21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 723 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2013

Met deze brief informeer ik u over de Landbouw- en Visserijraad die op 15 juli plaatsvindt in Brussel, alsmede over mijn inzet tijdens die bijeenkomst. Ik informeer u tevens over een mogelijke visserijpartnerschapsovereenkomst met de Cookeilanden en over mijn inzet inzake artikel 68 van Verordening (EG) 73/2009, waarmee ik een deel van de nationale enveloppe voor inkomenssteun in het kader van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) kan bestemmen voor de stimulering van milieuvriendelijke landbouw, dierenwelzijn, kwaliteitslandbouw en risicoverzekeringen.

Het nieuwe Litouwse voorzitterschap zal in de Raad zijn werkprogramma presenteren. Ook zal het voorzitterschap een stand van zaken geven over de hervorming van het GLB naar aanleiding van het op 26 juni jl. bereikte onderhandelingsakkoord. De Raad zal verder pogen een algemene oriëntatie vast te stellen over het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij en van gedachten wisselen over de vangstmogelijkheden voor de visserij in 2014.

Onder diversen zijn op mijn verzoek twee onderwerpen geagendeerd: de follow-up van de herbeoordeling door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) van de werkzame stof fipronil en etikettering van vlees van onbedwelmd geslachte dieren. Ook onder diversen zal de Europese Commissie de Raad informeren over de ontwikkelingen ten aanzien van onjuiste etikettering van rundvleesproducten.

Werkprogramma Litouws voorzitterschap

(Presentatie door het voorzitterschap)

Het nieuwe Litouwse voorzitterschap zal zijn werkprogramma voor de Landbouw- en Visserijraad tot en met december 2013 presenteren. Het voorzitterschap zal zich in die periode in het bijzonder richten op de volgende onderwerpen:

  • Het wetgevingspakket voor dier- en plantgezondheid;

  • De hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB): implementatie van de wetgeving en vaststelling van het nieuwe Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij;

  • De hervorming van het GLB: transitieregelingen en uitvoeringsbepalingen;

  • Wetgevingsvoorstel voor promotie van landbouwproducten;

  • Voorstel voor een EU-bossenstrategie;

  • Voorstel voor een herziening van de Richtlijn voor diergeneesmiddelen.

Verder zal het voorzitterschap zich naar verwachting beperken tot het uitvoeren van de reguliere taken, zoals de jaarlijkse vaststelling van de visserijmogelijkheden.

Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij

(Algemene oriëntatie)

De Raad zal trachten een algemene oriëntatie vast te stellen ten aanzien van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV). Deze algemene oriëntatie vormt het mandaat van de Raad aan het voorzitterschap voor de onderhandelingen met het Europees Parlement. Tijdens de Landbouw- en Visserijraad van 22–23 oktober 2012 is reeds een partiële algemene oriëntatie vastgesteld over de artikelen die de mogelijkheden voor toekomstige steun vanuit het EFMZV betreffen (artikelen 1 tot en met 95). De behandeling in de Landbouw- en Visserijraad van 15 juli 2013 betreft de overige artikelen (96 tot en met 154), die betrekking hebben op de allocatiecriteria voor de verdeling van de EU-middelen over de lidstaten en op de uitvoering (beheer en controle).

De allocatie van EFMZV-middelen over de lidstaten is nog niet bekend. De Europese Commissie stelt drie criteria voor de verdeling voor: de werkgelegenheid in de visserij en aquacultuur, de productiewaarde van de visserij en aquacultuur en het aandeel kleine kustvisserij in de totale vloot. Voor wat betreft de financiële omvang van het EFMZV geldt dat deze volgt uit het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2014–2020. De onderhandelingen over het MFK hebben inmiddels geleid tot een principeakkoord.

In het Commissievoorstel voor het EFMZV zijn de artikelen met betrekking tot controle en beheer afgestemd op die van het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling. Een meerderheid van de lidstaten wenst de tenuitvoerlegging van het EFMZV echter af te stemmen op de systematiek van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds. De Europese Commissie stelt verder voor dat tot uitstel, schorsing of intrekking van een subsidie of betaling uit het EFMZV kan worden besloten in het geval dat lidstaten of begunstigden verplichtingen niet nakomen of de regels van het GVB niet naleven. Dit is nieuw ten opzichte van het huidige Europees Visserijfonds.

Ik kan ermee instemmen om de tenuitvoerlegging van het EFMZV af te stemmen op die van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en het Europees Sociaal Fonds, aangezien deze uitvoeringssystematiek onder de lopende programmeringsperiode van het Europees Visserijfonds reeds praktijk is. Ik steun ook het voorstel om tot uitstel, schorsing of intrekking van een subsidie of betaling uit het EFMZV over te gaan bij het niet nakomen van verplichtingen of niet naleven van GVB-regels door begunstigden of lidstaten. Dit is voor mij een logisch verband, dat in het GLB al gemeengoed is. Ik ben geen voorstander van het gebruik van het criterium «het aandeel van de kleine kustvisserij in de totale vloot» bij de verdeling van middelen over de lidstaten.

De grootte van een vissersvaartuig is niet bepalend voor de mate van duurzaamheid van de visserij. Toedeling van middelen op basis van het genoemde criterium is daarnaast in financieel opzicht niet in het belang van Nederland. Alle onderdelen van de visserijvloot dienen te opereren binnen de gestelde regels.

Nederland zal in de Landbouw- en Visserijraad verder interveniëren langs de lijnen van het BNC-fiche ter zake (13 januari 2012; Kamerstuk 22 112, nr. 1320) en de kabinetsreactie op de Commissievoorstellen voor de hervorming van het GVB (30 september 2011; Kamerstuk 32 201, nr. 20). Het kabinet vindt dat subsidieverlening beperkt moet worden. De sector moet zich ontwikkelen tot een innovatieve, duurzame en economisch zelfstandige, zodat zij op termijn onafhankelijk is van subsidies. Het EFMZV dient dit proces te ondersteunen.

Vangstmogelijkheden visserij 2014

(Presentatie door de Europese Commissie en gedachtewisseling)

De Raad zal van gedachten wisselen over de Mededeling van de Europese Commissie inzake de vangstmogelijkheden voor de visserij in 2014. Deze Mededeling schetst de staat van de bestanden in de wateren van de EU, geeft aan met welke generieke spelregels de vangstmogelijkheden voor 2014 zullen worden vastgesteld en stelt de agenda voor de betreffende besprekingen in het komende najaar vast. U wordt over deze Mededeling op korte termijn geïnformeerd door middel van een BNC-fiche.

In de Mededeling constateert de Europese Commissie dat het aantal overbeviste bestanden in het Noordoost-Atlantisch gebied wederom is gedaald en dat het aantal bestanden dat duurzaam wordt geëxploiteerd – oftewel voldoet aan het principe van Maximaal Duurzame Opbrengst (Maximum Sustainable Yield, MSY) – is toegenomen. Het aantal bestanden waarvoor de internationale wetenschappers adviseren om onmiddellijk te stoppen met vissen blijft weliswaar hoog, maar is gedaald. Dit geeft aan dat het ingezette beleid vruchten afwerpt. Nog altijd is van een groot aantal beheerde bestanden de status onbekend.

De aanpak van de Europese Commissie bestaat met name uit het reduceren van vangstmogelijkheden (quota en zeedagen) – met het oog op doelstellingen ten aanzien van MSY onder het nieuwe GVB – en het verder werken aan nieuwe meerjarenbeheerplannen, ook voor de gemengde visserij. Met het oog op de aanstaande aanlandplicht voor de pelagische visserij in 2015 wil de Europese Commissie voorbereidingen treffen voor de ophoging van de betreffende bestaande quota, om rekening te houden met de ongewenste bijvangsten.

Ik vind dat de Mededeling een goede basis geeft voor de besluitvorming over de vangstmogelijkheden voor 2014. Wel vind ik een bespreking in de Regionale Advies Raden en in het Raadgevend Comité voor de Visserij noodzakelijk. Ik steun het verder werken aan meerjarenbeheerplannen, maar blijf wel aandringen op een oplossing voor de impasse over de juridische basis van de plannen.1 Nederland zal verder aandacht vragen voor het beheerplan voor schol en tong in de Noordzee: Nederland dringt al twee jaar aan op een voorstel van de Europese Commissie voor een zogeheten volgende fase (zogeheten tweede fase) nu beide bestanden sinds twee jaar binnen biologisch veilige grenzen zijn. Nederland zal voorts verduidelijking van de Europese Commissie vragen over de richtsnoeren die zij zal hanteren voor de ophoging van de quota met het oog op de aanstaande aanlandplicht in de pelagische visserij.

Hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

(Stand van zaken)

Zoals aan u gemeld in het verslag van de Landbouw- en Visserijraad van 24 en 25 juni (Kamerstuk 21 501-32, nr. 722) hebben de onderhandelaars van de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie op 26 juni jl. overeenstemming bereikt over de hervorming van het GLB. Het voorzitterschap zal in de komende Landbouw- en Visserijraad een stand van zaken geven met betrekking tot dit principeakkoord.

De Raad zal de wetgevingsteksten pas kunnen vaststellen na de gebruikelijke juridisch-linguïstische controle. Ik ben voornemens mijn steun te verlenen aan het akkoord. Het is mijn inziens van groot belang dat de sector duidelijkheid wordt geboden over de toekomstige kaders van het GLB, opdat zij zich aan de veranderende omstandigheden kan aanpassen en de uitvoerende overheidsdiensten voldoende tijd krijgen voor een verantwoorde implementatie in 2014 en 2015.

Diversen

Follow-up van de EFSA-herbeoordeling van de werkzame stof fipronil

(Verzoek van de Nederlandse delegatie)

Nederland zal de Europese Commissie nogmaals oproepen om zo snel mogelijk actie te ondernemen voor de aanpak van fipronil.

Hiermee geef ik invulling aan mijn toezegging aan uw Kamer op 4 juni jl. tijdens het VAO Bijensterfte om aan te dringen bij de Europese Commissie om met spoed actie te ondernemen indien noodzakelijk.

De werkzame stof fipronil is intussen herbeoordeeld door de EFSA. Uit de publicatie van de EFSA van 27 mei jl. blijkt dat er een hoog gezondheidsrisico is voor honingbijen bij toepassing van fipronil op maïs.

Naar aanleiding van deze bevindingen heb ik Eurocommissaris Borg (Gezondheid en Consumentenbescherming) per brief verzocht om te komen met een Europees plan van aanpak. Nederland is voorstander van een communautaire aanpak.

Etikettering van vlees van onbedwelmd geslachte dieren

(Verzoek van de Nederlandse delegatie)

Nederland zal aandacht vragen voor de etikettering van vlees van onbedwelmd geslachte dieren en de Europese Commissie verzoeken de door haar aangekondigde studie naar de mogelijkheid om consumenten te voorzien van informatie over de bedwelming van dieren op voortvarende wijze uit te laten voeren, opdat zij zo spoedig mogelijk met gepaste voorstellen op dit gebied kan komen. Hiermee geef ik invulling aan mijn overeenkomstige toezegging aan de Eerste en de Tweede Kamer (bij brief van 13 maart jl., Kamerstuk 28 286, nr. 137).

De Europese Commissie heeft in 2010 aangekondigd initiatief te zullen nemen om de etikettering van vlees afkomstig van onbedwelmd geslachte dieren mogelijk verplicht te stellen. In haar Mededeling over de strategie van de EU voor de bescherming en het welzijn van dieren voor 2012–2015 heeft de Europese Commissie vervolgens in de lijst van geplande acties opgenomen dat een studie wordt uitgevoerd over de mogelijkheid om consumenten te voorzien van informatie over de bedwelming van dieren.

Onjuiste etikettering van rundvleesproducten

(Informatie van de Europese Commissie)

De Europese Commissie zal de Raad informeren over de stand van zaken met betrekking tot de onjuiste etikettering van rundvleesproducten. Het is nog niet bekend wat de Europese Commissie zal mededelen.

Naar aanleiding van de aanwezigheid van niet op het etiket vermeld paardenvlees in rundvleesproducten heeft de Europese Commissie een actieplan gelanceerd waarmee het toezicht op de voedselproductie op een aantal gebieden moet worden versterkt. Hiermee wil de Europese Commissie het vertrouwen van de consument in de Europese voedselproductie herstellen. Ondertussen is een onderzoek door alle lidstaten naar paardenvlees in alle schakels van de vleesketen afgerond. De resultaten van dat onderzoek ondersteunen volgens de Commissie de conclusie dat het hierbij niet om een voedselveiligheidsrisico gaat, maar om voedselfraude.

Gezien de grote impact van de paardenvleesaffaire op de Europese interne markt en de Europese consument bestaat er draagvlak bij alle lidstaten voor het plan van de Europese Commissie. De Europese werkgroep voedselfraude zal in dit kader op 8 juli 2013 voor het eerst samenkomen. Ik verwacht dat de Europese Commissie dan nader zal ingaan op de vijf onderdelen van het actieplan: fraudebestrijding, testprogramma’s, officiële controles, paardenpaspoort en herkomstetikettering. Nederland wil een proactieve bijdrage leveren aan deze werkgroep, aan de implementatie van het actieplan en aan de samenwerking tussen lidstaten om voedselfraude te bestrijden.

Nederland heeft proactief gereageerd op de paardenvleesaffaire. Mijn inzet is conform hetgeen ik in de brieven van 12 en 24 april (Kamerstuk 26 991, nrs. 348 en 357) heb aangegeven.

Onderhandelingen over een visserijpartnerschapsovereenkomst tussen de EU en de Cookeilanden

De Europese Commissie heeft de Raad een conceptmandaat voorgelegd voor onderhandelingen met de Cookeilanden over het afsluiten van een visserijpartnerschapsovereenkomst. Een partnerschapsovereenkomst met de Cookeilanden geeft EU-vaartuigen toegang tot de wateren van de Cookeilanden. Tegelijkertijd zal de EU een dialoog met de Cookeilanden starten over versterking van het lokale visserijbeleid. Een overeenkomst met de Cookeilanden geeft de

EU-vertegenwoordiging in de Western and Central Pacific Fisheries Commission een steviger basis. De EU heeft in deze regio reeds visserijpartnerschapsovereenkomsten met Kiribati, de Salomonseilanden en Micronesië. Van deze drie overeenkomsten heeft alleen het akkoord met Kiribati op dit moment een geldig protocol, dat in voorlopige werking is in afwachting van instemming van het Europees Parlement. Over dit protocol bent u geïnformeerd bij brief van 13 september jl. (Kamerstuk 32 201, nr. 47). Nederland heeft ingestemd met dit protocol. De EU-vaartuigen vissen in deze regio met name op skipjacktonijn. Dit bestand is op dit moment in goede staat.

Het voorgestelde onderhandelingsmandaat is in overeenstemming met het principeakkoord tussen de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie over het nieuwe GVB. Zo moet in de uiteindelijke partnerschapsovereenkomst rekening gehouden worden met het best beschikbare wetenschappelijke advies over de duurzame exploitatie van de visbestanden en met de beheerplannen van de regionale visserijorganisatie. Ook moet een clausule worden opgenomen over de consequenties van de schending van mensenrechten en democratische beginselen.

Ik ben voornemens in te stemmen met het onderhandelingsmandaat. Het resultaat van de onderhandelingen zal ik kritisch beoordelen op de mate van duurzaamheid, de belangen van de lokale bevolking en het economisch belang voor de EU.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Besluiten over maatregelen in het kader van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid worden als regel genomen volgens de gewone wetgevingsprocedure (rechtsbasis artikel 43 lid 2 VWEU met gekwalificeerde meerderheid in de Raad en medebeslissing door het Europees Parlement (EP)). Uitzondering vormen de jaarlijkse besluiten van de Raad (dus zonder EP) over de vangstmogelijkheden (rechtsbasis artikel 43 lid 3 VWEU). De Europese Commissie stelt meerjarenplannen voor met als rechtsbasis artikel 43 lid 2, maar de plannen bevatten tegelijkertijd oogstregels: formules die in combinatie met wetenschappelijk advies leiden tot TACs. Europese Commissie en EP vinden dat de gewone wetgevingsprocedure op alle onderdelen van de meerjarenplannen moet worden toegepast, maar een meerderheid van de Raad vindt dat dit niet kan en wil de TAC-gerelateerde onderdelen afsplitsen en als rechtsbasis artikel 43 lid 3 geven.

Naar boven