22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 3096 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 april 2021

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 2 fiches die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissie voorstellen (BNC).

Fiche: Mededeling Digitaal kompas 2030 (Kamerstuk 22 112, nr. 3097)

Fiche: Aanbeveling Covid19 monitoring afvalwater

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Fiche: Mededeling Digitaal kompas 2030

1. Algemene gegevens

  • a) Titel voorstel

    Mededeling «Digitaal kompas 2030: de Europese aanpak voor het digitale decennium»

  • b) Datum ontvangst Commissiedocument

    9 maart 2021

  • c) Nr. Commissiedocument

    COM (2021) 118

  • d) EUR-Lex

    https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/DOC/?uri=CELEX:52021DC0118&qid=1616077509132&from=EN

  • e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Raad voor Regelgevingstoetsing

    Niet opgesteld

  • f) Behandelingstraject Raad

    Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie (Telecom)

  • g) Eerstverantwoordelijk ministerie

    Ministerie van Economische Zaken en Klimaat

2. Essentie voorstel

Met de Mededeling Digitaal Kompas 2030 heeft de Commissie aangegeven hoe de EU een succesvolle digitale transformatie van economie en maatschappij kan waarmaken voor 2030. Hier worden vier kernthema’s geïdentificeerd waarop versnelling nodig is: digitale vaardigheden van burgers en digitale professionals; een goede, veilige en duurzame digitale infrastructuur, een digitale transformatie van het bedrijfsleven en van een toegankelijke en meer gebruikersgerichte publieke dienstverlening.

De Commissie wil dat in 2030 ten minste 80% van de volwassenen in de EU over minstens digitale basisvaardigheden beschikt1. Om het vertrouwen van burgers in digitale diensten te stimuleren en burgers en bedrijven te kunnen beschermen tegen desinformatie, cyberaanvallen en internetfraude dient het digitaal bewustzijn en geletterdheid te worden verbeterd. Verder streeft de Commissie naar 20 miljoen ICT-specialisten in de EU met gelijke man-vrouwverhoudingen.

De Commissie noemt veilige en excellente verbindingen en het veilig kunnen delen en verwerken van data in heel de EU als een belangrijke randvoorwaarde voor het floreren van economie en maatschappij. Daarom dienen alle Europese huishoudens in 2030 1 Gigabit-dekking te hebben. Verder wil de Commissie dat ten minste 20% van de wereldproductie van semiconductors uit de EU komt, de eerste kwantumcomputer hebben in 20252, dat datacenters en cloud-infrastructuur in 2030 klimaatneutraal zijn en dat 10.000, veilige edge nodes3 ingezet worden in de EU.

De Commissie stimuleert bedrijven om in te zetten op cloud-computingdiensten, big data of AI en een hoog niveau van digitale intensiteit4 hebben. Daarom wil de Commissie steun bieden via onder meer financiering uit de Digital Europe- en Cohesieprogramma’s voor onder meer het mkb, start- en scale ups. Zij moeten via Digitale Innovatie Hubs optimaal kunnen profiteren van de interne markt. Ook moet het aantal unicorns5 in de EU verdubbeld worden door verbeterde toegang tot financiering.

De Commissie richt zich op een volledig gedigitaliseerde, gebruiksvriendelijke en voor iedereen toegankelijke overheidsdienstverlening voor Europese burgers en bedrijven. Dit betreft deelname aan het democratische leven, zoals elektronisch stemmen ten behoeve van burgerparticipatie-processen en persoonlijke toegang tot medische online dossiers, door gebruik van e-ID oplossingen door 80% van de Europese burgers. Zo zou iedereen kunnen profiteren van gebruikersvriendelijke en toegankelijke digitale diensten en hulpmiddelen met hoge veiligheids- en privacy-normen en wordt burgerparticipatie gestimuleerd. Verder zet de Commissie in op concrete digitale fundamentele rechten en publieke waarden om het digitaal burgerschap te bevorderen, onder meer kondigt de Commissie een voorstel aan om naast het bestaande acquis tussen de verschillende EU instituties een verklaring overeen te komen met een reeks digitale beginselen en rechten. Met het Digitaal Kompas, wil de Commissie de collectieve voortgang van de vier kernthema’s monitoren. Daarvoor stelt de Commissie een Digitaal Beleidsprogramma voor met een voortgangsrapportage, monitoring van de digitale beginselen, en een mechanisme voor faciliteren van meerlanden-projecten.

Tot slot wil de Commissie internationale partnerschappen rond digitalisering verstevigen. Hierbij zet de Commissie specifiek in op een verbetering van de Trans-Atlantische betrekkingen en betrekkingen met de Europese periferie en ontwikkelingslanden. Een EU-toolbox digitale partnerschappen en een Digitaal Connectiviteitsfonds zijn hierbij aangekondigde instrumenten.

3. Nederlandse positie ten aanzien van de mededeling/aanbeveling

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

De inzet van het kabinet in de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS)6 is erop gericht om de kansen en mogelijkheden van digitalisering te benutten voor economie en maatschappij. Onderdeel hiervan is het borgen van publieke belangen, zoals veiligheid en rechtshandhaving, en grondrechten, zoals privacy en vrijheid van meningsuiting zowel online als offline, om zo ook het publieke vertrouwen in digitale diensten te waarborgen. Prioriteiten van het kabinet zijn artificiële intelligentie, digitale connectiviteit, data(delen), digitale vaardigheden en inclusie, digitale overheid (mede-ingevuld in agenda NL Digibeter)7 en digitale weerbaarheid (mede ingevuld in Nederlandse Cyber Security Agenda).8 Uw Kamer ontvangt voor de zomer de laatste update van de NDS.9

Het Europese handelingsniveau is voor Nederland bij veel van deze onderwerpen van cruciaal belang. Veel van de wetgeving komt op Europees niveau tot stand en het benutten van de economische en maatschappelijke kansen van digitale technologieën is gebaat bij een goed functionerende interne markt. Daarnaast kent digitalisering een steeds nadrukkelijkere geopolitieke context: Europa is in toenemende mate afhankelijk geworden van elders geproduceerde technologie, waarin belangen als privacy en (digitale) veiligheid niet altijd geborgd zijn.10

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Het kabinet verwelkomt de mededeling als onderdeel van de ambitieuze en integrale digitaliseringsagenda van de Commissie waar het versterken van de positie van burgers en bedrijven centraal staat. Het kabinet vindt het positief dat concrete tijdslijnen verbonden worden aan de prioriteitsstelling voor digitalisering en dat duurzaamheid een centrale rol speelt.

Het is positief dat de Commissie met doelstellingen voor 2030 komt op de vier kernthema’s en heldere prioriteiten kiest. Het kabinet hecht hierbij aan een evenwichtige benadering van digitalisering met zowel aandacht voor kansen, uitdagingen als risico’s. De prioriteiten van de Commissie sluiten aan bij een deel van de prioriteiten zoals geformuleerd in de kabinetsbrede NDS11. Echter, een aantal belangrijke prioriteiten voor Nederland zoals de inzet op artificiële intelligentie ten behoeve van publieke belangen en cyberveiligheid als randvoorwaarde worden gemist in deze mededeling: onder meer een expliciete verwijzing naar het Witboek AI12 en de EU-Cybersecuritystrategie zou goed zijn geweest.13

De Commissie verwijst in haar stuk expliciet naar «digitale soevereiniteit». Voor het kabinet is dit het vermogen om als mondiale speler, in samenwerking met internationale partners, op basis van eigen inzichten en keuzes haar publieke belangen in de digitale wereld te borgen en weerbaar te zijn in een onderling verbonden wereld. De EU moet het vermogen hebben om voor de eigen belangen op te komen en deze belangen zeker te stellen. Dit gaat voor het kabinet niet per se over het uitsluiten van samenwerkingen met niet Europese landen; we moeten waken voor protectionisme en versplintering van het internet. De voordelen van internationale handel en investeringen, toegang tot wereldwijde waardeketens en internationale concurrentie moeten waar mogelijk behouden blijven. Wel is het nodig voor onze Europese digitale soevereiniteit dat we open, eerlijke en duurzame internationale relaties aangaan, en dat onze publieke belangen hierbij zijn beschermd.

De Commissie heeft als doel dat 80% van de Europese bevolking in 2030 digitale basisvaardigheden heeft. Het kabinet verwelkomt deze doelstelling, omdat digitale vaardigheden een essentiële randvoorwaarde zijn om de digitale transitie succesvol vorm te geven en iedereen mee kan komen in het digitale tijdperk. In de meest recente DESI-index14 staat dat 79% van de volwassen Nederlanders over digitale basisvaardigheden beschikt. Ook in het licht van de digitale dienstverlening van de overheid, moeten we ervoor zorgen dat mensen digitaal vaardig genoeg zijn. Waar mensen niet digitaal vaardig genoeg zijn, blijft voldoende aandacht voor de menselijke maat nodig om te zorgen dat zij voldoende toegang hebben tot de dienstverlening van de overheid. Het kabinet moedigt de plannen van de Commissie aan om ook te investeren in de digitale vaardigheden in Afrika, om bij te dragen aan inclusieve digitale ontwikkeling wereldwijd. Het kabinet verwelkomt ook de ambitie van de Commissie om het aantal ICT-specialisten sterk te verhogen, van 7.8 miljoen in 2019 naar 20 miljoen in 2030. Ook is het kabinet het eens met de Commissie dat extra stappen moeten worden gezet om het aandeel vrouwen daarin veel groter te laten zijn. In Nederland is het aandeel vrouwelijke ICT-specialisten slechts 17,5%. Het kabinet ziet graag welke maatregelen de Commissie voornemens is te nemen om deze doelstelling te bereiken. Daarbij ziet het kabinet in de eerste plaats een belangrijke rol weggelegd voor lidstaten omdat de randvoorwaarden die nodig zijn om het aantal ICT’ers te verhogen binnen het bereik van de competenties van nationale overheden vallen. Ook ziet het kabinet dat bedrijven en kennisinstellingen een belangrijke rol hebben bij het aantrekken van (vrouwelijk) talent en opleiden tot gespecialiseerde professionals. In Nederland wordt daarom ingezet op publiek-private samenwerking en ziet het kabinet kansen in het opschalen van succesvolle initiatieven als Make IT Work om het aantal ICT’ers te laten toenemen.

Het kabinet onderschrijft de belangrijke rol die digitale technologieën hebben gespeeld tijdens de coronapandemie. De Nederlandse digitale netwerken zijn van wereldklasse en hebben de «coronapieken» goed doorstaan. Een hoogwaardige, betrouwbare en veilige digitale infrastructuur is onmisbaar voor de economie en samenleving15. Het kabinet vindt dat de uitrol van vaste en mobiele telecomnetwerken zoveel mogelijk marktgedreven moet zijn. De overheid moet hiervoor de goede randvoorwaarden creëren. Het kabinet zal de uitwerking van de aangekondigde acties op het terrein van connectiviteit hierop beoordelen en heeft nadrukkelijk oog voor de veiligheidsdimensie, treft hiervoor ook aanvullende maatregelen en steunt daarbij ook de EU 5G-security toolbox. Gezien de hoge mate van digitalisering in onze samenleving, mede versneld door de coronapandemie, is het belang van een kwalitatief hoogwaardige, betrouwbare digitale infrastructuur die een diversiteit aan vraag kan bedienen, alleen maar toegenomen. De toename van dreigingen vanuit statelijke en niet-statelijke actoren richt zich ook op de digitale infrastructuur. Cybersecurity en digitale weerbaarheid van die infrastructuur zijn daarom een essentiële randvoorwaarde16, waar nodig tevens rekening houdend met het werk van opsporings- inlichtingen en veiligheidsdiensten. Het kabinet steunt ook de doelstellingen om in 2030 alle bewoonde gebieden van 5G-dekking te hebben voorzien17 en de 1 Gigabit-doelstelling voor 2030 voor Europese huishoudens. Belangrijk aandachtspunt zijn de moeilijk bereikbare adressen in de buitengebieden waarvoor dit doel moeilijker te realiseren is.

Het kabinet vindt het terecht dat microprocessors hier benoemd worden als essentiële basis voor de digitale transformatie, de hoge ambitie van de Commissie sluit aan bij het kabinetsbeleid. De EU beschikt over belangrijke, mondiaal concurrerende kwaliteiten op dit gebied, zoals de ontwikkeling en fabricage van productieapparatuur voor integrated circuits (ICs)18 Het kabinet ondersteunt een ambitieuze Europese inzet op micro-elektronica onder meer met het oog op het wereldwijde computer chips-tekort en het verminderen van strategische afhankelijkheden. Harde doelstellingen kunnen partijen ertoe aanzetten om die te bereiken vooral als zij ook haalbaar kunnen zijn. Het kabinet heeft echter twijfels bij de reële haalbaarheid van een ongedifferentieerde 20% van de totale productiewaarde van alle halfgeleiders. Het kabinet stelt daarom voor dat deze doelstelling gericht wordt op het Europees aandeel van 20% van het segment «productie van geavanceerde en duurzame halfgeleiders, inclusief processoren». Uitgangspunt van het kabinet is dat we protectionisme willen voorkomen.

Voor veel sectoren, zoals bijvoorbeeld de gezondheidszorg, bestaat een sterk groeiende behoefte aan data-infrastructuren die data (zeker bij privacy- of bedrijfsgevoelige data) op een veilige en betrouwbare manier toegankelijk kan maken. Goed samenwerkende, schaalbare en veilige cloud-infrastructuur en -diensten spelen hier een belangrijke rol in. Op dit moment wordt de markt voor clouddiensten gedomineerd door enkele niet-Europese19spelers. Dit brengt mogelijk risico’s met zich mee vanwege gebrek aan keuzevrijheid, verminderd toekomstig verdienvermogen in de EU, zorgen over interoperabiliteit en zorgen over toegang tot gegevens door derde partijen en daarmee de veiligheid van gegevens. Het kabinet verwelkomt daarom het streven van de Commissie om het Europese aanbod van cloud- en edge-diensten te vergroten. Het kabinet vraagt zich daarbij af hoe de Commissie specifiek tot het aantal van 10.000 klimaatneutrale veilige edge-knooppunten met lage latency20 komt en op welke manier dit geïmplementeerd moet worden. Het kabinet heeft om samenwerking te bevorderen eind 2020 een verklaring ondertekend voor een Europees initiatief voor cloudfederatie.21Het kabinet vindt een stevige regie rol van de Commissie wenselijk om de samenhang te borgen tussen de verschillende data- en cloud-initiatieven, zoals de IPCEI cloud-infrastructuur en services, de European Alliance for Industrial Data and Cloud en GAIA-X.

Het kabinet mist in de mededeling de stuwende kracht van wetenschappelijk en toegepast onderzoek bij de ontwikkeling van supercomputers, kwantumcomputing en de rol die onderzoek heeft als voorloper op gebied van datadelen. Deze stuwende kracht bij de ontwikkeling van de nieuwste grensverleggende technologieën baant de weg voor vele innovaties ten bate van maatschappij en bedrijfsleven. Het kabinet onderschrijft het voornemen om haar eerste kwantumcomputer in 2030 in de EU te hebben.

Door de eerder genoemde excellente digitale infrastructuur heeft het Nederlands bedrijfsleven een goede uitgangspositie. Maar er zijn nog volop stappen te zetten, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb), waar al de nodige uitdagingen zitten door de coronapandemie. Het kabinet heeft nog onvoldoende zicht op hoe de Commissie de doelstelling dat meer dan 90% van het Europese mkb een basisniveau van digitale intensiteit heeft in 2030 wil meten. Het kabinet stimuleert met maatschappelijke stakeholders als MKB NL en de Kamer van Koophandel het in kaart brengen van «digitale volwassenheidsstadia» van bedrijven uit verschillende sectoren.

Meetbaarheid van de voortgang op deze ambities zijn voor het kabinet belangrijk: robuuste data die het succes op de adoptie van de technologie meten en landen benchmarken moet hierbij centraal staan. Het kabinet is daarom benieuwd naar onderbouwing en haalbaarheid om 75% van de bedrijven op drie onderdelen (AI, cloudcomputing en big data) expertise te laten ontwikkelen. Het kabinet mist in deze context de Europese Digitale Innovatie Hubs (EDIHs), vanwege de centrale rol die zij vervullen in het digitaliseren van het mkb en het bredere bedrijfsleven.

De Commissie richt zich in de mededeling primair op toegankelijke en gebruiksvriendelijke digitale overheidsdiensten voor Europese burgers en bedrijven. De Commissie stelt voor dat 100% van belangrijke overheidsdiensten volledig digitaal beschikbaar zijn voor burgers en bedrijven. Momenteel scoort Nederland volgens de DESI 89,5% op deze doelstelling.22 Via de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer die momenteel in de Kamer ligt23, wordt het recht van burgers en bedrijven op digitale interactie geregeld.

Het kabinet waardeert de aandacht van de Commissie voor inclusieve publieke dienstverlening met belangrijke bouwstenen zoals het Single Digital Gateway (SDG), interoperabiliteit, data-infrastructuur voor publieke private data, informatieveiligheid en het ontwikkelen van dienstverlening waarbij de behoefte van de eindgebruiker centraal staat.

Verder stelt de Commissie voor dat 80% van de burgers een digitale e-ID gebruikt. De Commissie heeft hiervoor nog geen nulmeting, maar uit de cijfers van de nationale monitor GDI blijkt dat er in Nederland in 2019 meer dan 15 miljoen actieve DigiD-accounts zijn, waarmee dit streefcijfer al is gehaald. Met de wet Digitale Overheid zullen de toepassingsmogelijkheden naar verwachting verder toenemen.

Daarnaast stelt de Commissie voor dat 100% van de burgers toegang krijgt tot haar eigen medische bestanden. Het kabinet is voorstander van een infrastructuur waarbij door privacy-and-security-by-design beschikbaarheid en veiligheid van persoonlijke (gezondheids)data geborgd wordt. Dat biedt voor gevoelige persoonlijke (gezondheids)data erg veel kansen. Het kabinet benadrukt dat ook in het domein van de digitale overheid uitdrukkelijk aandacht moet worden besteed aan digitale weerbaarheid en cybersecurity. De Commissie is, in lijn met de aankondigingen in het Europees Actieplan voor Democratie, voornemens ervaringen en best practices binnen de EU te verzamelen over e-voting. Het gaat erom burgerparticipatie met digitale middelen mogelijk te maken. Het gaat hier niet om de organisatie van verkiezingen of referenda, dat betreft een nationale competentie. Het kabinet heeft geen voornemens om in Nederland over te gaan tot elektronisch stemmen.

Het voorstel benoemt ook het belang van de rechtsstatelijke principes zoals rechtshandhaving en consumentenbescherming. Een effectieve rechtspleging en rechtshandhaving – ook online – is volgens het kabinet van groot belang in het beschermen van onze publieke waarden, fundamentele rechten en de mogelijkheden voor burgers en bedrijven om voordelen van digitalisering te ervaren. Zoals de Commissie ook schrijft moet zoveel mogelijk worden aangesloten bij de huidige (EU-)regelgeving. Naast het recht op vrijheid van meningsuiting en toegang tot informatie, de vrijheid van ondernemerschap, de bescherming van persoonsgegevens en privacy, het recht om vergeten te worden en de bescherming van intellectuele creaties online hecht het kabinet ook aan de menselijke autonomie en waardigheid alsook aan de gelijkheidsrechten zoals het verbod op discriminatie en eerbiediging van de procesrechten. Het kabinet onderschrijft de noodzaak dat belangen en fundamentele rechten van burgers en rechtsstatelijke principes, inclusief een effectieve rechtshandhaving, niet alleen offline maar ook online moeten worden beschermd

Het kabinet is voorstander van het monitoren door middel van indicatoren van de voortgang van het bereiken van de doelstellingen. Het aanvullen van de DESI-index kan daartoe dienen om onnodige administratieve lasten te vermijden maar ook zodat indicatoren zodanig worden gedefinieerd dat ze inzichten verschaffen over het bereiken van de verschillende doelstellingen. Bovendien is het essentieel dat de definities door de tijd constant blijven, anders zijn indicatoren niet langer vergelijkbaar, wat de waarde van de informatie ondermijnt. Belangrijk aandachtspunt voor het kabinet is het voorkomen van onnodige administratieve lasten bij lidstaten en dat er voor de monitoring zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van reeds beschikbare data en dat bij de selectie van indicatoren wordt gedacht aan wat het effect op de economie is (hoe gebruikt een ondernemer bijvoorbeeld de digitale vaardigheden, internetverbindingen of cloud-computing om goederen en diensten te produceren) en de brede welvaart. Wat betreft een gerichte aanpak op specifieke technologieën kijkt het kabinet uit naar de update van de Industriestrategie voor Europa.24

Het kabinet verwelkomt de insteek van de Commissie gericht op internationale partnerschappen, waarmee het investeert in de samenwerking met landen buiten de EU en in kansen voor ontwikkelingslanden. Het kabinet onderschrijft het belang om in deze internationale coalities oog te hebben voor de kernwaarden van de EU.25 De EU is een belangrijke speler in multilaterale fora, waaronder de WTO, en een promotor van inclusief multilateralisme waar regeringen, maatschappelijk middelenveld, bedrijfsleven, academische wereld en andere belanghebbenden samenwerken. Het kabinet vindt dat het maatschappelijk middenveld daarbij nog extra aandacht verdient, omdat bekwame maatschappelijke organisaties essentieel zijn voor het signaleren en agenderen van de impact van (nieuwe) technologische toepassingen. De Trans-Atlantische Tech and Trade Council is een stap in de goede richting, om handelsbetrekkingen met de VS te versterken, te werken aan regelgevende normen en standaarden en eerlijke concurrentie te promoten. De Team Europe Initiatieven26-aanpak biedt goede mogelijkheden om de digitale kloof in partnerlanden aan te pakken, met bijzondere aandacht voor Afrika. Het voorgestelde Digitaal Connectiviteitsfonds moet hier op aansluiten om de connectiviteit mondiaal te verbeteren. De Commissie moedigt verschillende meerlanden-projecten aan op thema’s waar synergiën op het gebied van digitalisering tussen lidstaten mogelijk zijn. Het is onduidelijk of de Commissie hiervoor een nieuw instrument wil ontwikkelen. Het kabinet acht het van belang dat de besteding van huidige MFK-fondsen, de MFK-plafonds, en de steunkaders intact blijven. Voor het kabinet is het belangrijk om te kijken waar financiering en/of coördinatie nodig is, overlap met andere fondsen moet voorkomen worden. Tot slot is het kabinet is geïnteresseerd in de verdere uitwerking van de voorgestelde Internationale Digitale Partnerschappen-Toolbox en zal erop inzetten dat het past binnen de focus die Nederland op dit gebied heeft.

c) Eerste inschatting van het krachtenveld

Er bestaat een brede overeenstemming onder lidstaten over het belang van een integrale agenda op digitalisering. In het kader van de Europese Raad van 25–26 maart hebben veel lidstaten de mededeling verwelkomd als manier om de digitale ontwikkeling van de EU voor het komende decennium verder te brengen. Verder verwelkomden lidstaten de ambitie van de Commissie om digitaal leiderschap te tonen en de digitale soevereiniteit van de EU te versterken met behoud van een open economie27. Nederland heeft voorafgaand aan de publicatie van de mededeling in D9+-verband28 een verklaring mede ondertekend. Het is nog niet bekend wat de krachtverhouding in het Europees Parlement zal zijn.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a) Bevoegdheid

Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de bevoegdheid van de EU. De mededeling ziet toe op een invulling van een coherente lange termijn Europese digitaliseringsstrategie, die een essentieel aspect van de interne markt betreft. De mededeling ziet dan ook voornamelijk op het terrein van de interne markt. Daarnaast heeft de mededeling betrekking op de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Op deze terreinen is sprake van een gedeelde bevoegdheid tussen de EU en de lidstaten (artikel 4, lid 2, sub a en sub j VWEU).

b) Subsidiariteit

De grondhouding ten opzichte van de subsidiariteit van de mededeling is positief.

Grensoverschrijdende problemen die zich voordoen rondom digitalisering zijn het gevolg van verschillen in de nationale aanpak (beleids- en regelgevende kaders). Een aanpak op Europees niveau waar een gecoördineerd optreden van de lidstaten deel van uit maakt is onontbeerlijk.

Het vormgeven van de digitale transitie kan onvoldoende door optreden van de lidstaten afzonderlijk worden verwezenlijkt. Optreden op EU-niveau is daarom gerechtvaardigd.

c) Proportionaliteit

De grondhouding ten opzichte van de proportionaliteit voor de mededeling is positief. De in de mededeling aangekondigde acties zijn geschikt om de economische en maatschappelijke kansen van de digitale transitie te benutten en uitdagingen het hoofd te bieden. De mededeling doet daarbij een oproep om streefcijfers en trajecten te ontwikkelen die moeten leiden tot een succesvolle digitale transformatie. Deze worden op EU-niveau vastgesteld en laten lidstaten de ruimte om zelf met nationaal of lokaal beleid invulling te geven aan deze doelstellingen. Hierdoor gaat het voorgestelde optreden niet verder dan noodzakelijk en laat het voldoende ruimte aan de lidstaten.

d) Financiële gevolgen

Gezien de aard van de mededeling heeft deze geen directe financiële of administratieve consequenties, omdat er alleen over voornemens van doelstellingen worden gesproken. Het betreft hierbij onder meer de oprichting van een Digitaal Connectiviteitsfonds, zonder nadere uitwerking in dit stadium. Het kabinet is van mening dat de benodigde EU-middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2021–2027 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Indien er sprake is van budgettaire gevolgen voor Nederland, dan zullen deze worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels van de budgetdiscipline. Er zal hierbij ook gekeken moeten worden naar de financiële gevolgen voor decentrale overheden.

e) Gevolgen voor regeldruk, administratieve lasten en concurrentiekracht

Deze mededeling bevat enkel voorgestelde streefcijfers en doelen. Deze zijn nog niet uitgewerkt in concrete (wetgevings-)voorstellen en heeft vooralsnog geen extra regeldruk tot gevolg. De aangekondigde (wets-)voorstellen kunnen wel effect hebben op de regeldruk. Bij de uitwerking van de (wetgevings-)voorstellen dient het uitgangspunt te zijn dat deze zo lastenluw mogelijk worden vormgegeven, met daarbij specifiek aandacht voor het beperken van de lasten voor het MKB. Ook zullen deze voorstellen nader beoordeeld worden op de effecten op de concurrentiekracht.


X Noot
1

Dit sluit aan bij het Actieplan sociale pijler, COM (2021) 102 d.d. 4 maart 2020. Zie Kamerstuk 22 112, nr. 3085.

X Noot
2

Dit sluit aan bij de ambities in de Verordening over de oprichting Gemeenschappelijke Onderneming Europese High Performance Computing. Zie Kamerstuk 22 112, nr. 2948.

X Noot
3

Knooppunten die Edge computing mogelijk maken, waarmee je data dicht bij de bron kan verwerken.

X Noot
4

De Digitale Intensiteit score is een meetmethode van Eurostat, gebaseerd op de implementatie van een hoeveelheid van twaalf geselecteerde technologieën gebruikt worden door een bedrijf.

X Noot
5

Een unicorn in het bedrijfsleven is een private startup die meer dan 1 miljard dollar waard is.

X Noot
6

Kamerstuk 26 643, nr. 709.

X Noot
7

Kamerstuk 26 643, nr. 700.

X Noot
8

Kamerstuk 26 643, nr. 536.

X Noot
9

Bijgevoegd voorgaande versies van de NDS: Kamerstuk 26 643, nr. 541 en Kamerstuk 26 643, nr. 623 en Kamerstuk 26 643, nr. 709.

X Noot
10

Kamerstuk 34 952, nr. 65 en Kamerstuk 34 952, nr. 129.

X Noot
11

Kamerstuk 26 643, nr. 541 en Kamerstuk 26 643, nr. 623 en Kamerstuk 26 643, nr. 709.

X Noot
12

Kamerstuk 26 643, nr. 680. Op korte termijn wordt een nieuw voorstel verwacht, uw Kamer zal hierover apart geïnformeerd worden.

X Noot
13

Kamerstuk 22 112, nr. 3052.

X Noot
14

Zie de resultaten van Nederland in de DESI-index: https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/scoreboard/netherlands.

X Noot
15

Het kabinet wijst in het kader van digitale beveiliging op de Herziening richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging (NIB-richtlijn) en de uitgangspunten van het BNC-fiche van dit voorstel, Kamerstuk 22 112, nr. 3053, en het BNC-fiche van de EU-Cyberstrategie, Kamerstuk 22 112, nr. 3052.

X Noot
16

Het kabinet wijst i.h.k.v. digitale beveiliging op de nationale implementatie van de Telecomcode en herziening richtlijn netwerk- en informatiebeveiliging (NIB-richtlijn) en de uitgangspunten van het BNC-fiche van dit voorstel en het BNC-fiche van de EU-Cyberstrategie.

X Noot
17

Hierbij past wel de kanttekening dat het bereiken van volledige mobiele netwerkdekking, ook met 5G, in de praktijk door verschillende factoren beperkt kan worden, zie paragraaf 5.1 Nota Mobiele Communicatie.

X Noot
18

IC is een monolithische geïntegreerde schakeling, een samenstel van verschillende elektronische componenten (zoals transistors) op een enkel stuk halfgeleidermateriaal. Bij grotere IC's spreekt men wel van chip of microchip.

X Noot
19

In 2020 besloeg het gezamenlijke wereldwijde marktaandeel voor cloudservices van AWS, Microsoft (Azure), Alibaba en Google 80%, in Nederland wordt de markt gedomineerd door AWS, Azure en Google. (bron: https://www.srgresearch.com/articles/amazon-microsoft-lead-cloud-market-all-major-european-countries).

X Noot
20

Latency (latentie) is een vertraging in de dataoverdracht over een datacommunicatienetwerk, hoe lager de latency hoe sneller de dataoverdracht. Edge-knooppunten kunnen dichterbij applicaties ingezet worden, met een lagere latentie, dan huidige centrale cloud oplossingen. Dit is essentieel voor applicaties waarbij data tijd-sensitief is.

X Noot
21

In oktober 2020 heeft Nederland een verklaring ondertekend voor Europees initiatief voor cloudfederatie: https://digital-strategy.ec.europa.eu/en/news/towards-next-generation-cloud-europe.

X Noot
22

Zie de resultaten van Nederland in de DESI-index: https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/scoreboard/netherlands.

X Noot
24

Deze wordt verwacht op 27 april a.s. Uw Kamer zal middels een separaat BNC-fiche worden geïnformeerd.

X Noot
25

Ook in de mededeling van de Commissie over de evaluatie van het handelsbeleid is aandacht voor een centrale rol van de EU in het ontwikkelen van mondiale regels over digitale handel in de WTO en samenwerking met handelspartners op het gebied van digitale handel, gebaseerd op EU waarden. Kamerstuk 22 112, nr. 3073.

X Noot
26

Bundelen van de middelen van alle EU-instellingen met de middelen die worden gemobiliseerd door de EU-lidstaten en de Europese financiële instellingen om een kritische massa te bereiken voor de maximale impact.

X Noot
28

De D9+ is een informeel samenwerkingsverband tussen lidstaten die digitale koplopers zijn binnen de EU.

Naar boven