22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1349 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 27 januari 2012

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij 8 fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Herziening richtlijn erkenning beroepskwalificaties (Kamerstuk 22 112, nr. 1348)

Fiche 2: Mededeling visie voor passagiersrechten

Fiche 3: Verordeningen Pericles 2020 programma (Kamerstuk 22 112, nr. 1350)

Fiche 4: Verordening voortzetting Hercules-programma (Kamerstuk 22 112, nr. 1351)

Fiche 5: Mededeling SESAR (technologische pijler van het gemeenschappelijk

Europees luchtruim) (Kamerstuk 22 112, nr. 1352)

Fiche 6: Verordening Europees statistisch programma 2013–2017 (Kamerstuk 22 112, nr. 1353)

Fiche 7: Besluit ITER programma 2014–2018 (Kamerstuk 22 112, nr. 1354)

Fiche 8: Mededeling «kansen voor jongeren»- initiatief (Kamerstuk 22 112, nr. 1355)

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Fiche: Mededeling visie voor passagiersrechten

1. Algemene gegevens

Titel voorstel: Een Europese Visie voor passagiers: mededeling over passagiersrechten in alle modaliteiten

Datum Commissiedocument: 19 december 2011

Nr. Commissiedocument: COM (2011) 898

Pre-lex: http://eur-lex.europa.eu/LexUriServ/LexUriServ.do?uri=COM:2011:0898:FIN:EN:PDF

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board: Niet van toepassing

Behandelingstraject Raad: Transportraad

Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Infrastructuur en Milieu

2. Essentie voorstel

Hoewel met het vaststellen van de verordening inzake passagiersrechten in het busvervoer (verordening 181/2011) de EU een omvattend pakket van passagiersrechten in alle vervoersmodaliteiten (lucht-, spoor-, zee- en binnenwater- en wegvervoer) kent, constateert de Commissie een aantal problemen: onvolledige en verkeerde implementatie van de wetgeving, verschil in handhaving en onwetendheid van passagiers over de rechten die zij hebben. De Commissie wil dan ook de toepassing van de huidige wetgeving consolideren, versterken en wetgeving daar waar nodig verbeteren. De mededeling is een eerste stap in dit proces en beoogt bij te dragen aan:

  • Een meer coherente en effectieve toepassing van de EU wetgeving door de vervoerders;

  • Een geharmoniseerde handhaving van passagiersrechten door de nationale autoriteiten;

  • Een beter begrip van passagiers over wat zij kunnen verwachten als minimumniveau van dienstverlening.

De mededeling geeft een overzicht van de passagiersrechten en van de principes die zijn vastgelegd in EU wetgeving (de precieze toepassing kan verschillen per modaliteit). Het gaat hierbij om:

  • Recht op non-discriminatie in de toegang tot vervoer;

  • Recht op mobiliteit: toegang en assistentie voor minder mobiele passagiers;

  • Recht op informatie voorafgaand aan de aanschaf van een ticket en gedurende de reis;

  • Recht om af te zien van de reis (en de kosten van de ticket vergoed te krijgen) indien de reis niet wordt uitgevoerd zoals gepland;

  • Recht op uitvoering van de reis (re-routing of re-booking) in het geval van verstoringen;

  • Recht op assistentie in het geval van lange vertragingen;

  • Recht op compensatie onder bepaalde omstandigheden;

  • Recht op vervoerdersaansprakelijkheid ten aanzien van passagiers en bagage;

  • Recht op een snel en toegankelijk systeem van klachtafhandeling;

  • Recht op volledige toepassing en handhaving van EU recht.

Daarnaast kondigt de Commissie een aantal acties aan:

  • De verordening rechten van vliegtuigpassagiers (verordening 261/2004) zal worden herzien (in samenhang met de herziening van de richtlijn pakketreizen). Tegelijk met onderhavige mededeling heeft de Commissie een consultatie gestart over deze verordening.

  • In samenwerking met de nationale handhavingsautoriteiten zal de Commissie richtsnoeren opstellen voor de toepassing van de verordening inzake het luchtvervoer van minder mobiele passagiers, met het oog op de Paralympics in 2012.

  • Tevens zullen richtsnoeren worden opgesteld voor de toepassing van EU wetgeving voor het vervoer per spoor (2013), over zee of binnenwateren (2014) en over de weg (2015).

  • In algemene zin beoogt de Commissie de handhaving te verbeteren door de samenwerking met nationale handhavingsautoriteiten te versterken onder meer door het vaker uitwisselen van best practices, informatie en statistieken.

  • De Commissie is voornemens een richtlijn op te stellen met het oog op het verbeteren van de toegang van minder mobiele personen tot de goederen -en dienstenmarkt (de «European Accessibility Act»).

  • De Commissie zal met derde landen bezien op welke wijze de passagiersrechten ook van toepassing zouden kunnen zijn op reizen buiten de Europese Unie.

3. Wat is de Nederlandse grondhouding ten aanzien van de bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling en de eventueel daarin aangekondigde concrete wet- en regelgeving? Hoe schat Nederland de financiële gevolgen in, alsmede de gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten?

Bevoegdheid

De EU en de lidstaten hebben een gedeelde bevoegdheid op het terrein van transport. De EU is bevoegd tot het nemen van deze maatregelen op basis van onder meer artikel 91 VWEU.

Subsidiariteit en proportionaliteit

De Commissie kondigt in de mededeling een aantal acties aan waarmee het bereikte pakket passagiersrechten verder geconsolideerd en versterkt moet worden. Deze zijn in het algemeen onvoldoende concreet om een gedetailleerd oordeel over de subsidiariteit en de proportionaliteit te geven. Wel kan op voorhand worden aangegeven dat het in het algemeen thans niet opportuun lijkt te zijn om te komen tot een verdere uitbreiding van de scope van het huidige pakket passagiersrechten. Zo geldt voor het vervoer over de weg en het vervoer over binnenwateren en zee dat eerst meer ervaring opgedaan moet worden met de huidige regelgeving. Aandachtspunt bij de verdere uitwerking van de aangekondigde acties betreft verder het voorkomen van mogelijke overlappingen en/of strijdigheden met bestaande Europese en internationale en nationale regelgeving.

Met name ten aanzien van de luchtvaart kondigt de mededeling een aantal wetgevende voorstellen aan waarin het beleid nader wordt uitgewerkt. Hoewel de subsidiariteit en proportionaliteit hiervan vooralsnog positief worden beoordeeld zullen deze te zijner tijd kritisch worden beoordeeld.

Financiële gevolgen

De mededeling gaat niet in op de eventuele financiële gevolgen van de voorgestelde acties. Nederland acht het van belang dat eerst meer inzage komt in de financiële consequenties van de voorstellen, voordat een definitieve positie door Nederland wordt ingenomen. Eventuele budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van het/de beleidsverantwoordelijk(e)) departement(en), conform de regels van de budgetdiscipline. Het is niet de verwachting dat er budgettaire gevolgen zijn voor de EU-begroting. Indien dit toch het geval blijkt te zijn, dan is Nederland van mening is dat de eventuele financiële middelen gevonden dienen te worden binnen de bestaande financiële kaders van de EU-begroting.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland is voorstander van een eenduidige interpretatie, toepassing en handhaving van de huidige EU wetgeving op het gebied van passagiersrechten. Dit is in het belang van zowel de passagier als de vervoerder. De mededeling en de aangekondigde acties, met name het opstellen van richtsnoeren en het versterken van de samenwerking tussen de nationale handhavingsautoriteiten, kunnen hier aan bijdragen. Nederland zal een eventuele uitbreiding van het toepassingsbereik van de reeds bestaande Europese regelgeving en bevoegdheden op het gebied van passagiersrechten nauwkeurig toetsen op noodzakelijkheid en uitvoerbaarheid. De uitkomst van deze toets kan per modaliteit verschillen. Belangrijk aandachtspunt bij de verdere beoordeling van de aangekondigde acties betreft tevens de samenhang en consistentie tussen de aangekondigde acties en reeds bestaande Europese en internationale regelgeving. Nederland zet in op het voorkomen van mogelijke overlappingen en/of strijdigheden met bestaande Europese en internationale regelgeving.

Nederland kijkt uit naar een spoedige herziening van de verordening rechten van vliegtuigpassagiers. Deze verordening ziet toe op gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten. De noodzaak van de herziening wordt met het verstrijken van de tijd steeds groter, gelet op de ontwikkelingen in de jurisprudentie van het Europese Hof (zoals in het het Sturgeon-arrest1) Tevens hebben de gevolgen van de vulkaancrisis tot weerstand en onduidelijkheden geleid.


X Noot
1

In de zaak Sturgeon inzake lange vertragingen heeft het Hof van Justitie gesteld dat een vertraging van minstens drie uur bij aankomst passagiers recht kan geven op dezelfde compensatie als bij annulering van de vlucht omdat zij een vergelijkbaar ongemak ondervinden.

Naar boven