21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 799 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 augustus 2014

Op 15 augustus jongstleden hebben de Minister van Economische Zaken en ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, geïnformeerd over de inzet van het kabinet om op nationaal en Europees niveau bedrijven die worden getroffen door de Russische boycot te ondersteunen (Kamerstuk 21 501-20, nr. 904). Sindsdien zijn er door zowel Nederland als de Europese Commissie stappen gezet in de uitwerking en implementatie van maatregelen. Daarnaast heeft Rusland een aantal producten van de lijst gehaald van producten waarvan invoer verboden is. Met deze brief informeer ik u over deze voortgang en ontwikkelingen. Tevens ga ik in op de Nederlandse inzet in de extra Landbouw- en Visserijraad van 5 september aanstaande ten behoeve van het Algemeen Overleg op 2 september aanstaande.

Effecten boycot

Vorige week publiceerde het CBS cijfers over de effecten van de Russische boycot. De cijfers laten zien dat de macro-economische impact vooralsnog van beperkte omvang is, maar dat op bedrijfsniveau de effecten ingrijpend kunnen zijn. Het CBS meldt dat Nederlandse bedrijven in 2013 circa € 300 miljoen verdienen aan de Nederlandse directe exportwaarde van de boycotgoederen van ongeveer € 500 miljoen (circa 2% van de totale agrarische export van Nederland). Hier zijn ongeveer 5000 banen aan verbonden. Het gaat hierbij met name om bedrijven in de landbouw en de voedingsmiddelenindustrie, maar ook in andere gerelateerde bedrijfstakken zoals de groothandel, transport en uitzendbureaus. Behalve door directe export wordt tevens door export via derde landen aan de Russische vraag verdiend. Zo gaat ook een significant deel van onze export via Polen en de Baltische staten naar Rusland. Naast het verlies van de afzetmarkt, zullen ook de dalende prijzen als gevolg van overaanbod bedrijven indirect raken. De effecten kunnen dus groter zijn dan alleen het verlies van de directe afzetmarkt.

De prijsontwikkelingen in de verschillende agrarische sectoren in de afgelopen tijd laten een gemengd beeld zien, maar duidelijk is dat de gevolgen van de Russische boycot merkbaar zijn.

De prijzen van groente en fruit zijn na het bekend worden van de boycot gedaald, maar zijn de afgelopen week juist weer gestegen in verband met het verminderde aanbod in deze koude en natte augustusmaand. Zo was de prijs van losse tomaten, die begin augustus tot 17 cent per kilogram was gestegen, op 13 augustus gedaald naar 7 cent, maar was deze eind vorige week gestegen tot 45 cent.

In de afgelopen weken heeft een verscherpte daling plaatsgevonden van de zuivelprijzen. De Nederlandse notering voor boter bedraagt nu € 320 per 100 kg en voor magere melkpoeder € 215 per 100 kg. Met enige vertraging vertaalt deze ontwikkeling zich in lagere prijzen voor de melkveehouder.

Hoewel vanwege het sinds februari jongstleden wegvallen van de export van varkensvlees naar Rusland er geen directe extra schade is voor de varkenshouderij, wordt de sector geconfronteerd met achterblijvende prijzen.

Ook bij pluimveevlees vertonen de prijzen een dalende tendens.

De gevolgen van de boycot zijn niet beperkt tot de primaire productie. Uit de CBS-cijfers blijkt dat ongeveer 400 Nederlandse bedrijven direct worden geraakt (circa 10% van het aantal Nederlandse bedrijven die goederen naar Rusland exporteren), met name in de groothandel en de voedingsmiddelenindustrie. Daarvan wordt een aantal van circa 20 tot 25 direct en hard getroffen door de boycot. De exportwaarde van deze bedrijven valt voor meer dan de helft onder de boycot.

Aangepaste lijst importrestricties

Op 20 augustus jongstleden heeft de Russische overheid een aangepaste lijst van importrestricties gepubliceerd. Deze lijst zondert een aantal producten uit van de boycot. Het gaat daarbij om de volgende producten:

Lactosevrije melk en lactosevrije melkproducten

Larven van zalm (Salmo salar) en forel (Salmo trutta)

Pootaardappelen

Plantuitjes, vers of gekoeld

Gedroogde hybriden van suikermaïs «Zea mays var. saccharata», bestemd voor zaaidoeleinden

Gedroogde erwten «Pisum sativum», gedopt, voor zaaidoeleinden

Biologisch actieve supplementen

Vitamine-mineralencomplexen

Smaakadditieven

Eiwitconcentraten (van dierlijke en plantaardige oorsprong en mengsels daarvan

Voedingsvezels

Voedingsadditieven (inclusief complexe additieven)

Interventiemaatregelen

Groente en fruit

De Europese Commissie heeft, mede op mijn aandringen, op 18 augustus 2014 aangekondigd dat zij met terugwerkende kracht vanaf die datum bijzondere steunmaatregelen in zal stellen voor verschillende bederfelijke groente- en fruitsoorten, namelijk tomaten, wortelen, witte kool, paprika, bloemkool, komkommers, augurken, champignons, appel, peer, rood fruit1, tafeldruiven en kiwi. De Commissie stelt hier € 125 miljoen voor beschikbaar tot eind november dit jaar. Dit budget wordt betrokken uit onderuitputting van het reguliere gemeenschappelijke marktordeningsbudget.

Afgelopen vrijdag 22 augustus heeft de Commissie de hiertoe benodigde verordening in concept gepresenteerd aan de lidstaten. Samengevat komt het voorstel er op neer dat hiermee ook voor niet-leden van producentenorganisaties de mogelijkheid wordt geschapen tot het uit de markt nemen of niet op de markt brengen door niet of groen oogsten van tomaten, wortels, witte kool, paprika, bloemkool, komkommer en augurken, champignons, peren, appels, rood fruit, tafeldruiven en kiwi’s. Producten die uit de markt genomen worden, kunnen worden gedoneerd aan voedselbanken of afgevoerd naar afvalverwerkers of veehouders. Deze verordening bouwt voort op de openstelling van de reguliere interventieregeling in het kader van de Gemeenschappelijke Marktordening voor groenten en fruit, die alleen geldt voor leden van producentenorganisaties. Op basis van beide interventieregelingen in samenhang kunnen telers (leden en niet-leden van producentenorganisaties) die producten uit de markt nemen, niet oogsten of groen oogsten voor een vergoeding in aanmerking komen. Deze prijs is voor leden de door de Europese Commissie vastgestelde (of nog vast te stellen) interventieprijs. De vergoedingen komen voor 50% ten laste van de producentenorganisaties en voor 50% ten laste van de EU. Niet leden krijgen alleen de door de EU vergoede 50% van de interventieprijs. Dit geldt ook voor verstrekking aan voedselbanken, al is daar onder voorwaarde een vergoeding van 100% ten laste van de EU mogelijk.

Vooruitlopend op het bekend worden van de definitieve Europese regeling, heeft het kabinet een reguliere interventieregeling op basis van de EU-verordening 1308/2013 voor groente en fruit opengesteld. De regeling wordt op 27 augustus a.s. in de Staatscourant gepubliceerd. Vooraanmelding, zowel voor de reguliere interventieregeling als de nog vast te stellen bijzondere Europese maatregelen, is sinds vrijdag 22 augustus mogelijk via RVO.nl. Door een vooraanmelding te doen, kan een teler na inwerkingtreding van de bijzondere Europese maatregelen met terugwerkende kracht in aanmerking komen voor de Europese vergoedingen.

De Europese Commissie verwacht dat de bijzondere Europese maatregelen op 2 of 3 september, met terugwerkende kracht vanaf 18 augustus, in werking zullen treden.

Zoals in de brief van 15 augustus jl. al werd genoemd, is Nederland voorstander van een Europese aanpak. Nederland heeft de Commissie dan ook laten weten de snelheid waarmee er maatregelen getroffen zijn op prijs te stellen en op hoofdlijnen met de maatregelen in te kunnen stemmen. Wel plaatst Nederland een aantal kanttekeningen bij het Europese voorstel:

  • Nederland wil de voedselbankenroute maximaal benutten. Daarom wil Nederland helderheid en soepelheid in de voorwaarden voor leveranties aan voedselbanken en ook voor de controle daarop. Het gaat hier zowel om de voorkant (erkenning voedselbanken) als de achterkant (toegestane ontvangers). Om de maximale vergoeding te krijgen (100%) zou wat betreft Nederland bijvoorbeeld het niet alleen moeten gaan om levering aan personen die een bijstandsuitkering krijgen; de producten zouden ook ten goede moeten kunnen komen aan personen die geen bijstandsuitkering krijgen maar aantoonbaar over onvoldoende middelen beschikken om in hun onderhoud te kunnen voorzien. Om dit mogelijk te maken wordt overleg gevoerd met de Europese Commissie.

  • Er moeten snel EU-interventieprijzen voor alle producten vastgesteld worden en er moet snel duidelijkheid komen over alle extra vergoedingen die onder de uitzonderlijke EU-steunmaatregelen vallen.

  • Nederland vraagt om de controlelasten te beperken door een eenvoudige en pragmatische controle-aanpak vast te stellen en innovatieve controletechnieken op afstand mogelijk te maken.

  • Daarnaast zijn door enkele lidstaten, waaronder Nederland, verzoeken gedaan om de lijst met groente- en fruitsoorten met enkele soorten uit te breiden.

Met name het punt van de voedselbanken is voor mij erg belangrijk. De afzet naar voedselbanken moet laagdrempelig zijn. Voorkomen moet worden dat goed voedsel verspild wordt. Nederland zal hier dan ook voor blijven pleiten.

Overige sectoren

De Europese Commissie heeft aangegeven de markt- en prijsontwikkelingen in andere getroffen sectoren te blijven volgen en zo nodig bereid te zijn, maatregelen te treffen voor bijvoorbeeld zuivelproducten. Op 28 augustus aanstaande is een beheerscomité gepland waarin gesproken zal worden over de situatie in de zuivel- en vleessector.

Voor zowel zuivel als varkensvlees is er de mogelijkheid van marktinterventie waarmee het product tijdelijk uit de markt kan worden genomen. Voor zuivel bestaat er de mogelijkheid van particuliere opslag en van openbare interventie voor boter en magere melkpoeder. Voor varkensvlees bestaat alleen de mogelijkheid van particuliere opslag. Voor beide is een besluit van het beheerscomité nodig.

Ik zal de ontwikkelingen in alle getroffen sectoren nauwlettend blijven volgen. Ik blijf voorstander van een Europese aanpak van eventuele knelgevallen. Indien de situatie daartoe aanleiding geeft, zal ik bij de Europese Commissie aandringen op maatregelen voor andere producten en sectoren.

Nationale maatregelen

In de brief van 15 augustus zijn verschillende nationale maatregelen aangekondigd. Hieronder geef ik een overzicht van de voortgang die daarmee geboekt is.

a. Alternatieve afzetmarkten

Maandag 25 augustus heeft een eerste bijeenkomst plaatsgevonden van de taskforce die de activiteiten rond het zoeken van alternatieve afzetmarkten gaat coördineren en ondersteunen. Deze taskforce, die aangekondigd was in de brief van 15 augustus, bestaat uit vertegenwoordigers van de Ministeries van Economische en Buitenlandse Zaken en vertegenwoordigers uit de topsectoren agro en tuinbouw. Doel is om een optimale synergie te bereiken tussen de activiteiten van bedrijfsleven en overheid, om zoveel mogelijk afzet naar alternatieve markten mogelijk te maken. Hierbij gaat het voor wat betreft de activiteiten van de overheid onder andere om de inspanningen van de posten in het buitenland door informatie te verschaffen over wet- en regelgeving en toegangseisen die gelden voor deze landen, de activiteiten op het gebied van veterinaire en fytosanitaire markttoegang en de handelsmissies van bewindslieden. Het bedrijfsleven geeft duidelijk haar prioriteiten aan en geeft hiermee richting aan de inspanningen van de taskforce.

Op korte termijn lijken er al de nodige kansen te zijn. Voor zowel China als Brazilië geldt bijvoorbeeld dat de export van peren binnen afzienbare tijd mogelijk zou kunnen zijn. Wat betreft China is dit afhankelijk van de uitkomst van de Chinese audit die deze week in Nederland plaatsvindt. Als deze inspectie positief uitpakt is export in het najaar van 2014 al mogelijk. Het exportpotentieel wordt geraamd op circa € 15 miljoen. Met Brazilië is dit voorjaar een bilateraal akkoord gesloten met betrekking tot de Braziliaanse fytosanitaire importeisen voor Nederlandse peren. Het is nu wachten op formele publicatie van deze eisen in de Braziliaanse Staatscourant. Naar verwachting kan dit najaar gestart worden met export. Het exportpotentieel wordt geschat op € 5 miljoen.

Voor wat betreft kalfsvlees is de verwachting dat markttoegang zowel in de VS als in China voor het einde van het jaar een feit zou kunnen zijn.

Met ruim 20.000 deelnemers is de «Fresh Summit» beurs van 17 tot en met 19 oktober 2014 een belangrijke mogelijkheid voor de topsector tuinbouw en uitgangsmaterialen om zich te profileren op de Amerikaanse markt. In nauwe samenwerking tussen het bedrijfsleven en RVO is reeds een beursinzending voorbereid. De inzending zal nog verder worden uitgebouwd.

Ten algemene geldt dat wordt geprobeerd maximaal profijt te halen uit recente handelsmissies die hebben plaatsgevonden, nog los van alle inspanningen in het kader van aankomende missies. Recent hebben er handelsmissies plaatsgevonden naar Zuid-Afrika, Vietnam en Indonesië.

Het bedrijfsleven kan hier van profiteren door in het kielzog van deze missies en in nauw overleg met onze posten aldaar contacten verder uit te bouwen.

b. Nationaal flankerend beleid

Werktijdverkorting

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de werktijdverkortingsregeling opengesteld voor ondernemers die door de Russische boycot te maken krijgen met een plotselinge vraaguitval die niet tot het normale ondernemersrisico behoort, waardoor ten minste 20% van de aan ondernemer ter beschikking staande arbeidscapaciteit naar verwachting niet kan worden benut. Een ondernemer kan dan voor de betreffende werknemers een WW-uitkering krijgen voor de niet-gewerkte uren. De werktijdverkortingsregeling vereist dat de periode van minder gewerkte uren maximaal 24 weken aanhoudt. Bedrijven kunnen een aanvraag indienen. Tot nu toe is vanuit het bedrijfsleven een beperkt aantal aanvragen ingediend.

Fiscale tegemoetkomingen

De Belastingdienst heeft conform de brief van 15 augustus jongstleden de regionale coördinatoren invordering de instructie gegeven om zich bij levensvatbare bedrijven die gevolgen ondervinden van de Russische boycot coulant op te stellen vanwege de bijzondere omstandigheid.

Garantstelling werkkapitaal

In de brief van 15 augustus jongstleden heeft het kabinet aangegeven te verkennen of de openstelling van de regeling Garantstelling werkkapitaal een bijdrage kan opleveren aan de oplossing van door de Russische boycot veroorzaakte problemen in de agrarische sector. Deze regeling is indertijd ook ingezet bij de financiële crisis. Hierover heeft op 19 augustus jongstleden een constructief gesprek plaatsgevonden met enkele vertegenwoordigers van de banken- en landbouwsector. Betrokkenen hebben aangegeven dat de Garantstelling werkkapitaal een bijdrage kan leveren om in de kern gezonde bedrijven een tijdelijke periode van liquiditeitstekort te laten overbruggen, met name in de (glas-)tuinbouwsector, indien daarbij gunstiger voorwaarden gelden dan die waren opgenomen in de eerdere regeling Garantstelling werkkapitaal. Hierop zal ik mij, in overleg met het Ministerie van Financiën, nader beraden en u te zijner tijd hierover informeren.

Bedrijfsleven

Met bovenstaand maatregelenpakket biedt het kabinet steun aan Nederlandse ondernemingen, en aan agrarische ondernemingen in het bijzonder, om de grootste effecten op te vangen. Ik besef dat dit pakket niet alle problemen voor alle bedrijven zal kunnen oplossen. Deze problemen hebben echter ook niet allemaal met de Russische boycot te maken. In juni dit jaar (Kamerstuk 32 627, nr. 16) heb ik uw Kamer reeds bericht over faillissementen in de tuinbouwsector in relatie tot de moeilijke economische situatie voor deze sector in de afgelopen jaren.

Oorzaken daarvan zijn onder meer:

  • een toenemende internationale concurrentie;

  • een sterk gefragmenteerde afzet in de groentesector;

  • een sterk gedaalde solvabiliteit (verhouding eigen vermogen / vreemd vermogen) van glastuinbouwbedrijven;

  • de door veel bedrijven gehanteerde kostprijsstrategie (in plaats van een marktbenadering).

Voor de opgave om deze structurele problemen op te lossen, staat in eerste instantie het bedrijfsleven zelf aan de lat. Het kabinet faciliteert daarin, bijvoorbeeld via het Topsectorenbeleid. En door nu in maatregelen te voorzien om de effecten van de boycot op te vangen, geeft het kabinet ondernemers de ruimte om deze nieuwe tegenslag te boven te komen. Deze maatregelen zijn echter niet voldoende, maar ook niet bedoeld, om genoemde structurele problemen op te lossen: dat is een verantwoordelijkheid van de sector.

Intussen constateer ik dat ook het bedrijfsleven zelf voortvarend aan de slag is gegaan om de gevolgen van de boycot zoveel mogelijk te ondervangen. Zo hebben de koepelorganisatie van supermarkten (CBL), Dutch Produce Association (DPA, onderdeel van GroentenFruitHuis), LTO Nederland en «SamenSterk» afgelopen week met elkaar overleg gevoerd over de gevolgen van de Russische boycot voor groenten en fruit. Samen met telers en leveranciers willen supermarkten hun uiterste best doen om de komende periode van de boycot zo goed mogelijk door te komen en de schade als gevolg van het wegvallen van een belangrijke exportmarkt voor de telers zo veel mogelijk beperken.

Dit alles neemt niet weg dat ik me realiseer dat individuele bedrijven zwaar getroffen worden. Ik leef mee met deze ondernemers en hoop dat zij zich door deze moeilijke tijd heen zullen weten te slaan.

Landbouw- en Visserijraad

Op 5 september aanstaande is een extra Landbouw- en Visserijraad ingepland nadat verschillende landen, waaronder Nederland, daar op aangedrongen hadden. Het enige agendapunt op deze vergadering zijn de gevolgen van de Russische boycot tegen landbouwproducten uit de EU. Nederland zal zich hierbij, langs de lijnen van de in deze brief geschetste inzet, blijven inzetten voor het zoveel mogelijk ondervangen van de gevolgen van de Russische boycot voor Nederlandse ondernemers die hun gezonde bedrijf door toedoen van de crisis in de problemen zien komen. De Nederlandse inzet is verwoord in deze en vorige brieven over de Russische boycot.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Zijnde verse frambozen, bramen, moerbeien en loganbessen met GN code 081020; verse zwarte, witte of rode aalbessen en kruisbessen met GN code 081030; en verse veenbessen, bosbessen en ander fruit van het geslacht Vaccinium met GN code 08104.

Naar boven