21 501-20 Europese Raad

Nr. 1233 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 juni 2017

Hierbij bied ik u aan, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda van de Europese Raad van 22 en 23 juni 2017.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

GEANNOTEERDE AGENDA EUROPESE RAAD VAN 22 EN 23 JUNI 2017

Op de agenda van de Europese Raad van 22 en 23 juni staan de onderwerpen migratie, veiligheid/defensie, economie en externe betrekkingen. Voorts zullen de digitale agenda en het klimaatakkoord van Parijs kort aan de orde komen. De ER zal in artikel-50 samenstelling spreken over de Brexit. De meest recente ontwerpconclusies zijn te vinden in raadsdocument 8795/17.

Migratie

De Europese Raad zal spreken over de externe aspecten van migratie, mede op basis van de vierde voortgangsrapportage over het EU-partnerschapsraamwerk van 13 juni 2017. In het rapport presenteert de Commissie de stand van zaken van de samenwerking met een aantal prioritaire herkomst- en transitlanden. De samenwerking met Niger, Nigeria, Mali, Ethiopië en Senegal is verder versterkt. Zoals ook uit de vorige voortgangsrapportage bleek is de aanpak van transit in Niger relatief succesvol. Het aantal migranten dat vanuit Niger vrijwillig wordt begeleid naar het land van herkomst, blijft ook in 2017 toenemen. In lijn met de Mededeling over de Centraal Mediterrane Route van 25 januari 2017 en de Malta Verklaring van de Informele Europese Raad van 3 februari 2017 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1192) zijn ook de EU inspanningen in Noord-Afrikaanse landen geïntensiveerd, in het bijzonder in Libië. De EU zet zich in voor de ondersteuning van de Libische kustwacht en de versterking van de Libische landgrenzen. Dat gaat gepaard met inspanningen ter verbetering van opvang en vrijwillige terugkeer van migranten en ondersteuning van gastgemeenschappen. Hiervoor is 90 miljoen euro beschikbaar gemaakt in samenwerking met een aantal VN-organisaties.

Dit heeft onder meer geleid tot een toename van de vrijwillige terugkeer naar herkomstlanden (4.443 migranten tot en met 6 juni 2017 ten opzichte van 2.775 in heel 2016). De inspanningen vertalen zich echter nog steeds niet in een daling van het aantal irreguliere migranten in Italië en het hoge aantal verdrinkingsdoden. Dat erkent de Commissie ook. Nederland zal daarom nogmaals het belang van een gezamenlijke en geïntegreerde inzet langs de gehele migratieroute onderstrepen. In het bijzonder zal Nederland pleiten voor een intensivering van gecoördineerde inspanningen in derde landen om tot werkelijke partnerschappen te komen. Binnen de Raad kan de door de Commissie ingezette lijn op het vlak van de externe aspecten van migratie rekenen op brede steun van de lidstaten.

De ER zal ook spreken over de interne aspecten van migratie. Het kabinet blijft zich inzetten voor de effectieve implementatie van de gezamenlijke Europese afspraken. De ER zal zich in dit kader wederom buigen over de herziening van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel (GEAS). Een herzien GEAS dient robuust en toekomstbestendig te worden ingericht, zodat het de Unie in staat stelt om adequaat te kunnen reageren op een hoge asielinstroom. Het kabinet heeft zich steeds ingespannen voor een zo spoedig mogelijke herziening, in lijn met de motie van het lid Verhoeven (Kamerstuk 34 648, nr. 6). Daarbij is het voor het kabinet van belang dat goed wordt gelet op de effecten die verschillende voorstellen op elkaar hebben. Een afgewogen instemming met één van deze voorstellen vereist immers een totaalbeeld van hoe een toekomstig gemeenschappelijk asielstelsel er uit komt te zien, aan de hand van de inhoud van elk van deze voorstellen.

Het Maltees voorzitterschap heeft goede voortgang geboekt op vele onderdelen van de herziening van het GEAS. De ER zal evenwel geen akkoord kunnen bereiken over de herziening van het gehele pakket onder het Maltees voorzitterschap. Daarvoor liggen de standpunten in de Raad op sommige dossiers te ver uiteen. Voorbeeld daarvan is de discussie over «effectieve solidariteit». In lijn met de motie van het lid Sjoerdsma (Kamerstuk 19 637, nr. 2246) is en blijft de inzet van het kabinet dat invulling van dit begrip zonder concrete en bindende resultaten niet denkbaar is. Het kabinet acht het van groot belang dat de inspanningen ten behoeve van de herziening van het GEAS worden voortgezet onder het aanstaande Estse voorzitterschap.

Veiligheid/defensie

De Europese Raad zal stilstaan bij de voortgang t.a.v. externe veiligheid en defensie. Basis voor de bespreking zijn met name de voortgangsrapportage van HV Mogherini over de uitvoering van de EU Global Strategy (EUGS), de uitvoering van het Implementation Plan on Security and Defence, het Europees Defensie Actieplan (EDAP) en een voortgangsrapport van HV Mogherini en de Secretaris-Generaal van de NAVO over de versterking van EU-NAVO samenwerking. Ook zal de ER naar verwachting sturing geven aan Permanente Gestructureerde Samenwerking (PESCO), de versterking van de industriële dimensie van EU defensie en het verhogen van de inzetbaarheid van de EU Battlegroups. Ook zal een versterkte aanpak van terrorismebestrijding aan de orde komen.

De RBZ-Defensie van mei jl. (Kamerstuk 21 501-28, nr. 157) nodigde lidstaten uit om de commitments, de criteria voor deelname en de governance van PESCO verder te ontwikkelen en concrete projecten te identificeren met het oog op verdere stappen in 2017. Mogelijk bereikt de ER overeenstemming over de noodzaak om een inclusief en ambitieus PESCO te lanceren en daarvoor een tijdpad af te spreken. Mits goed georganiseerd, kan PESCO een impuls geven aan de verdere versterking van het GVDB. Voorts presenteerde de Europese Commissie op 7 juni jl. een voorstel voor een Europees Defensiefonds (EDF) om onderzoek en de gezamenlijke ontwikkeling en aanschaf van defensiecapaciteiten te ondersteunen. De verwachting is dat de ER dit voorstel zal verwelkomen. Het EDF kan samenwerking tussen lidstaten bevorderen en kansen bieden voor de Nederlandse defensiesector. Uw Kamer zal medio juli a.s. via de gebruikelijke BNC-procedure over het voorstel en de kabinetspositie worden geïnformeerd. Ook spreekt de ER over het verhogen van de inzetbaarheid van de EU Battlegroups. Het kabinet vindt het belangrijk dat de politieke bereidheid om de EU Battlegroups in te zetten wordt versterkt en dat wordt gekeken naar meer gezamenlijke financiering en de samenstelling van de Battlegroups. Het kabinet steunt de ambitie waarmee nu op EU-niveau invulling wordt gegeven aan een grotere Europese verantwoordelijkheid op veiligheids- en defensiegebied.

Economie

Interne Markt

De ER zal spreken over de voortgang op de verschillende Interne Marktstrategieën, indachtig de Interne Markt Agenda die door de Europese Raad van juni 2016 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1129) tijdens het Nederlandse EU-voorzitterschap is aangenomen. Het kabinet acht het van belang dat de Europese Raad de ambitie om de voorstellen onder de strategieën voor het einde van 2018 af te ronden en te implementeren herbevestigt, en dat de Interne Markt ook op de agenda van de ER blijft. Het kabinet verwelkomt de voortgang die op verschillende voorstellen al geboekt is, met name op de Digitale Interne Markt. Het kabinet constateert ook dat er een extra Europese inzet nodig is op de Interne Marktstrategie, met name om het potentieel van de Europese dienstenmarkt te kunnen benutten. Het kabinet acht het voorts van belang dat de Europese Raad onderkent dat de inspanningen om tot een diepere en eerlijkere interne markt te komen, ook na de afronding van de strategieën, nog niet voorbij zullen zijn. Het blijft daarom van belang dat ook na 2018 nieuwe en bestaande uitdagingen binnen de interne markt worden geadresseerd.

Handel

Tijdens de ER komt een aantal onderwerpen aan de orde op het terrein van handelspolitiek. Het betreft naar verwachting een voortzetting van de bespreking van dit onderwerp tijdens de Europese Raad van 9 en 10 maart jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1198), waar het belang van een robuuste handelspolitiek en een open en op regels gebaseerd multilateraal handelsstelsel werd benadrukt.

Europees Semester

Op maandag 22 mei jl. publiceerde de Commissie haar voorstel voor landenspecifieke aanbevelingen in kader van het Europees Semester. Het Semester is het jaarlijkse proces waarin EU-lidstaten hun economisch en budgettair beleid coördineren. Het Semester combineert het toezicht op macro-economische onevenwichtigheden, overheidsfinanciën met het bevorderen van economische groei in Europa. Over de appreciatie van het kabinet is uw Kamer separaat geïnformeerd (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1231).

De voorgestelde aanbevelingen zijn behandeld in de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (EPSCO-Raad) van 15 juni en in de ECOFIN-Raad van 16 juni jl. Na een akkoord in deze raden worden de geïntegreerde landenspecifieke aanbevelingen voorgelegd aan de RAZ op 20 juni. Indien de RAZ goedkeuring verleent, worden de aanbevelingen ter bekrachtiging doorgeleid aan de Europese Raad. Na bekrachtiging door de Europese Raad zal de ECOFIN-Raad de aanbevelingen op 11 juli a.s. naar verwachting aannemen.

Externe betrekkingen

VS en Turkije

Tijdens de Europese Raad zullen de voorzitter van de Europese Raad Tusk en de voorzitter van de Europese Commissie Juncker de leden van de Europese Raad informeren over hun recente ontmoetingen met regeringsleiders en internationale bijeenkomsten, waaronder hun ontmoeting met de Turkse President Erdogan en met de Amerikaanse president Trump.

Rusland

Na het Russische optreden in Oekraïne – de illegale annexatie van de Krim, en het destabiliseren van het oosten – heeft de Europese Unie in drie fasen sancties tegen Rusland ingesteld. De sancties zijn gekoppeld aan de Minsk-akkoorden en worden elke zes maanden geëvalueerd. Afgelopen december stemde de Europese Raad in met een technische roll-over van fase 3, dat wil zeggen de economische sancties, voor zes maanden tot en met 31 juli 2017. Naar verwachting zal de Europese Raad zich buigen over verlenging tot en met 31 januari 2018. Het kabinet ziet geen reden de sancties af te zwakken, omdat er tot op heden geen sprake is van voortgang op de implementatie van de zogenoemde Minsk akkoorden. Voorts is het kabinetsstandpunt inzake de betrekkingen met Rusland bekend. Het kabinet verwijst hiervoor naar de Kamerbrief van 13 mei 2015 (Kamerstuk 34 000 V, nr. 69).

Overige onderwerpen

Digitale Agenda

Tijdens de Europese Raad zal inkomend EU-voorzitter Estland naar verwachting de intentie voor het organiseren van een Digitale Top in Tallinn op 29 september 2017 aankondigen, waarbij het belang van een Digitaal Europa centraal staat. Daarnaast zal de Europese Raad de intentie van de Commissie om een nieuwe cybersecurity strategie uit te brengen verwelkomen.

Klimaat/Parijs

De Europese Raad zal naar verwachting herbevestigen dat de EU gecommitteerd is aan volledige implementatie van het Parijs-akkoord. Het kabinet betreurt de beslissing van de Verenigde Staten om zich terug te trekken uit het akkoord. De aanpak van klimaatverandering is niet alleen hard nodig, deze biedt ook wereldwijd economische kansen. Het kabinet zal zich volledig voor het klimaatakkoord blijven inzetten en kan de herbevestiging van het EU-commitment aan het akkoord steunen.

Europese Raad in Artikel 50 format

De Europese Raad komt ook in de Artikel 50 samenstelling bijeen om met de 27 lidstaten de stand van zaken in de Brexit-onderhandelingen te bespreken. Naar verwachting zal de Raad kort terugblikken op de verkiezingen in het VK en de stand van zaken van het onderhandelingsproces.

De Europese Raad zal en marge van de bijeenkomst in Artikel 50-format spreken over de voorgestelde criteria en procedure voor de besluitvorming ten aanzien van de agentschappen die momenteel in het Verenigd Koninkrijk gevestigd zijn, het Europese Geneesmiddelen Agentschap (EMA) en het Europese Banken Agentschap (EBA). Het kabinet steunt in grote lijnen de voorgestelde criteria en procedure. Met een aantal andere lidstaten zet het in op het zo zwaar mogelijk meewegen van de objectieve criteria bij de toewijzing en op een duidelijke koppeling tussen de kwalitatieve beoordeling door de Commissie van de bidbooks en de besluitvorming in de Raad.

Ontmoetingen voorafgaand aan ER

Voorafgaand aan de ER ontmoet de Minister-President in Benelux kader de Visegrad-landen op 19 juni in Warschau, en de Baltische en Noordse landen op 21 juni in Den Haag. Bij deze bijeenkomsten zal worden gesproken over de Brexit, de toekomst van Europa en andere actuele Europapolitieke onderwerpen zoals de Interne Markt en het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid. In het verslag van de ER zal uw Kamer over deze bijeenkomsten worden geïnformeerd.


X Noot

[1] COM (2017) 350 final.

X Noot

[2] JOIN (2017) 4 final.

Naar boven