21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 808 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2014

Op 1 oktober jongstleden heeft uw Kamer mij gevraagd om een feitenrelaas met betrekking tot de implementatie van de bijzondere maatregelen voor groenten en fruit en de werkelijk uit te betalen bedragen op basis van deze maatregelen. Daarnaast hebben de leden van de VVD- en de PvdA-fractie op 2 oktober jl. enkele vragen gesteld en opmerkingen gemaakt in dit verband. Met deze brief ga ik in op dit verzoek en deze vragen en opmerkingen, in aanvulling op mijn eerdere brieven aan uw Kamer over dit onderwerp (Kamerstuk 21 501-32, nrs. 799, 801, 803 en 805).

Feitenrelaas

De feiten met betrekking tot diverse bijzondere maatregelen voor groenten en fruit heb ik onderstaand in chronologische volgorde voor u op een rij gezet:

  • Op 7 augustus jl. is door de Russische Federatie een importverbod op diverse landbouwproducten uit, onder andere, de EU afgekondigd.

  • Op 18 augustus jl. publiceerde de Europese Commissie een persbericht waarin zij aankondigde, met terugwerkende kracht vanaf die datum buitengewone maatregelen in te zullen stellen voor verschillende bederfelijke groente- en fruitsoorten. De Europese Commissie kondigde aan hier een budget van € 125 miljoen voor beschikbaar te stellen.

  • Op 22 augustus jl. presenteerde de Europese Commissie de hiertoe benodigde gedelegeerde verordening in concept aan de lidstaten.

  • Vanaf 22 augustus jl. was vooraanmelding voor de buitengewone maatregelen mogelijk voor Nederlandse boeren en tuinders via RVO.nl.

  • Op 27 augustus jl. heb ik de reguliere interventieregeling op basis van de EU-verordening 1308/2013 voor groenten en fruit opengesteld (Stcrt. 2014, nr. 24648).

  • Op 30 augustus jl. werd door de Europese Commissie bovengenoemde gedelegeerde verordening (verordening (EU) nr. 932/20141) gepubliceerd. Deze verordening bepaalde dat met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening, gegevens over de meldingen aan de Commissie moesten worden genotificeerd.

  • Op 3 september jl. is een regeling ter uitvoering van genoemde gedelegeerde verordening gepubliceerd (Stcrt. 2014, nr. 25242) alsmede een besluit (Stcrt. 2014, nr. 25244) met de maximum steunbedragen voor het uit de markt nemen van alle soorten groenten en fruit die onder de buitengewone maatregelen vielen en hectarebedragen voor niet oogsten en groen oogsten van appels en peren. Zowel de regeling als het besluit van 3 september zijn, conform de gedelegeerde verordening, met terugwerkende kracht tot 18 augustus 2014 in werking getreden.

  • Op 4 september jl. is, conform hetgeen bepaald is in de verordening, de eerste melding aan de Europese Commissie door Nederland gedaan van de tot dan toe ontvangen (voor)aanmeldingen. Eerder was dat niet toegestaan.

  • Op 10 september jl. maakte de Europese Commissie bekend dat zij met terugwerkende kracht tot 4 september 2014 geen meldingen meer in ontvangst zou nemen voor financiële bijstand van de Europese Unie voor het uit de markt nemen, groen oogsten en niet oogsten in het kader van verordening 932/2014. De reden voor het stopzetten van de buitengewone interventiemaatregelen was dat de budgetplafonds voor de betrokken producten waren overschreden, als gevolg van onrealistisch hoge claims door enkele lidstaten.

  • Op 12 september jl. zijn de hectarebedragen voor niet oogsten en groen oogsten van de overige soorten groenten en fruit gepubliceerd (Stcrt. 2014, nr. 26131), na overleg met deskundigen en de Belgische overheid. België had namelijk opvallend hoge hectarebedragen gepubliceerd voor andere soorten groenten en fruit dan appels en peren, die niet direct te herleiden waren tot de bij mij bekende oogstcijfers.

  • Op 16 september jl. presenteerde de Europese Commissie haar plannen voor nieuwe steunmaatregelen in een beheerscomité aan de lidstaten. Het streven van de Europese Commissie was toen de daartoe benodigde gedelegeerde verordening op 22 of 23 september te publiceren, maar dit is niet gebeurd.

  • Op 30 september jl. heeft de Europese Commissie verordening (EU) nr. 1031/2014 gepubliceerd waarmee zij nieuwe steunmaatregelen openstelt voor tomaten, wortelen, kool, niet-scherpsmakende pepers (paprika’s), bloemkool, broccoli, komkommers en augurken, paddenstoelen, appelen en peren.

  • De regeling en het besluit waarmee ik deze maatregelen nationaal ten uitvoer leg, heb ik op respectievelijk 30 september en 1 oktober jl. ondertekend en deze zijn op 2 oktober gepubliceerd (Stcrt. 2014, nr. 28193 en Stcrt. 2014, nr. 28228).

Uit dit feitenrelaas volgt dat vanaf de mededeling van de Europese Commissie de Nederlandse ondernemers de mogelijkheid hebben gehad om gebruik te maken van de Europese maatregelen.

Gebruik steunmaatregelen

Tussen 18 augustus en 3 september jl. hebben in Nederland in totaal 6 producentenorganisaties en 53 niet-aangesloten telers in totaal 323 meldingen gedaan om gebruik te maken van de steunmaatregelen. Het ging daarbij in grote meerderheid om appels en peren en daarnaast om beperkte hoeveelheden wortelen, tomaten en witte kool. Deze meldingen hebben geresulteerd in de hiervoor bedoelde melding op 4 september jl. aan de Europese Commissie van € 2.298.775 appelen en peren en € 57.405 overige groenten.

Ik wil hier benadrukken dat het feit dat er voor dit bedrag gemeld is, nog niet betekent dat er voor dit bedrag uitgekeerd zal worden. Het is immers mogelijk dat er meldingen teruggetrokken worden of dat na controle blijkt dat bepaalde meldingen niet in aanmerking komen voor uitkering.

Vragen van de leden van de VVD-fractie

Kan de Staatssecretaris reageren op de opmerkingen en aantijgingen uit de uitzending van Nieuwsuur door een feitenrelaas op te stellen ten aanzien van de wijze waarop Nederland de EU-steunmaatregelen heeft geoperationaliseerd?

Ik verwijs in dit kader naar bovenstaand feitenrelaas. De terugwerkende kracht en de openstelling na bekendmaking van de maatregelen door de Europese Commissie hebben de Nederlandse ondernemers in de gelegenheid gesteld volledig gebruik te kunnen maken van de Europese maatregelen.

Kan de Staatssecretaris een overzicht van de aanvragen van steunmaatregelen die zijn gedaan en uitgekeerd in vergelijking met andere lidstaten maken? Op basis van welke gegevens zijn de aanvragen gedaan door de ondernemers?

Ik verwijs in dit kader naar bovenstaande vermelding van het gebruik van de steunmaatregelen in Nederland. De omvang van de meldingen van de verschillende lidstaten in financiële termen loopt sterk uiteen. Polen heeft zoals bekend de meest omvangrijke meldingen gedaan; Nederland neemt in dit opzicht de vierde positie in. Hierbij moet aangetekend worden dat er ook verschillende lidstaten met een grote groenten- en fruitproductie zijn, zoals bijvoorbeeld Duitsland, die niets gemeld hebben.

De vergelijking met België, die in de media gemaakt is, gaat niet op. In België staan permanent reguliere interventiemaatregelen op basis van de Gemeenschappelijke Marktordening voor groenten en fruit open voor producentenorganisaties en hun leden, die inhouden dat groenten en fruit voor of na de oogst vernietigd kunnen worden. België heeft daarvoor gekozen in haar nationale strategie. Op basis daarvan komen producentenorganisaties altijd in aanmerking voor door de EU gecofinancierde steungelden, indien zij deze maatregelen hebben opengesteld in hun operationele programma’s. Dat is de reden dat België al voordat er überhaupt sprake was van een Russische boycot interventiemaatregelen kon nemen. Die stonden geheel los van de openstelling en het gebruik van de bijzondere steunmaatregelen. Nederland heeft hier, in lijn met het algemene Nederlandse standpunt over interventiemaatregelen en na overleg met de sector, niet voor gekozen, omdat interventiemaatregelen een vangnetfunctie moeten vervullen in situaties waarin de markt door bijzondere omstandigheden ernstig wordt verstoord. Een permanente openstelling van dergelijke maatregelen verhoudt zich naar mijn mening niet met deze vangnetfunctie en dat is tot nu toe ook altijd de visie van de sector geweest. Het vernietigen van groenten en fruit zou daarmee een structureel karakter krijgen en dat acht ik onwenselijk.

De Staatssecretaris heeft in antwoorden op vragen van de VVD in het afgelopen schriftelijk overleg voor de laatste LV-raad gesteld dat de Europese Commissie het besluit genomen heeft om de perzik- en nectarinetelers tegemoet te komen. Op basis van welke bepaling heeft de Europese Commissie dit besluit genomen? Welke criteria moet de Europese Commissie gebruiken? Waarom komen Nederlandse telers bij uitzonderlijke weersomstandigheden hier niet voor in aanmerking (forse hagelbuien)? Betekent dat Nederlandse telers ook in aanmerking kunnen komen voor steunmaatregelen in de toekomst?

De Europese Commissie heeft op 21 augustus jl. buitengewone maatregelen vastgesteld voor perziken en nectarines. Ook in dit geval ligt artikel 219, lid 1, van de EU-verordening nr. 1308/2013 ten grondslag aan de betrokken gedelegeerde verordening (verordening nr. 913/2014). Op grond van dit artikel kan de Europese Commissie buitengewone maatregelen vaststellen indien er sprake is van dreigende marktverstoringen als gevolg van aanzienlijke prijsstijgingen of -dalingen op interne of externe markten of andere gebeurtenissen en omstandigheden die de markt ernstig verstoren of dreigen te verstoren, voor zover deze situatie of de weerslag daarvan op de markt zou kunnen voortduren of verslechteren. Uit dit artikel blijkt duidelijk dat er geen sprake dient te zijn van enkel uitzonderlijke weersomstandigheden, zoals forse hagelbuien, maar van omstandigheden die de marktsituatie langdurig of ernstig dreigen te verstoren. In het geval van de perziken en nectarines heeft de Europese Commissie geoordeeld dat de scherpe prijsdalingen voor deze producten als gevolg van vraaguitval onder invloed van de weersomstandigheden bij een hoog seizoensgebonden aanbod (dat veel hoger lag dan in 2013) de markt voor deze producten ernstig of langdurig dreigden te verstoren. Om dit voorkomen, gelet ook op het risico dat het Russische invoerverbod een verdere verslechtering van de situatie teweeg zou brengen, heeft de Europese Commissie daarop tot buitengewone maatregelen voor deze producten besloten. Ik kan me in deze afweging vinden. Indien zich dergelijke omstandigheden in Nederland zouden voordoen, sluit ik niet uit dat ook Nederlandse telers dan in aanmerking willen en kunnen komen voor buitengewone maatregelen.

Wat was de inzet van de Staatssecretaris om fraude of ongeoorloofde steun of steun aan hele specifieke sectoren aan te pakken (zoals de perzikentelers)?

Het is in eerste instantie aan de lidstaten en uiteindelijk aan de Commissie om op te treden tegen fraude of ongeoorloofde steun. Ik zet hier dan ook op nationaal niveau op in door middel van controles door de NVWA. Met betrekking tot de buitengewone maatregelen voor perziken en nectarines verwijs ik naar het antwoord op de vorige vraag.

Welke wijzigingen zijn er doorgevoerd ten opzichte van de vorige steunmaatregelen om ongeoorloofde steun te voorkomen? Welke wijzigingen in de verdeling van het tweede pakket steunmaatregelen zijn er genomen?

Het budget van € 165 miljoen voor de nieuwe steunmaatregelen wordt mede op verzoek van Nederland verdeeld op basis van de betrokken hoeveelheden producten. Die worden voor elke lidstaat berekend op basis van de hoeveelheden van de betrokken producten die door die lidstaat in de voorbije drie jaar naar Rusland zijn uitgevoerd, verminderd met de onder de oude steunmaatregelen gemelde hoeveelheden. Ook is voor elke lidstaat een reservering van 3.000 ton gemaakt voor alle producten genoemd in artikel 1, lid 2 van verordening 1031/2014. Iedere lidstaat kan zelf bepalen voor welke producten zij dit inzet. Hiermee komen ook producten voor steun in aanmerking die normaal niet of nauwelijks naar Rusland worden uitgevoerd, maar nu verdrongen dreigen te worden door afzet van producten uit andere lidstaten in verband met het Russische importverbod. In Nederland zullen in eerste instantie kool, bloemkool, broccoli en champignons onder deze 3.000 ton worden gebracht.

Hoe wordt de tweede ronde van € 165 miljoen verdeeld? Hoe wordt deze nieuwe ronde gefinancierd?

Zowel de € 125 miljoen voor de eerste buitengewone maatregelen als de € 165 miljoen voor de nieuwe buitengewone maatregelen worden gefinancierd uit de onderuitputting van het budget voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Voor de verdeling van de € 165 miljoen voor de nieuwe buitengewone maatregelen verwijs ik naar het antwoord op de vorige vraag.

Het crisisfonds binnen het GLB is vastgesteld op ruim € 400 miljoen, waar komt deze financiering vandaan?

Wordt het crisisfonds binnen het GLB aangesproken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat zou er gebeurd zijn met de reserveringen voor het crisisfonds als deze niet was aangesproken?

De crisisreserve wordt vooralsnog niet aangesproken. De crisisreserve is een bedrag dat gereserveerd wordt binnen het budget voor directe betalingen in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Het gaat dus om geld dat in feite bestemd is voor uitkering aan boeren, maar daar in eerste instantie niet voor ingezet wordt. Als de crisisreserve in enig jaar niet aangesproken wordt, vloeit het budget alsnog terug naar het budget voor directe betalingen.

Vragen van de leden van de PvdA-fractie

Zijn de aanvragen voor de het eerste pakket van € 125 miljoen al door de Commissie toegekend en uitbetaald aan de lidstaten? Zo ja, hoe is dit verdeeld? Zo nee, wanneer neemt de Commissie hierover een besluit en is de Commissie voornemens om hierbij een evenredige verdeling over de verschillende lidstaten aan te houden? Is de Commissie van plan om een «reductie coëfficiënt» toe te passen bij de uitbetaling van de steun aan de verschillende lidstaten, waar is deze coëfficiënt op gebaseerd en welk effect zal dit hebben op de uitbetaling

aan de lidstaten?

De aanvragen onder de eerste buitengewone maatregelen zijn op dit moment nog niet toegekend en uitbetaald. Indien blijkt dat het definitieve aantal meldingen het toegewezen budget overschrijdt, dan is de Europese Commissie voornemens om op de uitkeringen aan de lidstaten een reductiecoëfficiënt toe te passen om ervoor te zorgen dat het totale bedrag binnen het geraamde budget van € 125 miljoen blijft. De verdeling tussen de lidstaten wordt gebaseerd op het totaal van de geaccepteerde meldingen door elke lidstaat. Het is op dit moment nog niet bekend wanneer de Commissie zal uitbetalen.

Had de Staatssecretaris voorzien dat de verdelingsstructuur van het eerste pakket (of het gebrek eraan) er toe zou leiden dat er een situatie zou ontstaan waarbij degene die het eerst komt, het eerst maalt, of is dit helemaal niet aan de orde?

Toen duidelijk werd dat de Europese Commissie het eerste pakket opschortte, heb ik mijn zorgen over, onder meer, de verdeling van het budget besproken met Commissaris Cioloş. Zoals ik in mijn antwoord op de vragen van uw Kamer in het kader van het Schriftelijk Overleg informele Landbouwraad 29–30 september 2014 (DGA-ELV/14152520) heb aangegeven, was het voor mij van het allergrootste belang dat de Nederlandse groenten- en fruitsector geen direct nadeel ondervindt van de opschorting van de eerdere maatregelen voor groenten en fruit als gevolg van mogelijke onjuistheden van andere lidstaten. Met het nieuwe voorstel van de Europese Commissie, waarin elke lidstaat binnen een toegekend volume kan handelen, is aan mijn zorg tegemoet gekomen.

Lopen door deze «overvraging» vanuit o.a. Polen en België, Nederlandse producenten die terecht steun aan hebben gevraagd nu steun mis? En zo ja, hoe kan dit dan gecompenseerd worden?

De precieze verdeling van het budget voor de eerste buitengewone maatregelen is op dit moment nog niet bekend. Dit heeft te maken met het feit dat meldingen zoals gezegd nog teruggetrokken kunnen worden, of na controle niet in aanmerking kunnen blijken te komen voor uitkering. Dit geldt zowel voor Nederland als voor andere lidstaten. Het feit dat Nederland in totaal een relatief beperkt steunbedrag geclaimd heeft, heeft te maken met het feit dat de Nederlandse marktprijzen voor de betreffende soorten groenten en fruit veelal hoger lagen dan de maximum steunbedragen op basis van de buitengewone maatregelen. Compensatie lijkt me om bovengenoemde redenen niet aan de orde.

Als er in de toekomst weer steunmaatregelen vanuit de EU worden afgekondigd, is er dan een standaardprotocol waarin wordt aangegeven hoe Nederland deze situaties het beste kan aanpakken?

Zoals gezegd hebben de Nederlandse ondernemers naar mijn mening voldoende gelegenheid gehad om gebruik te kunnen maken van de Europese maatregelen. Een protocol voor onverhoopte nieuwe situaties waarin steunmaatregelen nodig zouden zijn, acht ik dan ook niet opportuun.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Gedelegeerde Verordening (EG) nr. 932/2014 van de Commissie van 29 augustus 2014 tot vaststelling van tijdelijke buitengewone maatregelen ter ondersteuning van producenten van bepaalde soorten groenten en fruit en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 913/2014 (Pb L 259)

Naar boven