. Hoe meer tijd een nieuwe opdrachtnemer heeft
voor implementatie, hoe groter de kans dat de overgang van de huidige naar de nieuwe
opdrachtnemer soepel verloopt. Ik streef daarom naar een publicatiedatum van 6 juli
2012. Ik geef uw Kamer in overweging mee dat indien uw Kamer niet vòòr 6 juli reageert
en ik vervolgens niet overga tot publicatie op die datum, de termijn van voorbereiding
voor de nieuwe opdrachtnemer, mede gelet op het aanstaande zomerreces, fors zal worden
bekort. Dit kan een soepele overgang van de huidige naar de nieuwe opdrachtnemer onder
druk zetten.
Motie Venrooy
De Europese aanbesteding van het BRV kent raakvlakken met de motie Venrooy8 die de Kamer tijdens het VAO Valys/doelgroepenvervoer op 6 juni 2012 heeft aangenomen.
Deze motie zie ik als ondersteuning van beleid en zal ik uitvoeren. Voor de uitvoering
van deze moties heb ik inmiddels gesprekken gevoerd met I&M en OCW. Ik zal de Kamer
tijdig informeren over de voortgang.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. L. L. E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner